Donderdag 5 1902. DE DOLLE GRAAF. No. 5198. 51e Jaargang. Feuilleton. AMERSFOORTSCHE FIRMA A- H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. tranen per post /'1.15. Advertentiën regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën var buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU l ORTEGRACHT 9 Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. Kamer Tan Arbeid VOOR DE BOUWBEDRIJVEN te AMERSFOORT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente AMERSFOOT. Gelet op bet Koninklijk besluit van den 20Maart 1902, No. 7, waarbij voor de Gemeenten Amersfoort en Hoogland is opgericht eene Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven, in welke Kamer vertegen woordigd zullen zyn do volgende bedrijven het bewerken van hout, steen of metalen het leggen van electrische geleidingen of van gas of waterlei dingen het schilders-, stoffeerders-, behangers-, beiers-, stukadoors-, aard werkers-en straatmakersbe- drijf; het ontwerpen van en het houden van toezicht bij het uitvoeren van bouwplannen. Gelet op art. 11 in verband met art. 17 en opart. 76 van het Kiesreglement voor de Kamers van Arl -id Brengen ter openbare kennis, dat de hoofden of bestuurders van bovenvormelde bedrijven verplicht zijn vóór 16 Juli aaoetaande eene lijst ofzoonoodig lijsten op te maken van de namen en van de voor namen der mannelijke en vrouwelijke personen, die ln hun bedrijf binnen het gebied der Kamer van Arbeid als patroons of in hun dienst als werklieden werkzaam zijn geweest gedurende het laalstverloopen Kalenderjaar, of, wat het bouwvak betreft, gedurende het laatste tijdvak van 7 maanden, dat in dat bedrijf is gewerkt, dat in den loop dezer maand zooveel mogelijk aan de bedoelde hoofden en bestuurders formulieren der lyaten zullen worden gezonden, en dat die lijst of lijsten zoo spoedig mogelijk, in elk geval vóór den 15 Juli, nauwkeurig ingevuld, bebooren te worden gezonden wanneer de daarop vermelde personen slechts in éene Gemeente bij hetzelfde hoofd of denzelfden be- Btuurder van een der genoemde bedrijveu werkzaam en, wanneer de daarop vermelde personen in meer dan éene Gemeente biDneu net gebied der Kamer van Arbeid by hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder van een der genoemde bedrijven werk zaam zijn geweest, aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar die personen het laatst werkzaam zijn geweest. Op de lijsten worden niet vermeld 1°. zij, die gedurende den boven aangegeven tijd binnen het gebied der Kamer van Arbeid niet bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder zijn werk- De formulieren der lijsten en der aangiften zyn /au heden af ter Gemeente-Secretarie kosteloos ver krijgbaar. Amersfoort, den 4. Juni 1902. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Burgemeester, WUIJTIER8. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. 2®. zij, die geen ingezetenen des Rijks of geen Nederlanders zijn of op 15 Augustus den leeftijd van 25 jaren niet zullen hebben bereikt. Wordende voorts ter kennis gebracht van hen, die gedurende het laatstverloopen kalenderjaar, of wat het bouwvak betreft, gedurende het laatste tijd vak van 7 maanden niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd of denzeltden bestuurder werkzaam zijn ge weest, doch die aanspraak kunnen maken om ge plaatst te worden op eene Kiezerslijst voor de Kamer van Arbeid, dat zij daarvan vèor 15 Juli aaustaande aangifte kunnen doen bij Burgemeester en Wethou ders dor Gemeente, waar zij werkzaam zijn geweest of het laatst werkzaam zijn geweest. „Lichtzinnige, genotzuchtige vrouw 1" riep Lassow lachend uit. Juffrouw Doortje ging wat dichter bij hom zitten. „U hebt er toch ook geen spijt van mijnheer Lassow?" „Wel neen, hoe komt u er bij „Ik beu ook zoo vreeselyk dankbaar voor vau- avond en voor alles. Als ik er nog aan deuk, hoe het was eer u bij ons kwam! Ontzettend !Het leven begint nu pas waarde voor mij te krijgen Lassow vond, dat het gesprek een gevaarlijke wen ding nam. „Kent u den weg goed vroeg hij kort. „Het is zoo donker, ik weet niet precies waar wij zijn." Zij bracht hem op de hoogte. „U hebt mij nog nooit eens iets uit uw eigen le ven verteld," begon zij weer. „Daaruit is ook niets te vertellen." „Hebt u nog ouders?" „Ja." „Wat is uw vader?" „Heereboer." „Zoo, op de manier als Ellingsen? „Ja, too ongeveer." Zij schudde hel hoofd. „Ik verbeeld mij altijd, dat u iets bijzonders is. U hebt zoo'n bijzondere manier om te commandeeren, heel anders dan anderen. U is zeker een vermomde prins." Lbbsow lachte Mrd en bitter. „Niet precies een prins, juffrouw Elligsen." „Maar hoe kunt u dan zoo goed commandee ren „Aangeboren brutaliteit." Nu begon hij weer over De BURGEMEESTER van AMERSFGORT, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat I. Aan den Hoek van Holland proeven zullen worden genomen met verlichtingsraiddelen, als volgt: a. van 2 tot en met 6 Juni 1902 op het fort, met welslicht en lichtfakkels tusschengS uur des avonds en zonsopgang van den volgenden dag. b. op 4 en 5 Juni 1902 op een stoomschip in den Nieuwen Rotlerdaimche Waterweg, met electnek licht luesoben 8 uur des avonds en zonsopgang van den volgenden dag. II. Schietoefeningen zullen gehouden worden van het fort nabij den Hoek van Holland op de onder staande data op 11 en 12 Juni en zoonoodig op 13 en 14 Juni 1902; op 18 en zoonoodig op 19 en 20 Juni 1902; De schietoefeningen worden gehouden in een driehoek gevormd door het fort, een roode vlag op deu wal bez. het Zeegat en eene roode vlag op het uiteinde van den Zuiddam. Dei» vlaggen zijn ongeveer 3100 M. vau hot fort verwijderd. Bij de schietoefeningen zullen een of twee atoom- booten dienst doen om te waarschuwen en zoonoo dig sleephulp verleenen aan kleine (zeil) vaartuigen om buiten den onveiligen driehoek te komen. Op de dagen waarop gevuurd wordt, zal vau het fort een roode vlag waaien van minstens éen uur vóór den aanvang der oefeniniugeu tot het einde daarvan. Amersfoort, den 4. Juni 1902. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. De vredesvoorwaarden. Dinsdagmiddag is een hoogst belangrijk blauwboek uitgegeven, bevattende het Zater dag geteekende vredesverdrag, alsmede de correspondentie dio tot het sluiten van den vrede heeft geleid. De aanhef van het vredesverdrag noemt Kitchener en Milner voor de Britsche regee- ring; Steyn, Brebner,generaal De Wet,ge neraal Olivier en rechter Hertzog als regee ring van den Oranje VrijstaatBurger, Reitz, de generaals Louis Botha, De la Reij,Lukas Meyer en Krogh als regeering van de Zuid- Afrikaansche republiek. Het vredesverdrag heeft den volgenden inhoud: I. De burgers te velde leggen aanstonds de wapenen neer, en leveren alle kanonnen, geweren en munitie in hun bezit in. Zij zien af van alle verdere verzet tegen het ge zag des Konings, dien zij erkennen als hun wettigen Vorst. De wijze waarop deze over gaaf geschiedt, zal bepaald worden door Lord Kitchener met commandant-generaal Botha, ass.-comm.-gen. De la Reij en hoofdc.omman- dant De Wet. 2. Alle burgers te velde buiten de gren zen van Transvaal of de Oranjerivier-kolonie en d» krijgsgevangenen buiten Zuid-Afrika, die burgers zijn, worden bijaldien zij ver klaren hun positie als onderdaan van deft Koning te aanvaarden, naar hun woonplaats teruggebracht zoo spoedig er vervoermidde len verschaft kunnen worden en hun middel van bestaan verzekerd is. 3. De burgers die aldus zich ouderwer- pen en terugkeeren, worden niet beroofd van hun persoonlijke vrijheid en eigendom. 4. Geen burger- of strafrechterlijke ver volging wordt ingesteld tegen burgers die zich aldus onderwerpen of aldus terugkeeren voor eenige daad, die in verband staat met het voortzetten van den oorlog. Deze be paling strekt zich echter niet uit tot zekere daden in strijd met het oorlogsgebrulk, die door den opperbevelhebber aan de Boeren generaals zijn medegedeeld, en die onmid dellijk na het einde van de vijandelijkheden voor den krijgsraad komen. 5. De Nederlandsche taal wordt op de openbare scholen in Transvaal en Vrijstaat onderwezen, waar de ouders der kinderen het verlangen, en wordt bij de rechtbanken toegelaten, waar het noodig is voor een be tere en doeltreffende rechtsbedoeling. 6. Het bezit van geweren wordt toege laten in Transvaal en de Oranjerivier-kolonie aan wie er om vragen tot zelfverdiging en verlof er toe krijgen van den resident-ma gistraat, volgens de wet. 7. Het militaire bewind wordt, zoo spoedig mogelijk vervangen door burgerlijk bestuur, en zoo spoedig als de omstandigheden het gedoogen, worden vertegenwoordigende in stellingen als inleiding tot eigen bewind (selfgovernment) ingevoerd. 8. De kwestie van het verleenen van stemrecht aan de inboorlingen, zal eerst na de invoering van een eigen bewind beslist worden. 9. Er zal geen bijzondere belasting ge legd worden op grondbezit in Tranvaal of de Oranjerivier-kolonie om de kosten van den oorlog te bestrijden. 10. Zoodra mogelijk zal een vertegenwoor digende commissie worden benoemd uit elk district van Transvaal en de Oranjerivier- het circus te spreekeu zij reden nu langs eon smal- leu landweg, aan beide zeiden door slooten om ringd. „Het is afschuwelijk donker," zijde Lassow knorrig, terwijl hij een ruk aan de teugels gaf„wij waren bijna in de sloot te land gekomen." Juffrouw Doortje was in een zeer opgewonden stemmingde romantische, nachtelijke rit met den intereasanten Lassow, al het ongewone van den a- vond. deden haar bloed sneller door de aderen 8troomen. Dat was nu nog eens een avontuurEn nog nooit in haAr leven had zij er een beleefd. Trouwens, deze avond zou nog rijker aan avoDtu ren. zijn, dan zy op het oogenblik vermoedde. Hoe het gekomen was, wist zij zich later niet te herin neren zij voelde een stoot, er kraakte, iets, een kleine luchtreis, en daar zaten zij in de natte sloot het eene wagenrad lag naast haar, en een diepe duisternis omgaf haar. „Waar is u, juffrouw?" klonk nu de stem van Las sow, vlak naast haar. „Hier" antwoordde zy en strekte de hand naar hem uit. „Hebt u ubezeerd?', „O, neen, volstekt niet. Ik zit hier heel goed. En u?" „Thank you." Dat verstond juffrouw Doortje niet en hield liet dus voor een vloek. „Ik heb in myn leven al wel eens beter gezeten." Hij hielp haar nu uit de slooten bracht haar naar den grooteu steen, die het ongeval had veroorzaakt; h\j raadde haar aan, daarop te gaan zitten, terwijl hy den wagen nazag. 's Nachts in de duisternis onder stroomenden re gen aan den weg te moeten zitten, kan niet bepaald een genot genoemd worden; dit vond juffrouw El lingsen ook, en hoe langer het duurde eer Lassow weer by haar kwam, des te gedrukter werd haar stemming. Maar eindelijk kwam hij dan tooh, met een der wagenlantaarns in de hand en zeide„De wagen is niet meer te gebruiken, juffrouw, en wij moeten te voet naar huis gaan. Hoe wy ons verder uit de affaire «uilen redden, weet ik nog niet, maar kolonie, onder voorzitterschap van een ma gistraat of andere officieel persoon, welke commissie ten doel heeft de menschen te helpen naar hun haardsteden terug te keeren en om personen, die niet bij machte zijn zichzelf van zaad, vee, werktuigen, enz., die onmisbaar zijn voor de hervatting van hun gewone bedrijf, te voorzien, de middelen daaitoe te verschaffen. Ms. regeering zal een som van drie millioen pond sterling ter beschikking van deze commissarissen stellenen alle gelds* waardige papieren, uitgeven onder de wet geving der vroegere Zuid-Afrikaansche Re publiek, en alle quitanties door officieren te velde afgegeven en door bun gemachtigden, zullen worden erkend als betalingen, wanneer 2ij worden overgelegd aan een rechterlijke commissie, die door de regeering zal wor den benoemd, in geval zulke quitanties be hoorlijk worden aangeboden als verliezen in den oorlog geleden door de personen, aan wie zij oorspronkelijk zijn gegeven. In aanvulling op de bovengenoemde 3 000 000 is Z. Ms. regeering bereid, voor schotten te verstrekken, die renteloos zijn voor twee jaar, aan lieden, die hunne hoeven weder betrekken. Geen vreemdeling of rebel zal op het voorrecht, in deze bepaling vervat aanspraak kunnen maken. Aan de gevangenen op de eilanden en in de kampen heeft men nog niet meegedeeld, dat zij door den vrede hun onafhankelijkheid verloren. üp een tot hem gerichte vraag, wat zijn opinie was over de vredesvoorwaarden, ant woordde dr. Leyds, in 't geheel niets te weten en dat hij dientengevolge ook niets kon mededeelen. De vrede is te Pretoria geteekend zonder dat de vertegenwoordigers der Boeren in Europa geraadpleegd zijn. Wij weten nu voldoende, dat dit niet aan de Boeren in Zuid-Afrika ligt maar aan de volgehouden weigering van de Engelsche regeering om voor de gedachtenwisseling den telegraaf kabel beschikbaar te stelleD. Er is, blijkens de verlieslost, Vrijdag 30 Mei nog gevochten, en wel te Buffelsdoorn, waar van de Z. A. politie 1 man sneuvelde en 1 luitenant en 3 man gewond werden. De officier bezweek den 31en, den dag waarop de vrede geteekend werd. Het totaal der Engelsche verliezen in Zuid- Afrika, wordt door de Daily Telegraph" u behoeft geou angst te hebben ik zal wel wat be denken, en in ieder geval neem ik alles op mij." Zij antwoordde niet; plotseling viel haar hoofd tegen zyn schouder aan en zij barstte in tranen uit. „Laten wij nooit, nooit meer naar Ellingshof gaan ik kan het leven daar niet meer uithouden," riep zij snikkend uit. „Ja, maar mijn beste juffrouw Elliugsen, waar ter wereld wilt u dan heengaan?" „Waarheen u maar wilt, het kan mij nietschelen; maar niet naar Ellingshof. U kunt Karaten zeggen wat u wilt, hij zal u toch alles wat hy maar grijpen kan naar het hoofd werpen; en ik zal geen levi meer hebben. Ik wil en ik zal niet meer naar he_ terugkeeren; ik wil by u blijven, ik zal alles doen wat u verlangt, alleen niet naar Ellingshof terug keeren." „Dat is echter juist wat ik van u verlang," ant woordde Lassow kortaf, en vervolgde toen op zach ter toon„Denk aan uw plichten, juffrouw Doortje. Ellingsen is uw man, u moet bij hem blijven en hem oppassen en trachten zijn luimen te verdragen. Daar voor heeft hy u ook tot meesteres van Ellingshof gemaakt." „Maar dat begeer ik in het geheel niet. Hij heeft er gebruik van gemaakt, dat ik nog een kind was en niet wist wat het beteekende zich voor het ge- heele leven te binden, maar nu weet ik het wel; daarom wil ik niet langer blijven. Laten wy vor, ver weg gaan, waar niemand ons kent, en een nieuw leven beginnen." „Maar, juffrouw Ellingsen hoe stelt uzioh dat dan eigonlyk voor?" nHoe ik my dat voorstel Zy richtte zich plot- selmg op en droogde haar tranen. „Dat er voor my maar éen geluk op de wereld bestaat, namelijk ver van Ellingshof, aan aan met u, want ik heb u lief." Ware de bliksem naast hem in den grond gesla gen, dan zou Lassow niet meer hebben kunnen ont stellen dan bij nu deed. Nog eer hy woorden kon vinden, vervolgde juffrouw Doortje weer snikkend: „Is dat zulk een wonder U is de eerste, die vrien delijk en goed tegen mij is, en u om my bekom mert u hebt mij zelfs tegenover mijn man iu be scherming genomenu is de eerste die mijn leven waarde hebt gegeven eu ik beu toch óok een men- schelyk wezen." Lassow stond op. De regen stroomde langs hem neer, naast hem lag de gebroken wagen en aan zyn voeten zat do vrouw van zijn tegenwoordigen heer, die hem snikkend haar liefde verklaarde. „U is nu opgewonden, juffrouw Ellingsen," zeide hij zoo bedaard mogelijk, „wij zullen beideu verge ten, wat u daareven gezegd hebt. U weet zelf, dat ik als mBU van eer, daar niet naar mag luisteren. Kom, u moet sterk zijn; u hebt zich onder myn be scherming gesteld en ik verlang van u, dat u met mij naar Ellingshof terugkeert. Wat ik zal zeggen, is mijn zaak, maar u zal geen 'eed wedervaren." Hy sprak op zulk een vaslen toon, dat zij het niet waag de, tegen te spreken, maar huar tranen droogde en opstond. Lassow nam het paard bij den tengel, en gaf haar de lantaarn. „Wij hebben nog een langen weg voor ons," zeide hij, „als u de lantaarn draagt, kunt u tenminste iets zien. Wilt u mij een arm ge ven V' Zy schudde het hoofd, en ging aan den an deren kant van het paard. Zoo vervolgden zij zwij gend hun weg. Het was ongeveer éen uur in den morgen toen zij Ellingshof bereikten. De hofhond sloeg even aan, maar een woord van Lassow bracht hem tot rust. Hij bracht nu het paard in de stal, deed het tuig af en voeder in de krib; juffrouw Doortje stond er, met de lantaan in de hand, hui verend bij het was toch koud in de natte klee- ren. Eindelijk was Lassow klaar: „Zie zoo, nu zul len wij naar huis gaau." Zy knikte weer zwygend. Toen zy voor de huisdeur stonden en Lassow in zyn zak naar den sleutel zocht, zeide zij zacht'. „Ugaat nu zeker weg, niet waar? Wilt u Ellingsen als ver ontschuldiging den waren grond mededeelenmjj is het onverschillig." (Worrif vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1902 | | pagina 1