Dinsdag 7
1903.
PHOEMX - BROUWERIJ.
No. 5368.
52e Jaargang.
Reisexemplaren.
Feuilleton.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
Export naar Oost- en West-Indië.
amersfoortsche courant.
UITGAVE
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
lranco per post 1.45. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-,
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reolames 15 regels/" 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
Aan onze abonnés, die tijdelijk elders,
hetzij binnen- of buitenlands, vertoeven,,
wordt op aanvrage en met duidelijke opgave
van adres, de Courant eiken verschijndag,
tegen vergoeding van het porto toegezonden.
Ook niut-geabonneerden kunnen zich op
de zelfde wijze geregelde toezending van de
Amersfoortsche Courant"' verzekeren.
Amersfoort in 1902.
IV.
Over »lleerschende ziekten" heet het in
het Gemeente-verslag over 1902
Do algeinoene gezondheidstoestand is in
het afgeloopen jaar gunstig geweest; het
aantal zieken was betrekkelijk gering.
Epidemische ziekten hebben niet geheerscht.
Roodvonk kwam verspreid voor, een enkele
maal met doodelijken afloop, eveneens diph-
teritis, die enkele slergevallcn veroorzaakte.
De inentingen zijn op de bepaalde tijden
verricht.
Met aantal verrichte vaccination bedroeg
50'p, tegen 359 in 4901, het aantal re-vacci-
natiën 11, tegen 0 in 1901 79 vaccicatiën
werden verricht aan het bureau beneden
1 jaar waren 40, van 1 tot 3 jaar 166, van
3 tot 6 jaar 228, van 6 tot 12 jaar 54 en
boven 12 jaar 16 personen.
Op do Algemeene begraafplaats zijn in
1002 begraven '225, op de Koomsch-Katho-
lieken 186, en op de Israëlietiscbe 6 personen.
Ook dit jaar voldeed het »St. Elizabeths
gast- of ziekenhuis" volgens het oordeel van
liet Bestuur aan zijn roeping36 personen
waren gedurende een gezamenlijk totaal van
1266 dagon in verpleging n.l. 20 mannen en
16 vrouwen; 8 personen overleden en wel
4 vrouwen en 4 mannen, terwijl 26 personen
het gesticht weder verlieten. Op 31 Decem
ber zijn nog '2 mannen in behandeling ge
bleven.
In het gasthuis nAldegonde" werden van
1 Juni tot 31 December 40 patiënten ver
pleegd, waarvan 9 overleden, terwijl 5 in
verpleging bleven op 31 December. Het
aantal verpleegdagen was 975.
Op de Polykliniek werden aan 337 patiënten
1957 consulten verstrekt.
De geneeskundige diens! bij de Armen,
verpleegd in hunne woningen, was opgedra
gen aan twee geneesheeren, ieder op een
LISEA.
11).
Claire lag nog lang wakker zij had volstrekt
geen aanleg om zoo maar opeeDs verliefd te worden;
zij kende Marshall nauwelijks en had het een hoogst
natnurljjko zaak gevonden, dat zy eens met Von
Klein zou (rouwen. Dat zy ooit met oen officier zou
huwen, was haar eigenlijk nog nooit iugevallen.
Elke week las zij de verlovingen in het „Militair
Weekblad"; niet éen van de honderd engagementen
was tot slaud gekomen in het korps en als het eens
gebeurde, zeide haar vader, die het geheele leger
kende, steeds: „wat ia dat nu weer voor nonsens;
zij heeft niets en hij heeft niets; waarvan moeten
die mensehen nu leven
'tWas toch verdrietig, dat in dienst de liefde altijd
rekening moest houden met geldelijke omstandig
heden; maar wolk officier kan, zonder dat hij cr
iets hij hcoft, met zijn familie loven van het trak-
temontje van f1500? Een mensch wil toch ook wel
eens op een anderen dag dan nu juist op '/on- on
Feestdagen eten en drinken?
Klein was rijk, maar ook zondor zijn millioenon
had zij hem genomen.
Nu was Marshall gekomen, die óok ryk was,
minder rijk dan Klein, maar toch zóo, dat hij zijn
vrouw een volkomen zorgvryo toekomst kon
aanbieden.
Zij voelde, dut haar moeder heel gaarne zou zien,
dut Marshall haar schoonzcou werd en zij vroeg
zich af of zij van Marshall hield. Neon, dot toch
niet. Hoe zij over hem dacht, Imd zy aan haar
moeder gezegd, geheel naar waarheid; liegen en
draaien kende zij in 'tgeheel niet. Tóch vergeleek
zo Marshall en Klein mot elkaar.
Eu vorgclykon is do beste vriend van Amor.
jaarwedde van f500, twee heelmeesters, te- I
vens vroedmeesters, die ieder een jaarlijkscb
tractement van f375 genieten, en twee
vroedvrouwen, die ieder f300 verdienen.
Voor geneesmiddelen en verpleging werd
uitgegeven f'2717.566, terwijl het aantal re
cepten bedroeg 4933.
Aangaande het toezicht op de levensmid
delen zegt het verslag
De toestand in het afgeloopen jaar was
vrij gunstig. Besmettelijke ziekte onder de
paarden kwam niet voor bij eenige paarden
werd een soort onschadelijke droes gecon
stateerd. Ook de toestand der runderen was
vrij gunstigmond- en klauwzeer kwam,
voorzooveel bekend, niet voormiltvuur
eenige malen in den omtrek en ééns binnen
de Gemeente. Evenals bij de paarden kwamen
nog veelvuldig digestie- en ademhalings-
ongesteldheden voor. Eveneens traden rnelk-
ziekte en rheumatische nieronsteking op. Tu
berculose werd niet waargenomen. De gezond
heidstoestand der schapen was zeer gunstig
over de varkens valt niet veel te vermelden,
omdat de eigenaars zelden ruchtbaarheid
geven aan ziektegevallen, maar de aange
taste dieren liever in consumptie trachten te
brengen. Zoo werd besmettelijke vlekziekte
weinig aangegeven, terwijl men vermoedt,
dat ze nogal eens voorkomt.
De keurmeester der visch gaf in 1902 at
5120 keurbriefjes, terwijl aan den afslag 206
partijen en 1 schuit visch en aan de Koppel
3 schuilen panharing werden gekeurd 28
partijen visch werden afgekeurd. De op
brengst van de verkochte visch, behalve de
haring, was f6287.68.
De Gezondheidscommissie, volgens art. 23
der Gezondheidswet voor de gemeente Amers
foort ingesteld, trad den 6 October in functie.
De commissie bestond bij haar instelling
op 6 October 1902 uit de heerenD. van der
WerfF, lid-Voorzitter, ror. J. Heyligers, L. F.
Boekelman, dr. H. W. Scbreuder, VV. A. van
den Bovenkamp, W. G. Klomp en C. Prins
Gz., leden, en mr. W. D. Cauari, Secretaris.
In deze samenstelling kwam geen verande
ring.
Tot bode werd aangesteld H. van Manen.
De gewone vergaderingen werden, by vol
talligheid der leden, gehouden op 10 Octo
ber, 27 October, 14 November en 12 De
cember in de, tot dat doel afgestane, zaal in
het Raadhuis.
Uit de Gemeentekas ontving de commissie,
als bijdrage in de bestrijding barer uitgaven,
f23.836 en in het salaris van den Secretaris
f47.676. Met eerstgemelde bedrag werd aan
inrichtingskosten verbruikt.
De algomeene gezondheidstoestand geeft
geen aanleiding tot op- of aanmerkingen.
Een onderzoek werd ingesteld naar ge-
brekkigen afvoer van regen-en menage water
van perceel Utrechtscliestraat no. 5, waardoor
belangrijke schade aan het nuastbygelegen
perceel tto. 7 wordt toegebracht door ver
oorzaken van vochten bodem verontreiniging.
Bij gebleken onwil der bewoners dier ner-
ceelen om elkaar te helpen, waarbij, door
kleine moeite en kosten, de bezwaren te
verhelpen zouden zijn geweest, werd de
zaak aan het oordeel van het Gemeentebe
stuur onderworpen, dat zich, eveneens na
aanwending van pogingen tot minnelijke
schikking, onder de bestaande bepalingen
onthield van nader ingrijpen, omdat het
meende, dat slechts civiel-rechterlyk aan
dezen ongewenschten toestand een einde
kon gemaakt worden. Do commissie riep
daarop nog het advies in van den betrokken
Inspecteur der Volksgezondheid, die zich,
blijkens zijn schrijven van 23 December, met
het gevoelen van het Gemeentebestuur ver-
eenigde.
Naar aanleiding eener klacht over stank
door slechten afvoer van menagewater bij
perceel Utrechtscliestraat no. 31 werd de
eigenaar aangeschreven, daarin verbetering
te brengen. Hieraan word voldaan.
Aan bet Gemeentebestuur werd verzocht,
maatregelen te nemen tegen verontreiniging
van den bodem bij de huizen der z.g. Bouw
maatschappij, terwijl den eigenaars werd
aangeschreven, voorziening te treffen. Reeds
besloot de Raad dientengevolge tot aanleg
van een riool (verlengde van aat in de Al-
degondestraat) in den Arnhemschon weg,
waarop aansluiting van de huiseigenaren zal
worden geëisebt.
Door verplaatsing der zeoppooderfabriek
van Chr. Pleines buiten dozo Gemeente is
een groote oorzaak van luchtverontreiniging
opgeheven.
Door een sub-commissto wordon twee
huizen in de Grooto Haag, genummerd 59
en 55, geïnspecteerd, nadat bericht wus in-
I gekomen, dat deze niet zouden voldoen aan
billyke eischen van bewoonbaarheid. Een
vourloopig rapport deed zien, dat vooral het
eerstgenoemde ernstige gebreken vertoonde.
Deze aangelegenheid was op het einde des
jaars nog hangende.
üp vochtigheid werden onderzocht do kel
ders in eenige perceelen der Aldegbndestraut.
Op grond van net deswege uitgebracht rap
port werd besloten, voorloopig daartegen
geen voorziening te vragen.
Wij achten het eeno goede verbetering,
ook uit gezondheidsoogpunt, dat de woon
wagens, die vroeger op den Hoovelaker
straatweg gestationneord werden, tegenovor
het Militair Hospitaal, thans tot voorby de
Grebbelinie-dijk aldaar zyn teruggedrongen.
Ter kennis van de commissie werden ge
bracht 3 gevallen van roodvonk, en 8 van
diphteritus.
Hoewel niet tot stand gebracht door deze
commissie, wijst zy met ingenomenheid op
de regeling, door de vroegere plaatselijke
openbare Gezondheidscommissie voorbereid,
De pendule in Claire's karaor sloeg óon uur: „Wat
een dwaasheid", zeide ze in zichzelveu, „ik moet
gaan slapen, anders ben ik niet om 5 uur op en
dat mag niet; ik zou niet graag bobben, dat papa
uitreed zonder dat ik hem zijn koffie 11ad bereid"
Toch duurde bet nog lang eer ze iu slaap viel.
Het gezang der vogels, die in do wilden wingerd
ouder haar raam nestelden, wekte baaralweor na een
paar uren en toen ze opgestaan was en het venster
opende, scheen haar een prachtige zomerdag legen.
„Ik kan u benijden, papa, dat u bij zulk prachtig
weer naar buiten rydt".
„Nu, Claire, rijden en rijden is twee; een wan
delrit en oen manoeuvre zyn twee zeer verschillende
zaken".
„Mug ik nu heiiBch uietloeren paardrijden, papaf"
„Zoolang je by mij in huis bent neen; als je
eenmaal trouwt, wat ik jou, maar niot mijzelvcn
toewenach, mng je doen wat je man wil. Ik vind
het heel aardig dat dames ry don, maar uiet dat my n
dames ryden; dat is een heel andere zaak".
De oppasser kwam binnen: „Luitenant Von Mar
shall wacht aan de deur".
„Goed, goed, zeg den luitenant dat ik dadelyk
kom. Adieu, Claire, wacht jelui met bet middngeten
op me? Ik bon wel op tijd terug".
Toeu de kolonel op straat kwam, monsterde hij
hut paard van Von Mnrshall r.ug eens: „Mooi dier,
flink paard; of 'tloopen kan, zullen we wel eenB
Do heeren stapten over het ellendig plaveisel der
stad, die nog in diepo rust lag; do gtfrd ij tien waren
nog niet opgehaald, de deuren nog niet geopend.
Slechts een oud manneke veegde de straat voor zyn
huisje en groette den kolonel, zonder zijn pijp uit
don mond to uemen.
„Man wat hit hüt morgen; ick glow, wi kiiegen
noch regen", zeide hij.
„Too nou, maak ous uiet aan 'tschrikkon; meen
je dat werkelijk?"
„Ja, wie kan dat so soggonmien soligo Mudder
seg immer tnu uii, Krischan, seg eei, mark di dat
mien Sohn ick beet namlicii Krischan, oberst
met permisaio Krischan, seg sei, dat is immer
datsefhigo, won dat klar bliwt, bliwt dut klar, aber
wen dnt nich klar bliwt dan ward dat meistens
Riegen, und ob dnt klar bliwt, dat is am Morgen
man swer tau neggen ick mark dat immer an mion
hohlen Toihn" (Und).
De kolonel had zyn paard even ingehouden en
reed nu vriendelijk groetend vorder. „Heb ie hem
verstaan, Marshall?" en toen deze antwoordde, niet
alles begrepen te hebbon, vervolgde hy„Jammer,
heel jammer; je moet dat leeren; 'tis de mooiste
en linflijksto taal die ik ken. En je leort hot mak-
keljjk; toeu ik hier kwam, verstond ik er geen
sylabe van, en nu ieder woord. Als ie aardigheden
wilt hooren, luister dan eens naar de boeren iiier.
Zeg aan je oppasser, dat hij slechts plat motje iuag
praten on dan heb je 'tin den kortst mogelykeu
tyd onder do knie."
Op eens echter vloog de kolonel in raxemlen ren
vooruit. Marshall was eon oogenblik verwonderd,
maar gaf zijn paard de sporen en was in een oogen
blik zyn chef alweer voor.
„Stap!" riep do kolonel, „ik wilde maar eens zien
wat jo paard kan, maar il propos hier mag je me
inhnlon, doch als er chefs in de buurt zyn, laat je
dat maar; dan blijf je netjes naast of achter me,
anders heet hol, dat ik niet meer rydon kan. Toe,
geef me jo sigaar even, do rayno is uit; inorci, nu
een drafje, een kort drafje, dan kan je later boter
galoppoereu".
Den kolonel dood het genoegen, te zien dat Mars
hall het prachtige landschap bewonderde. „Ja, ia,
'lis heel mooi bier; in dit opzicht zijn wu Herlyti
een eind voor on ik geloof ook wol, dot het jo by
ous goed zal bevallen".
„U is wol vriendelijk, kolonel", autwoordde Mars
hall om toch óok iets te zeggen.
Inmiddels was do troep op do rondez-vous-plaots
gekomen. Do geweren waren langs don weg in rot
ten gezot en do manschappen Inge» or by brood te
eten of slechte tabak te rooken, terwijl deollieioren
hulaljonsgnwyzo bijeen stoudeu en druk bozig waren
to (felibereoren hoe laat ze weer zouden thuis zyn.
„Stomme boel, al dio drukte om niets", mopper
de er oeu, ,,'t loop toch weer alles in 't honderd.
Wodden? Als er nu uog maar eonig praotisch re
sultaat moe word boreikt".
het stof uit mijn kool te wurmen? Hot Kijk? Plaag
maar niet verder". En van louter baiooriglioid ging
hij naar do kamoraden van een andor bataljon.
Aan het hoofd der colonne stonden de drie batal
jons-commandanten, majoor Von Montserrath, de
dikke majoor Schmidt en majoor Hohoullial, bijge
naamd „worst"; hij bad het goluk zeer vorniogoud
te zyn on daarom was alles in de wereld althans
in do militaire wereld hom worst. Boozo tongen
beweerden dat hy daarom alleen nog niet er uit was
gezet, omdat ze aan hoogerhand maar al te goed
wisten, dat hoin dat heelemaal worst zou zyn ge
weest. Daarom lioten ze hom maar rustig in dienst
blijven.
Geheel alleen reed Ibi ubi, de oiulslo overste
Werkmeister, die erg 't land had. Hij wist dat de
gemarkeerde vyand onder Kuobulsdorf bier of daar
in stelling zat en hij begreep, dat het regiraont dien
vyand te lyf moest; maar wie zou hot rogimont
commandeeron, du kolonel, of hij Hij rilde by die
gedachte. „Ilii ubi, in ieder geval wordt 't woer oen
vervelende historieik zou wol eens willen weten
hoe de andere hoeren or over donken maar wie
veel vraagt, krijgt veel ton antwoord, gelijk reeds
do Schrift zegt; maar we zouden'l toch eens kunnen
probeeren".
De andcro hoofdofficieren zagen Item aankomen.
„Kau niets van iukomen", zeide majoor Schmidt,
„eerst zag hij ons niet nu zien we hein niet" en te
gelyker tyd begonnen alle drie elegante voltes te
rydon in draf on korte galop.
Ibi ubi wist niot hoe by 'thud; was dat nu toeval
of opzot? Als olko meerdere meende hu bij zyn
minderen zeer gozleu lo zijn on beschouwde do vol-
teuryderij dus als toeval.
(Wordl vervolgd.)