Donderdag 28
Augustus
1902.
GEBOET.
No. 5234.
51e Jaargang.
Feuilleton.
AMEESFOORTSGHE COURANT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en ZaterdagmiddagAbonnement per 3 maanden f\.
Irancu per post 1.15. Advertentiën 1(5 regels (KJ rentelke regel meer 40 cent. Legale-,
oflicieële- en onteigeningsailvcrtentiën per regel 15 rent. Reclames 1—5 regels/'1.25; elke regel
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van builen de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Tclephoon 19.
O P B E I S.
Aan on/.e abonné's, die lijdelijk elders,
hetzij binnen- ol' buitenlands, vertoeven, wordt
op "aanvrage en met duidelijke opgave van
adres, de courant eiken verschijndag tegen
vergoeding van porto toegezonden.
De lrankoerkoslen bedragen por keer f 0.025
voor liet buitenland. Ook niet-gcabonneerden
kunnen zich op dezelfde wijze de toezending
van do «Amersfoortsehe Courant" verzekeren.
Beleefd verzoek, óok te berichten dat
men is
T E11 U G G E K E E It D.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT.
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
Gemeente, dat de door den Directeur van's Rijks
directe belastingen enz. te Amsterdam executoor
verklaarde kohier No. 3 van de belasting
op bedrijfs- en andere inkomsten over het dienst
jaar 1002 aan den Ontvanger van 's Rijks directe
belastingen alhier zijn ter hand gesteld, aan
wien ieder verplicht is, zijnen aanslag op den hij
de wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvopr gebruikelijke plaat-
en aangeplakt te Amersfoort, den 28. Augustus
1902.
De Burgemeester voornoemd,
WüIJTIERS.
Het Middenstands-congres.
v.
Verschenen is thans ook de tweede serie
Congres-rapporten. Mr. C. A. Wienecke, te
Amsterdam, leidt het onderwerp inHoe
verschaft de handeldrijvende middenstand
zich crediet'? Hij komt tot de volgende con
clusies
1. De tot een macht georganiseerde han
deldrijvende middenstand richte, als hoofd
middel om zijn crediet te vestigen en uit
te breiden, Banken op onder vukgenooten
overigens volgens hst type der Banken van
Schulze-Delitzscb. Deze Banken zullen ook
van niet-georganiseerden spaargelden in ont
vangst nemen.
2. Aan de Regeering worde het verzoek
gericht door de Algemeeue Winkeliers-ver-
eeniging om aan die vereenigde banken
een garantiefonds te verstrekken door de
beschikbaarstelling van een bedrag ter be
legging van «le inleggelden bij de Rijkspost
spaarbank, en
3. om door een Staatscommissie, waarin
de winkeliers vertegenwoordigd zijn, een
verder onderzoek in te stellen naar het
crediet van den middenstand en het systeem
der banken van de middenklassen in Pruisen
on andere landen.
4. Er kome een Permanent comité tot
stond, waarin ccnige winkeliers zitting nemen
ter besludeering van de onderwerpen, van
belang voor den middenstand.
De lieer Louis L. van Ernden, te Schiedam,
behandelt hei onderwerp: De kleine winke
lier, meer speciaal in de provincie, ten platle-
lunde, die liet eigenlijke fondament vormt
van den koopmansmiddenstand en welke
categorie van winkeliers berekend wordt op
een aantal van 25000, met een jaarlijkschen
omzet van f25 000 000. Dit fundament moet
krachtig worden gemaakt, door1°. handels
onderwijs, in den meest practischen en be-
vattelijken vorm2°. credietverbetering,
door oprichting van speciale voorschotbanken
3°. gezamenlijken inslag van artikelen. Voor
gesteld wordt, dat bet Congres een commissie
van onderzoek en advies iustelle om te komen
tot een organisatie.
De heer J. Bieselaar, bestuurslid der Am-
stcrdamsche Winkeliersvereeniging, levert een
beschouwing over bet Vereenigingsleven. Uit
gaande van de stelling dat coöperatie, «eigen
hulp" of boe men 't noemen wil, de vijand
is zoowel van den grooten als van den
kleinen winkelier, moeten dezen daartegen
eendrachtig positie nemen. Ook zij die aan
coöperaties als «Eigen Hulp" kortingen ge
ven, hebben te beseffen, dat zij daardoor mede
werken tot den ondergang van bun eigenstaud.
Naast de coöperatie leveren de Nuamlooze ven
nootschappen in het winkelbedrijf, en in de toe
komst de trusten, een ernstig gevaar op.
Verder vestigt de heer Bieselaar de aan
dacht op nog menig ander onderwerp,
bij welks goede regeling de winkelstand in
zijn geheel een zeilde belang beeft en con
cludeert hij tot de oprichting van een neu
tralen Bond van winkeliersverenigingen over
heel het land, ter behartiging van het
algemeen belang van den winkelstand.
De heer Murinus van Hout, te Helmond,
vat een door hem geleverd betoog tegen het
venten als volgt samen
le. Het venten is in strijd met de belan
gen van don handeldrijvenden middenstand,
omdat
a. het zeer dikwijls een der vormen van
oneerlijke concurrentie is, eu
b. de venter minder lasten heeft dan en
de lusten geniet van de lasten van den win
kelier.
2e. Het venten werkt nadeelig voor de
geheele maatschappij, omdat
a. de onbeperkte vrijheid van venten de
wetten op de bedelarij verkracht
16.)
„Bekent ge uu schuldvroeg do President.
„Uit papier is valseh gilde de beschuldigde. Het
was, alsof ceu drenkeling een noodkreet uilstiet. „Ik
heb het niet onilcrteekend
Met een medelijdend lachje zei do President„Te
genover zulk een overtuigend bewijs is ontkennen
een dwaasheid. Hebt ge nog iets uls verzachtende
omstandigheden aan te voeren?"
„Ik houd staande, dut liet papier valsch is; ove
rigens heb ik gehandeld volgens plicht en ge
weten.
De President antwoordde daar uiet op, doch gaf
bevel, baron Von Erlenburg binnen te leiden.
„Het zal wel niet noodig zijn, u door vele vragen te
vermoeien, ving de President aan. Kent u dien
man daar?"
„Dat is dr. Rimoli."
„En de man daar ginds?"
„Dat is de oppasser Giaeomo Sorcl. Hij was met
het toezicht over mij belast, tijdens mijn verblijfiu
San Salvatore."
„Gelooft u, dat die oppasser medeplichtig is aan
uw wederrechtelijke opsluiting in dat gesticht?"
„Neen, antwoordde Ludwig >-ou Erlenburg op vas
ten toon. Giaeomo bewaakte mij, omdat de directeur
hein dien plicht had opgelegd, maar hij bewees mij
altijd zooveel vriendelijkheid als in zijn vermogen
was. Ik houd hem uiet voor medeplichtig."
De President scheen tevreden. Hij sprak nog even
met ^en heer Von Erlenburg, verhoorde daarna do
b. de onbeperkte vrijheid van venten een
steun is voor dun oneerlijken koopman, die
door het venten van onrechtmatig verkregen
goederen den diefstal in de hand werkt
of althans helpt verbergen
c. de onbeperkte vrijheid van venten zeer
dikwijls in strijd is met de openbare orde,
veiligheid en gezondheid
3e. Het venten is niet noodzakelijk, zelfs
niet nuttig of gevvenscht.
Otn al deze overwegingen wekt de inleider
het Congres op, bij de Regeering aan te
dringen een wet in liet leven te roepen,
welke op het voetspoor van Duitschland
bet venten aan bepalingen en voorwaarden
bindt, die in 't belang zijn van geheel de
maatschappij in 't algemeen en van den
handeldrij venden middenstand in 't bijzonder.
Mr. B. J. Polenaar, te Amsterdam, signa
leert in een uitvoerig betoog de nadeelen
voor den bonafide winkelier van uitverkoop
onder valsche voorgevens, welke hij als een
soort brooddieverij brandmerkt. Het kwaad,
dat zich bijna alleen in <ie groote centra
van bevolking voordoet, neemt verschillende
vormen aan. Het kan niet voldoende wor
den bestreden door de bestaande burgerlijke
wetgfcying en ook niet door een expresse
wettelijke bepaling van burgerrechterlijken
aardhet mag niet worden bestreden door
preventieve maatregelen, die door gebod van
staking de vrijheid al te gevoelig aan ban
den zouden leggen. Een afdoende bestrij
ding is echter, volgens den inleider, moge
lijk door een uitdrukkelijke strafbepaling
maar tot deze er is, zoude reeds veel ge
wonnen worden door organisatie en maat
regelen van tegenweer van de vereenigde
handelaars die strenger zedelijke opvatting
hebben.
Mr. Henri van Groenendaal, te Hilversum,
levert een beschouwing over de gedwongen
winkelnering te Laren.
De heer F. de Beukelaar, uit Antwerpen,
bestrijdt in een rapportHet werk der be
volking van gevangenissen en bedelaarsge
stichten.
De heer II. Revelman Jr., te Zutphen,
dringt aan op goedkoope en gemakkelijke
gelegenheden, waar vervalsching en knoeierij
van handelsartikelen door scheikundig on
derzoek kunnen worden geconstateerd. De
heer M. H. G. Fiedeldy Dop, uit Amsterdam,
spreekt meer speciaal over het bedrog in
den boterhandel.
De lieer J. Fred. Bianchi, te Amsterdam,
zet uiteen da beteekenis van de boekhouding
vooj' den winkelier, waarbij hij onze uitslui
tend met de eisch van den groothandel
overige getuigen, illeu oppassers uil San Salvatore,
en gaf toeu liet woord aan den openbaren aankla
ger. Deze schelste in een uitvuerige rede het schan
delijke der misdaad en eischte de strengste straf.
Toen gingen de rechters in de raadkamer om te be
raadslagen.
Een half uur verliep in de grootste spauuiughet
publiek zag de uitspraak met evenveel belangstel
ling legemoet als de partijen zeiven. Giaeomo beelde
over al zijn leden; dr. Rimoli scheen meer dood dan
levend. Alice had de ondersteuning vim den pries
ter noodig om staande to blijven. Zij hield de oogeu
neergeslagen, maar keek zij toevallig op,dan scheen
het het haar tos alsof de lieer Von Erlenburg haar
met welgevallen aaustaarde, dan voelde zij haar wan
gen gloeien eu wendde beschaamd haar oogeu af.
Het was voor haar een verlichting, dat de rechters
weder hun plaatseu innamen.
Een ademlooze stilte heerschto in de zaal, toeu
hel vonnis werd voorgelezeu. Dr. Carlo Alfonso Ri-
iuoli, directeur van San Salvatore, was schuldig be
vonden en werd veroordeeld tot vijfjaren tuchthuis
straf eu tot teruggave van de zestigduizend franc,
waarvoor tiij baron Von Erlenburg naar San Salva
tore overbracht; de dood had Von Waldheiin ont
trokken aan het vonnis van den aardsclieu rechter.
Met starren blik en onbeweeglijk gelaat hoorde
dr. Rimoli het vonnis aan. Hij had er geen aanmer
king op eu bleef roerloos zitten, tot de gerechtsdie
naren hem buiten do zaal voerden om hem uai
gevangenis over te brengen.
Nauwelijks had de President het vonui» ten einde
gelezen, of Alice vroeg hel woorden zeido:
„Edel Achtbare Heer! Daar baron Von Erlenburg
in leven is, had mijn vader geen vermogen om aan
mij na te laten. Heeft mijn vader oen som geld ge
zonden aan den directeur van San Salvatore, dan
behoort dal geld aan den rechtmatigen eigenaar van
Wallersbrunn, die heden door uw uitspraak zijn
vrijheid heeft teruggekregen!"
rekening houdende handelswetgeving aan
critiek onderwerp.
Van de hand van ds. R. J. W. Rudolph,
uil Leiden, is opgenomen een rapport in
zake Zondagsrust, welk onderwerp ook door
den heer Fiedeldy Dop is onder de oogen
gezien. Beiden uiten den wenscht, dat de
Regeering eerlang een zoodanige regeling
dezer materie aan onze Volksvertegenwoor
diging aanbiede, waarin met de bezwaren
tegen Zondagsrust die uit de inrichting van
het bedrijf en de noodzakelijke behoeften
van het publiek voortvloeien, rekening worde
gehouden, maar waarin dan óok alle niet-
noodzakelijke Zondagsarbeid zoowel van pa
troons als bedienden worde verboden en
waarin ook de rechtvaardigheid jegens de
verschillende bedrijven worde betracht.
Eindelijk zijn nog rapporten ingekomen
van den heer J. C. de Haan, uit Utrecht,
over de noodzakelijkheid van Beroeps- en
Handelsonderwijs voor de instandhoudingen
verheffing van den middenstand.
De beer C. L. Rambonnet, uit Zutphen,
komt in een rapportover De Arbeidswetgeving
en de Middenstand tot de slotsom, dat de
geest van centralisatie, de neiging om de
zaken te regelen buiten de belanghebbenden
om, een groot bezwaar is tegen den goeden
invloed der arbeidswetgeving in de practijk.
Niet alleen dat de meeste wetten een geheele
reeks bedrijven, die niets met elkander ge
meen hebben, brengen onder éen rubriek of
klasse, maar het gevolg der centralisatie is
ook, dat men een algemeen norm van draag
kracht en beho.Kte.ij, vporstelt. De inleider
is van oordeel lat
1. De arbtv'|*Ve^eving beter kan ter
hand genomen voorden door de belangheb
benden zeiven dM door het centraal gezag.
2. Dit is eefllef hechts mogelijk door
plaatselijke vereenigingen van alle patroons
en alle werklieden, in een zelfde vak werk
zaam, aan welke vereenigingen de bevoegd
heid worde toegekend voor allen bindende
bepalingen te maken, onder controle van
het openbaar gezag.
3. Aangezien de tijd nog niet rijp schijnt
voor zoo ingrijpende wijziging in de wetge
ving, is het wenschelnk. een Boud op te
richten van werkgever.' »en werknemers, welke
zich ten doel stelt, daarvoor propaganda te
maken.
De heer mr. Z. van den Bergb, uit Am
sterdam, sluit de reeks met een rapport over
Snel en goedkoop',Jlrcbt en komt tot de
verklaring, dat drii^'cud noodig is een her
vorming van ons prpces-recht, die voor de
gewone zaken een r-n'n omslachtigen en min
Met bewondering had de President de jongedame
aangekeken, terwijl zij sprak en h|j had reeds
overdacht, wat hij haar zou moeten antwoorden.
Hij zou haar echter geen antwoord geven, Zoodra
Alice uitgesproken had, vertrok zij met den grijzen
pliester uit de zaul. Zij vluchtte van daar wegens
de schande, die over haar geslacht was gebracht door
lie misdaad haars vaders en zocht de eenzaamheid,
om in het gebed verlichting te vinden.
Er zou zeker nog veel meer over huargepraut zijn,
als 't volgeude voorval niet gebeurd ware.
Pas was dr. Rimoli een paar minuten in de wacht
kamer, waar politie-ngenten hem bewaakten, of men
hoorde een harlversoheureuden kreet. Met outstui-
migen aandrang drong liet publiek vooruit om de
reden daarvan te vernemen. Gelukkig bleef de nieuws
gierigheid niet lang onbevredigd. Twee geudarmen,
die in vliegende vaart om eeu dokter liepen, ver-
lelden in haast aan eeu naar hunner kameradon, dat
dr. Rimoli zePmoord hau gepleegd dooreen lieschje
leeg te drinkeu, dat hij tusschen zijne kleederen
had verborgen gehouden!
Het vonuis was weldra in de geheele slad bekend.
Men wenschte baron Von Erlenburg van harte geluk,
die de vrijheid te danken had aan de „grillen"
zoo zeide men van eeu jongedame, die hij niet
kende en haalde zonder eenig medelijden de schou
ders op over den directeur, die, na zulk een lage
misdaad gepleegd te hebben, de hand aan zicbzel-
ven had geslagen.
Hoewel baron Von Erlenburg tijdens het proces
ondir toezicht had gestaan, had hij volkomen vrij
heid genoten. Slechts twee weken bad hij bij dr.
Parnese doorgebracht of deze verklaarde dr. Rimoli's
beweringen ongegrond en hield het daarom voor
zijn plicht, den onschuldig gemiirtelden man van
alle onnoodigen dwang te ontslaan. Het stond niet
in zjjn macht, hem de vrijheid terug to geven, maar
wel vergunde h\j hem te doen en te laten wat hij
verkoos, en deze had vim die vrijheid een behoorlijk
gebruik gemaakt.
Voor hij naar de gerechtszaal ging, wiBt Ludwig
von Erlenburg, dat hij het offer was geweest van
het snood verraad van r'elix von Waldheim. Ook
had hij vernomen, dat .ijn vrouw Amalia reeds
twintig jaren in het graf rustte eu hem een doch
tertje had nagelaten, dat poorloos was verdwenen.
Het was hem duidelijk, dat hy zijn vrijheid en
maatschappelijke positie 'e danken zou hebben
aan eeu jongedame, die '.les opofferde om hem
gelukkig te maken en J ardoor zooveel ia haar
vermogen was de misdaan '.ars vaders te boeten.
De tegenstrijdigste g oeleus bestormden het
hart van den edelman. Zou iemand hem nog her
kennen in de landstreek waarin hij geboren werd
Zou tocli niet deze of gene twijfelen of bij wel al
tijd in het volle bezit van zijn verstandelijke ver
mogens geweest was Ti tig lange jaren had hjj
dagelijks aan zijn Amalia gedacht; zij had zijn hart
vervuld en nu doodLet dochtertje, dut zij het
leven had geschonken —spoorloos verdwenen 1
O, hoe verachtte hij den valschen vriend, die uit
hebzucht het geluk van hem en zijn dit rbare vrouw
bad vernietigd toch dc .lochier van dien verra
der had zich geheel opgeofferd om hem in rang, rijk
dom eu eer te herstellen.
Al die gedachten doorkruisten het brein van den
edelman en telkens eindigde hij met dauk baarheid
te gevoelen jegens de freul Von Waldheim. Hjj be
sefte, hoe groot het offer w. a, dat zij gebracht bod
en waardoor zij van de hoogte des geluks in de
diepte der ellende was gestort. Hij kou niet beletten,
dat zij door den loop van £eu het landgoed ver
loor, dat hem doorreentv, ,;boorte toekwam, maar
hjj aclitto het zijn plicht te brgen, dat zij onafhan
kelijk kon leven. Aan dit bewustzijn van zijn ver
plichting paarde zich eeu gevoel vau vereering, waar
van hij zich echter geen rekenschap wist te geven,
[Wordt vervolgd.)