Zaterdag 15 Augustus 1903. No. 5385. 52e Jaargang. Reisexemplaren. Gevaarlijke dingen. Feuilleton. Stadsnieuws. AMERSFOORTSCHE GOURMET. UITGAVE: FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. tranco per post ƒ1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; eikeregel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT 9 Telephoon 19. Aan onze abonné's, die tijdelijk elders, hetzij oinnen- of buitenlands, vertoeven, wordt op aanvrage en met duidelijke opgave van adres, de Courant eiken verschijndag tegen vergoeding van het porto toegezonden. Ook niet-geabonneerden kunnen zich op de zelfde wijze, geregelde toezending van de «Amersfoortsche Courant'' verzekeren. Aan de abonné's in de stad verzoeken wij beleefd, ons van hun afwezigheid voor eeni gen tijd steeds bericht te zenden. In de laatste dagen toch komt het herhaaldelijk voor, dat óf de brievenbus verstopt óf het hekje van den voortuin afgesloten is, zoodat de looper niet weet, waar met het exemplaar te blijven. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een. door B. A. van RU1JVEN ingediend verzoek, met bjjlagen, om vergunning tot het oprichten van eene bewaarplaats van buskruit en vuurwerk in het perceel alhier gelegen aan de Langeatraat No 41, bij het Kadaster bekend onder Sectie E. No. 3471 en dat een door F. J. H. SANDERS inge diend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het oprichten van eene bewaarplaats van buskruit in het perceel alhier gelegen aan de Kampstraat No. 5, bij het Kadaster bekend onder Sectie E. No. 1524, op de Secretarie der Gemeente ter visie liggen, en dat op Donderdag, den 27 Augustus aanstaande, des voormiddags te half elf nur, gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de in richtingen in te brengen. Amersfoort, 13 Augustus 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, B. W. Tu. SANDBERG. Een verschijnsel waarop weieens de aan dacht mag worden gevestigd aldus schrijft een ervaren arts is het rooken door jonge IalSKA. Daar kwam Westpbalen om Liska voor een dans te vragen, doch eer zij zelf kon antwoorden, zeide Marshall„Freule Von Monserrath wilde even rusten en de volgende dans is voor mij." Dit antwoord gaf hij nog herhaalde keeren, doch vroeg Liaka niet andermaal om een dans. „Ik wacht tot ze zelf zegt, dat ze niet meer moede is en zal er wel op passen, nóg eens een weigering te krijgén." De kleine Deenscbe walste juist voorbij met Kno- beladorf, die een gezicht zette alsof bij dacht„Wat een toestand nu moetje waarachtig nog dansen óok." „Vindt u dat geen allerliefste jongedame vroeg Marshall, „zelden heb ik een zóo lieftallig, welopge voed en verstandig meisje ontmoet." Liska werd vuurrood, maar zeide eenvoudig: „Zoo, vindt u Ik kén haar te weinig en mis de gave, ieder naar den mond te praten?" „Mag ik me dat aantrekken? Danlc u, maar opdat n mjjn voorbeeld kunt volgen, wil ik trachten, u het beetje Deenscb te leeren, dat ik ken, want daarop doelt zeker uw vriendelijke opmerking. Luister dan evenjeg er is: ik ben. Voor g, gl en gn wordt de e uitgesproken als ei en dus wordt jeg uitgesproken als jei. Wilt u dat nu even nazeggen Ze stond op. „U verveelt me." „Dank u zeer; dat hebt u zeer goed nagezegd", antwoordde Marshall, die deed alsof hij haar niet bad verstaan. Zij stonden vlak bij elkaar; ztf zenuwachtig en boos, hij doodkalm. Zij spraken geen van beiden en keken naar de dansende paartjes. „Ik vraag haar geen dans dacht Marshall. „Hij maakt ons beiden belachelijk" dacht Liska maar hij kan toch niet van mij verlangen, dat ik hem om een dans vraag." l)e graaf kwam hun juist voorbij. kinderen, een verschijnsel tevens dat naar mijn meening in den laatsten tijd sterk toe neemt. Geschiedde het vroeger meestal tersluiks, het is thans geen zeldzaamheid als men 's Zondags op de wandeling vader en moeder tegenkomt met 'n dampenden ben gel van 7 tot 8 jaar (ja nóg jonger soms naast hen. Zondags wordt wel het meest gerookt, maar in de week ziet men het óok gedurig. Pijp en tabaksdoos behooren reeds tot de «uilrusting" van menigen schoolknaap. Laatst kwamen we 's ochtends 8 uur 'n jongentje van even 9 jaar tegen met 'n sigaretje, dat hij in een winkel (waar hij melk had gebracht) had toegekregen. Een vader, 's Zondagsmorgens wandelend met zijn kroost, klaagde over de «dwinge- landij" van de kindereneen van de kleine jongens rookte dapper meeEen moeder, aan wier kind cp school het rookgereedsohap was ontnomen, bracht toen haar dit weru thuisbezorgd tot haar verontschuldiging in »dat het ventje zoo zwak was" (teringach tig) dokter had gezegd »doe maar zachtjes met hem aan, geef hem wat toe" (otn zijn humeurigheid) en nu wist ze zulks niet be-_ ter te doen, dan door zijn lang gekoesterden" wensch naar rooken in te willigen 1 Deze enkele staaltjes zouden gemakkelijk met vele dergelijke te vermeerderen zijn. Moet men zich niet verbazen en bedroeven tevens over het onverstand van veel ouders en de gedachteloosheid (gewetenloosheid is wel wat te sterk) van hun, die aan kinderen si garen, sigaretjes enz. verkoopen, terwijl uit de meegebrachte éen of twee centen duidelijk blijkt, dat het lekkers voor henzelf bestemd is? De inwerking van den tabaks-prikkel op het teere zenuwgestel van het kind, op zijn groeiend organisme, kan niet anders dan na- deelig zijn. Zoo enkele steikere lichaampjes bet beter (d. i. zonder merkbaar nadeel) verdragen dan de rest, d# frischheid van geest lijdt er iu elk geval onder. Eu dat niet alleen, maar de zedelijke reinheid, de kinderlijkheid (schat der jeugd, en sieraad tevens!) onder gaat er noodwendig invloed van; moet allengs wijken voor 'n soort van geblaseerdheid en vroegrijpheid, die niet slechts leelijk staat, maar bovenal noodlottig worden kan als aan leiding tot excessen op ander gebied. Het vroegtijdig rooken is dikwijls uiting en oor zaak van «verwildering". Dat het kind zoolang mogelijk kindblijve; in zijn spel en in zijn genietingen in alles niet alleen in betrekking tot tabak en sigaren. Maar wegens het in 't oog sprin gende van bet verschijnsel bovenbedoeld, beperk ik mij heden tot het vroeg rooken. Geen onaangenamer type dan het vroegrijpe kind; geen ongelukkiger mensch dan die ge groeid is uit het verwende kind. Verkeerd begrepen liefde maakt het voorwerp tot slachtoffer. In verschillende klassen eener school werd sinds eenigen tijd groote dofheid en ver strooidheid bij het gros der leerlingen opge merkt, ondanks alle inspanning van den kant der onderwijzers. Kan net liggen aan onvol doende voeding? zoo werd gegist. Gissen doet ook in deze vaak missen. Er kan een sa menloop van oorzaken zijn. Is misschien het rooken óok van invloed? En het laat langs straat loopen van vele kinderen, ge paard aan het vroeg opstaan? Hoevele kin dervoetjes trippelen dikwijls nog buiten op 'n uur, vroeger bedtijd geheeten! (Over 't algemeen geloof ik, dat ons leven te veel naar den nacht is verplaatst, en dat we te weinig leven «in de zon"). Onlangs be kende 'n knaapje, dat was ingedut: hij had om 2 uur op-gemoeten «met vader naar het bosch". Een meisje moest om 4 uur het bed uit: «helpen breien voor de fabriek". Wij er kennen er zijn ti estanden, die de ouders haast dwingen tot dergelijke wreedheden tegenover hun kleinen maar wreedheden blijven het. Ouders, die het wél meent met uw kin deren (en dat doet ge toch allengunt uw jongens zooveel vrijheid als maar kan (wij zijn geen voorstanders van den steeds ge spannen boog) maar laat het nooit tuchte loosheid worden. Houdt tabak e. d. zoo lang mogelijk verre van hen, en weest niet al te lichtvaardig waar liet «snoepcenten" enz. geldt. En gij, winkeliers, ik wens?.h u een zoo uitgebreid mogelijk debiet, maar hoop toch, dat allen het voorbeeld van eenigen uwer mogen volgen, door nooit sigaren enz. te verkoopen aan jongens, als ze die blijkbaar voor zichzelf halen veel minder ze toe geven. Meermalen komt het bij de behandeling van rechtszaken aan het licht, hoe spoedig soms het mes wordt getrokken en de bevol- „Nu, lreule hoe amuseert u zich?" vroeg hij. Zij had kunnen huilen vaD kwaadheid, doch ant woordde: „Zeer goed; als altijd is 't hier allerliefst." „Dat doet me recht veel genoegen", antwoordde de graaf, die hierop verder ging om te zien, dat het zijn gasten aan nietB ontbrak. De muziek, die een korte rust had gehouden, speelde den Gei3ha-wals. Dolgaarne had Liska ge danst; zij moest zich geweld aandoen om niet mee te wiegen op de maat der muziek. „Hjj is slecht" weerklonk het in haar binnenste „hij is meer dan slecht. Als een stuk hout staat hij naast me eD be weegt zich niet, verwaardigt me met geen blik en doet alsof ik niet voor hem besta. Was ik maar niet hier gekomen. En waarvoor? Rijdon mag ik nieten nu moet ik nog toekjjken hoe de anderen dansen en zich amuseereu. Ik ik haat hemik zou hem kunnen vermoorden." „Zouden we niet weer gaan zitten, freule?" vroeg Marshall „als men staat, komt men zoo licht in de verzoeking om te dansen en u u wilt immers nog niet dansen?" Hij wilde 't haar zoo gemakkelijkmogelijk maken om het eerste woord te sprekenhij had medelijden met haar, want nij raadde wat er in haar omging. „Neen ik dans niet." Toornig kwamen die woorden over haar lippen; zij zou liever gestorven zjjn dan nu ODgelijk te be kennen. Maar toch, nauwelijks had zij hot gezegd of zo had er grooten spijt van. Ach, had ze de.zeu keer, om der Wille van den dans, om haar eigen wil, het hoofd gebogen zjj beschuldigde zichzelveu op 't hovigst. Hij had een stoel naar haar toegeschoven. „Vader in den Hemel, heb erbarmen", steunde zij, „hjj brengt mij tot vertwijfeling, tot zelfmoordhoe zal dit afloopen Ik kuu toch niet don gnnschon avond naast hem blijven zitten opstaan kan ik óok niet weer en ik kan tooh óok niet bij de heeren in de rookkamer gaan zitten Als ik onwelzijn voor wend, breng ik het heele huis op stollen en rust men niet vóór ik de beele huisapotheek heb leeg gedronken den ganscher. nacht mag ik dan weer met een ijszak op mijn hoofd liggen en zij zenden king daarbij bewijzen van ruwheid geelt. Wie gelegenheid heeft, de opvoeding vooral van onze dorpelingen meer van nabjj te be schouwen, zal zich hierover minder verwon deren. Dreumessen van 6 a 7 jaren krijgen een mes van flinken omvang als dagelijksch speelgoed op zak. Het snijden van het rogge brood, dat met een zwaar, scherp mes moet ge schieden, wordt aan de kinderen zelf zonder vrees voor ongelukken toevertrouwd. Op de schoolbanken hebben de kinderen met hun grif fel óok het mes bij zich. En dan 't varkensslach- ten, dat bij eiken landbouwer in huis ge schiedt, de kinderen mogen er gerust bq zqn het is voor hen een ontspanning, een koe te zien stuiptrekken. We kennen de gevallen, dat kalveren door schoolkinderen de kop werd afgesneden. Is het wonder, dat, waar de kinderen het mes steeds bij zich dragen en ongestoord bloed mogen zien vloeien, deze kinderen, op gegroeid, bij de eerste de beste woorden wisseling naar het mes grijpen? Het wordt wel tijd om ook hiertegen eens een woord in 't midden te brengen. misschien nog om een dokter." „Zoo zoetjesaan begint het toch een vervelende geschiedenis te worden", dacht Marshall „maar ik wil toch eens zien wie 't het langst uithoudt." Hij keek op zijn horloge. „Elf uurik wil n dit alléén meedeelon omdat het u wellicht interesseert. Eer het twee uur is, zullen we toch wel samen ge danst hebben; hoopt u óok niet?" Nog drie uren zij voelde zich een onmacht nabij. Daar kwam hulp van een zijdo, waarvan ze die in 'tgeheel niet had verwacht. De generaal stormde opgewonden de zaal binnen en wenkte de muziek op te houden. „Dames en heeren", zeide hij, „het doet mij waar lijk leed dit mooie bal te moeten storen, doch ik krijg daar juist een order van de Inspecteur stil alarm binnen tien minuten uitrukken." Een onbeschrijfelijk tumult volgde op deze Jobs tijding de muzikanten pakten hun muziek bij elkaar en sprongen éen voor éen het lage venster uit om toch maar spoedig gereed te zijn. „Maar generaal, dat is toch maar scherts?" vroegen eenige jongodames; doch de generaol hoorde hen niet eens ou spoedde zich weg om een andere uni form aan te trekkende overige officieren volgden zijn voorbeeld. „Ik moet óok afscheid nemen, freule, dc dienst roept weer. Het doet me waarlijk leed, reeds te moeten scheidenheel gaarne had ik nog een paar uur zóo aangenaam met u gebabbeld." Het „stil alarm" dat hierin bestaat, dat het alarinbevol mondeling of Bcbrii'teljjk naar dc ver schillende troepenafdeelingen wordt overgebracht ontaardde op het grafolijk slot in een helsch nlarra 't was alsof Beolzebubin eigenpersoon was losgebroken. De officieren riepen om hou oppassers, die slechts voor een klein gedeelte in het slot waren onderge bracht, doch meest in de nevengebouwen lagen. Zjj kwamen aangeloopeD over den linkerarm droegen zij de veld-uniformen die zij hadden schoongemaakt, in do rechterhand de lauge laarzen iu wilden ren joegen zjj over de trap en de lange corridors. Knobolsdorf mopperde het hardst van allen. „Daar Ingevolge machtiging van H. M. de Koningin is door don Minister van Oorlog de luitenant-kolonel K. G. van der Mandele, provinciaal adjudant in Gelderland, belast met de funtiën landweerdisti icts-commandant in het XVIe district (Arnhem). Genoemde hoofdofficier is tevens tijdelijk belast met het bevel over het Xllle (Zutt'en), XlVe (Doesburg). XVe (Harderwijk), XVlII (Amersfoort), en bet daarmede éen groep vormende XlXe (Utrecht), XXIXe (Gouda), en XXXe (Gorinchem) district. De Amersfoortsche processie, die Maandag ochtend te 8.36 van hier naar Kevelaar ver trekt, zal worden geleid door den Directeur, den Zeereerw. heer G. J. Vastert, pastoor der parochie van O. L. Vr. Hemelvaart alhier, onder medegeleide van de Zeereerw. heeren J. A. Weijtjens, pastoor te Bussum, en J. C. P. Bos, pastoor te Barneveld, en de weleerw. heeren S. J. Bronninkmeijer, kapelaan te Achteveld, en J. W. van Beurden, kapelaan der parochie van O. L. Vr. alhier. De processie keert Woensdagavond te 6.23 terug. kr\jg je nu eindelijk een fatsoenlijk bed en nu mag je er niet eens op slapen. Ze lijken wel gek. Dat is niet uit te houden en als 't zoo doorgaat, neem ik mijn ontslag. Friedrioh" dit tot zijn oppasser „vergeet nu weer niet de helft bij 't inpakken; j\j houdt oppertoezicht over de andere oppassers en blijft hier tot do bagage-wagens morgenochtend vroeg of van nacht hierkonien. En nóg iets: het kan my minder schelen dat je morgen niet bent uitgeslapen dan dat ik niet alles in 't nieuwe kwartier present en keurig uitgepakt vind. Zoo, en nu naar den stal en mjjn paarden voorgebracht. Looppas!" In de konstal was er nog meer „deining" dan op hei slot. De manschappen waren in een oogwenk wakker; de sergeaut van de week was niet al te kieskeurig om zo „er uit" te krijgen; doch het tweede deol van het drama, het pakken derrandsela, had heel. Irarnn, het pakken der raadsels, had l 't lijf gehad. Eindelijk pakte ieder in hem onder do handen kwam; later zouden ze wel eens denkeu over de vraag van het mjjn en dijn. Toen de generaal en de overige oliicioren, na een vluchtig afscheid van dc slotbewoners, te paard stegen, stond de compagnie al aangetreden. „Nummeren" riep de sergeant-majoor. „Onzin" riep de generaal „daarvoor hebben we nu geen tijd. Afraarchecren en onderweg maar sectiën torineeren. Er mag wel gerookt, maar niet gepraat of gezongen worden." „Met sectiën rechts, afmarcheeren. Uit den pas", klonk het commando, en in den donkereu nacht ging het voorwaarts. l)o generaal kon zijn spijt niet verkroppen. „Ik zou nu toch wel eons weten wat den Inspecteur is ingevallen eu hoe by op het denkbeeld is gekomen, alles le alarmeerenOnzin Had hij oiib liever naar bed laten gaan. Nachtgevechten hebben töch niets oin 't lijf en komen in den modernen oorlog tóch niet meer voor. Enfin, de Inspecteur beeft helgrootste tractement en weet het dus beter dan een van ons allen, maar toch is 't groote onzin dat gespanker in 't holle van den nacht." Word! vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 1