Dinsdag 12
1903.
PHOENIX - BROUWERIJ.
Export naar Oost- en West-Indië.
No. 5344.
52e Jaargang.
Feuilleton.
Stadsnieuws.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
AmCFOORTCGEE COURANT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per post f 1.45. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-,
ofllcieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels/" 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT
Telephoon 19.
Hulp voor miliciens.
(INGEZONDEN.)
De heer Barbe, Directeur der Wester-
Suikerralïinaderij te Amsterdam, van wien
het plan tot het verleenen van dofiltreffemlea
steuu aan miliciens, die door de oproeping
tot buitengewonen dienst buiten werk zijn
§eraakt, is uitgegaan, heelt door bemiddeling
er bladen reeds 130 adressen van miliciens
verzameld, die thans zonder werk zijn en in
nood verkeeren. Uit verscheidene plaatsen,
vooral uit het Zuiden des lands, worden de
opgaven nog verwacht.
Het aantal dergenen, die na trouwe plichts
betrachting getroffen zijn dooi- werkloosheid,
zal dus vrij groot wezen. Ten kantore der
Wester-Suikeraflinaderij zijn uitvoerige ge
gevens omtrent elk der hulpbehoevenden
opgeteekend, zoodat men in staat zal zijn,
ieder te helpen op de wijze en naar de mate
als juist voor hem het best zal zijn. liet komt
er nu op aan, een commissie van bekende
mannen, liefst verspreid in gansch het Iar.d,
te vormen, tot wie allen, die aan werk of
met geld willen helpen, zich zullen kunnen
wenden. Vooropgesteld zij, dat in principe
de volle sympathie van den Burgemeester
van Amsterdam, mr. VV. F. van Leeuwen,
voor het plan is gewonnenwellicht zal mr.
Van Leeuwen vrijheid vioden, het Eerevoor
zitterschap der commissie te aanvaarden.
Voorts hebben de heeren L. P. D. Op ten
Noort (stoomvaartmaatschappij «Nederland"),
J. Muysken (Nederl. fabriek van werktuigen
en spoorwegmaterieel), G. A. baron Tindal
(West-Indische Mail) en C. A. A. Dudok de
Wit zich bereid verklaard met den heer M.
C. P. Barbe in de commissie zitting te nemen.
Men zou gaarne zien, dat ingezetenen van
's-Gravenhage, Rotterdam, Utrecht, Gronin
gen, Leeuwarden, Zutfen, Arnhem, Alkmaar,
zich tot medewerking bereid verklaarden.
Genoemde heeren zullen al terstond gitten
in geld voor de werklooze miliciens ontvangen,
van wie er velen 't blijkt uit de soms
zeer bedroevende brieven, door bemiddeling
der bladen den heer Barbe toegezonden
in oogenblikkeiyken nood verkeeren. Tot spoe
Schetsjes uit den Zuid-
Afrikaanschen Oorlog,
door
>DOK TER".
dige hulp voor de miliciens, die getroffen zijn
door de gevolgen der stakingen en aan wier
getrouwe plichtsbetrachting juist voor een
goed deel de bewaring eener zóo goede orde
in moeilijke dagen te danken is geweest,
gevoele dus ieder zich opgewekt!
Ds. D. J. van Aalst, predikant bij de Ned.
Hervormde gemeente bier, is gister door
het Kies-college der Ned. Hervormde keik
te Amsterdam geplaatst op het drietal in
de vacature-ds. IJ. V. Hogerzeil.
Het Ressortaal bestuur van de Ned. Is-
rëaliotische hooi'd-synagoge te Amersfoort,
dat indertijd een aanschrijving kreeg van
de Permanente commissie tot de zaken van
den Israëlietischen godsdienst in de Neder
landen, waarin het werd aangeschreven ver
andering te brengen in de wijze waarop het
Opperrabbinaat wordt vervuld, beeft zich
daaraan niet gestoord.
Om nu zijn doel te bereiken, heett de
Permanente commissie aan den Kerkeraad
der Ned. Israëliliesche gemeente te Amster
dam, bij welke de heer J. D. Wijnkoop, op-
perrabijn van Amersfoort, als rabbijn fun
geert, een schryven gezonden over bedoelde
quaestie.
De Kerkeraad zou dus moeten helpen
bereiken, waartoe Amersfoort zyn medewer
king weigert.
Met ingang van 15 Mei wordt de prijs
van een enkelvoudig gesprek in het Neder-
iandsch-Duitsch telephoonverkeer gewijzigd
als volgt
I. in het verkeer met Berlijn, Scbönebeck
(Elbe) en Westerhüsen (Elbe) f 1.70
II. in het verkeer met Altona (Elbe), Ber-
gedorf, Blankenese, Fuhlsbüttel, Hamburg,
Hanau, Hannover, Harburg (Elbe), Kastel
(Rijn), Kiel, Liibeck, Maagdenburg, Mainz,
Mannheim, Offenbach a/Main, Schiffbeck en
Wundsbeck f 1.45
en III. in het verkeer met de overige Duit-
sche plaatsen, "oorzoover hierop niet het
grenstarief van f0.60 van toepassing is, f 1.20.
De heer J. Lindenhovius, thans geneesheer
te Voorthuizen, is benoemd tot Gemeente
geneesheer te Den Ham (Ov.)
Mej. C. L. van Aken legde gister te Utrecht
met gunstig gevolg af het examen voor de
acte onderwijzer.
Luitenant jhr. J. W. Godin de Beaufort,
van het le regiment huzaren, die voor
den nieuwen cursus bij de Rijschool hier
wordt gedetacheerd, heelt den rit Amsterdam
Weenen Zaterdagochtend volbracht, en dit
met buitengewoon succes.
Met zijn 7-jarige vos-merrie «Mascotte"
den 29 April 'sochtends 4 uur van Amster
dam vertrokken, kwam hij Zaterdagochtend
6 uur te Weenen aan. Den afstand van
1200 K.M. legde hy dus in slechts 10 dagen
af en verbeterde daardoor het record met
4 dagen.
Om Mascotte" zooveel mogelijk te sparen,
marcheerde de luitenant iederen dag 40 a
50 K.M. naast zijn paard. Van Frankfort
is het terrein zeer bergachtig, wat den tocht
voor ruiter en paard, niet aan bergachtige
wegen gewend, zeer bemoeilijkte; daarbij
moeten nog in aanmerking genomen worden
de vele regens, waardoor de weg op vele
plaatsen haast onberijdbaar was.
Den len dag werd gereden van Amsterdam
tot Nijmegen, den 2en tot Neusz, den 3en
tot Coblenz, den 4en over Mainz tot Frank-
foil, den 5en tot Würzburg, den 6en tot
Neurenberg, den 7en tot Regensburg, den
8en tot Passau, den 9en tot Enns en den
laatsten dag bereikte de ruiter na een rit van
140 K.M. Weenen. Van bier was hij een
eindweegs tegemoet gereden door luitenant
jhr. H. A. van Reigersberg Versluijs, die bij
de Rijschool te Weenen is "gedetacheerd, en
eenige üostenrijksche officieren.
Ruiter en paard zijn in zóo uitmuntende
conditie aangekomen, dat Zaterdagmiddag
luitenant De Beaufort in tegenwoordigheid
van tal van Oostenrijksche en vreemde
officieren zijn paard in de open manége der
Rijschool in verschillende gangen en o.a.
in een vlotten galop kon presenteeren.
Over de uitstekende «Leistung" van paard
en ruiter spraken dan ook de aanwezigen hun
warmen lof en volle «Anerkennung" uit.
De le luitenant der infauterie J. C. A. Bos
Snlpke, sedert Juni 1899 op non-activiteit,
heeft thans ontslag uit den dienst gevraagd.
De heer H. A. Maas, stafmuzikant bij het
5e regiment infanterie, is benoemd tot kapel
meester van het le regiment huzaren te
Deventer.
Indien zulks vereenigbaar is met de be
langen van den dienst, zal hij nochtans
Directeur blijven van het symphonie-orkest
«Jubal".
De plaats waar de officieele Kei-ct
den steen wenscht te doen opstellen, is he-
77.
Hun beide families waren door de Engelscben
meegenomen, hadden dien nacht bij het kamp moe
ten doorbrengen en bij het wegtrekken der Engel-
schen reden ze op een wagen in de achterhoede.
Tot onze Terbazing hadden de Engelscben geen
huizen afgebrand.
Om dien nacht zeker te zijn tegen een aanval
werd er tegen donker opgezadeld en trokken we
naar de plaats van Stoffel Swart om den volgenden
ochtend door te gaan naar de plaats van Stoffel Vil-
joen, gelegen tusschen Boscbboek en Swagershoek.
In den middag kwam wachtmeester Snij man terug
van Witpoort, waar generaal Viljoen met zyn com
mando gelagerd was. I)e wachtmeester vertelde, dat
de vijand op 'toogenblik gekampeerd was te Dull-
stroom en een lyditb-kanon op Suikerboschkop had
geplaatst. De menschen van generaal Viljoen wa
ren met den vijand in aanraking geweest, maar door
artillerievuur genoodzaakt, terug te trekken. Boven
dien sleepten de Engelscben de op den tocht ge
vangen vrouwen en kinderen met zich en gebruik
ten die als een soort van bescherming, zcodat voor
ons het aanvallen byzonder moeilijk was.
Van den 8sten tot den 11 Juni kampeerden de
Engelscben bij Oshoek en waren zy al dien tijd van
de vrouwen en kinderen vergezeld terwyl dezen met
het leger den trek van uit Swagerahoek over Dull-
stroom hadden moeten meemaken. We waren te
weinig (slechts een 50 man) om iets tegen den vij
and te doen en generaal Viljoen, die een kleine dui
zend man onder zich had, vond bet evenzoo beter
om Khaki niet rust te laten. Den 12den Juli brak
Khaki op, trok langs de plaats van Moolman en
en we zagen weldra de twee daar staande huizen in
vlammenvan daar ging het naar Stoffel Swart,
waar de vrouw met haar kinderen werd opgeladen,
om daarna het huis evenzoo in brand te steken;
het zelfde lot ondergingen een drietal huizen in Swa-
gersltoek. We begrepen nu, waarom onze humane
en beschaafde vijand eerst de huizen onverbrand
had gelatenze wisten natuurlyk zeer goed, dat ze
terugkwamen en dau gelegenheid zouden hebben,
hun verwoestingswerk uit te voeren. Dien avoud
kampeerden ze in Swagershoek om den volgenden
dag met hun buit (bestaande uit vrouwen en kin
deren) na een tocht vol verwoesting naar Lijdenburg
te gaan.
Den 13deu Juli vertrokken de commandant met
zijn staf en de predikant (deze laatste was den laatsten
tyd voortdureud by ons geweest) naar veldcornet
De Beer, terwyl wy weder uaar de plaats vau Stoffel
Viljoen trokken. Hier kreeg de veldcornet een brief
van een vrouw, wier man in April had „gehandsupt",
maar die zelf met haar kinderen buiten was ge-
bleyen. In den brief verzocht zy den veldcornet, den
Engelacheu autoriteiten te vragen haar toe te staan,
het dorp in te komen, hoofdzakelijk omdat zij een
jong kind had, dat uitsluitend vau geitenmelk leefde
en de Kaffers haar geiten den vorigen nacht ge
stolen hadden. Bovendien waren hun kleederen zoo
goed als versleten en was het niet mogelijk, aan
nieuwe te komen. We stuurden daarom haar verzoek
naar Lijdenburg en kregen antwoord terug, dat de
vrouw met haar kinderen Donderdag den léden Juli
om 12 uur by de plaats Hoppe moest wezen, waar
ze door de Engelschen in ontvangst zou worden ge-
men. We beschikten over twee karren, die voor deze
gelegenheid gebruikt werden, eu maakten daarmee
bepaald indruk. Bij de plaats van Hoppe aangekomen,
was daar niemand, maar we werden opgemerkt door
de bezetting van het fort, dat dicht by op een bult
stond. Dadelijk kwamen er twee soldaten, waarvan
een een handdoek als witte vlag boven zyn hoofd
zwaaide. Die lui waren erg verbaasd ons te zien
en vroegen ons of we Boeren waren, die zich onder
de bescherming der Engelscho vlag kwamen stellen.
We haastten ons natuurlyk, daarop ontkennend te
antwoorden en vertelden hun de reden van onze
komst. Hoewel ze hiervan totaal geen kennis hadden
gekregen, waren ze goed geuoeg. ons tegeloovcnen
zeiden ons, dat het beste zou zijn, ecnig geduld le
oefenen, daar ze er niet aan twijfelden, of er zou
weldra iemand uit Lijdenburg komen. Na een klein
uur kwam er een trolley, ender geleide van een paar
soldaten eu een kapitein, waarop dadelijk werd
aangevangen met het overladen van het goed, dat
we per ossenwagen vooruit hadden gezonden. We
keuvelden tijdens het overladen heel gezellig met
den kapitein, die onder meer vertelde, dat het leger
van generaal De Wet verrast was, waarbij President
8toyn eene „nauwe entkomiug" had gehad en in zyn
hemd ontvlucht was. Uit latere rapporten bleek dit
verhaal sterk overdreven en dat de ontvluchting in
een hemd in 't geheel niet waar was.
Om 3 uur was alles opgeladen en na van de
familie afscheid te hebben genomen, gingen we over
Swagerahoek terug in plaats vau over Bosohhoek,
omuat de weg, hoewel niet zoo goed, veel korter was.
Dien avond arriveerde waarnemend assistent gene
raal Moll, die op bezoek bij generaal Viljoen was
geweest; hij verraste ons met de mededeeling, dat
het generaal Viljoen behaagd had, commandant
Schoeman, veldcornet Joubert, veldcornet Tante en
veldcornet Swart te schorsen. De burgers waren hier
over zeer ontevreden en vooral niet ingenomen met
het plan van den heer Moll, ons een veldcornet uit
Krugerspost te zenden. Indien het absoluut beslist
was, dat er nieuwe officieren benoemd moesten
worden, dan wilden zy dat zelf doen en den heer
Moll werd aan 't verstand gebracht, dat men weigeren
zou, den door hem aaugestelden veldcornet te ge
hoorzamen. De heer Moll was vreeselijk boos, maar
daar stoorden de burgers zich weinig aan; men kwam
eindelijk tot een schikking, dio hierin bestond, dat
luitenant Erasmus voorloopig de plaats van veld
cornet Joubert zou innemen, tot tyd en wijle generaal
Viljoen, dio binnenkort de verschillende commando's
iu Lijden burg zou komen bezoeken, hieromtrent zou
beslissen.
Met onzo paarden begon het er slecht uit te zien;
wo waren midden in den winter, zoodat er geen
gras was, en de mielies begon ook op te rakeu,zoo-
dat het beetje, dat er nog was, bewaard moeBt blij ven
voor ons zei ven om er mieliemeel van te malen. We
trokken daarom den 23sten Juli naar Swagershoek,
waar nog oen weinig gras stond en liet ook niet zóo
vreeselijk koud was. We sloegen ons lager op by een
winkel, die wel geplunderd, maar niet verbrand was
(een zeldzaamheid) en waarvan de stoep was opge
broken; men beweerde, dat de soldaten ouder de
stoep naar geld gezocht hadden, meenend, dat de
eigenaar van deu winkel het daar begraven bad.
Den volgenden ochtend arriveerden commandant
Schoeman, veldcornet Swart en twee burgers van
Krugerspost. De beide eersten hadden reeds kennis
gekregen van hun schorsing, terwijl de beide burgers
op weg waren naar generaal Viljoen meteen memorie,
waarin de bnrgers van Lydenburg den generaal kennis
gaven, dat ze te eenen male weigerden onder een
rieuwen commandant te staan en den heer Schoeman
als zoodanig bleven erkennen. Alleen wanneer door
een bevoegden krijgsraad na degelijk onderzoek be
slist werd, dat de commandant zich zoodanig had
gedragen, dat zijn schorsing noodig was, zouden ze
gewillig ziju een anderen commandant te kiezen.
De twee burgers, die dieu ochtend als brandwachten
waren uitgereden, bleken, toen de tyd van hun af
lossing gekomen was, spoorlooB verdwenen, en er
werd verondersteld, dat ze waren gaan „handsup".
Bang zijnde voor verraad, wilde de commandant
dien nacht niet op de oude plek blijven en trokken
we na donker terug tot bij de plaats van Stoffel Swart.
We rekenden er stellig op, den vyand des ochtends
in Swagershoek te zien, maar tot onze verwondering
was dit niet het gevt.. Wel berichtten onze brand
wachten ons een dag daarna, dat de vijand teSpite-
kop was en naar Swagershoek optrok.
Dadelijk reden we uit en kwameu weldra in aan
raking met hem, waarbij 7 paarden in onze handen
vielen, terwyl by den terugtocht van Khaki een he-
liografist door twee artilleristen gevangen genomen
werd. Na zijn twee paarden en zijn instrumenten
te hebben geconfisceerd, werd de telegrafist losgela
ten hem toegestaan, zijn „bad luck" aan zijn kame
raden re gaan vertellen. Dien nacht trokken wij
terug tot bij de verbrande plaats van Moolman,
terwyl de vijand zijn kamp ontsloeg bij Spitekop.
Reeds vroeg dien ochtend kon men Khaki de
bergen bij Swagershoek zien bezetten, terwyl wy on
der leiding van generaal Viljoen, die den vorigen
middag was aangekomen, posities innamen op den
kop bij het huis van veldcornet Joubert. Ik was
van meening, dat, nu generaal Viljoen aanwezig
ras, er Hink gevochten zou worden, maar nauwelijks
hidden de Engelschen ons onder kanonvuur geno
men, of de generaal oordeelde, dat onze posities te
onveilig waren en gaf order, naar Oshoek terug te
trekken. Hierdoor werd de weg voor Khaki vrij,
die nu snel doortrok tot bij Geinsbokspruit, terwijl
wij naar Stoflel Swart trokken om daar een soort
volksvergadering le houden.
De generaal hield den volgenden dag een soort
toespraak, waarin hij beweerde, zeer onaangenaam
to zijn getroffen door deu geest van onwil en verzet
onder de burgers eu dat het bezigen van uitdriik-
kingen als„we willen uiet en zullen niet" gelyk
stond met het plegen van verraad.
[Wordt vtrvolf/d.)