Stadsnieuws. De spoorwegbrigade zal <le rechtmatige macht, de straf rechtndvelle liet jnachtigc recht van den Staat stellen tegenover de macht van het onrecht. Bij den strijd van plichten bij die leden der Kamer, die, ten deze principieel aan de zijde der Regeering staande, alleen de oppor tuniteit van bet voorgestelde betwisten, hangt de beslissing geheel af van het antwoord op de vraag, wat zwaarder moet wegende plicht om de Regeering tegenover de bedrei gingen uit den revolutionairen hoek te steunen, ook al kan daarbij eigen inzicht over opper- tuniteit niet geheel tot zijn recht komen, of wel de plicht om zijn eigen inzicht om trent opportuniteit zóo vóór alle dingen te doen gelden, dat mon bet deswege geoor loofd acht, de Regeering tegenover die be dreigingen in den steek ie laten. Op de volkomen vrijheid van de leden der Staten-Generaa! bij het nemen van hun be slissingen mag nu noch ooit iets worden afgedongen. Maar neemt dit weg, dat de practisc-he verantwoordelijkheid voor den toestand, gelijk die ten gevolge van het be sluit der Kamer worden zal, in de eerste plaats voor rekening van het Kabinet koint, dat de Kamer bij het nemen van haar be sluit met deze omstandigheden te rekenen heeft, en dat deswege de verklaring der Regeering, dat de opportuniteit naar haar stellige overtuiging noch afstemming van hel wetsontwerp, noch uitstel van behandeling gedoogt, bij bet nader wikken van zijn oor deel over de opportuniteit ditmaal buiten gewoon gewicht in de schaal legt. Splitsing van het wetsontwerp in twee deelen ontmoet overwegend bezwaar. Terwijl van uitstel van behandeling geen oogenblik sprake kan zijn, is daarentegen de Regeering, wat den tekst van bet wets ontwerp betreft, zoover dit eenigszins zon der prijsveving van begiusel en doel moge lijk was, aan ue leden, die opbouwende eri- tiek leverden, te gemoet gekomen. Naar aanleiding van de verklaring der Regeering op 11 Maart jl. dat door haar reeds sinds eenigen tijd overwogen wordt in hoeverre art. 27 der Spoorwegwet haar in staat kun stellen, reeds nu, in afwachting van de uitkomsten van het door een Staats commissie in te stelle» onderzoek, te voor zien in de nadere rechtsbescherming, die ook h. i. voor het spoorwegpersoneel gewenschl is te achten, wordt medegedeeld, dat een concept-Algemeene maatregel van bestuur van bedoelde strekking reeds Tan den Raad van Slate terug werd ontvangen en vermoe delijk binnen zeer korten tijd zal worden uitgevaardigd. De Regeering zal doen wat in baar vermogen is om dien Algemeenen maatregel, althans nog eer tie beslissing der Kamer over het wetsontwerp staat te vallen, in bet «Staatsblad" te brengen. (Deze Algerneene maatregel onderwerpt de regeling der dienstvoorwaarden van het spoorwegpersoneel aan de goedkeuring van de Regeering, het loon inbegrepenregelt een geurdeuden weg om grieven in ie dienen beperkt den termijn van de dienstopzegging; stelt voor disciplinaire geschillen een scheids gerecht inen kent voor alle zulke geschil len, die na 1 Mei 1903 voorkomen, een be roep op het scheidsgerecht toe.) liet gewijzigde ontwerp tot aanvulling en wijziging van het Wetboek van Strafrecht luidt aldus: •Alzo» Wij in overweging genomen heb ben, dat het wenschelijk is, bet Wetboek van Strafrecht op enkele punten aan te vullen e» te wijzigen •Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten- Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze; Artikel 1. Art. 284 van voormeld Wotboek wordt gelezen als volgt: Met gevangenisstraf van ten hoogste negen maanden ol'geldboete van ten hoogste drie honderd gulden wordt gestralt: lo. hij die een ander door geweld of eenige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld ol eenige andere feitelijkheid, gericht hetzij tegen dien ander, hetzij tegen derden, wederrechtelijk dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden; 2». hij die een ander door bedreiging met smaad of smaadschrift dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden. In het geval onder 2o. omschreven wordt het misdrijf niet vervolgd dan op klachte van hem. tegen wien het gepleegd is. Na artikel 420 van voormeld Wetboek wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende Art. 426bis. Hij die wederrechtelijk op den openbaren weg een ander in zijn vrij heid vau beweging belemmert of met een of meer andereu zich aan een ander tegen diens uitdrukkelijk verklaarden wil blijft op dringen of hem op hinderlijke wijze blijft volgen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand ol'geldboete van ten hoogste honderd gulden. Artikel II. Na artikel 358 van voormeld Wetboek worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende Art. 358bis. De ambtenaar ofeeniginhet openbaar spoorwegverkeer voortdurend of tijdelijk werkzaam gesteld persoon, niet be- hoorende tot liet personeel van een spoor weg, waarop uilsluitend met be,perkte snel heid wordt vervoerd, die, met hot oogmerk om in de uitoefening van een openbaren dienst of in het openbaar spoorwegverkeer stremming te veroorzaken ol te doen voort duren, nalaat of, wettig daartoe gelast, wei gert werkzaamheden te verrichten waartoe hij zich uitdrukkelijk of uit kracht van zijn dienstbetrekking heeft verbonden, wordt ge stralt met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Art. 358ter. Indien twee of meer perso nen, ten gevolge van samenspanning, het misdrijf plegen in het vorig artikels omschre ven, worden de schuldigen, zoomede de lei ders of aanleggers der samenspanning, ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren. Art. 358quater. Indien het oogmerk, bij artikel 358bis omschreven, wordt bereikt, wordt gevangenisstraf opgelegd in bet geval van artikel 358bis van ten hoogste een jaar; in het geval van artikel 358ter van ten hoogste vier jaren. Art. 381) van voormeld Wetboek wordt gelezen als volgt; Bij veroordeeling wegens een der in de artikelen 359, 303, 364, 360, 373 laatste lid, en 379 eerste lid omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 28 nos. 3 en 4, bij veroordeeling wegens een-dor in de artikelen 358bis, 358ter en 3D8quaier omschreven misdrijven, ontzetting van de in artikel 28, no. 1 tot 3. vermelde rechten worden uitgesproken. Slotbepaling. Deze wet treedt in werking op den dag barer afkondiging. (Art. 284bis is dus terug genomen, doch art. 284 verscherpt. De Regeering zegt daarover Volstrekt afdoende zijn de argumenten waarmede de leer wordt aangedrongen van hen die principieel bezwaar hadden tegen art. 284bis, op grond dat aan de vakvere nigingen het recht tot verkorting der bur gervrijheid zou toekomen, welk recht in een beschaafde maatschappij naar de Regeering tot dusverre meende, slechts kun worden aangemerkt a's uitsluitend atlribuut van den Staat. Het doel door de uitbreiding van art. 284 beoogd, kan niet behoorlijk worden bereikt langs den weg van toepassing van art. 138 en door uitoefening van politiezorg. De bedoeling van het voorstel was vol strekt niet om het uitzetten van posten als als zoodanig strafbaar te stellen en evenmin het gebruiken van middelen van vreedzame overreding om iemand te bewegen iets te doen of te laten. Daaromtrent zal door de gewijzigde redactie alle twijfel worden op geheven. Dwingt" in liet artikel is synoniem met »er toe brengt", nl. tegen zijn wil. De uit drukking «wederrechtelijk" heeft in de thans voorgestelde uitbreiding geen andere betee- kenis dan zij heelt in hef bestaande art. 284. De vraag of de dwang door geweld of be dreiging met geweld wederrechtelijk is, is een quaestio facti. De Regeering is te rade geworden, het advies van hen, die haar in overweging ga ven art. 284 zelf aan te vullen, doch daarin onder de middelen van dwang «feitelijkheden" en «bedreiging met feitelijkheden", gericht hetzij tegen iemand in persoon, hetzij tegen diens gezin, op te nemen en in verband daarmede art. 426 te wijzigen, in het alge meen, wat ziju strekking tot splitsing dei- voorgestelde bepaling betreft, te kunnen volgen, ofschoon zy daarbij niet al de daarvoor aangevoerde motieven kan onderschrijven. Mede op grond, dat het niet wenschelijk is, den schijn te doen ontstaan alsof men door toepassing van de Strafwet, zonder hooge noodzakelijkheid, op de Kiezerslijst invloed zou willen oefenen, wordt de voor gestelde wyziging in art. 286 teruggenomen. Art. 358bis is, naar de meening der Re geering, geheel in overeenstemming met het recht, gelijk dit nog steeds door de volks overtuiging gedragen wordt. De leer, dat zoowel den ambtenaar als den arbeider het recht zou toekomen, zoolang huu dienstbe trekking duurt, het ambt of den arbeid neder te leggen zonder voorafgaand ontslag aan te vragen, is volkomen valsch en voor wat dun ambtenaar betreft, bovendien zuiver revolutionnair. Hoe beweerd kan worden dat tusscben den ambtenaar en den arbeider geen principieel onderscheid bestaat, is der Regeering niet duidelijk. De Regeering wil allerminst inbreuk maken op het vereeni- gingsrecht voor de arbeiders, mits het zich bljjve bewegen binnen de grenzen, door Grondwet en wetten des Rijks daaromheen getrokken. Dat de bepaling niet toepasselijk is ge maakt op dienstweigering van arbeiders in bakkerijen, kolenhandel en alle transportbe- I dry ven, is hieraan toe te schrijven, dat de Regeering alléén strafbaar heelt willen stel len wat do gemeenschap zelve rechtstreeks aanraakt. Do straffen in art. 358ter en quater wor den tot een lager maximum teruggebracht. Strafbaarstelling van de leiders nl aan leggers der samenspanning tot dienstweige ring kan niet. worden gemist. In Duitschland gaat in dit opzicht het Strafwetboek zeer veel verder dan bet onze. minnen enkele dagen volgt een bijlage tot dit Regeeriiigsuu!woord, behelzende een overzicht van wetgeving en jurisprudentie]. Mei. E. Kerkhof!' is benoemd tot onder wijzeres in Handwerken aan de openbare Lagere school -1e soort no. 46 te Amsterdam. Door het Bestuur der vereeniging «Am bachtsschool voor Amersfoort en omstreken is de toelating vastgesteld van leerlingen voor den cursus 19031904. Zonder examen werden toegela'en, op grond der verklaringen, afgegeven door de Hoofden der scholen Voer het timmeren H. R. van Beek, R. Schouten, W. Caarls, M. van den Hoorn, A. H. .Ie KruylV, J. Vos, J. B. Cornehsse, M. van Kleef, H. A. Eoklaar, P. W. Beyer, G. Timmerman, W. van Aken, J. van den Hoek, J. van Kerkhoff, P. C. van Stempvoort, W. Roos, W.'Moesbergen, W. Eggenkarnp, W. van den Brug, en W. Deys. Voor het smeden: J. Schilslra, L. Bekker, A. Snijders, J. Mets, A. var» Barlingen, L. Vierdag, VV. Veenendaul, K. van Kamp, G. van Veenendaul, C. Rikaart, A. Kreykump en J. van de Weyor. Voor het meubelmakenL. Binsbergen, J. Jansen, J. van Dijkhuizen en H. Riphage». Voor het schilderenJ. C. de Froe en P. Groot. Van de 12 candidaten, die zich aan een nader onderzoek moesien onderwerpen, slaag den er 7, te weten voor he! timmerenII. van ingenvoor het smeden N. J. Hardeman, Chr. Kroes, S. van den Uithoorn, II. van den Bor; en H. Dumoulin, voor hel meubelmaken J. Bouwmeester. In het geheel zijn derhalve voorden cursus 1903—1904 toegelaten: 45 nieuwe leerlingen en wel '21 voor het timmeren, 17 smeden, 5 meubelmakers en 2 schilders. De school lelt inet het begin van den nieuwen cursus 129 leerlingen. Men schrijft, thans uit Groningen Met 1 Februari is de Ongevallenwet in werking getredenlal van ongevallen, veel meer dan ooit werden geconstateerd vóór den tijd waarop 70% vau het loon werd verzekerd, zijn aangegevenmen zegt zelfs van 160 per dag Tol op heden is echter, voorzoover mij bekend is, nog aan niemand een cent uit gekeerd er zijn arbeiders, die al 8 weken wachten op de betalingsformulieren. En waarlijk, de daggelders kunnen niet zóo lang buiten verdienste. En de patroons, die er niet bijster op ge steld zijn om tweemaal te betalen (de pre mie èn het srnnrtegeld) welen waarlijk niet hoe te handelen. Waarlijk, 't wordt meer dan tijd, dat in deze met wat meer dan «bekwame spoed" wordt gehandpld. Het schijnt, (lat, althans dit jaar, weder gebroken wordt met bet systeem om voor de eind-examens der Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus provinciën te coin- bineeren. De eind-examen-commissie voor Overysel is althans benoemd en daarbij wordt Utrecht niet genoemd. Men verzoekt ons mede te deelen, dat de Haagsche Pro-Boer verloting beslist 15April trekt. Men schat de netto-opbrengst op ruim 60 mille, ofschoon bij het Secretariaat (Noord einde 140 n, Den Haag) 1)0^ steeds aanvragen oin loten inkomen. Zon-'ag speelde «Quick" te Bussum tegen »A. V. V." uit Amsterdam en wist met 0 tegen 1 te winnen. «Quick" speelde met 6 invallers, terwijl »A. V. V." ook niet geheel volledig was. •A. V. V." won het opgooien en verkoos eerst met den harden wind mee te spelen. Het spel was dan ook in het begin voort durend op Quicks helft, ofschoon er dikwijls mooie uitvallen plaats hadden. Na ongeveer 10 minuten scoorde »A. V. V." waarop «Quick" begon in te zien, dat het ernst werd en haar hard werken dan ook al heel spoedig beloond werd, doordat de rechts buiten in de gelegenheid kwam, door een goed geplaatst schot gelijk temaken. «Quick" was nu gedurende een tien minuten veel ster- kei- en wist nog 2 keer te doelpunten. Wel deed »A. V. V" h erop nog een naar snelle rushes, maar zonder gevolg, zoodat dt rust I met 3 tegen 1 inging. Na rust werd met meer- met zooveel vuur gespeeld, want «Quick", dut nu wind on i zon in haar voordeel krijgt, is zeker van de overwinning. Met ongeveer gelijke tusscben- I ruimten weet zij nog 3 koer te scoren en he- baalt dus vry gemakkelijk met 0—1 de over- winning. a.s. Zondag speelt «Quick" te Bussum te- I gen »R. A. P." uit Amsterdam, terwyl «Quick 11" op het terrein aan den Leusder- weg speelt tegen «T. H. O. R." uit Utrecht. Ter gisteravond in de bovenzaal van «De Keizerskroon" gehouden Brie Jaarvergadering van de werk lieden vereen iging «Onderlinge Hulp" waren niet minder aan 78 leden aan- Nif ziju welkomstwoord bracht de Voor zitter, de heer I). Gerritsen, het Jaarverslag uit en memoreerde hij dat 1902 niet alleen door de invoering der Ongevallenwet een zeer gelukkig jaar is geweest voor den arbeider in het algemeen, maar ook een zeer gnnstig jaar voor deze vereeniging. Zóo weinig ziektegevallen zijn er geweest, dat het Bestuur zelfs een kleine contributie ver mindering heeft overwogenhet wilde echter met de invoering daarvan wachten tot men wat meer zal weten van de werking der Ongevallenwet en wat meer ervaring zal hebben uit statistische opgaven. Het aantal leden is geklommen tot 214 en er is een batig saldo van f1762 niet alleen, doch de vereeniging is er dit jaar oók toe gekomen, zich geheel te kunnen bedruipen zoodat zij thans en dus op een sterken grondslag rust. Een woord van hartelykeu dank werd gewijd aan de dames en heeren donateurs, wier aantal door overlijden en vertrek in middels aanzienlijk geslonken is en met op zet niet wordt aangevuld omdat het veel beter is, dat de arbeider zicbzelven helpt, dan dat hij geholpen wordt Naast deze lichtzijden moest spr. echter ook de aandacht vestigen op een paar nevel vlekken en wel, dat enkele leden vrij groote sommen trokken uit het ziekenfonds éen zelfs in 9 jaar tijds reeds f340. Dit is be paald moordend voor een nog zoo jonge vereeniging. Het Bestuur begrijpt ten volle, dat er zieken komen, doch acht het vreemd, dat steeds de zeilde personen ziek worden en zal alle» in 't werk stellen om bedrog ten deze te voorkomen, terwijl het de leden uit- noodigt, toezicht te helpen houden. Het is het eigen geld der leden, dat niet door enkele vaste klanten behoeft ingepalmd te worden. Wat het aantal ziektegevallen betrof, is ook over 1902 geen reden tot klagen, doch het Bestuur kan den leden niet genoeg ver zoeken, geen misbruik en liefst geen gebruik te maken van sterkedrank; immers70%der ziekten en ongelukken vinden hun oorzaak in drankgebruik. De ontvangsten (saldo vorig jaar, donaties, contribution, enz.) bedroegen f 2768.48; de uitgaven (bodeloon, uitkeeringeo, enz.) f 1006.49, zoodat het saldo bedraagt f 1761.99. Ingevolge het voorstel van de Commissie welke de Rekening en verantwoording had nagezien, werd de Penningmeester, jhr. mr. B. W. Th. Sand berg, gedéehargeerd en hem warme dank gebracht voor zijn belangloos gehouden uiterst accuraat beheer. Met den wensch, dat het 10-jarig bestaan onder even gelukkige omstandigheden mocht worden gevierd, sloot do Voorzitter zijn over zicht. Mot bijna algemoene stemmen werder.de aftredende Bestuursleden herkozen, de heeren dr. A. H. C. van Driel, jhr. mr. B. W. Th. Sand berg, H. van Surksum, J. van Beek en J. Cornclissen, waarop hun, die zoo lange ja ren reeds geheel belangloos de soms zeer rnoelijk fuuctiën hebben vervuld, dank werd gebracht voor hun bemoeiingen. Als gedelegeerden tot nazien der Rekening werden bij acclamatie herki zen de heeren A. M. Tromp van Holst, Hol en Van de Water. Eenige discussie werd gevoerd over de volgende toevoeging aan art. 26 Huishoude lijk reglement; «De uitkeering wordt ver minderd met het bedrag, dat hei lid geniet wegens een hem krachtens de Ongevallenwet, in verband met <le uitoefening van zyu be drijf overkomen ongeval (behalve de krach tens die wet verleende genees- of' heelkun dige behandeling of vergoeding daarvoor). Is dit bedrag gelijk aan, ol grooter dan de uitkeering, dan vervalt het recht op uitkee ring". Het Bestuur meende deze toevoeging te moeten voorstellen in verband met de in voering der Ongevallenwet. Immers het ge val zou zich kunnen voordoen, dat de 70% van het weekloon plus de uitkeering meer zou bedragen dan het volle weekloon, het geen tot allerlei onregelmatigheden aanlei ding zou kunnen geven, zeer ten nadeele van de kas. Een dor leden meende, dat het art. overan- derd moest blijven. De leden geven hun bijdrage en dus komt de uitkeering hun on verkort toe. Wie een beetje welbespraakt is, loopt naar de Bestuursleden en krijgt het geld vol uitbetaald. De Voorzitter antwoordde, dat dit laatste niet mogelijk is. De commissie gaat rond om te controleei'ep, opdat enkele quasi- zieken niet ten nadeele van de kameraads liet geld kunnen opstrijken en een lui leventje leiden. Wel v»il het Bestuur overwegen of er geen kans bestaat, door een gedeeltelijke uitkeering bij de 70% te voegen, ongeveer het volle weekloon te doen behouden. Het lid antwoordde, dat het toch het eigen

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 2