Dinsdag 26 Augustus 1902. GEBOET. No. 5233. 51e Jaargang. Fonds derJloerengeneraals. Feuilleton. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden l. tranco per post /'1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Rij advertentiën var buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT9 Telephoon 19. O PRE I S. Aan onze abonnó's, die tijdelijk elders, hetzij binnen- of buitenlands, vertoeven, wordt op aanvrage en met duidelijke opgave van adres, de courant eiken verschijndag tegen vergoeding van poito toegezonden. Be Irankeorkosten bedragen por keer f 0.025 voor het buitenland. Ook niet-geabonneerden kunnen zich op dezelfde wijze de toezending van de «Amerslbortsche Courant" verzekeren. Beleefd verzoek, óok te berichten dat men is 'I1 E11 U G G E K F, E R D. KENNISGEVINGEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Brei men ler kennis van belanghebbenden, dat niet ingang van heden, de prijzen der cokes, te leve ren door de Gemeen te-gasfabriek zijn verminderd met 10 cent per H.L. voorzooveel betreft geklopte cu grove coke- n met 5 cent per H.L. voorzooveel betreft de purclookes eu mitsdien gesteld zijn op: fO.50 per H.L. geklopte cokes „0.45 grove cokes „0.45 parelcokes alles afgehaald aan de fabriek. Bij afname van minstens 200 H.L. 10% korting. Amersfoort, den 21. Augustus 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG, De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 203 der Wet van 29 Juni 1S51 (Staats blad No, 85), Doen te weten, dat de Begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven dezer Gemeente voor het jaar 1903 door liet» aan den Raad aangeboden, gedurende veertien dagen, te rekenen van heden, alle werk dagen van 10 tot 1 uur, op de Secretarie voor een ieder ter lezing zal liggen, en dat men van voor melde Begroi ting afschrift kan bekomen, tegen be taling der kosten- Amersfoort, den 25. Augustus 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, B. IV. TH. SANDBERG. Door de directie van „Algemeen Han delsblad", „Nieuwe Rotterdamsclie Cou rant" en „Nieuwe Courant" is Zaterdag een inschrijving geopend voor het fonds, dat de Boerengeneraals, volgens Botha, „de vertegenwoordigers van een der meest geruïneerde volkeren der wereld", bijeen trachten te brengen om op een nader door ben aan te geven wijze te worden aangewend ten bate van het volk, dat zoo zwaar geleden heeft in den ougelijkeu strijd voor recht en vrijheid. Mogen de generaals niet alléén met hoerahgeroep en gejuich, toosten en bouquetten ontvangen wordeu. Aan de Boerengeneraals zal door be middeling van de geheele Nederlaudscbo pers, wier medewerking daartoe werd verzocht ten einde een zoo groot mogelijk aantal met deze ougelukkigeu verwante Nederlandsche ingezetenen te bereiken, de opbrengst der iuschrijviug worden ter hand gC3teld, opdat deze naar hun beste weten eu goed beleid worde besteed voor de werkelijke behoeften van het volk van Oranje-Vrijstaat en Transvaal. Een vreemd blad, het Oostenrijkscbe „Fremdeublatt" heeft het zoo goed ge zegd„De vrijheidsoorlog der Boeren is zonder weerga, in de nieuwe geschiedenis, en nu verlangt men van dit volk nog grooter heldhaftigheidtrouw aan den gesloten vrede. Duizendmaal hebben Botha, De Wet en De la Lleij hun volk geleerd, het leven gering te schatten in den dienst des vaderlands; thans echter beschouwen zij het als hun heilige plicht, er voor te zorgen dat hun volk zal voortleven. Niet om zich te laten vieren, zijn de Boerengeneraals naar Europa gekomen maav om hun verarmd en vau alles beroofd volk hulp te verschaffen. En het is te hopen, dat de wereld, die zooveel sympathie betoond heeft, ditmaal de Boeren ook helpen zal. Wel in de eerste plaats wordt daarbij op Nederland gerekend, maar ook op het overig Europa. De hoeven zijn verbrand, het vee is gedood of verdrevenaan alles is gebrek. Een strijd om het bestaan zal thans beginnen, harder misschieu dan die met de wapens. In dien strijd is het de wereld geoorloofd, de Boereu te helpenja, ze is er toe verplicht, als ze aan de betoonde geest drift en sympathie trouw wil blijven, en bewijzen wil, dat ze echt was en uit het hart kwam". Zoo zij het Niet langer woorden nu, maar daden. 15.) In Jen zelfden geest getuigde nog een oude oppas ser uit Sun Salvatore, die na dr. Francesco werd op geroepen. Nu kwam de beurt aan Giacomo. Hij verhaalde, dut bij in zijn jeugd bediende was geweest in een hotel te Napels, waar baron Vou Er- lenburg ziek werd, lijdende aan hersenkoorts. Op Verzoek van den beer Von Waldheim had hij den zieke opgepast en hom later naar San Sal vatore over gebracht.. Daar was hij door den directeur in dienst genomen en belast met hot toezicht op den patiënt, dien hij naar do inrichting gebracht had. „Heb je ook opgemerkt of baron Von Erlenburg krankzinnig was, nadat hij van de hersenkoorts was genezen 1" Giacomo zweeg en keek den president angstig „Welnu 7" vroeg de president. „Ik wist toen ter tijd zoo goed als niets van krank zinnigen af', verzekerde Giacomo bevend, maarwan- neer do baron dwaze dingen gedaan had, zou ik er toch wel iets van bespeurd hebben." „Je wilt dus zeggen dat baron Von Erlenburg bij zijn volle verstand was?" „Ik geloof, dat „Ellendeling," siste dr. Rinioli tusseben de lauden. „Wat?" vroeg de president. „Ik geloof, dat ik alleen de bevelen heb uitge voerd, mij door den directeur gegeven, antwoordde Giacomo angstig. Ik was knecht eu moest geboor- zameuik werkte voor mijn loon." Het Middenstands-congres. IV. Onder den titelEnkele beschouwingen over Consumptie-coöperatie, speciaal over zoogenaamde verbruiks- of winkelvereeni- gingen, schrijft de heer J. Broste, Voorzitter der Asser Handelsvereenigitig, in den eersten bundei Congres-rapporten Be Asser Handelsvereniging neemt de vrijheid, de aandacht van het Congres te vragen voor het op de agenda voorkomende punt «Consumptie-coöperatie". Voorzeker een veelbesproken punt in de laatste jam, besproken en bekeken van velerlei standpunt en door mannen van naam op staathuishoudkundig en economisch gebied. En waar ook op dit congres ongetwijfeld van meer bevoegde zijde dan de onze be schouwingen over deze zaak zullen worden gehouden, behoort er zekere stoutmoedigheid toe voor oen eenvoudig handelslichaam, voor ons kooplieden, niet doorkneed in staathuis houdkunde of economie, otn op dit congres hierover bet woord te voeren. Echter wij wagen het, al is 't slechts onze bedoeling in korte trekken onze grieven uileen te zetten tegen bovengenoemd ver schijnsel op handelsgebied, welke grieven voorzeker grootendeels door het congres zullen worden gedeeld. En, zooals 't meermaleu 't geval is de directe aanleiding biertoe is van persoonlij ken aard. Even als in vele andere plaatsen, hebben zich onlangs hier ter stede een groot aantal ambtenaren van verschillende, soms zeer uitéenloopende, maatschappelijke positie ver- eenigd en eeu verbruiks-vereeniging opgericht, een winkel geopend. Een herhaling van 't geen wij elders zagen gebeuren, een zaak die na cenigen tij«l door gemis ann samen werking of deelneming kan kwijnen en ver dwijnen, doch óok wellicht levensvatbaarheid kan hebben, in bloei toenemen eu de win keliers een duchtige concurrentie aandoen. En evenals vele anderen hebben wij ons afgevraagdWat is hiertegen te doen, niet alleen in dit plaatselijk geval, doch in het algemeen Wij laten de motieven, die de oprichters var. dergelijke vcreenigingen gewoonlijk aan voeren, buiten beschouwing, doch stellen de vraag: staat de handel, de winkelstand wer kelijk hier tegenover machteloos? En dan moet hetnns van bet hart: Ja,in hoofdzaak wel Er zij wellicht velen, die ons zullen tege- Je wilt dus zeggen, dat b.arou Von Erlenburg niet krankzinnig was?" „Ik hield het er i directeur er anders woord. „Heeft de directeur wel eens met je over den pa tiënt gesproken?" „De bevelen werden eiken avond op het gemeen schappelijk rapport gegeven, en wanneer ik een en kel woord daaromtrent had gezegd, zou ik dadelijk ontslagen zijn geworden." De volgende getuige was Alice von Waldheim. Geheel ontroerd, met strakke gelaatstrekken en neergeslagen oogen trad zij voor de balie, gevolgd door haar raadsman, den grijzen geestelijke. Met groote belangstelling keek de president haar aan en hij herhaalde zjjn vraag: „Is uw naam Alice van Waldheim 7" De jonge dame knikte. „Is de heerlijkheid Wallerabrunn uw eigendom „Neenantwoordde Alice met heldere stem. Wul- lershrunn is sedert auderhnlve eeuw het rechtmatig erfgoed der baronnen Vou Erlenburg. De aanspra ken, die men mij toekent, zyn ontwettig. Wallers- brunn behoort, wuuueer hy nog in leven en in het bezit van zijn vorstand is, aan den patiëut uit Suti- Salvatore baron Ludwig vou Erlenburg." „Eu u?" „Ik kwam naar Rome om het landgoed in handen van den rechtmatigen eigenaar te stellen." „Maar waarom liebt n niet liever eenvoudig aan dr. Rimoli geschreven, dat hij den krankzinnige, hem door baron Von Waldheim toevertrouwd, moest op zenden Die vraag deed de jonge dame outstellen. Zij hijg de naar adem, haar knieën knikten. De priester, die zich bezorgd maakte over ziju pupil, naderde haar en zeide ecnige bemoedigende woorden. Nu begon de jonkvrouw vol aandoening te verha len, welke bekentenis haar vader haar op zijn sterf bed had gedaan. „Iedereen beschouwde ae woorden moet voeren, dat, wanneer in een plaats geen behoefte aan een dergelijke vereeniging be staat, omdat de betreffende winkeliers voor matige prijzen goede waren leveren, deze concurrentie niet zoo ernstig zal zijn en dat de afnemers in dit geval bun leveranciers tocii grootendeels zullen getrouw blijven dat een beroep op liet billijkheidsgevoel weerklank zal vinden Wij zijn echter te dien opzichte niet zoo optimistisch en beschouwen ieder lid van zulk een vereeniging uit den aard der zaak ais een agent voor haar belangen en zien in elke plaatselijke bestrijding tevens een gelijktijdige reclame voor een dergelijk lichaam. Mannen, die van dit on.lerwep een studie maken, zulllen ons antwoorden en hebben ons reeds geantwoord sliet middel van verweer is, dat de handel, dat de winkeliers zich op hun beurt vereeni gen door gemeenschappelijken inkoop, op de meest voordeelige wijze ter markt gaan, hun artikelen aan de beste kantoren betrek ken, desnoods bij hun inkoopen tusschen- jersonen voorbijgaan. Voorts, dat de win teliers hun prijzen zooveel mogelijk verlagen en zóo scherp concurreeren, dat de vereeui- fing ter plaatse den strijd niet kan vol- ïouden." Wij stemmen toe, dat dit theoretisch juist is en zells in de practijk in enkele gevallen uitvoerbaar; doch voor de groote menigte van den handeldrijvenden middenstand zijn deze middelen practise!) onuitvoerbaar. Het moge waar zijn, dat sommige bevriende winkeliers, wier détail-belangen niet te zeer ineenloopen, met succes en tot hun tevre denheid een gezamelijken iukoop kunnen doen en hierdoor een voordeel behalen de belangen van de groote meerderheid zijn maar al te vaak met elkander zóo zeer in strijd, dat aan een gezamenlijk optreden in deze richting zelfs niet te denken valt. Wat betreft het voeren van een zoo scherp mogelijk concurrentie geven wij toe, dat een kapitaal-krachtige, lang gevestigde firma zonder onmogelijk bezwaar haar prijzen tijde lijk uiterst laag kan stellen, desnoods een tijdlang met verlies werken, zoodat het geval zich kan voordoen, en zich ook wel voorge daan heeft, dat te eeniger plaatse een verbruiks-vereeniging de concurrentie niet kon weerstaan en moest verdwijnen. Maar wanneer wij ons ernstig afvragen, hoe de positie is van een groot gedeelte van den handeldrijvende!) middenstand, en speciaal deu winkelstand, dan zal ieder ons moeten van den stervende als de taal van een ijlhoofdige, en ik dactit er ook zoo over tot een brief van dr. Rimoli reden gaf oin aan die woorden meer betee- kenis te hechten," zeide zij. Verder deelde zij mede, dat zij de gelofte had ge daan. de misdaad hoars vaders te herstellen. Zij was uaar Italië gereid eu om zich op de hoogte der zaak te stellen, had zij een ge3prek gehad met dr. Rimoli. Deze had daarbij met nadruk volgehouden, dat ba ron Von Erlenburg krankzinnig was en niet kon ge nezen daarby was de patiënt niét te vertrouwen, hy kreeg soms aanvallen van razernij, zoodat er nie mand bij hem mocht worden toegelaten. Ten slotte sprak zij ook van het gebeurde met den razenden krankzinnige en hoe dat voorval aanleiding was ge weest tot haar ontmoeting met Ludwig von Erlen burg. „Ik zöu eerst de hulp van het gerecht niet inge roepen hebben, voegde zij er bij, maar ik was over tuigd, dat baron Von Erlenburg niet krankzinnig was en dat dr. Rimoli langs den minnelijken weg nooit te bewegen zou zijn, den patiënt de vrijheid te geven." Met stijgende belangstelling had de president naar de jonkvrouw geluisterd. „Wat bracht u op het denkbeeld, dat baron V Erlenburg niet krankzinnig was?': vroeg hij, „De geiieele toedracht der zaak deed mij zulks denken, antwoordde zij droevig. Bovendien be staat er een papier, dat hieromtrent zekerheid geeft." „Eu kunt u dat stuk toonen 7" vroeg de president op deeluemenden toon. Alice knikte, opende aar tnschje en haalde daar uit eenige papieren te voorschijn, onder welke bet verlangde bewysstuk spoedig gevonden was. De oogen van den president begonnen te schitte ren toen hij het papier vluchtig doorzag. „Eeu kwitantie van zestigduizend franc, voor de opneming van den heer Vou Ludwig in 'jan Salva- toreriep bij verheugd uil. Dat overtuigt u van schuld, mijuheer Rimoli," riep hij den beschuldigde toe. Als door eeu adder gebeten, sprong dr. Rimoli op en schreeuwde in woeste vertwijfeling: „Dat papier is valsch 1" De president keek hem eens aan en vroeg„Ia u daar zeker van, dokter?" „Het stuk kan niet eek. zijn!" riep de beschul- digde woest. „Wij zullen zien I" zeide de president heel kalm. „Dat papier dateert van 18S. het jaar, waariu, ba ron von Erleuburg in San Salvatore is opgenomen." „Die opneming staat in verband met dat valsche stuk 1" riep dr. Rimoli. „Wy zullen zien!" zeide de president weer. Daarop nam hij eeuige papieren in handen, die voor hem op de tafel lagen en zocht daarin, tot hij een brief gevonden had, welke als bewijs tegen den beschul digde moest dienen. „Ziehier een bewijs, dat het stuk echt is! zeide hij met nadruk. Deze brief van den heer Vou Wald heim, die in uw schrijfbureau gevonden is, geeft daaromtrent zekerheid." Met een zucht viel dr. Rimoli op ziju stoel, ter wijl de President met luider stem las Hooggeachte dokter! Bij nadere overweging vind ik de som van vijfen zeventigduizend franc te hoog voor de opname van den patiënt; wanneer u met het bedrag van zestig duizend franc tevreden is, kan de zaak spoedig in orde gebracht woren. Tot halfjaarlijkschestorting van drieduizend franc voor verpleging6kosteu ben ik be reid. Tot spoedige afdoening verzoek ik u per om gaande bericht. Hoogachtend, Felix vou Waldheim. Het publiek gaf teokeneu van afgrijzen, en keek beurtelings naar dr, Rimoli en uaar freule Vou Wald heim. Dr. Rimoli scheen vernietigd. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1902 | | pagina 1