Zaterdag 30
Mei 1903.
No. 5352.
52e Jaargang.
Stadsnieuws.
Feuilleton.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/-1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkloten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
BURGEMEESTER cd WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat met
intrekking van het verzoek van J. HONNEF,
d.d. 16 Klei 1903, een door de vereeniging de
drukkerij „Vrede" ingediend verzoek, met bij
lagen, om vergunning tot het oprichten van
eene drukkerij, te drijven door eene gasoline
motor van drie paardekrachten in het perceel
alhier gelegen aan de Scbimmelpenninckstraat,
Wijk H. no. 41, bij het Kadaster bekend onder
Sectie A. no. 1773, op de Secretarie der Ge
meente ter visie ligt, en dat op Donderdag, den
11 Juni aanstaande, des voormiddags te half elf
uren gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven
om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of
van een of meer zijner leden, bezwaren tegen
het oprichten van de inrichting in te brengen.
Amersfoort, 28 Mei 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. Tn. SANDBERG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
brengen ter algeraeene kennis, dat zij, in ver
band met een verzoek van het Kerkbestuur der
parochie van O. L. Vrouw te Amersfoort, tot
ruiling van grond aan de Breedestraat en de
Elleboogsteeg, overwegen om aan den Raad voor
te stellen een strook grond groot omstreeks
22*/» c.A. over te nemen, een gedeelte van die
straten te verbreeden op de wijze als in roode
kleur is aangegeven op eene schetsteekening,
welke ter Secretarie ter inzage ligt, en in ruil
daarvoor af te staan een gedeelte van de Bree
destraat groot omstreeks 233/ioo c.A., hetwelk
in grijze kleur op genoemde teekening is aan
gegeven.
Zij, die tegen eene eventueele onttrekking van
dit laatste gedeelte aan den openbaren dienst
bezwaren hebben, worden uitgenoodigd, deze
schriftelijk in te dienen voor 6 Juni a.s.
Amersfoort, 29 Mei 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
De ondergeteekenden gevoelen zich ge
drongen, hun hartelijken dank te betuigen
aan allen, die hebben medegewerkt om aan
Schetsjes uit den Zuid-
Afrikaaiiscken Oorlog,
door
»UOK TER".
de militairen en de politie een bewijs van sym
pathie te geven voor de uitstekende wijze,
waarop zij in de moeilijke dagen van April
bun plicht hebben weten te doen.
Het is hun aangenaam te kunnen medc-
deelen, dat zij door dien grooten steun in
staat zijn gesteld om aan de betrokkenen
niet alleen sigaren uit te reiken doch ook
een blijvend aandenken, bestaande in eene
zilveren gedenkpenning, voorzien van het
wapen der Gemeente en het randschrift:
«Trouwe plichtsbetrachting. April 1903". Aan
de keerzijde staat: «Hulde van de Amers-
foortsche Burgerij".
Bij elke gedenkpenning is een étui gevoegd.
WUIJTIERS.
E. L. VISSER.
CELOSSE.
B. W. TH. SANDBERG.
Amersfoort, Mei 1903.
Ds. Genouy, Waalsch predikant te
Utrecht, hoopt morgenavond te half acht in
«De Zaaier" de godsdienstoefening der Wa
len hier ter stede te leiden.
Het begon er voor ons tuinder voordeelig uit te
zien; de Kuilers waren uilen op tauu hoede en uit
stekend gewapend, terwijl «le klooi zoo smal was,
dat men gemakkelijk van den eeuen kant naar den
anderen kant kon schieten. Zoolang we ons in het
struikgewas konden schuil houden, giug het goed,
msiar zoodra wo zichtbaar werdeu, beschoten de
knilers ons van beide kanten. Zij hadden een fort
?;ebouwd op don borg, waar het pad naar Lijdenburg
angs liep; de kloof werd hier nauwer en het struik
gewas zeldzaam, zoodal we ons hier geheel aan hun
vuur moesten bloodstellen. Een 6tal jonge Boeren
trachtten het lort te stormen, maar werden terug
geschoten, terwijl een in de lies gewond werd. De
gewonde verder meenemen, was onmogelijk, waarom
hij onder geleide van twee man teruggezonden werd.
We kwamen verder zonder ongelukken deze plek
voorbij, door eerst do helft te laten gaan, waarbij
de acnterblyvonden het fort onder vuur namentoen
de eersten oen bedekte stelling hadden ingenomen,
namen dezen hot fort onder vuur om de aebtorhoede
in de gelegenheid te stellen voorwaarts te komen.
Het was bij twaalven eer we bij het laatste be
woonde huis aankwamen; lot onze verbazing zagen
wij niets van do menschen, die van de zijde van
Krugerspost zouden komen, zoodat we begonnen te
twijfelen of het wol naar wonsch gegaan was. Er
werden daarom drio monschcn verder gezonden met
het doel om tc zien, ol" onze menschen ook soms
hij de kraal van den Kailorkaptein waren achtorge-
Mejuffi'ouw C. J. C. van de Ven slaagde
bij het examen voor de ucte als onderwij
zeres; mejuffrouw J. de Vries behaalde «le
acte vrije- en orde-oefeningen.
Paardenarts 2e klasse F. Laméris is be
vorderd tot paardenarts le klasse; 1e lui
tenant G. K. Müller, van de Cadettenschool,
is overgeplaatst bij het regiment grenadiers
en jagers.
Ook na twaalven heeft het Kei-feest, dat
zoozeer in den lande de aandacht heeft ge
trokken, een uitstekend verloop gehad,
Tegen het middaguur nam de drukte op
straat hand over hand toe; hier een ge-
costumeerde die een proefrit hield op zijn
paard of in een «karos" ginds een lange*
sleep schoolkinderen die een grooten steen
voorttrokken de café's overvol, de koek
en bakkerswinkels bestormd overal kiek-
jesmakende menschen (hopen we, dat alle
amateur-photographen óen afdrukje zenden
naar «Flehite")een pret van belang.
Juist op tijd vertrok de optocht; de com
missie en de costumiers hebben wonderen
gedaan om de anonymi zóo snel te trans-
formeeren.
Het eerst werd halt gehouden voor het
huis van den Burgemeester, waar de dor-
stige keelon werden gelaafd, en in goede
orde ging het vervolgens de stad door, den
langen weg, bijna zonder rust. Slechts de
geweldige onweersbui, die om 3 uur, toen
de stoet juist op den Hof was, het sein gaf
tot een algemeene vlucht in café's en win
kels, gaf een beetje verpoozing. Op tijd
ook bereikte men de Varkenmarkt, waar
de «echte" steen nu de plaats innam van
den «namaak".
Daar was eerst wel wat gedrang omdat
het publiek rauar niet wilde begrijpen, dal
het weg moest om ongelukken te voorkomen,
evenals bij het Politie-bureau waar men
ruimte moest hebben om liet gevaarte (de
steen meet 2.70X2.40X1.25 M., heeft aus
een inhoud van rond 8 M3. en een gewicht
van 28 000 K.G.) te doen passeeren zonder
dat een ongeluk geschiedde, doch zonder
iemand eenig letsel te bezorgen, kwam de
kei bij zijn plaats, ontvangen door liet col
lege van Burgemeester en Wethouders en
de bijna voltallige oflicieele Kei-commissie.
Everhard Meyster hield hier de volgende
toespraak
Edel Achtbare Heeren Burgemeesteren,
Schepenen en Raderi, Burgers van Amers
foort,
Naderaaal gij, waarde medeburgers, my in
de gelegenheid hebt gesteld den beroemden
Keselsleen, reeds in eene resolutie van Zijne
Keizerlijke Majesteit Karei den Vijfde ge
noemd, te sleepen binnen de wallen van onze
alom om hare schoonheid beroemde veste,
voel ik mij gedrongen, U van deze plaats
op dit heerlijke oogenblik een woord van
dank toe te spreken.
U vooral, lieve vrienden, die hebt mede-
ga werkt tot het vereeuwigen van mijnen naam
en mij hebt geholpen in het winnen mijner
weddenschap, mijnen hartgrondigen dank.
Door de groote ordelijkheid door u be
toond langs den door ons gevolgden weg,
hebt gij dezen tocht tot een zegetocht ge
maakt weshalve ik, Everhard Meyster, u den
eernaam wensch te schenken van «Amere-
foortsche Keieutrekker", met het verzoek diei^
wel te willen aanvaarden.
U Edel Achtbare heeren wensch ik geluk
met den dag waarop de U en ons allen
dierbare stad een dergelijk kostbaar aan-
trekkingspunt is rijker geworden. Gij toch
zult met mij willen aannemen, dat deze kost
bare steen gansche scharen vreemdelingen
zal lokken naar de dierbare plek waarop
onze wieg eens stond, en dat zulks ten voor-
deele zal strekken van de neringdoende
burgeren dezer veste.
Ik verzoek U dan ook bij deze, den Kei
te willen aanvaarden en beveel hem in Uwe
alvermogende bescherming aan.
Aanvaardiook deze oorkonde en geef haar
eene plaats in Uw archief, opdat deze ge
denkwaardige dag voor immer aan de ver
getelheid worde ontrukt.
Nog éen enkel woord tot U, lieve helpers,
Tijgt roet mij naar de herberg «De Arend"
alwaar ik Uwe door den langen weg en
schoonen zang droog gewerden keelen met
gerstenat wensch te laven om u vervolgens
teontbalen op mijne zoo geliefde krakelingen".
De Burgemeester en Overste Heldring,
Voorzitter van «Flehité" en do Kei-commissie,
beantwoordden do toespraak met een enkel
woord, doch de geenstumeerde keitrekkers
maakten zéo'n kabaal, zongen zóo dapper,
dut do hoeren niet te verstaan waren.
Na hot inleveren der costumes in «De
Arend" en het onthaal op gorstonnat, krake
lingen en «Keitjes" van «Do Moor", gingen
de deelnemers aan dezen optocht huiswaarts
om 's avonds in «De Kroon", waar «Ajax"
weer veel moois te zien gaf, of in «De Arend",
waar «Ons Genoegen" haar beste beentje
voortzette, recht veel pret te hebben.
De «Amerefoortsche Muziekvereeniging"
gaf een goed bezocht concert op het terras
van «Amicitia" en heeft zich prachtig ge
houden, al heeft ze te veel van haar krachten
gevergdwant na het concert van 's ochtends,
den optocht mee te maken, was al buiten
gewoon vermoeiend.
En in de stad overal de prettigste stemming
geen ongebondenheid, geen vechtpartijen.
't Echte volksfeest heeft een prachtig ver
loop gehad en de Feest-commissie heelt alle
eer van haar werk.
bleven. Na een uur kwam een der burgers terug mot
het bericht, dat er van witmensclien niets te ziou
was, maar dat het by de kraal wemelde van KatlerB,
en dat een van de drie gewond was door een schot
door de borst. De kogel was bij de linkerzij in- en
de rechterzij uitgegaan de gewonde was op 't paard
gezet, maar er telkens algevalleu, zoodat genoemde
burger hulp kwam halen om, indien noodig, den
patiënt te dragen. Dit was een ernstig ongeval; op
hulp van de zijde van Krugerspost viel niet meer te
rekenen en was het noodig den gewonde tedrageu,
dan zouden we onmogelijk vóór donker de kloof uit
kunnen wezen, en was het waarschijnlijk, dat do
Kaffers een nachtaanvaal zouden maken. Bovendien
moesten vrouwen en kinderen nieegAomen worden,
daar het byna zeker was, dat nadat we zooveel
Kaffirs hadden doodgeschoten, de andere Kaffer»
vrouwen en kinderen zouden vermoorden.
We zeiden de vrouw van Wiuterbacb, die het
laatste, huis bewoonde, ziel» met haar kinderen gereod
te maken om, zoodra de gewonde arriveerde, te
kunnen vertrokken. Ze was juist gereed, toen de ge
wonde aankwamhy was in zoover bijgekomen, «lat
hij stapvoets kon ryden. We lieten hem met twee
man vooruitgaan, terwijl wjj de Kaffers, die diebt
bij hot huis iu do bergen positie hadden genomen,
onder vuur hielden. Daarna ging een ander troepje
met ieder een vrouw of kind achter zich op 't paard,
terwijl een 6tal Boeren aobter bleven om de Kaffers
te beschieten. Niettcnstaande dit werden we op eou
plaats, waar we dicht langs den berg moesten rijden,
nevig beschoteu, waarbij het paard, waarop kleoren
en andere zaken van do familie was gepakt, werd
doodgeschoten. Hot zou te gevaarlijk geweest zijn,
dit pakgoed op eon ander paard te laden (trouwens
was er geen ander paard beschikbaar) zoodat hot
goed in den slag bleef.
In 't geheel hadden we 5 vrouwen en 27 kinderen
uit te brengen, waarbij nog zeer jonge kinderen. We
lieten de families zooveel mogelijk in de wallen van
de rivier schuiling nemen, waardoor we maar lang
zaam vorderden; bovendien was hot noodig. dal oveu-
als op do heenreis, eon troepjo naar voren ging,
stelling nam on do Kaffers beschoot, waarna de rest
volgde. Een der gewonden dreigde ook telkens flauw
to vallen en moest dan eerst weer bijgemaakt worden
eer we verder konden gaan. Het was een angstige
dag, waarbij de angst nog vermee.'derd werd door
de vrees, dat een der vrouwen of kinderen zou
getroffen worden.
Waren do Kaffers minder bang geweest en hadden
ze den moed gehad, in hinderlaag te gaan liggen,
dan zou er van ons heole klompje, vrouwen en
kinderen incluis, niets terecht gekomen zijn. Godo
zij dank, bleven ze in de bergen en vergenoegden
ze zich van daaruit ons onder vuur le nemen.
Om 5 uur bereikteu wo het einde der kloof zonder,
wonder boven wonder, verdere gewonden te hebben
bekomen. Er werd nu oen uur afgezadeld, waarna
we opnieuw op marsoh gingeD. We moesleu uainolijk
naar Rooikrane, daar wo voor do vrouwen, kinderen
en de gewonden een onderkomen moeston hebben
on dit alleen daar te viuden was.
Tueschen Diepgezet en Rooi krans waren allo huizon
verbrand, en men liep daar ook govaar van de Kaffers,
Om 11 uur 's avonds kwamen we to Rooikrans
aan, allen dankbaar, dat bot zoogoed wasafgeloopon.
Er waren u i. enkele oogeublikken dien dag geweest,
waarin we twijfelden of wo nog wol de kloof zouden
uitkomen. Ook dachten we aan de mogelijkheid,
dal de Kaffers eou boodschnp naar Lijdenburg haddon
gestuurd en dat we het einde der kloof door do
Engelsohen zouden bezet vindon. Golukkig was dit
niet liet geval geweest,
Do twee gowotideu kwamen ondor behaudeling
van den dokter, die hot hospitaal te Touteldor be
heerde; hot giug mot hen zóo good, dat na drie
weken de dokter hen ontsloog on totaal niet moor
naar hen behoefde om to kijken. De vrouwen
werdeu te Morgenson onder dak gebracht ou waren
zeer blij, do Kaffers ontkomen te zjjn, hoowol ze nog
lang daarover klaagden, dat zo al hun bezittingen
aan de vernielzucht dor Kaffers haddon moeten over-
laton.
Den 7den November, don dag waarop we weor
naar Krugerspost lenig zouden gaan, kwamen van
daar twee rupportgangers, die ons vertelden, dat het
voor do mensohon daar onmogelijk was goweest,
Men schrijft aan «De Telegraaf":
Bij het 5e heerscht gebrek aan hoofdoffi
cieren; want:
lo. de kolonel-regimentscommandant Koole
mans Beijnen is reeds sedert eenige weken
met verlof, in afwachting van de door hem
aanvraagde non-activiteit;
2o. de majoor Vos, commandant van het
2e bataljon, die het bevel over het regiment
waarnam, heeft zich ziek gemeld en zal ten
gevolge van een kneuzing aan het been,ge
kregen bij een val met zijn paard tijdens een
van de zoogenaamde kleine manoeuvres in
Waterval in te trekken, wegens het groot aantal
Kaffers in Klipkloof, die over zijn geheele lengte
door doorntak-versperriugen ontoegankelijk was ge
maakt. Het was nog donker, toen ze bij de kloof
aankwamen en van alle kanten zoodanig beschoten
worden, dat er een paniek ontstond en ie hals over
kop terug vluchtten.
De commandant vertrok dien avond met twaalf
man mot hel plan dien nacht langs Lydeuburg naar
Krugerspost te gaan. Het had den gauschen dag
bard geregend en ook dien avond stortte het. Toen
we by de Spruit kwamen, was dezo volhet water
stond lot aan den rand van do wallen, zoodat het
onmogelijk was, er door te komen. In een vveeselijk
onweer namen we do terugreis aaude paarden
weigerden nu en dan voorwaarts te gaan, waardoor
er gevaar bestond van uit elkaar te raken, temeer
daar hot helsch donker was. Ecu paar koeren sloeg do
bliksem by ons neer, zoodat wo moor dan blij waren,
toen wo het huis van Jnnkowitz bereikten en een
onderkomen vonden, waar wo tot by hel aanbreken
van den dag bleven en daarna naar Spioeukop
trokken. De regen had opgehoudendo commandant
besloot, dion dag op dun kop to bljjven en den
nacht opnieuw te probeeron door to ga»n.
We kochten een bok van een Kaffer, dio onder
den berg woonde, hoewel hy maar half gewillig was
dit lo doen. Dit is waarschijnlijk voor hem een re
den goweest, ons aan den vyaua to vorraden, waar
van hot gevolg was hot avontuur, dat ons dien avond
overkwam on dal ik myn loven lang niet zal ver
geten.
Do avond brak aan; do paarden worden opgeza
deld on zonder aan iets bijzonders te denken, bega
ven v, o ons op weg.
Jankowitz wuh gepasseerd en weldra zouden we
do Spruit bereiken, die otfa den vorigen avond den
weg had versperd. Ik reed naast den commandant,
die juist tegen mij zoido, dat hol beter ging dan
gisteren, toen wo tusschon twee kopjes door moes
ton dio met grooto klippen bedekt wareu, welke
tot by het pad lagen.
.CHVdt.sgrvflgd.)