Zaterdag 4 ÜS April 1903.
No. 5328.
52e Jaargang.
Feuilleton.
Stadsnieuws.
AMEESFOQUTSCHE CQUBAET.
UITGAVE:
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/" 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9-
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
LUBGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente AMERSFOORT,
brengen ter algemoene kenni», dat bij bun besluit
van beden, ingevolge art. 8 der Hinderwet, aan het
Beetuur der vereenigiDg „Ambachtsschool voor
Amersfoort en Omstreken" alhier, vergunning is
verleend tot de plaatsing van een gasmotor van drie
paardekrachten in het perceel aan het Plantsoen,
kadastraal bekend Gemeente Amersfoort, sectie E.
No. 4760.
Amersfoort, 2 April 1908.
Burgemeester en Wethouders voorneemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W TH. SANDBERG.
Vreemd gedoe.
De „Nederlander" bevat thaus de volgende
verklaring aan baron Van Dedem
De ondergeteekenden, allen leden van de
Tweede Kamer der Staten-Ger.eraal, be-
boorende tot de 4e afdeeling, hebben niet
alleen niet gehoord, dat bij onderzoek der
zoogenaamde stakingswetten in die afdeeling
door u zouden zijn gebruikt de woorden,
welke u door mr. Troelstra blijkens het
verslag zijner rede in „Bellevue" in den
mond zijn gelegd, maar zij kunnen met
zekerheid verklaren, dat noch die woorden,
noch andere waaruit die gedachte kon worden
afgeleid, door u gebezigd zijn. U hebt niet
gezegd, dat een nieuwe staking door u werd
gewenscht en veel miuder als reien van
zulk verlangen doen gelden, dat men er dan
eens op kon schieten.
Indien iets hiervan door u was gezegd of
te kennen gegeven, zou het aan protest
onzerzijds niet hebben ontbroken. Uw op
merking had dezen zin, dat u niet zoudt
betreurd hebben, indien op 31 Januari de
maatschappijen niet hadden toegegeven, maar
de staking ware doorgegaan, omdat de
publieke opinie tegen zulk bedrijf zóo krachtig
in verzet zou zijn gekomen, dat een herhaling
zoo goed als ondenkbaar ware geworden.
H. W. van Asch van Wijck, S. de Vries Czn.,
G. J. Goekoop, Van den Bergh van
Heemstede, Karei Raijmakers, F. J. Bolsius,
Heemskerk, O. van Nispen tot Sevenaer,
Mees, Van Limburg Stirum, F. H. van Wiehen,
J. SchokkiDg, P. Rink.
Den Haag, 31 Maart 1903.
Wegens plaatsgebrek moet het Kamer
overzicht uitgesteld. We hopen het Dinsdag
te geven voor de drie zittingsdagen samen.
Schetsjes uit den Zuid-
Afrikaanschen Oorlog,
door
iDOKTER".
Ds. A. M. Donner, predikant bij de Ge
reformeerde gemeente A hier, staat op het
drietal bij die kerk te Kampen.
Het Pausfeest zal hier 26 April worden
gehouden, waarbij mgr. dr. J. A. H. G, Jansen,
geheim Kamerheer van den Paus, de feest
rede zal uitspreken.
De Regeering heeft te gelijk met het wets
voorstel tot verlenging van het octrooi der
Nederlandsche Bank na 1 April 1904 een
tweede ontwerp ingediend, strekkende om
met dien dag de muntbiljetten, die van Rijks
wege zyn uitgegeven, te doen ophouden
jwettig betaalmiddel" zijn. Zij znllen dan nog
tot 1 April 1905 bij alle Rijkskassen in be
taling worden genomen en tot 1 April 1906
bij de betaalmeesters en by de Nederlandsche
Bank kunnen worden ingewisseld.
In de behoefte aan klein papieren geld
wordt dan voorzien door de bevoegdheid, aan
de Nederlandsche Bank te verleenen, om
bankbiljetten uit te geven tot een bedrag van
ten minste f10 (thans ten minste f25) elk.
De anti-revolutionnaire aStichtsche Crt",
zal dan toch nog worden uitgegeven zij 't
ook voorloopig althans een maal per
week.
In de opgave omtrent het tram-vervoer
in de vorige maand, opgenomen in ons vo
rig nummer, zijn onnauwkeurigheden geslo
pen, die een verbeterd bericht noodig maken.
Vervoerd werden 5977 betalende passagiers,
of 719 meer dan in Maart 1902, terwijl over
het gebeele eerste kwartaal dezes jaars 2324
personen meer werden vervoerd dan in bet
zelfde tydvak van 1902.
Aan luitenant G. A van Enschut, van het
le regiment infanterie te Den Helder, is door
het symphonie-orkest nJubal" hier ter stede
het Eerelidmaatschap aangeboden.
De Eera is toch een hoogst eigenaardige
rivier. Dwong zij de vorige week de schip
pers tot staken omdat haar waterstand zoo
buitengewoon laag was, nu brengt zij staking
in den bouw der nieuwe kademuur omdat
er thans weer veel te veel water is. Geluk
kig is 't aan 't vallen, zoodat de stagnatie
niet zoo heel lang zal duren, tenzij de Eem
weer kuren krijgt.
De Commissaris der Koningin in deze pro
vincie heeft voor het jaar 1903 benoemd
tot lid en Voorzitter der commissie, belast
met het afnemen van de eind-examens aan
leerlingen der Hoogere Burgerscholen in de
provincie Utrecht, dr. J. W. Doyer Jzn, Di
recteur der Gemeentelijke Hoogere Burger
school met 5-jarigen cursus te Utrecht; tot
leden dier commissie de heerenG. J.Buijs,
Directeur der Gemeentelijke Hoogere Bur
gerschool te Amersfoort, en de leeraren aan
die school, A. G. van Os, J. M. Thiel, F.
Wessel'mg, G. C. Hoogewerff, B. D. Best, en
de leeraren aan de Rijks Hoogere Burger
school te Utrechtdr. G. van der Waals,
J. G. de Jongh, dr. J. L. Hoorweg, eu de
leeraren aan de Gemeentelijke Hoogere
Burgerschool met 5-jarigen cursus te Utrecht
dr. A. J. Swart, H. P. Kuyper, mr. dr. F.
Sleutelaar, M. ten Bouwhuys, F. P. Visser
en J. de Jong Czn.
Tevens is bepaald, dat het examen zal
worden gehouden te Utrecht.
Het mondeling overgangs-en eind-examen
aan de Burgeravondschool, tot sluiting van
den cursus 1902—1903, werd Woensdag 1
en Donderdag 2 dezer gehouden.
Uit de eerste klasse werden van de 49
leerlingen er 41 door de Commissie van
Toezicht bevorderd, te weten: J. H.Geissen,
J. J. Vahstal, J. de Bruin, W. E. Noordman,
J. R. Cornehsse, W. Posthouwer, H. A. En
kelaar, F. Ruytenberg, R. van Grootheest.
Th. de Folter, C. C. van Ommeren, C. A
Quint, J. D. Michels, L. Binsbergen, E. vao
Druten, H. Hendriks, W. Gnirrep, C. 1.
I Voortman, P. Hamwijk, P. Vredeling, G.
Kamer, C. B. Brits, J. Beekman, L. Gramsma,
M. Hemminga, J. Heppener, G. Velthuysen,
W. Heeren, H. van Gastel, H. F. van Nes,
J. M. van Woudenberg, S. Tibbesma, J. Rencs,
J. Reyden, E. van 't Wel, B. van Barneveld,
K. Kaljee, Ch. Kuit, K. Wyk, G. Gramsma
en E. Arlar.
Uit de tweede klasso werden 28 van de
34 leerlingen bevorderd, te weten: W. H.
Smith, A. van der Velden, J. J. W. Corne-
lisse, W. van Aken, H. van Achterbergh,
R. Hop, J. A. J. Lorijn, J. B. v. d. Roeven.
M. Voskuylen, J. Kaspers, C. W. F. van
Aken, P. van 't Veer, H. Riphagen, A. J.
Pechlol, A. W. v. d. Heyden, D. P. van den
Hooff, J. F. van Manen, P.G. van Nieuwkerk,
H. J. L. Schickendantz, C. Stoopendaal, E.
van Bekkum, P. van den Berg, D. van der
VeDneD, W. Kerkhoff, H. Velthuysen, H. van
den Hoef, E. Velthuysen en C. Schreuder.
Uit bet schoolfonds der Vrijmetselaars-loge
»Jaoob van Carnpen" waren ditmaal niet
minder dau 12 fraaie prijzen beschikbaaj
gesteldzij zijn toegewezen aan de zes eerst-
vermelden in elke klasse.
De nieuwe cursus begint 1 October.
Aan de »Maasbode" deelt men uit zeer
goede bron mee, dat weldra de oflicieele
tijding zal komen, dat de traktementen der
sulbalterne officieren belangrijk zullen ver
hoogd worden.
Zoo zal dus eindelijk een einde aan deze
klacht worden gemaakt.
De »Soldatencourant" meldt, dat het in de
bedoeling der Regeering ligt, het tegenwoor
dig verblijf onder de wapenen van de lich
tingen 1900 en en 1901 voor twee beurteu
herhalingsoefeningen te doen tellen.
Adjudant C. W. Bauling, sergeant-majoor
B. J. van Aken en korporaal-tamboer C. P.
van der Aa, van het 5e regiment infanterie,
hebben ter zake van langdurigen dienst
pensioen gevraagd.
De bronzen-medaille voor 12-jarigen trou
wen dienst is toegekend aan korporaal-kok
J. H. J. Sauveur, van het 5e regiment in
fanterie.
Luitenant E. had bij het verlaten van Pretoria
den 4den Juni 1900 xyn vrouw natuurlijk achterge-
ten en had na dien tijd» nieis meer van rijn familie
vernomen. Toen hij hoorde, dat de vrouw van lui
tenant Coetsee op verzoek door de Engelschen was
uitgezonden om haar man te verplegen was E. niet
meer te houden en vroeg verlof aan den comman
dant om naar Schoonpoort te gaan, hetgeen werd
toegestaan, 's Morgens om een uur of acht vertrok
ken we in een kar met 4 muilen bespannen en kwa
men middags om een uur of vier bij het hospi
taal, waar we Coetsee in boterenden en rijn vrouw
in gezonden toestand aantroffen.
Veel nieuws wist xe tot onze teleurstelling niet te
vertellen, daar de Engelschen de inwoners van alles
onwetend hielden. Zo klaagde echter erg over do
kleine rantsoenen, die de Engelschen aan de bcboef-
tigen uitdeelden, terwijl xe beweerde, dat het in de
kampen nog slechter was en do menschen daar dik
wijls honger leden. Ze was dan ook bijzonder blij,
hot dorp uit te zijn, al was het aileon maar om dat
ze weer fatsoenlijk eten kreeg. Met E's vrouw was
ze zeer goed bekend en ze hadden elkaar nog even
vóór 't vertrek gesproken het ging tamelijk goed,
alleen was het kina van E. gestorven, hetgeen, daar
het zijn eenige was, hem zeer ter harte ging. We
brachten den nacht bij den heer Joubert door, in
Van 8 tot 12 was Donderdagavond de
groote zaal van iDe Arend" weer vol men
schen, tocht en rook en vol aandacht voor
de sprekers en de debatters.
I De heer A. P. Staalman, wien Frans Net-
cher de wel algemeene bekende karakter
schets in de »Hollaudsche revue" wijdde,
het Kamerlid, de man van »Extra-tijding"
en nChristen-democraat", opende kort na
achten de vergadering met de mededeeling,
dat slechts mr. Tymen de Vries en hij het
podium betraden omdat niet eenige Christe
lijke vereeniging in den druk zou geraken
want ofschoon beiden behooren tot de anti-
revolutionnaire partij, begroet deze hen Diet
altijd met onverdeelde sympathie. In plaats
dan ook van de Besturen voor een dilemna
te stellen, achtten beide heeren bet beter de
aanwezige anti-revolutionnairen toe te roe
pen luistert goed naar hetgeen we gaan
zeggen en roept ons flink tot de orde als
we buiten de lijn geraken. Spr. wilde geens
zins ontveinzen, dat hij een zeer moeilijke
taak heeft, waar hij eerst hard meewerkte
om het Cristelijk kabinet te helpen tot stand
brengen, doch het thans zijn plicht acht, te
wijzen op hetgeen beslist Christelijk is en
wat dit Kabinet nalaat.
wiens nuis luitenant Coetsee verpleegd werd vertrok
ken den volgenden ochtend weer naar Rooikrans,
waar we in den middag aankwamen.
Dr. Neethllng en Rothmann kwamen den laten
Maart terug van Pelgrimsrustde dokter bleef een
dag of vier over om verschillende zieken te bezoe
ken de koortstijd waa aangebroken, zoodat de
meeste patiënten koortslijders waren. Den 4den Maart
vertrok de dokter naar het hospitaalRothmann
bleef achter om zich aan te sluiteu bij rijn vriend
om de Gouvernemontsbeeaten te helpen oppas
sen.
Commandant Schoeman vertrok met een dertigtal
burgers naar Nelspruit om te trachten den spoorweg
te vernielende machinist ging mee om, zoo noodig,
niet dynamiet te werken. Ze gingen dwars door do
Engelsche linies naar Veldkornet De Beer, zoodat
die tocht iu den avond werd aangevangen. Bij Veld
kornet De Beer aangekomen, zouden zo een paar
dagen uitrusten om, na daar een twintig man ver
sterking te hebben gekregen, naar Nelspruit te gaan.
Het was in die dagen, dat we het belangrijke be
richt kregen, dat Generaal Louis Botha naar Middel
burg was gegaan om Lord Kitchener te ontmoeten
om te probeeren, viede te sluiten. Bijzonderheden
wisten we niet, zooJat we erg nieuwsgierig waren
en allerlei veronderstellingen maakten. Sommigen
beweerden, dat Engeland door de andere mogend-
heden genoodzaakt was geworden om vrede te maken
het was verwonderlijk, boe hij dergelijkegelogeuheden
de phantasie der Boeren werkte, waardoor de een
nog zotter geschiedenis wist te vertellen dan den
ander. Ik voor mij maakte me niet al te gunstige
gedachten en vona het 't best, ivf te wachten de
dingen, die komen zouden.
Van den majoor kreeg ik een telegram, dat hij
binnen een paar dagen over de spoorlijn zou trekken
om zich met zijn manschappen bij Generaal Botha
aan te sluiten en dat, zoo moo ik wilde, onmiddellijk
moest opkomen. Er bleef iny niets anders over, dan
een telegram terug to sturen, dat het mij onmogelijk
was op te trekken wegens hot gemis aan een paard
Zooals ik reeds vroeger gezegd heb, had de opper-1
wachtmeester zijn paard aan de paardenziekte ver
loren en nu raasde hij eiken dag er over, dat hy
vootganger was. Geld om een ander paard te koopeu,
had hij niet en een eind aan dien toestand willende
maken, besloot bij het transport-pad van Machado-
dodorp naar Lijdenburg in hinderlaag le gaan liggen
en indien er een of twee ruiters passeerden, deze
van 't paard te schieten en de paarden mee te nemen.
Hij wilde echter een maat hebben en deed mij de
eer aan, te vragen of ik mee wilde. Ik bedaukte,
want het regende bijna voordurend dien tijd, eu een
goede regenjas had ik niet. Bovendien was hel ander
half uur te paard ver, hetgeen men bij niot-slagen-
weder te voet moest teruggaan en bovendien vond
ik het zeer twijfelachtig, of er zich wel ruiters op
den weg zouden wagen.
Na lang vragen vond de opperwachtmeester einde
lijk een metgezel in den artillerist Jordaan en in don
nanacht werden die twee door een paar auderen tot
by het transport-pad gebracht, waarop do laatsten
met de muilen, waarop de eersten geredeu hadden,
terugkwamen.
Zondag 10 Maart kreeg ik bezoek van Rotmann.
Hjj vertelde ons, dat hij een van de rapportgangera
van eneraal Botha had gesproken en dat die „man
zeide, dat generaal Botha uit Middelburg terug was,
na een onderhoud van pl. m. 4 uur met Kitchener
te hebben gehad, Wat er verhandejd was, wist hij
niet. Hij was echter zeker, dat de< iderhandelingen
i tot niets geleid hadden. Dit was voor onB een groote
teleurstelling. We hadden gehoopt, dat bet aan
I generaal Botha zou zjjn gelukt voldoendo gunstige
voorwaarden te bepalen om vrede te maken, maar
volgens het laatste nieuws waren we nog even ver
van liet einde vnn den oorlog als ooit te voreD.
De opperwachtmeester kwam dien middag tegen
zonsondergang terug, zittende op een mooien hengst.
Hjj werd natuurlijk met een hoerah ontvangen en
I moest onmiddellijk vertellen, hoe het gegaan was,
Hij verhaalde, dat ze positie hadden ingenomen by
het verbrande huis van den commandant, daar het
gras daar niet was afgebrand en hoog genoeg om
zich er in te kunnen verbergen. De gebeele ochtend
verliep, zonder dat er een levende ziel te zien was
geweest en evenzoo een groot gedeelte vaD den mid-
«dagbijzonder aangenaam wib dat wachten niet,
vooral daar het xoowat den geheelen dag bad gere
gend. Ze dachten er reeds over, terug te gaan, toen
er van den kant van Lijdenbnrg een ruiter aankwam,
die bevondien een dier aan de hand hield de rui
ter was moederziel alleen, dus eeu prachtige kans.
Dicht bij de plek, waar ze zich verborgen hadden,
was een drifje en terwijl de ruiter zyn paard liet
drinken, kroop de wachtmeestor door het gras naar
den rand van den weg, en bleef daar liggen, onge
veer 100 pas van het drifje. Toen de ruiter vlak
bij hem was, stond hy op, liep vlug op het paard
toe en drukte den ruiter het geweer op de borst,
hem xommeerend zich over te geven. De ruiter
Bchrok zóo geweldig, dat hy zich zonder meer
van het paard liet vallen eu half dood van sohrik
op den grond bleef liggen. Het was echter geen
soldaat, maar een kaffer, waarover de wachtmeester
maar half gesticht was, daar het eervoller zou ge
weest zijn, een Eogelsch krijgsman zijn strydros te
i ontnemen. De kaffer werd overeind geschopt en
gezegd, dat bij met paard en ezel (want dat was
het andere dier) mee moest gaan.
Toen ze ver genoeg waren, werd het pak van den
ezel onderzocht en bleek dit te bevatten kombaarzen,
regenjas, overjas en kookgereedschap. Een ge
deelte hiervan werd op het paard geladen werd,
do opperwachtmeester op 't paard en Jordaan op den
ezel gezeten, de terugtocht aanvaard, terwijl de kaffer
onder vreeselyke bedreigingen gelast werd het eerste
uur op de plek le bljjven waaraan hy, nadut de
ruiters een eindje weg waren, wel niet yoldaan zal
hebben.
(Wordt riryolffé.