Zaterdag 8
Augustus 1903.
AUEBSFOORISGEE COURANT.
No. 5382.
52e Jaargang.
Reisexemplaren.
Feuilleton.
UITGAVE:
FIRMA A- H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt DinsdagDonderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per post 1.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Legale»,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 45 cent. Reolames 4—5 regels f 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naai* buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 40 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
EORTEGRACHT
Telephoon 19.
Aan onze abonné's, die tijdelijk elders,
hetzij binnen- of buitenlands, vertoeven,
wordt op aanvrage en met duidelijke opgave
van adres, de Courant eiken verschijndag
tegen vergoeding van het porto toegezonden.
Ook niet-geabonneerden kunnen zich op
de zelfde wijze, geregelde toezending van de
Amersfoortscbe Courant'' verzekeren.
Aan de abonné's in de stad verzoeken wij
beleefd, ons van hun afwezigheid voor eeni-
gen tijd steeds bericht te zenden. In de
laatste dagen toch komt het herhaaldelijk
voor, dat of de brievenbus verstopt öf het
hekie van den voortuin afgesloten is, zoodat
de looper niet weet, waar met het exemplaar
te blijven.
Een merkwaardig boek.
Methode tot ontwikkeling der verraog
den geeet en van den natuurlijken
benoven» een n tui wijzing vun geeeteioel
Over eenige dagen zal bij den heer Slot
houwer het boek van de pers komen welks
langen titel hierboven vermeld is en waarop
we bereids de aandacht van lezeresseu en
lezers willen vestigen.
In onzen tijd, waarin zelfs van lichamelijk
nog niet volkomen ontwikkeldeu steeds meer
geestesinspanning wordt gevergd, waarin zoo
veel leed wordt geleden door dikwijls plot
seling geconstateerde achterlijkheid, het niet
meer mee kunnen met de studiegenooten,
het »dom en stomp" worden, is een goed
vertaald werk als dit, dat op voor ieder be
vattelijke wijze den oorsprong der haast on
verklaarbare afwijkingen der geestvermogens
aanwijst en te gelijk de genees-methode geeft,
een ware uitkomst.
„Merkt wel op" aldus de bewerker onze
methode is geheel nieuw, ofschoon ook reeds
door de ervaring van beroemde artsen en be
trouwbare leeken duizendmaal beproefd gevon
den, en van meet af van andere methoden on
derscheiden.
„Die andere methoden bepalen zich tot een
versterking van het geheugen en bestaan uit
sluitend uit school8che oefeningen en leerlessen,
hoofdzakelijk geheugentechniek, zonder eenigs-
zins te letten op den vorm der zwakheid van
geheugen en al de verschillende oorzaken daarvan.
„Daarentegen verhoogt onze methode al de
geestvermogens en vooral neemt ze door heel
LISKA.
Een uur later kwam de luitenant afscheid nemen
van den graaf. Hg moest de uitnoodiging afslaan
om althans te blijven ontbjjlen. .Hoeveel leed het
me ook doet, kan ik niet. Ik ken mezelven te goed
als ik eenmaal weer aan een latsoenlijke tafel zit,
blijf ik plakken en dat mag nu niet; mijn bataljon
moet morgen 6ok een kwartier geheel kanten klaar
vinden."
„Ik hoop, dat u op andere goederen en in de
dorpen minder last zult hebben dan hier", veront
schuldigde de graaf zich.
„Hoe zoo? Hier was alles in een ommezien klaar
Deen, heusch, ik spreek in ernBt. Een paar dagen
geleden ben ik vier volle uren bezig geweest met
een boer, die geen inkwartiering verkoos te hebben.
Hü bad ruzie gehad met den Burgofneester en wilde
bewijzen dat hy niets om diens bevelen gaf en dat
geen mensch ter wereld hem iels bevelen kon. Het
eerste uur schold ik hem uit voor alles wat maar
leeliik is; het tweede uur was ik vriendelijk; het
derde half amicaal en in het vierde
„Nu? Wat deedt u toen?"
„Ja, eigenlijk mag ik mgn ambtsgeheimen niet
verklappen, maar er was niets anders op te vinden
en daarom gaf ik hem een flink pak ransel en liet
hem toen zjjn eigen huis uitgooien. Toen eerst be
gon hn te begrijpen, dat bij een ezel was geweest
en deed bjj al wat ik maar verlangde. Maar dat zjjn
ambtsgeheimen. Doch daar is onze kar; ik moet nu
werkelijk gaan."
„Zeg me nog
mijn koe-knecht over te halen.'
„O, doodeenvoudig. Ik vertelde hem, dat de Keizer
de manoeuvres zou bjj wonen en er vreeselijk boos
eenvoudige middelen de zeer geringe en nauw
herkenbare lichamelijke stoornissen weg, welke
die gebreken des geestes veroorzaken, zoodat de
vergeetachtigen, onoplettenden, zwakken van
geheugen, lusteloozen (en welke gebreken er
meer zijn) als door een wonder veranderd schij
nen en al liet verzuimde inhalen, zonder nog
eens Bchoolsche oefeningen te moeten doormaken.
„In het bijzonder wijken juist de meest ver
breide kwalen, geheugenzwakte en verstrooidheid,
't snelst en best door de toepassing der in Pier-
ry's werk beschrevene, door Guije en andere
ontdekte eenvoudige middelen en maatregelen.
De resultaten zijn hier zöo openbaar, dat een
Duitsch arts van grooten naam daarvan een
exemplaar heeft gezonden aan den Duitscben
Minister van onderwijs om die ontdekkingen
ook voor dc scholen dienstbaar te maken.
„Uitdrukkelijk moet worden opgemerkt, dat
hier geen sprake is van eenige medicijn of eenig
geheim middel, en dat de methode door allen
kan worden toegepast, vooral ook door de zeer
talrijke kinderen en leerlingen, schijnbaar met
zwakke vermogens, traag, idiotig, maar inderdaad
met goeden aanleg en slechts door geringe
lichamelijke stoornissen in het gebruiken en
vergrooten hunner geestvermogens belemmerd.
De methode verlangt slechts een strenge na
leving der voorschriften voor een tijd van 4
weken, gedurende welken lijd geen andere offers
gevraagd worden, geen uitgaven voor medicijnen,
geheime middelen, apparaten, kuren, reizen, ge
neeskundige hulp, massage, electriseeren, enz.
Ook behoeft de arbeid in ambt of beroep niet
gestaakt te worden en de methode kan toege
past worden buiten weten der omgeving".
Vóór ons liggen de eerste twee vellen en
elk dezer 32 pagina's zouden we willen over
nemen, indien de ruimte het gedoogdewe
moeten ons echter beperken tot het volgende
Ieder mensch heeft ondervonden, dat de ge
wone verkoudheid veel invloed uitoefent op onze
geestelijke frischheid en ods hoofd zwaar maakt,
't Is dan dikwerf of er een band om ons hoofd
ligtwij hebben geen lust in werken en als we
'tdoen, komen we slecht vooruit. Lichamelijk
en geestelijk overspannen, gevoelen we ons als
geslagen. Daarenboven hebben we koude voeten,
is ons heele lichaam huiverig, terwijl onze oogen
branden en min of meer gevoelig zijn voor licht.
Als een zóo onschuldig verschijnsel als een
eenvoudige verkoudheid zooveel invloed kan
uitoefenen op den geest, dan is het toch wel
duidelijk dat een vastzittende verkoudheid dik
wijls een ernstige' en voortdurende stoornis der
intellectueele vermogens veroorzaakt. Inderdaad
is het ook reeds lang bekend, dat zoo'n ver
koudheid zeer dikwijls een dof gevoel in het
hoofd, drukking op de hersenen, pijn in 't achter
hoofd, verschijnselen van duizeligheid en ten
gevolge daarvan onvermogen verwekt tot lang-
durigen geestesarbeid.
Daarbij ontbreekt bijna nooit een onvriende-
over zou wezen als bjj vernam, dat de oude Peter
sen, die toch zelf soldaat is geweest, de beesten in
den stal gelaten en de menscben in een tochtige
schuur gestopt bad. Dat hielp en aanstonds opende
hij de poorten van zgn gebied."
„Dat is knap werk", lachte de graaf.
„Ja, dat moet ook wel; als ik ze niet te slim af
ben, dan zijn mjjn chefs mij te slim af, laten me
aflossen gn weer meesjokken in de compagnie, en
dat is lang niet malsch, ofschoon een kwartiermaker
óok niet op rozen wandelt. Als u nog eens iemand
noodig mocht hebben om uw vee in de weide te
drjjyen, houd ik mo aanbevolen".
Zij scheidden als de beste vrienden.
De manoeuvre werd vlak bjj het landgoed gehou
den, doch de dames waren thuis gebleven omdat
het ernstig dreigde te gaan regenen en er nog heel
wat te doen was omdat er elf officieren zouden ko
men. Ook Liska bad geweigerd, de manoeuvre bij
te wonenzij was pas den vorigen dag gokomeu en
gaf voor, moo te zjjn. In waarheid verveelde zjj
zich deerlijk, nu ze al zóo lang in huis zat, doch
zij had haar moeder beloofd, niet te zullen paard-
rijden.
Het had weinig gescheeld of zij had onder deze
omstandigheden de reis geheel opgegeven, doch zij
had bedacht dat Marshall dan mocht meeuen, dat
zij hem niet onder de oogen durfde komen. Zij
wilde ook niet erkennen, (lat zjj er spijt van had,
zjjn goeden raad niet opgevolgd en hem zijn bloe
men terug gezonden te hebben. Zjj wilde hetu too-
nen, dat zij niets meer om hem gaf, dat hg voor
haar niet meer bestoud zjj had een hekel aan hem,
doch waarom wist ze niet misschien omdat hij
haar had weerstaan, misschien omdat zjj moest er
kennen dat bjj toch had geljjk gehad. Zij was er
óok boos om dat hij, toen ze gevallen was, geen
enkel weerd van leedwezon of deelneming had ge
sproken en daarom had zjj ook de bloemen terug
gezonden. „Van die betuigingen van leedwezen,die
met de nachtschuit komen, moet ik niets hebben",
had ze in wilde drift gezegd tot haar moeder, die
lijke, gemelijke gelaatsuitdrukking en een daaraan
beantwoordende gemoedsstemming.
Het geheugen neemt af, 't werken met het
hoofd valt moeilijker en men kan zijn gedachten
niet op écn punt blijven bepalen.
De oorzaak hiervan is waarschijnlijk in het
volgende te zoeken. Wy weten, dat er een directe
verbinding bestaat tusschen het slijmvlies der
neusholte en de 3chedelholte en wel door vocht-
kanalen. Daardoor is het mogelijk, dat een zwel
ling van het slijmvlies van den neus, zooals die
door een verkoudheid komt, ontstaat, die de
poriën verstopt en zoo een voorbijgaande ver
hooging van druk der hersenvochten te voor
schijn roepen kan.
Maar hoe de verklaring ook zij, in ieder geval
heeft de verhinderde ademhaling door den neus
heel grooten invloed op do geestvermogens.
Hieruit is het te verklaren waarom nog een
reeks van andere kwalen en onregelmatigheden,
die alle eveneens de neusademing belemmeren,
hetzelfde ongunstige effect uitoefenen op de in
tellect ueele krachten.
De coede resultaten die men door de neus-
behanaeling by schijnbaar tragen, onoplet
tenden-, onbekwamen verkregen heeft, zijn
reeds zeer talrijk. Het zij ons vergund er
hier eenige raedetedeelen.
Dr. Halbeis deelt mede van 18-jarige adspi-
rant-onderwijzeres die in een half jaar tijds haar
geheugen zóo verminderd zag, dat zij niet meer
in staat was, haar studie voort te zetten. Het
van buiten leeren kostte haar de grootste in
spanning en verwekte meestal hoofdpijnen en
een gevoel van duizeligheid. Wat zij aen eenen
dag met moeite had geleerd, was den volgenden
dag weer vergeten. Zij leed aan neusverstopping,
vooral '8 nachts. Er was eenige opzwelling in
de beneden neusholte en een opzetting der aman
delen. Een galvanokaustische (galvanisch bran
dend) behandeling der gezwollen deelen in den
neus bracht geen verandering. Daarentegen
keerde na de operatie der amandelen het ver
loren gegane geheugen geheel terng.
Dr. Guije deelt ook een paar zeer interes
sante gevallen uit zijn praktijk mede,-waar
van wij de volgende weergeven
De heer B., 20 jaar oud, kwam 20 Juni 1885
op raad van mijn vriend prof. Stokvis bij mij.
Hij had sedert zijn 12de jaar suizing in het
rechteroor gehad, dat meestal 's morgens be
gon en in den loop van den dag overging. In
Maart van dit jaar gevoelde hij zich iederen avond
ongeschikt tot werken (hij zat voor zijn eind
examen Gymnasium) waar bij kwam een licht
gevoel van duizeligheid. Toen ging hij voor zes
weken naar huis en werd, bij absolute rust, met
staal enz. behandeld, maar toen hij terugkwam,
was zijn toestand de zelfde. Zoodra hij zich tot
het werk zette, kreeg hij hoofdpijn en duizelig
heid en vergat hij terstond al het gelezene. Ik
vond chronische neuscatarrh, slapen met open
op haar beurt was opvlogen toen Liska de bloemen
terugzond, doch niet den moed had gehad, baar lie
veling tegen te spreken.
De jongedames waren juist beneden gekomen toen
Marshall het voorplein opreed om de gastvrouw te
begroeten en de paardenoppassers te woorechuwen.
De gravin en de graaf ontvingen hem op de groote
verandah naast de deftige trap. Onmiddellijk daarna
verschenen de jongedames aan wie de heer des
huizes zijn gast voorstelde; toen bij ook Liska's
naam noemde, voegde hg er bjj„Ab, pardon. U
kent elkaar immers
Marshall maakte een onberispelijke buiging. „Ik
heb de oer" en zich tot Liska wendend, vroeg hij
„Mag ik vragen hoe het u gaat, freule?"
„Dank u" gaf ze kort en onverschillig ten ant
woord.
Hij ergerde zich over haar houding. „Niets laten
merken", dacht hij.
„Hinderen u die bloemen niet. krijgt u er geen
hoofdpgn van, freule?" vervolgde hij 7.00 vriende
lijk mogelijk, toen zij zich over de leuning boog en
daardoor vlak boven eeu paar herfstrozen kwam.
„Het doet me genoegen te bemerken, dat u zoover
hersteld is en dat u behagen schept in bloemen."
Zij werd bleek van toornhaar neusvleugels tril
den haar oogen schoten vuur.
„U is meor dan op 't allerlaatste oogenblik
hield zij het woord „vlegelachtig" terug. „U is meer
dan beleefd" antwoordde zjj en draaide hem daarop
den rug toe.
„De hoeren kunnen ieder oogenblik hier zijn"
iuformeerde Marshall de gastvrouw en werkelijk
hoorde meD op het zelfde oogenblik de tamboers en
pijpers en aanstonds daarop de muziek.
„Daar zijn ze, daar zgn ze" jubelden de jonge
dames terwijl zg van blijdschap in de handen klap
ten.
Marshall keek hen aan. „Dat kan vanavond een
heel aardig manoeuvre-tal worden" kermde hij in
stilte „als onze Lieve Heer geen medelijden met ons
heeft, dansen we ons gewoon dood."
mond, een ronde zwelling der beneden neus-
schelp, een hypertropische (uit overvoeding)
„tonsilla pharyngea" afwisselend ademhalen
aoor slechts éen neusgat.
Twee dagen na de behandeling, 22Juni,zeide
hij mij, dat hoofdpijn en duizeligheid waren
weggebleven, dat hij met vrucht had gestudeerd
en het gelezene onthouden had. Ik zette de be
handeling eenigen tijd voort; de toestand bleef
goed, en hij deed in September met goed
gevolg zijn examen en studeert nu aan de Uni
versiteit zonder eenig bezwaar.
Johan W., 7 jaar oud, kwam in 1887 onder
mijn behandeling voor hardhoorigheid. Nadat
ik zijn gezwollen amandelen en adenoïde fklier)-
gezwellen verwijderd en zijn neuscatarrh behan
deld had, wera zijn gehoor normaal en van
'90'95 heb ik hem niet meer gezien. Den 30sten
Maart van dit jaar kwam zijn moeder weer roet
hem bij mij. Hij had het laatste jaar aan hoest
en hoofdpijn geleden, welke beide bleken in den
neus hun oorzaak te hebben en in korten tijd
hersteld werden. Terloops zeide zij mij ook, dat
haar zoon op 't Gymnasium te Haarlem was,
maar dat hij geen wiskunde kon leerendat hij
daarom het vorige jaar was blijven zitten en dit
nu waarschijnlijk weer gebeuren zou, enkel voor
wiskunde; want ofschoon hij in dit vak buiten de
gewone lessen nog privaatlessen had, bleef hij op
de zelfde hoogte en maakte hij geen vorderingen.
Zij wilde dus, als dit niet veranderde, een andere
carrière voor hem zoeken, waarbij hij geen wis
kunde noodig had. De patiënt bevestigde alles wat
zijn moeder zeide en ik moet bekennen, dat ik in
dit geval een ongunstige prognose stelde. Nadat ik
echter eenige maanden lang zyn neus behandeld
had, en hij zoo ver was gekomen dat de normale
nensademing in orde was, deed zich het merk
waardig geval voor, dat hij met de wiskunde
geen moeite meer had.
Nu nog, als hij mij van tijd tot tijd bezoekt,
omdat hij aan éen kant nog een beetje hard-
hoorig is, vraag ik hem regelmatig hoe het met
de wiskunde gaat en het antwoord is steeds, dat
hij in dat vak als in alle anderen met zyn
medeleerlingen gemakkelijk mee kan.
Dr. Jonas meldt het volgende:
In een zeer aanzienlijke, aan kinderen rijke
familie iB en was de betrekking tusschen ouders
en kinderen een zeer sympatieke, ja zelfs een
ideale. Terwijl alle kinderen een zeldzame pië
teit jegens hun ouders openbaarden, was een
jongen van 13 jaar geheel anders van aard. Hij
viel jegens zijn broeders en zusters, als ook
jegens zijn oudere bij de minste aanleiding heftig
uit. En al was hij nu niet geheel oneerbiedig
jegens zijn ouders, zoo kon hij toch geen be
straffing van hen verdragen en werd dan onbe
schaamd brutaal. Zoo was hjj ook tegenover
zijn leermeesters. Zyn vorderingen waren dan
ook niet van dien aard als men bij zijn voor
bereiding thuis zou verwachten. Hij bleef in
elke klasse zitten en ging bij allen aoor voor
De generaal, de kolonel en bun staf galoppeerden
bet voorplein af, stegen af en naderden het balcon,
waar zij werden voorgesteld.
„Weet je al, Marshall, waar het vaandel moet
staan Troeg de kolonel.
Marshall wist het niet en wilde rich verwijderen
ou er naar te vragen, doch de graaf zeide,'t Ia
de eerste kamer aan de linkerhand".
Voor het vaandel werd gesalueerd, de compagnie
kwam in bataille, de geweren werden gepresenteerd,
de muziek blies de vaandelmarsch en door een lui
tenant en een onderofficier begeleid, werd bet hei
ligdom van den soldaat naar binnen gebracht, ter
wijl een post voor bet vaandel werd betrokken.
Dit is een eerepost, doch de brave infanterist, die
nu met het geweer onder den arm op en neer mocht
loopen en afgunstige blikken wierp naar zjjn kame
raden die naar den koestal marcheerden en daar
heerlijk mochten luieren, dankte deze eer aan de
omstandigheid dat hij dien ochtend naar de meening
van den sergeant-majoor bij een „sprong-voorwaarta"
niet vlug genoeg was opgestaan. Hij troostte xich
met de oude gedachte aan „nog maar zooveel pond
jes". Na de manoeuvres zou hg met groot-verlof
gaan en dus niet zoo heel dikwijls meer in het zwarte
boek van den sergeant-majoor kunnen dwaleD.
Marshall had Liska scherp gadegeslagen toen de
compagnie in bataille was gekomen en Westphalen
vlak tegenover haar stond. Zij had hem vriendelijk
toegeknikt, als een oud vriend dolgaarne zou
Weetphalen hebben teruggeknikt, doch in 't gelid
mag niemand zich bewegen, «1 zitten er r ok dui
zend vliegen op je neus. Tot overmaat volgde bet
commando „rechts richt u!" en bij een richting
waarop nu eens niets aan te merken valt, moet
ieder in 't gelid met het rechteroog de borst van zgn
nevenman en met bet linker de geheele rij knoopen
van al zijn nevenlieden zien. Westphalen deed zgn
best, maar keek tóch scheel naar bet balkon, echter
zonder veel succes.