Dinsdag 23
September 1902.
AMKRSFOOETSGIE COURANT.
No. 5245.
51e Jaargang.
Stadsnieuws.
Feuilleton.
De eerste haat.
De majoor.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden/l.
franco per post 4.45. Advertentiën 46 regels GO cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel '15 cent. Reclames 15 regels/" 1.25; eikeregel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT9
Tolephoon 19.
A ie» wc a bon nés ontvangen
de courant tot 1 October
cait.vris.
Aan bet beknopt overzicht van de heden
middag gehouden Raadsvergadering dient
ditmaal om den korten tijd en de geringe
plaats wel een uittreksel vooraf te gaan van
de ter zake gewisselde stukken, waarvan de
hoofdzaken worden meegedeeld om de be
langhebbenden zooveel mogelijk in te lichten.
De duchtige voorbereiding in de afdeelings-
vergaderingen maakte het mogelijk, dat de
groote agenda kon worden afgehandeld.
Slechts van de punten 7, S, 9, 11, 12 en 14
zijn geen verslagen in druk verschenendie
van do 9 overige bevatten 62 pp. druks
(gasverstrekking 10, ambachtsschool 13, Al-
degonde-gasthuis 3, straatbelasting 7, straat
geld 7, reorganisatie politie 0, craiiet Ko-
ninginnefeest 3, concessie tram 9, veemarkt 4).
Munt gas
wordt alleen geleverd in woningen met een
huurprijs van ten hoogste f2.50 per week.
In elke zoodanige woning wordt hoogstens
een drielichts-meter geplaatst terwijl aan
den gebruiker worden afgestaan een dooi
de Gemeente te plaatsen huisleiding van
ten hoogste 25 M., twee toestellen voor het
branden van licht- en twee voor kookgas
geheel uitgerust, en ten hoogste 1 M. gas
slang. Vernieuwingen en meerdere toestellen
komen ten laste van den gebruiker, die f2.50
waarborg moet storten en per jaar t-m
minste 300 M3. licht- en kookgas moet ver
branden of ander 1 cent voor elke M3., welke
hij onder dit minimum verbruikt, moet bij
betalen. Do prijs van muntgas is overigens
die van het lichtgas, dus 8 cent per M3.
Ambachtsschool-
Bij breed gemotiveerd request van Mei
dezes jaars verzocht het Bestuur dezer ver-
eenigitig met ingang van 1 Januari 1903 om
een van 1'2000 tot f4000 verhoogd jaarlijksch
subsidie uit do Gemeentekas benevens een
bijdrage van f500 voor eens in 'le kosten
van inrichting van nieuwe werkplaats, tee
kenlokalen en meubelmakerij.
Gelijk bekend, komt 1 April 1903 het vol
ledige leerplan in werking, nadat inmiddels
de nieuwe verdieping op het gebouw zal
zijn gezet. Om dien bouw mogelijk te ma
ken, deed het plaatselijk Departement van
het »Nut" afstand van haar eerste hypoteek
ad f23000. Voor den bijbouw is f 16 000
noodig, welk bedrag niet van particulieren
is te verkrijgen, omdat liet in erfpacht uit
gegeven terrein uitsluitend mag gebezigd
als school.
B. en W. stelden voor: het subsidie van
14000 te verleenen met ingang van 1 April
1903, een bedrag van f 500 voor eens toe te
kennen en het bedrag van f16000 ter leen
te geven onder eerste hypothecair verband
tegen een annuïteit van'f 1000 per jaar, te
betalen 24 jaar. Deze annuïteit wordt
zooveel mogelijk verrekend met het door
de Gemeente uit te keeren subsidie, terwijl
de Gemeente liet recht heeft de lokalen
der school kosteloos te gebruiken voor de
Burger-avondschool, tegen vergoeding van
vuur en licht, en zij kosteloos 10 leerlingen
uit Amersfoort de lessen kan doen volgen.
fn de eerste afdeeling werd een voorstel
om het verhoogd subsidie te doen ingaan
met 1 Januari verworpen met 4 stemmen
tegen, 1 blanco en 2 voor, en het voorstel
van B. en W. aangenomen met 5 voor, 1
blanco en 1 tegen, liet denkbeeld om de
school in haar geheel over te nemen voor
de Gemeente vond bij haar geen steun »ook
al omdat men geen juiste gegevens heeft
en vreest, dat hierdoor nóg hooger uitgaven
zullen veroorzaakt worden".
De tweede afdeeling wenschto meer in
vloed van de Gemeente op den gang van
zaken der school en verlangde dat, althans
voor 1903, geen meubelmakers-cursus zal
worden geopend. Onder dit beding advi
seerde zij met 6 stemmen tegen 1 tot aan
neming van het voorstel van B. en W.
B. en VV. antwoordden, dat 1 April als
datum voor het verhoogd subsidie moest
worden behouden, dat de bepaling der leer
vakken niet langer moest overgelaten aan
het Bestuur der school en stelden de voor
waarde, dat uitbreiding der leervakken eerst
kan geschieden na goedkeuring door den Raad.
Ziekenhuis Aldegonde.
Men herinnert zich de ietwat pijnlijke dis
cussie over deze zaak in de vergadering van
19 Augustus.
In de eerste afdeeling werd inmiddels
echter opgemerkt, dat, hoe groote diensten
het Sint Elisabeths-gasthuis ook aan de Ge
meente bewijst, deze instelling toch niet alle
armlastige patiënten kan opnemen. Utrecht
vraagt 12 per patiënt en per dag, genees
middelen inbegrepen. Mr. baron Van Boet-
zelaer heeft zich zoo hulpvaardig mogelijk
verklaard, zoodat het bezwaar van een dei-
leden, dat niet genoeg bedden beschikbaar
zouden zijn, vervalt. Het ontwerp-contract
Wat zoo'ii vernietigende blik beteckendo, bleek mij
duidelijk genoeg, toen Marielje opeens met spreken,
opbield, op haar tanden knarste eu stotterend zeide
,,Ik Uitat joO, als jij, afschuwelijk, gemeen wezen,
wist boe ik je haat, hoe je geschoren kop, je lee-
lijke, uitstaande ooren ine tegenstaan
iMaar op hetzelfde oogenblik schrok zij van het
geen zij gezegd had, en voegde er bij
„Ik zeg dat natuurlijk niet tegen jou. Ik ben
bezig, een rol in tc stuaceren."
Ook, heeren, zag ik somtijds 's avonds, dat zij naar
mijn bed kwam en mij langen tijd aanstaarde. 7,ij
haatle mij hartstochtelijk en kon zonder mij niet
meer levenzij had er behoefte aan, mijn leelijk
gezicht tc zien, dat zij zoo veraischuwde. Ik herin
ner mij nog, wat er op een mooien zomeravond gc-
betirdo.' Het rook naar hooi, alles was stil, de maan
scheen. Ik liep te wandelen in den tuin en dacht
an-) chocolade. Plotseling komt het mooie, bleeko
meisje naar mij toe, pakte mij bij de liaud, en be
gon Haar hart uit te storten.
,,0, fluisterde zij, wat haat ik je. Niemand heb
ik ooit zooveel kwaads toegewenscht als jou. Be
grijp jc dat? Ik zou zoo graag willen, datje bet
goed begreep."
Po mnueschijn, de stihe, en daarbij dat fcleeke
gezicht, gloeiend van hartstochtZelfs een kalf
als ik moest er wel zeker welbehagen in hebben.
Ik luisterde naar haar en keek haar in de oogen.
Eerst vond ik het oen aangenaam en nieuw gevoel,
werd dan nu ook eenstemmig goedgekeurd.
Ook 'la tweede afdeeling vereenigde zich
nu met algemeene stemmen met het voor
stel van B. en W. dat het volgende omvat
Art. 1. Mr. H. J. H. van Boetzelaer verbindt
zich, de zieken ten koste der Gemeente Amersfoort
in het huis „Aldegoude" ter verpleging op te ne
men, voor zoover do beschikbare ruimte hom zulks
toelaat.
Art. 2. De Gemeente Amersfoort verbindt zich,
de personen, wier opname in eene ziekeninricliting
door de Gemeente noodzakelijk wordt geacht, aan
bovengenoemde ziekeniurichting ter verpleging toe
te vertrouwen tegen eene vergoeding van een gulden
daags per hoofd en het verstrekken der benoodigde
medicijnen en verbandmiddelen.
Arr. 3. Beide contractanton hebben het recht,
deze overeenkomst le doen ophouden mits hiervan
zes maanden le voren meiledeeling doende.
Ar'. 4. Deze overeenkomst treedt in werkiüg op
den dag waarop zij gesloten wordt.
Strnatbelastiug.
Met de bedoeling, die op 1 Januari 4903
in werking te doen treden, zyn door B. en W.
ontworpen Verordeningen op de helling en
invordering van straatbelasting en op de
hefting en invordering van rechten voor tiet
gebruik van den openbaren weg, van open
baar water ol van openbaren Gemeentegrond
en voor diensten, door de Gemeente bewezen.
In hun prae-advies op de Straatbelasting,
waarvan zij de opbnngst op f7500 stellen,
zeggen B. en \V.
Wij hebben gemeend, op de minst drukkende
wijze tot versterking der inkomsten te kunueu ge
raken door de invoering eener maiige straatbelasting
tot de heffing waarvan art. 240 sub. i. der bij de
Wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad 156) gewijzigde
Gemeentewet bet recht- geeft.
Wij vreesden, dat een verhooging van het hef-
fiiigs-pevcentage der Inkomstenbelasting (3°l0) zoude
blijken niet. in bet belang der Gemeente te zijn,
vooral in de tegenwoordige overgaugs-periode nu
als gelukkig verschijnsel kan geconstateerd worden,
clat, in verband met den grooten aanbouw van wo
ningen, zich meer en meer gegoeden alhier komen
Wij' meenen, dat deze vestiging zooveel mogelijk
behoort te worden aangemoedigd, althans buiten
directe noodzakelijkheid, iu geen geval door hooge
belastingen moet worden tegengewerkt. Om dezelfde
reden kwam ook een verhooging der opcenten (50)
op de Persoucele belasting ons ongewensebt voor,
te meer, omdat do opbrengst hiervan zeer matig
zoude zijn in verband met de beperking, bij art.
247 der Gemeentewet opgelegd.
Waar au ook de opcenten op de Grondbelasting,
bedragende voor gebouwde eigendommen 40 eu voor
ongebouwde eigendommen 10, blijkens art. 242 der
Gemeentewet niet meer konden worden verhoogd,
meenden wij, de thans voorgestelde Straatbelasting
(waardoor niet alleen ingezetenen maar ook alien
ivier belangen door het onderhouden, verlichten,
enz. van wegen worden gediend, tot oen bijdrage
worden verplicht) als het aangewezen middel tot
verbetering der inkomsten te mogen aanbevelen.
Do ontwerp-verordening bepaalt, dat de
straatbelasting wordt geheven wegens ge
bouwde eigendommen, die zelve of wieraan-
maar daarna werd ik er bang van ik begon te hui
len en liep spoorslags naar huis. Ik vond dat het
beste zijn zou, te klagen bij mama. Dat deed ik en
vertelde haar bij die gelegenheid ook, dat Marietjc
en Soscha elkaar hadden gekust. Ik was ecu domme
jongen, en dacht niet aan de gevolgen, anders zou
ik mijn mond wel gehouden hebben. Mama was
zeer ontroerd door hetgeeu ik haar vertelde, en
zeide: „Het gaatje niets aan. Je beut nog te jong
om daarover te spreken. Overigens een mooi voor
beeld voor de kindoren".
Moedor was niet alleen streng en stipt, maar zij
had ook veel overleg. Om schandaal te vermijden,
jueg zij Marielje niet dadelijk weg maar drong haar
langzamerhand het huis uit. Ik herinner mij, dat
toen Matietjo ons verliet en wegreed, haar laatste
blik op het venster gericht was waaraan ik stond
en ik verzeker u, dat ik de uitdrukkiug van haar
gezicht op dat oogenblik mijn leven lang onthou
den heb.
Marielje werd kort daarna de vrouw van mijn
broeder. Zij is Tsinaida Nikolajevna; u kent baar
allen. Later ontmoette ia haar weer, toen ik al
vaandrig was. Hoeveel moeite zij zich ook gaf, kon
zij in den banrdigen officier den gehateu Kudi niet
meer herkennen, maar zij behandelde mij toch niet
als een beminde bloedverwant. En ook nu nog, in
weerwil van mijn gemoedelijk huikje en mijn glim-
menden schedel, ziet zij mij niet met vriendelijke
oogen aan en nooit is zij op haar gemak, als ik
een bezoek breng aan Sascha. Naar 't schijnt roest
oude iiaat evenmin als oude liefde.
Obo, ik boor den baan al kraaien. Goeden nacht,
hoeren Koest, Mylord, straks komt er weer zwaar
werk voor je. Ga nu slapen.
lioorigheilen aan de openhat-e straten of we
gen der Gemeente belenden.
Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot
34 December, 'terwijl de aangeslagene, die
in den loop van het belastingjaar zijn rechten
op het perceel, waarvoor hij is aangeslagen,
heeft verloren, voor de geheele belasting
over dat jaar aansprakelijk blijft.
De aanslagen worden in twee termijnen
betaald op vervaldagen, door B. en W. te
bepalen. Zoodra de aangeslagene in staat van
faillissement is verklaard, of op zijn roerende
of onroerende goederen executoriaal beslag
is gelegd, is de verschuldigde belasting da
delijk en in éen termijn invorderbaar.
De belasting is verschuldigd door hem, die kracb-
teus recht van bezit of eenig ander zakelijk recht
het genot heeft van een gebouwd eigendom, dat
zelf of welks aauhoorigheid aan een openbare straat
of een openbaren weg der Gemeente beleudt.
Voorzoover het betrokken eigendom in de kadas
trale leggers voorkomt, wordt als genothebbende
aangemerkt hij, die op 1 Januari van hel belasting
jaar als zoodanig in de kadastrale leggers is aange
wezen, tenzij kan worden aangetoond, dat eene mie
stelling in die leggers heeft plaats gehad, of dat de
voor 1 Januari van het belastingjaar plaats gehad
hebbende veranderingen daarin nog niet waren op
genomen.
Zij wordt berekend
n. uaar de langs den grond gemeten breedte van
eiken gevel, die gekeerd is naar do openbare straat
of den openbaren weg der Gemeente. Indien een
gebouw aan of bij meer dan éen openbare straat of
openbaren weg der Gemeente is gelegen, wordt de
gevelbreedte van dat gebouw berekend door de ge
zamenlijke breedte der naar de openbare stralen of
wegen gekeerde gevels te (leelen door het aantal
straten of wegen, waaraan of waarbij bet gebouw
gelegen is;
b. naar de belastbare opbrengst van het perceel,
zooals deze in de kadastrale leggers is aangewezen.
Indien van een perceel die opbrengst niet in de
kadastrale leggers is aangewezen, wordt zij van Ge
meentewege geschat door vergelijking met de belast
bare opbrengst van perceolen van de meest nabijko
mende soort.
Zij bedraagt per Meter:
voor een perceel beneden f 100 f0.26
van 100 tot f 200 0.30
200 300 0.60
300 500,1.00
500 700 „1.25
700 „1000,1.50
„1000 „1500.2.50
„1500 ,2000 „2.50
2000 of meer 3.00
De heffing voor een perceel mag evenwel
niet meer bedragen dan 41/20/o en niet min
der dan 1% van de belastbare,opbrengst vol
gens de kadastrale leggers of de schatting.
(Men vindt deze op het aanslag-biljet van de
Bersoneêle belasting).
Zij is niet verschuldigd voor een perceel
a. waarvan de Gemeente of eeu van hare in
stellingen de genothebbeude is
b. dat gebezigd wordt voor den openbaren dienst
van Rijk of I'rovincie ol' voor den openbaren eere-
1.)
Op den middag, als de zon op het warmst scheen,
ging de oude majoor iu de lange Allee-Strasze wan
delen. De menschen keuden hem allen. Tegen vol
wassenen sprak hij nimmer een woord, maar kinde
ren mocht hij graag lijden. Men zag hem nooit
alleenaltijd had hij kinderen bij zich. Voorallen
had hij een paar vriendelijke woordeu, al keek hij
ook nóg zoo grimmig van onder de borstelige w ille
wenkbrauwen rond. De kleine meisjes, die van
school kwamen, hield hij aan de vlechten vast en
vroeg of zij hun les wel hadden gekend de kleine
jongens, die met elkaar vochten, joeg hij met den
stok uiteen, en als zij een hond plaagden, werd hij
erg boos. De kindermeisjes, die kleine kinderen
reden, sprak hij ook wel eens vriendelij:: aan en
dan keek hij met belangstelling naar de kleinen
die in den wagen lagen of hij zond ze weg naar
het midden var. de zonnige straat, wanneer ze op
een toclitigen hoek met elkaar stonden te bab-
beleu. Maar het meest hield hij toch van den klei
nen Fred.
Vier jaar geleden, toen Fred, drie weken oud, door
de min op een kussen gedragen, voor het eerst „uit
wandelcu" ging, had hij kennis met hem gemaakt.
„Laat me eens kijken, hoe je er uitziet, klein
wichtzeide de oude heer en tilde den blauwen
sluier van hot gezichtje op. Frod had een mooi
mutsje van helderblauwe zijde op, dat eigenlijk heele-
rnaal niel bij zijn jongensgezichtje paste, en hij scheen
zich ook reeds met de vuistjes tegen dat hoofddek
sel te willen verweren. De majoor lachte en zei:
„Goed zoo I Laat je dat maar niet welgevallen 1 Je
bent een jongen en een helm moeten ze jo opzetten,
maar geen meisjesmutsZog dat maar tegen je
mama r'
Toen Fred grootcr werd en reeds in zijn wagen
kon zitten, droeg hij een vuurrooden hoed met een
groote pompon. Dat beviel den ouden lieer. Zoo
dikwijls hij den hoed van verre zag, wenkte tiij met
zijn stok en het meisje moest wachten tot hij dicht
bij svas gekomen.
Fred leerde van hein allerlei kleinigheden. Hoe
men op militaire wijze groette en hoe men een stok
als een geweer presenteerde. Hij lachte met al
zijn witte taudjes, wanneer iiij zijn ouden vriend zag.
Toen hij voor de eerste maal de broek aanhad,
was de oude heer trotsch op hem.
llij liet hem voor zich uit marcheereu en zei:
„Wat heeft die kerel al militaire beenen En wat
zet bij zo flink neer!" Hy keek hem de geheele
straat langs na en mompelde eindelijk „Dat zal
later een flink militair worden
Rijkdom had de oude heer gedurende zijn mili
taire loopbaan nooit verworven. Hij woonde eenzaam
in zijn kale jonggezellenwoning iu do Kazernestraat,
de ougezelligste straat der stad, maar voorde kindere,
die bij bem kwamen, bad hij altijd iete bijzonders
een appel, oen portretje van den keizer of de
I keizerin. Voor Fred kocht hij eenvoudig speelgoed
i verheugde zich,
liij daar blij mee waa.
den ouden heer een
Eens op een winter zag r
paar weken lang niet op straat, 't Liep tegen Vasten
en in de bonte drukte, die dat meebracht, vergaten
de kiuderen hun ouden vriend. Alleen Frod had
er geen vrede mee, dat hij hem heelemoal niet zag.
Zijn moeder steldo hem eindelijk gerust, met de
verzekering, dat do oude heer wel voor eenige weken
op reis zou zijn gegaan en misschien ook wel was
verhuisd.
(Slot volyt.)