Dinsdag 9
Juni 1903.
No,
5354;
52e Jaargang.
Feuilleton.
Stadsnieuws.
PHOEMX - BROUWERIJ.
H. MEÜRSING Co. AMERSFOORT.
Export naar Oost- en West-Indië.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
tranco per post f 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 45 cent. Reclames 4—5 regels 4.25; eikeregel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 40 cent.
By advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
13" Zij, die zich met in
gang van 1 Juli op dit blad
abonneeren, ontvangen de tot
dien datnm verschijnende
nmnmers gratis.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving, op
genomen in het Provinciaalblad van Utrecht,
No. 81 dezes jaars, ter kennis van belangheb
benden, dat in de Gemeente Snelrewaard een
geval van MILTVUUR is voorgekomen.
Amersfoort, 8 Juni 1903.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat vol-
Sens mededeeling van den Minister van Staat,
linister van Oorlog, schietoefeningen zullen ge
houden worden van bet fort nabij den Hoek
van Holland op de onderstaande data
a. op 10, 11 en 12 Juni en zoonoodig op 13
en 15 Juni 1903
b. op 17 en zoonoodig op 18 en 19 Juni 1903.
De schietoefeningen op 10, 11 en 17 en zoo
noodig op 18 en 19 Juni worden gehouden in
een driehoek gevormd door het fort, eeneroode
vlag op den wal bez. het zeegat en eene roode
vlag op het uiteinde van den Zuiddam.
Deze vlaggen zyn ongeveer 3100 M. van het
fort verwijderd.
De schietoefeningen op 12 en zoonoodig op
13 en 15 Juni worden gehouden op een drie
hoekig terrein, waarvan de hoekpunten zijn het
fort, een punt in zee 500 M. bew. den wal van
Oostvoorne, op 9000 M. Z.W. van het fort, en
een schip meer Noordelijk gelegen, voerende eene
roode vlag aan deD mast op ongeveer 9000 M.
van het fort.
De zyden van den onveiligen driehoek zullen
kenbaarder gemaakt worden door vlaggen op den
Hoek van Holland en door een schip met een
vlag aan den mast liggende op ongeveer 5000 M.
van het fort.
Bij de schietoefeningen zullen eon of twee
stoombooten dienst doen om te waarschuwen en
zoonoodig 9leephulp te verleenen aan kleinere
(zeil)vaartnigen om buiten den onveiligen drie-
boek te komen.
Op de dagen waarop gevuurd wordt, zal van
het fort eene roode vlag waaien van minstens
éen uur vóór den aanvang der oefeningen tot
het einde daarvan.
Amersfoort, 8 Juni 1903.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Schetsjes uit den Zuid-
Afrikaanschen Oorlog,
door
tDOKTER".
Den 26sten Maart vertrokken we met generaal
Muller, die in de plaats van generaal Ben Viljoen
was aangesteld en in bet Pelgrimsche de verschil
lende commando's bad bezocht, van Sabi over de
Graafbergen en van daar door de rij blokhuizen in
den nacht van 27 op 28 Maart naar Steenkamps-
berg.
Overdag bielden we verbluf by de plaats van Piet
Joubert, waar stal en wagenhuis nog overeind ston
den, en men by regen in kon schuilen. De nacht
werd echter altijd op de eene of audere afgelegen
plek in een der koppen doorgebracht om zeker te
weien niet by verassing door Kbaki bezocht te wor
den. We waren erg voorzichtig geworden doordat
den 26sten Februari bet lager van het Middelburg*
commando, ondar commandant Trichardt, onder lei
ding van eenige „National Scouts" in den nacht
door een groote macht Engelschep was overvallen,
met het ongelukkig gevolg, dat er 60 burgera in
handen van den vyand vielenden commandant
mot 27 men8chen gelukte het te vluchten.
Vol verlangen oagen we in die dagen uit n«ar
eenig bericht van de Begeering; ODze nieuwsgierig
heid werd echter niet bevredigdwel liepen er al
lerlei geruchten, maar zóo onzinnig, dat men die
niet gelooven kon. De commandant, die 600 pond
van generaal Muller had ontvangen om daarmee
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien de aanschrijving van den heer Com
missaris der Koningin in de provincie Utrecht
van den 2. Juni 1903, No. 3 AZ., (Provinciaal
blad No. 80), betreffende de toelating van vee,
bestemd voor de landbouwtentoonstelling te
Winterswijk.
Gelet op de Koninklijke besluiten van 8
December 1870 (Stbl. no. 194), 14 Augustus 1888
(Stbl. no. 142) en 2 Februari 1902 (Stbl. no. 15).
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
ten aanzien van den invoer van rundvee, schapen,
teiten en varkens, bestemd voor de van wege
e afdeeling Winterswijk der Geldersch-Overijsel-
sche Maatschappij van Landbouw op 9, 10 en
11 September e.k. te Winterswijk te houden
internationale landbouwtentoonstelling, afwijking
van de verbodsbepalingen, vervat in de eerstge
noemde twee Koninklijke besluiten, wordt toe
gestaan onder voorwaarde:
a. dat aan het le kantoor worde overgelegd
eene verklaring van het bestuur van voornoemde
afdeeling, ten bewijze, dat de dieren, waarvan
de soort, het aantal en het signalement te ver
melden zjjn, voor bedoelde tentoonstelling zijn
ingeschreven
o. dat de dieren van het le kantoor naar
Winterswijk worden vervoerd per spoor, zonder
overlading, en afgescheiden van ander vee;
c. dat de dieren, voorzooveel zij na afloop der
tentoonstelling hier te lande mochten blijven,
niet in het verkeer worden gebracht dan na door
den districts-veearts te Zutphen of een zijner
plaatsvervangers te zyn gekenrd en gezond be
vonden.
Amersfoort, 9 Juni 1903.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Barchman Wuijtiers van Vliet en W. Kleber
J.Jzn., terwijl tot diakenen herkozen zijn de
heeren W. van Esveld Rzn. en T. van Daal.
De voorjaarsvergadering van het Classicaal
bestuur van Amersfoort zal 24 Juni hier
worden gehouden.
Onder meer zullen worden behandeld de
voorstellen voor de Algemeene Synode. Verder
zal worden voorzien in de vacatures die zullen
ontstaan door het aftreden van de volgende
heeren: ds. G. van Kempen, predikant te
Westbroek, als scriba, en zijn secundus ds. H.
H. Meulenbelt, predikant te Baarn; ds. W.
H. Stegenga, predikant te Oud-Loosdrecht, en
zijn secundus dr. G. Vellenga, predikant te
Nieuw-Luosdrecht; J. B. de Beaufort, oud
ouderling te Woudenberg, en zijn secundus
rar. H. J. H. baron Van Boetzelaer van
Oosterbout, oud-ouderling te
In de jongste vergadering van den Kerke-
raad der Ned. Hervormde gemeente zijn tot
ouderling herkozen de heeren J. van Botten-
burg en mr. P. J. F. van Voorst Vader en
gekozen in de vacaturen, ontstaan door het
bedanken door de heeren J. A. Bronsdijk en
C. J. van der Nagel, de heeren jhr. J. W. A.
Aangaande de quaestie over het opper
rabbinaat Amersfoort kan worden medege
deeld, dat de opperrabijn, de heer J. D.
Wijnkoop, aan de Centrale Commissie van
het Israëlietisch Kerkgenootschap een schrij
ven heeft gezonden om aan te toonen, dat
de bezwaren tegen de waarneming van het
opperrabbinaat door een Amsterdamsch rab
bijn ongegrond zijn en daarom verzoekt, om
het in November j.I. genomen besluit over
de onvereenigbaarheid van beide betrekkin
gen in te trekken.
Van andere zijde wordt geschreven
In het geschil van den rabbijn der Ned.
Israël. Hoofdsynagoge te Amsterdam, den beer
J. D. Wijnkoop, en de Centrale Commissie
voor de zaken van het N. I. Kerkgenootschap
is een commissie van zeven leden benoemd
om den Kerkeraad voorstellen te doen en
zulks naar aanleiding vau bet verzoek der
Permanente Commissie voor de zaken van
het N. I. Kerkgenootschap om den heer Wijn
koop uit te noodigen, of de functie van op
per-rabbijn van Amersfoort öf die van rab
bijn te Arasterdam neer te leggen, en, zoo
hij daaraan geen gevolg mocht geven, hem
als rabbijn te Amsterdam te ontslaan.
Het rapport van die commissie is thans
bij den Kerkeraad ingekomen.
De commissie is het in beginsel eens met
de Centrale Commissie, dat de ambten van
opperrabbijn in het ressort Amersfoort en
rabbijn te Amsterdam onvereenigbaar zijn. Zij
heeft met den heer Wijnkoop tweemaal ge
confereerd om hem dit onder 't oog te bren
gen en tot een bevredigende oplossing van
de quaestie te komen. Deze poging is echter
mislukt en nu stelt de commissie voor, den
heer Wijnkoop te stellen voor de keusóf
de betrekking te Amersfoort neer te leggen,
öf van 't bekleed en van het rabbin&at te Ams
terdam af te zien, en mocht hij binnen éen
maand geen besluit genomen hebben, hem
eervol van zijn betrekking als rabbijn te
ontheffen.
Sommige leden der commissie uit den
Kerkeraad betwijfelden, of de Kerkeraad het
recht heeft, den heer Wijnkoop ontslag te
verleenen en de commissie heeft daarom het
advies gevraagd van mr. J. Kappeijne van
de Coppelo, te Amsterdam.
De conclusie van diens advies luidt, dat
de Kerkeraad alleszins bevoegd is, het bewuste
ontslag te geven.
H. M. de Koningin reed Zondagmiddag
weder door een gedeelte der stad en nam
een kiekje van de Koppelpoort.
Heden passeerde H. M. bij een kort bezoek
aan »Het Loo", vanwaar Zij hedenavond op
»Soestdijk" terugkeert.
Indien de teekenen ons niet bedriegen,
dan zijn te onzent wettelijke maatregelen tot
bestrijding der oneerlijke concurrentie in een
niet ver verschiet te wachten.
Aldus het «Katholiek Sociaal Weekblad".
De Minister van Staat, Minister van Oorlog,
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat,
co m man deer-lie w ij sen in het Pelgrimsche te betalen,
had nog altyd zyn vertrek daarheen uitgesteld met
de hoop, spoedig iets te hooren. Den 12den April
besloot hy echter niet langor te wachten en ging
dien nacht doorwegens den slechten toestand van
myn paard kon ik niet meegaan en moest achter
bleven.
Ik ging me nu aansluiten bij de wacht van Hans
Grobler; deze wacht was daar geplaatst tegen de
Kaffers en bestond uit 15 man. Bond het huis was
een kraalmuur gebouwd om zich by een eventueele
aanval de Kaffers te kunnen verdedigen, on
's nachts werd er voortdurend twee aan tweo wacht
gedaan.
Het leven hier was voor mij echter niet zoo aan
genaam als b\j den commandant; als zyn Secretaris
wenl voor myu paard, enz. gezorgd, maar hier was
ik gewoon burger en moest ook als zoodanig dienst
doen.
Eiken dag gingen we met een ossenwagen uit om
kafferkoren te nalen tot groot leedwezen van de
Kaffers, die uit de bergen niet leede oogen moesten
aanzien, hoe wij het door hen gezaaide koren weg
haalden en aan onze paarden gaven. Een enkele
keer kwamen ze in verzet en schoten op ons, maar
öf de afstand was te groot öf, wanneer we dicht on
der hun bergen moesten oogsten, ging de helft vroeg
in den ochtend in de koppen positio nemen en
durfden ze dan niet Dader komen.
Den 25eten April kwam er eindelijk bericht van
de Regeering, waarnaar zoo hevig verlangd was, en
waarby aan de burgers bekend gemaakt werd, dat
Maandag 28 April een samenkomst zou worden ge
houden, waar de heeren Lucas Meyer en Krogh de
burgers souden inlichten. Omtrent de voorwaarden,
door de Kngeloohen gesteld, lekle het een en ander
uit, maar over 't algemeen wilde men er niets van
gelooven, daar het algemeene geloof was geweest,
dat we in staat souden syn, gunstige voorwaarden
te bedingen.
De 28ete April brak aan en vol spanning reden
we naar de vergadering. Nu zouden we hooren, wat
we konden verkrijgen na ruim 2'/, jaar onder de
wapens te zijn geweest en nadat velen alles hadden
opgeofferd, niet alleen al hun bezittingen, maar ook
vrouw en kindereu. Bitter was dan ook de teleur
stelling toen we hoorden onder welke voorwaarden
Engeland vrede wilde makenHeftige redevoeriugen
werden gehouden, waarbij het algemeene thema was
„onze onafhankelijkheid kunnen we niet afgeven".
Daarna werd er overgegaan tot het verkiezen van
afgevaardigden voor het Congres te Vereeniging. Hot
resultaat was, dat voor Lydenburg commandant
Schoeman en voor het Bosohburg-cominando generaal
Muller werd gekozen.
Ieder ging terug naar zyn commando of wacht,
hopende, dat bet den afgevaardigden zou gelukken,
betere voorwaarden te bediDgen, maar in zyn hart
vreezeDd, dat Engeland niet zou toegeven. Het waB
oen fout van het volk, toe te staan dat er vergaderd
zon worden om te beslissen of men onder de gestelde
voorwaarden vrede zou maken, ten minste alB ze
werkelijk meenden, hetgeen in de bijeenkomsten
werd uitgesproken, n.l. om de onaf haukeliikheid niet
af te geven. Was dit het geval geweest, dan had het
volk tegen de Regeering moeten zeggen„kom terug
wy sturen geen afgevaardigden om over dergelijke
voorwaarden te beraadslagen"; waren eenmaal de
afgevaardigden te Vereeniging bij elkaar, was het
einde daar en ik voor mij geloof, dat Engeland dit
heel goed heeft ingezien en daarom geen bezwaar
had, het volk leden voor een conferentie te laten
kiezen. Het verlangen naar vrede werd nu zeer sterk
en hadden de afgevaardigden beslist om den oorlog
voort te zetten, dan ik hen er zeker van zou
binnen korten lijd de helft vau de nog strijdende
burgers de wapens hebben neergelegd.
Er was door den heer Lucas Meyer in de bijeen
komst gezegd, dat tijdens de verkiezingen de vijand
niet zou uittrekken, zoolang de Boeren hen Diet
lastig vielen. Wo zagen allen van opinie, dat we,
zoolang de verkiezingen en de onderhandelingen
■ouden duren, geen hinder ven Khaki zouden hebben
en toen we dan ook den 8sten Mei bericht kregen,
dat de vijand tusschon Belfast en Dullstroom ge
kampeerd waB, namen we er eigenlijk maar weinig
notitie van en dachten, dat ze den volgenden dag
rustig naar Lydenburg waren trekken zonder ons
lastig te vallen.
Ilc waa den volgenden ochtend op weg naar een
E laats, ongeveeT een kwartier rydens, om daar een
ezoek af te leggen en reed met veldcornet 8choeman,
die op die plaats logeerde, toen we een paar schoten
hoorden en tevens een ruiter in vliegenden galop
zagen aankomen. We begrepen, dat er iets verkeerds
was, waarom do veldcornet zoo snel mogelijk door
ging en ik rechtsomkeert maakte om den voorman
der wacht en de familie te waarschuwen. Bij het
huis vau Grobler aangekomen, was daar de Boer
reeds, die de schoten gelost had en door ons gezien
was; hij vertelde, dat de vyand in grooten getale en
anel trekkende aankwam en binnen een uur bier
kon wezen. De pakmuilen werden beladen, bet vee
van den hoer Grobler by elkaar gebracht en binnen
het uur trokken we de bergen in, dicht bij Roos-
sehekal.
De Engelschen schenen geen plan of lust te hebben,
ons in de bergeu te uchtcrvolgen en bepaalden zich
al bet rondloopendc vee by de huizen, als varkens,
eenden, kippen, enz. te dooden, en het nog aanwe
zige voedsel te vernielen. Wel protesteerden de
vrouwen hiertegen, er op wijzend, dat het waar-
sohyulyk spoedig vrede zou wezen, maar dit hielp
nietshet antwoord was, dat zij het nog veel te
goed in den oorlog hadden gehad en ze het ook
maar eens moeilijk moesten krijgen: en juist omdat
het misscbieD spoedig vrede zou wezen wilden ze
vooral deze gelegenheid, als zynde waarschijnlijk de
laatste, niet ongebruikt laten voorbijgaan.
Slot volgt.)