Dinsdag 12
Augustus 1902.
GEBOET.
No. 5227.
51e Jaartjang.
Feuilleton.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
Iranco per post 1,10. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
offieieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRAGHT9
Telephoon 19.
OP REIS.
Aan onze abonné's, die tijdelijk elders,
hetzij binnen- of buitenlands, vertoeven, wordt
op aanvrage en met duidelijke opgave van
adres, de courant eiken verschijndag tegen
vergoeding van porto toegezonden.
De frankeerkosten bedragen per keer f 0.025
voor het buitenland. Ook niet-geabonneerden
kunnen zich op dezelfde wijze de toezending
van de «Amersfoortsehe Courant" verzekeren.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT,
Gelet op een missive van den heer Commissaris
der Koningin in deze provincie d.d. 6. Augustus 1902,
no. 6, A. Z.
Brengt ter kennis van belanghebbenden
dat op den 19, 20, 21 en 22 Augustus n. s., eu
zoouoodig op 23 en 25 Augustus d. a. v., schietoefe
ningen zullen worden gehouden van het fort op De
Harsseus
dat zal worden gevuurd met kauonnen van klein
kaliber bij welk vuur de reede lot op een afstand
van 4500 M. van het fort ais onveilig moet worden
beschouwd
dat op de dagen, waarop gevuurd wordt, een
roode vlag op het furtgehesehen zal worden van min
stens éen uur vóór den. aanvang der oefening als
mede gekleurde vlaggen aangevende de riebtiugen
waarin gevuurd zal worden, terwijl een stoomboot,
voorzoover mogelijk, de schepen zal waarschuwen
en des gewenscht hulp zal verleenen aan kleinere
(zeil) vaartuigen om buiten het onveilige gedeelte
van het vaarwater te komen
dat op die dagen groote waarschuwingsborden
zullen worden geplaatst aan den ingang der haven
en op de batterij „Vischiuarkt", vermeldende in
welke richting dien dag gevuurd zal worden, terwijl
bij het torpedomagazijn en aan den ingang der
haven borden zullen worden geplaatst waarop is
aangegeven de beteeke-nis der bovengemelde ge
kleurde vlaggen, nis volgt:
rood en wille vlag betcekent Noord, wit en zwarte
vlag N. O., zwarte vlag Oost
dat in het tijdvak van 19 tot 23 Augustus e. k.
schietoefeningen met oefenings-projeciielen zullen
plaats hebben van de forteu „De Ruyter" en „Prins
Hendrik"
dat de oeleningeu bet gedeelte van het Hellegat
tot op een afstand vnu ongeveer 600 Meter van elk
der forten onveilig zal mnken, nabij liet fort „Prius
Hendrik", echter alleen bezuiden de richting Oost
van het fort;
dat het met boeien afgebakende terrein tusschen
den wal eu de boeien onveilig zal zijn
dat een stoomboot, voorzoover mogelijk zal waar
schuwen en de gowensehe hulp zal verleenen aan
kleinere zeilvaartuigen, om buiten het onveilige ge
deelte te komen
dat op de dagen, waarop gevuurd zal worden op
de forten „De Ruyter en „Prins Hendrik" een roode
vlag zal waaien van minstens een uur vóór den
aanvang der schietoefeniugeu tot aan het einde
daarvan.
Amersfoort, den 11. Augustus 1902.
De Burgemeester voornoemd,
AVUUTIERS.
10.)
„O, zendt in deze gewichtige oogeublikken uw vu
rigste gebeden ten Hemel, opdat God Zijn bescher
mende hand over u uitstrekke, u sterkte verleeue
eu u verder geluide op bet pad der deugd.
„Welaan, miju dochters, vestigt uw vertrouwen op
de oneindige goedheid van TIein, die ons aller Vader
is. Weest moedig! Gods liefderijke hand heeft voor
u het huis bereid, waar gij weldra zult binnen ge
leid worden,
De jongelieden, nllen behooreud lot den eerzamen
handwerksstaml, gekleed in passend bruidegomsge-
waad, traden thans op plechtige wijze voor het al
taar, naderden ieder de bruid hunner keuze, en ze
ven jonge paren stonden gereed om door de banden
des huwelijks met elkander vereenigd te worden.
Het was inderdaad een aandoenlijk toonoel.
Allen knielden neder en de geestelijke vervolgde
geroerd en allen diep roerend
„BruidegomsHet uur, dat voor geheel uw vol
gend leven een beslissend uur zal zijn, is aangebro-
keu. De jeugdige bruiden, op welke gij uw keuze
veBtigdet-, genoten tot nu toe liefdevolleu steuu en
even teedere als degelijke leiding. Zij zijn aan edele
planten gelijk, doch missohien te zwak in de st<
men der wereld, daar zij deze vreemd zijn gebleven
in hun stil eu kalm gomeensclmppelyk ouderhuis,
Weest ben daarom tot steun in alle omstandigheden
des levens en van het lot. Met bange vreeze treden
Perfide Albion.
Nu de kroning Zaterdag geschiedde (vol
gens de telegrammen juist te 12.21 en
reeds zooveel ooggetuigen van den schande
lijken oorlog in Zuid-Afrika in Europa zijn
aangekomen, wordt de voorspelling bewaar
heid, dat Engeland wel goede redenen had
om censuur te leggen op alle berichten, die
tijdens den oorlog uit Zuid-Afrika werden
verzonden.
Langzamerhand, druppelsgewijze zal lietf
beschaafd Europa thans worden ingelicht'
omtrent de niet te waar-loeren ontncnsche-
lijkhcden welke de soldaten van Victoria en
Eduard hebben begaan tegenover twee vol
keren die het waagden hun vrijheid en
onafhankelijkheid te verdedigen.
Uier volge een verklaring van dokter H.
J. Poutsma, oud-chef van het Roode kruis
in den Oranje Vrijstaat, chef van de eenige
ambulance in dien Staat, die ofschoon in
dienst van het door de Geneefsche conventie
beschermde Roode Kruis 20 Februari
1901 werd gevangen genomen en 4 Juni
r Europa teruggebracht, den 14 Juli weder
in Zuid-Afrika landde, op last van den Por-
tugeeschen» Gouverneur van Mozambique
wed^r werd gevangen genomen als «suspicieus
persoon" docb van Kitchener een pas wist
te verkrijgen.
Den 12en October 1901 kreeg ik mijn pas,
schrijft de dokter aan het Handelsblad", mij
in staat stellende generaal L)e Wei weer te vio
len, wat mij reeds den 20en October gelukte.
Sedert dien ben ik tot bet einde in den Vrij
staat gebleven als chef van het Roode Kruis
aldaar, en kreeg ik opdracht van president
Steiju en generaal De Wet oin een perma
nent hospitaal te stichten iu hel district Har-
rismith, wat onder de treurige omslandiglie-
den waaronder de oorlog gevoerd werd, voor
zeker niet gemakkelijk was. Met groote in
spanning gelukte het mij echter, de farm Be-
zuidenhoutsilril't te herscheppen, bouwde o.a.
nog een geheel huis er bij en had eindelijk
alles goed in orde, 40 bedden, 4 pleegzuster,
2 mannelijke adsistenten, 2 huishoudsters,
een aanutl Kaffers en Kaffermeiden, zoodat
de gewonden en zieken iu den Staat althans
éen plek hadden waar ze een goed tehuis en
een liefderijke verzorging konden genieten.
Toen mijn hospitaal gereed was, bestond
bet uit 5 gebouwen, die alle met een groote
Roode kruis-vlag waren voorzien. Het gan-
sche complex bad ik nog laten omheinen
met doorndraad en generaal De Wet liet aan
elke deur een proclamatie hechten, waarbij
het den Boeren verboden werd, liet hospitaal
gewapend te bezoeken en ook om in de na
bijheid met den vijand te vechten. Den En- I
gelsehon rondtrekkenden colonnes was het
bestaan van het hospitaal goed bekend. 1
Den 9en Januari 1902 trok een Engelscho
colonne, onder bevel van kolonel Reming-
ton, ongeveer 5 Kilometer van het hospi
taal verwijderd rond. Er bevonden zich
geen Boeren in de nabijheid. Omstreeks
half negen des morgens stormden onge
veer 40 man Engelsche cavalerie mijn hos
pitaal. Zij duwden hun geweren door de
vensterruiten van het hoofdgebouw en-scho
ten naar de op de bedden liggende gewonden.
Ik bevond mij buiten bij do 'achterdeur en
hoorde duidelijk hoe kapitein Vaughan een
zijner manschappen bevel gaf, naar mij te
schieten. De betreffende soldaat sprong van
zijn paard en vuurde op pl. m. 15 Meter af
stand. Het schot ging dicht bij mij langs.
Ik verhief mijn armen en riep»Om Gods
wil, schiet niet; ik ben de dokter!" Daarop
volgde een tweede schot, dat ook wonderlijk
genoeg, rakelings voorbij vloog en waarvan
de kogel in den muur sloeg, zoodat de steen
splinters mij om de ooren vlogen. Ziende
dat mijn roepen niet hielp, vluchtte ik in
huis. Binnen was het even gevaarlijk en
heerschte er een groote verwarring. Mijn
adsistent Aart van Toorenenbergen, de
drie pleegzusters en de gewonden op de bed
den werden beschoten, er was een gedreun,
geschrei en hulpgeroep der gewonden en der
zusters, alles was gehuld in stof en benau
wenden cordiet-damp. Een officier trok zijn
geladen revolver en schoot zes schoten naar
mij. Ik, dit bemerkende, sprong rond als
als een gek en dit moet wel de oorzaak ge
weest zijn, dat geen enkel schot raak was.
Ik liep door een andere deur de zaal uit,
met het voornemen naar mijn apotheek te
gaanop de weranda gekomen, werd ik
evenwel op last van een hoofdofficier gevan
gen genomen.
Onmiddellijk daarna kwam mijn adsistent Van
Toorenenbergen aangeloopen en riep: «Dok
ter Dokter Zuster Rautenbach is gewond".
Ik rukte mij los van de mij vasthoudende
soldaten en liep weder de zaal in. Het arme
meisje lag in baar bloed op den vloer, neer
gevallen tusschen twee bedden van gewonden.
Zeven kogels haddén haar getroffen! Een
kogel had haar den halsslagader doorgescho
ten no. 2 wits onder het rechteroor inge
drongen, had.de tong gedeeltelijk vernield
en wits bij den linker mondhoek uitgevlogen
no. 3 luid den rechterschouder verbrijzeld
no. 4 had bijna alle vleesch van den reeh-
terbovenann weggerukt, de andere drie zaten
in de weeke deelen van don rechterarm. Het
gelukte mij, den halsslagader onmiddellijk-
zij in zeker opzicht ile wereld iu, waarin zij als
het ware- vreemdelingen zijn, maar gij zult hen
steunen'oii beschermen, uw liefde zul hen gelukkig
maken en gij zult hun|zwarc huwelykstaak iielpeu dra
gen eu verlichten. Moge dc goede God u allen o-
vervloedig zegenen op uw verderen levensweg, hoe
die ook uit elkander loope.
Een uur later warer zeven verpleegden uit het
Vondelingshuis in het huwelijk verbonden met
zeven jongelingen der stad, een plechtigheid, die
tolken jure, doch maar eens in 't jaar, plaats greep
en steeds met gepasten luister gevierd werd. Daar
door het bestuur van het huis steeds de best mo
gelijke zorg voor de toekomst der anno meisjes ge
dragen word en het vooral bij hei kiezen van deu
huwolijksstaat een nauwkeurig onderzoek instelde
on met alle omstandigheden tu rade ging. vielen
deze huwelijken zeer zelden slecht uit, maakten zij
integendeel menige arme verlatene, die geen bloed-
verwiiuten kende op deze wereld, wezenlijk gelukkig.
Mot betraande oogen nam de moeder van liet Vou-
dclingshuis afscheid van haar pleegkinderen, gaf ze
vermaningen, wonschte hou geluk niet huu intrede
in de wereld die zy tot nog joe slechts van verre
hadden gezien en smeekte den Hemel, dat de hu
welijken gelukkig mochten uitvallen.
Met roerende woorden sprak de gryze priester ook
de pas gehuwde inanueii toe eu hield hun de hei
lige plichten voor oogen, die zij zooeven op zich
hadden genomen. Hij drukte hen op het gemoed,
dat die jonge vrouwen, die geen bloedverwanten
hadden, dubbele aauspraak mochten maken op de
liefde barer mannen, daar zij anders ellendig eu ver
laten op aarde zouden staan.
Daarmede was de plechtigheid afgeloopen. De jong
gehuwden gingen heen en al hei volk drong naar
da kerkdeuren om hen voor liet laatst eens van nu-
by te zien.
Ook Cecilia volgde, zonder een woord te spreken,
met een arteriepincet af te key pen. De
andere wondon werden verbonden en vier
kogels later door mij verwijderd. Het meisje
was in een jammerlijken toestand. Al do
andere schoten hadden geen personen ge
raakt. De muren, bedden, ramen en deuren
toonden tallooze sporen van ingesh gen kogels.
Het schieten in het hospiiaal had met de
verwonding der pleegzuster cpgehouden.
Twee of drie Engelsche dokters kwamen tot
mij en informeerden naar de verwondingen.
Ik overwon mijzelf en vroeg don principal
medical officer, majoor dr. (Jur is, mij ver-
bandstoffen voor bet meisje te geven, daar
mijn voorraad niet meer groot was. Hg
gaf mij uit zijn tasch een paar windsels en
een weinig los 'gaas
De Engelschen hadden halfwilde Boeren
paarden uit het veld bijeengebracht en deze
werden nu in de onmiddellijke nabijheid van
het hospitaal doodgeschoten. Ik smeekte een
der officieren dit toch niet zoo mbij te doen,
daar de gewonde zuster, half onmachtig te
bed liggende, bij elk schot totai.l builen ken
nis geraakte. De officier lachte en zeide:
«O, net is oorlog!" en ging door met zyn
nobel werk. De soldaten hielden zich in-
tusschen bezig met een totalplundering
van het hospitaal.
Kolonel Remington kwam persoonlijk by
mij en zeide, dat do toestand "an het meisje
hem leed deed mijn dood zou hem evenwel
onverschillig zijn gebleven.
Hij en dezelfde arts dr. Cur" is, straks ge
noemd, die beiden geen enkel excuus voor
het gebeurde konden aanvoerei, verlangden
nu van mij een schriftelijke verklaring, dat
de aanval op liet Hospitaal bij ongeluk (ac
cident,ly) had plaats gevonden. Ik weigerde
dit natuurlijk en deelde den bevelvoerder
mede, dat ik onmiddellijk mijn rapport aan
generaal De Wet zou zendei:. Na totale^
plundering en verwoesting van het hospitaal
trok de colonne af.'
Mijn rapport zond ik aan generaal De Wet,
als getuigen aanvoerende A. van Toorenen
bergen en twee ongedeerd gebieven zusters
van het Roode Kruis. Generaa De'Weten
President Steyn kwamen onmtniddellijk na
ontvangst van mijn bericht naar het hospitaal
om zich persoonlijk van do fei.én te over
tuigen. Een kopie van mijn npport werd
aan Lord Kitchener gezonden, uie het vol
gende aan generaal De Wet antwoorde
«All informations forwarded by Doctor Pouts
ma are so manifastly untrue, 11 at. it is im-
possible to discuss matters" (alle informatie»
gezonden door doctor Poutsnta zijn zóo
tastbaar onwaar, dat elke discusoie over het
gebeurde onmogelijk is).
haar man. Deze jeugdige verpleegde was klein van
gestalte ou hoogBlbeselieiden van voorkomendoch
ile zachte, vriendelijke oogen, de blonde lokkeu, het
geheele lieftallige gelaat sohoukeu haar zekere mate
van bekoorlijkheid, welke iedereen voor liet stille
meisje innam, Buiten de kerk gekomen, bood haar
man huur den arm en wenkte den koetsier van een
der wachtende rijtuigen,
„Naar de straatbeval hij.
Beiden stapten iu. Vol innige liefde keek de jonge
man ziju vrouw aan, die bevend en wecnendaan zijn
„Cecilia, zeide hij eindelijk, God zelf het ft je aan
mij verbonden
Do jonge vrouw knikte.
„Ik zal je beschermen, zeide hij. Ik zal mijn best
doen om je het leven aangenaam te maken."
Cecilia bleef zwijgen. De jonge man nam nu haar
hand in de zijne en zeide niets meer.
Zoo reden zij Napels door lot voor een huisje in
de noordelijke voorstad, niet een uithangbord boven
de deur, waarop stond „Paulo Bardo, Mi..timmer
man tin metselaar."
Daar hield het rijtuig stil. Paulo hielp zijn jonge
vrouw uitstappen en voerde haar door eon lief aan
gelegd tuintje zijn vriendelijke woning binnen.
Het was een nardig tehuis, dut hij haar aanbood
lievo vertrekken niet sierlijke notenhouten meube
len, een tuintje met fraaie bloemen en lommerrijke
hoornen en bovenal een hart vol liefde. Cecilia werd
wonderlijk te moede. Zy keerde zich tot haar man
en keek hom met haar betraande oogeu aan, want
zij gevoelde dankbaarheid.
„Ik—ik dank je, stamelde zij. Ik zal mijn best
doen om myn plichten getrouw (e vervullen."
„Cecilia, lieve vrouw! riep Paulo verheugd uit,ik
keu ie al lang Reeds achttien maanden denk ik
dagelijks aan je
De jonge vrouw keek hem vragend aan.
„Achttien maanden! herhaalde Paulo, achttien
maanden geleden zag ik je voor het lerst, toen ik
bezig was den muur van het Vonde ingshuis wat
op te knappen. Ik had dat werk niet reugde aan
genomen, omdat ik toen pas als haas begonnen wa»
en nog niet veel kapit.-nu had. [Jverij was ik inet
mijn werk bezig toon de vesperklok luidde, gunde
ik mij een weinig rust eu bij die gel igeubeid zag
ik je over de binnenplaats gaan. Je tag mij niet,
tuar.r ik kon mijn oogen niet van je afwenden. Ik
volgde je totdat ik je eindelijk in 'oen puig zag ver
dwijnen. Den volgendon dag kwain il weder, ver
volgde hij, eu werkte als gewoonlijk, n uur mijn ge
dachten waren niet bij den arbeid. Ik lacht alleen
aau jou en koek gedurig naar het huis Een halven
dag bleel ik, iu mijn hoop, je te zient deurgesteld
ma. r in deu namiddag zag ik je niet i en der Zus
ters in deu tuin wandelen. Mijn hart dopte hoor
baar, O, wat had ik willen geven, als it je toen een
oogeDblik had mogen spreken, maar je as verpleeg
de en ik behoorde niet tot het huis. Sedert dien dag
werd ik weder verheugd, hoewel uiij gedachten
steeds in het gesticht vertoefden. Ik wilt niets van
je eu kende niet eens jc naam, maar il: had je ge
zien en mijn hart was iu liefde ontvla nd. lederen
Zondag was ik in do kerk om je te zie i binnenko
men. Eindelijk trok ik de stoute schot nen aan en
begaf mij naar liet bestuur van hel huis, waaraan
ik de gevoelens van uiyn hart openbaar le. Ik moert
eeu jaar wachten, dat weet je, en ons werd gelegen
heid gegeven om elkander nader te leöien kennen.
Achttien maanden jben je niet uit injji gedachten
geweest. Ik heb hard gewerkt en mijn on gespaard
om je een genoeglijk tehuis te kunnen aanbieden."
(Wordt vervolgd.)