Zaterdag 5
September
1903.
No. 5394.
52e Jaargaog.
Stadsnieuws.
Feuilleton.
AHEBSFOOIITSCEE GOURAIT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- eri Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post /'1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT9
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet op artt. 6 en 7 der HINDERWET.
Brengen ter kennis van het publiek, dateendoor
J. H. STORM Jr. (firma Chemische fabriek „Voor
waarts") iDgediend verroek, met bijlagen, om ver
gunning tot het oprichten van eeno inrichting be
stemd tot het fabriceeren, verwerken en bewaren
van chemische artikelen, reukwateren, iuktgomraen
en wrijfwas en het plaatsen van een gasmotor van
8 paardekrachten in het perceel alhier gelegen aan
den Lagenweg, bij bet Kadaster bekend ouder Sectie
A. No. 1551, op de Secretarie der Gemeente ter visie
ligt, en dat op Donderdag, den 17 September aan-
staando, des voormiddags te half elf uren, gelegen
heid ten Raadhuize wordt gegeveu om, teu over
staan van hel Gemeentebestuur of van een of meor
zijner leden, bezwaren legen het oprichten van de
inrichting in te brengen.
Amersfoort, 3 September 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTJERS.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gezien art. 5 der Wet tot regeling van den klein
handel in STERKEDRANK en tot BETEUGELING
VAN OPENBARE DRONKENSCHAP;
Brengen ter openbare kennis, dat eeu verzoek
schrift om vergunning tot verkoop van sterkedrank
in het klein bij hen is ingekomen van:
le. .TANNETJE de VRTJ, echtgenoote van Jau
van Harpen, in het perceel aan den Utrechtschen
weg no. 67 alhier, en
2e. JOHANNES THEODORUS MASSA in het
perceel „de Keizersrkoon" aan den Hof no. 40
alhier.
Amersfoort, 3 September 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Men verzoekt ons mee te deelen, dat de
Zondagsschool, vroeger onder leiding van den
heer Hoogewerff staande, morgen heropend
zal worden.
De benoeming van genoemden heer tot
Directeur der Hoogere Burgerschool te
Hilversum noodzaakte de Chr. Jongelingsver-
eeniging «Ps. 119: 9" een anderen Directeur
te zoeken, waartoe zich op haar uitnoodiging
bereid verklaarde ds. D. J. van Aalst, predikant
bij de Ned. Hervormde Gemeente, onder
beding echter van vrijheid tot bandelen om
tot. een reorganisatie van den bestaanden
toestand te komen.
Zou toch de Zondagsschoolarbeid, bij de
USEA.
37).
De kolonel lag reeds in de lange veeronKnobels-
dorff en Marshall zaten uog voor de tent; de op
passers ruimden de „tafel" at.
De overste zag er allepotsierlijkst uit toen hij in
de tent kroop.
„Ik maak mijn innige verontschuldiging, kolonel
ik ben ziek, maar het doet tnij zeer leed, dat ik ine
zóo aan de dames heb vertoond. Had ik kunnen
nagaan, Jat zij nog niet waren heengegaan, dan zou
ik natuurlijk niet gekomen zijn. Maar hoe kon ik
dat weten Ibi ubi, wie zou me dat hebben mee
gedeeld V'
„Gaat u nu maar slapen, overste" beval de kolo
nel „gaat u nu maar slapen dat is het beste en ge
zondste wat u op 't oogenblik kunt doen. Goeden
nacht."
„Goeden nacht, kolonel, goeden nacbt."
De overste was zóo vau streek, dat hij zich maar
niet verder trachtte te verdedigen óok niet toen
Knobelsdoril' en Marshall zich te slapen legden en
al ziju stroo wegkaapten en zij hun beenen zóo lang
uitstrekten dat bij wel verplicht was, zijn stelten ii
de hoogte te trekken. Hij durfde geen woord mee
zeggen en deed al zijn best om het bevel „ga sla
pen'' na te komen, maar bij kon niet slapen, keerde
zich telkens om en was zóo rusteloos, dat de kolo
nel eiudelijk uitviel„Lig toch stil, overste, opdat
wij ten miuste kunnen slapen."
Toen durfde hij zich óok niet meor bewegen en
bleef maar met open oogon op zijn rug liggen en
zag door de half gcopcude tent den sterrenhemel
en de bivakvuren, hoorde het fluisteren der brand-
wachta, het op en neer loopen der schildwachts, al
en toe het hinniken van een paard en bij dat alles
uitbreiding der Gemeente in de laatste
jaren, beantwoorden aan zijn doel, dan diende
zijns inziens het onderwijs niet langer be
paald te blijven tot éen plaals (het gebouw
«Volksheil") doch dan moesten op ver
schillende punten tier stad lokaleu worden
geopend, waar de kinderen der wijk zich
zouden kunnen vereenigen.
Te dien einde verzocht ZEw. het gebruik
der openbare scholen Beekstraat, Helling
straat, Koningstraat en Puntenburgerlaan,
welk verzoek, op prae-advies van Burge
meester en Wethouders, zonder hoofdelijke
stemming door den Gemeenteraad werd in
gewilligd.
Daardoor is ds. Van Aalst nu in staat,
morgen 6 September in vier wijken der stad
Zondagsscholen te openen onder leiding van
18 onderwijzeressen en onderwijzers, terwijl
het aantal kinderen bij aanvang reeds onge
veer 600 bedraagt; wel een bewijs hoezeer
in een bepaalde behoefte thans wordt voor
zien.
Om leiding aan het onderwijs te geven,
zal ZEerw. een cursus houden voor de onder
wijzeressen en onderwijzers, waartoe hem
door heeren Kerkvoogden welwillend het
gebruik van de Consistorie-kamer der St.
Joriskerk is verleend.
Komt dit alles èn godsdienstig èn maat
schappelijk honderden kinderen der Gemeente
ten goede, wij twijfelen niet, of dit omvang
rijke werk men denke aan het Kerstfeest,
enz. zal door ieder, die de stad onzer
inwoning lief heeft, gewaardeerd worden.
Nog verdient vermelding, dat op verzoek
van ds. Van Aalst zich met hem als com
missie, verantwoordelijk voor den goeden
gang van zaken, hebben vereenigd de heeren
W. Kleber, C. Lindenhovius, D. Ruys en N.
Vels-Heijn.
Het nieuwe brugje over de Beek bij de
Meisjesschool is thans voor het verkeer open-
De temperatuur van het water in de nieuwe
Bad- ett Zweminrichting was gisterochtend
63 en hedenochtend 64° F.
Het diploma volgens art. 5 is alsnog uit
gereikt aan de jongejuffrouw I. A. Wesse-
ling en den jongenheer M. Willemstijn.
Werden nog maar kort geleden de ver
gaderingen van «Handel en Nijverheid" ver
zet om haar leden van «Jubal" gelegenheid
te geven die bij te wonen, toevallig moest
«Jubal" deze week afwijken van haar repetitie
„Als ik
niet roo'n dolle
dacht hij slechts
maagpijn had!"
Naast hem lag er nóg een wakker, Marshall. Ook
hij keek door de half geopende teut.
Lang, heel laDg keek bij naar buiten en eindelijk
viel hij in slaap, droomend van Liska.
De manoeuvres waren afgeloopen de com man-
(loerende generaal, om wien de bereden officieren
van het gansche ariueekorps voor „de critiek" ver
zameld waren, had juist het groote woord uitgospro-
ken „Dank u heeren".
De infanterie was dadelijk na het einde van het
gevecht, toen „halt!" en „het geheel verzamelen!"
was geblazen, naar het station gemarcheerdde ca
valerie en de artillerie moesten weer kwartieren betrek
ken in vredestijd bestaan er geen spoorwegen voorde
bereden wapens, die moeten maar naar huis marchee-
ren, al zou het ook acht dageu duren en oneindig
meer kosten aan inkwartiering.
De critiek was geëindigd de officieren hadden
afscheid van elkaar genomen met een „tot weer
ziens volgend jaar."
Of allen ook het volgend jaar nog manoeuvres
zouden maken?
De generaal was bij de critiek al buitengewoon
ongenadig geweestbij het opstaan moest hij dien
ochtend al een heel erge bokkepruik hebben opge-
Velen reden weg met een zeer betrokken gelaat.
Een standje kan ieder verdragen en vooral do sol
daat ia er aan gewend, zoo af en toe, juist als hij
van den prius geen kwaad weet, een uitbrander te
krijgeD anders zou hij ook maar te overmoedig
worden. Maar zooals 't nü toch was geweest, was
't wel een beetje béel erg. De goneraal had letter
lijk alles afgekeurd. Do commandant der genie-troe
pen rilde nog als hij er aan dacht wat hij op zijn
boterham had gekregen. Naar zijn heilige overtui
ging was de brug, die hij had doon slaan zóo sterk
geweest, dat zy een spoortrein had kunnen dragen.
En wat had de generaal gezegd? „Ik heb maar
op Vrijdag en zoo geviel het, dat Donderdag
avond de vergadering van «Handel en Nijver
heid" maar weer matig werd bezocht, 15 in
plaats van 25 leden, zooals op 5 Augustus.
Aanstonds nadat de heer Van Duinen de
vergadering had geopend, herinnerde hij aan
de catastrophe die ons land sedert de vorige
vergadering heeft getroffen en waarbij het
nationaal vermogen met 80 a 90 millioen zou
zijn verminderd. Is dit gerucht juist, dan
vreest spr. dat, ofschoon de handel voorzoover
bekend het minst getroffen is, de winkelstand
toch zeer gevoelige schade zal lijden omdat
de koopkracht zoozeer is verminderd.
Hierop werden de notulen der vorige
maandvergadering gelezen en aldus vastge
steld, waarna werd overgegaan tot het bal-
loteeren van 6 adspirant-leden, die allen
werden aangenomen ten gevolge waarvan
het aantal leden nu 148 bedraagt.
De Voorzitter deelde vervolgens mede, dat,
naar aanleiding van het ook in de vorige
vergadering, naar aanleiding van een desbe
treffend artikel van het Handelsblad", ter
loops besproken plan der H. IJ. S. M. tot
het stichten eener coöperatieve verbruiks-ver-
eeniging, het Bestuur der vereeniging zich
in verbinding stelde met het Congres-bestuur
te Rotterdam, dat verzocht deze quaestie op
dat congres ter sprake te brengen.
De heer Van Duinen las hierop het door
hem opgesteld rapport voor, dat hij de vol
gende week op het Congres hoopt uit te
brengen en juist hedenochtend in druk ver
scheen. Uit dien hoofde beperken we ons
tot den hoofdinhoud er vaD.
De coöperatieve verbruiksvereeniging zal
worden gesteund door de Directie der H.
IJ. S. M. en zal zijn een verbruiksvereeniging
in den meest uitgebreiden zin des woords,
die met haar 16 atdeelingen (levensmiddelen,
kleedingstuitken, beddegoed, huishoudelijke
artikelen, brandstollen, enz. enz.) hoogst na-
deelig voor den middenstand en zelfs gevaar
lijk voor den winkelier dreigt te worden.
De vrees bestaat, dat bet voorbeeld zal
worden nagevolgd door groote werkgevers.
Er schijnt weinig nagedacht over de grove
onbillijkheid tegenover den handel en over
het feit dat, zoo de Maatschappij al niet
rechtens verplicht kan worden zich te ont
houden van zulke misplaatste concurrentie,
zij daartoe toch zedelijk verplicht is. Im
mers zij bloeit door en bestaat van den
handel en schrijft door zulk een vereeniging
een deel van den handel ten doode op en
jaagt een deel harer clientele tegen zich in
't harnas. Doch zij waant zich, wat dit laatste
betreft, misschien sterk genoeg evenals ze
wel meer geen rekening heeft gehouden met
de billijke verzoeken van het publiek.
Wat Amersfoort betreft, zal de vestiging
van de arbeiders aan de nieuwe werkplaat
sen, bij de tot stand koming der coöpera
tie, een groot nadeel brengen. De Gemeente
zal alleen de lasten hebben voor grooter
politie-toezicht, verlichting, onderwijs, enz.
eu kunnen zorgen voor de armlastigen als
andermaal werklieden worden ontslagen zon
der te gelijk te worden gepensionoeerd. Een
en ander terwijl de draagkracht der Gemeen
tenaren door een zóo doodende concurrentie
minder wordt.
En zoo zal 'tover heel het land gaan en
het aantal noodlijdende Gemeenten zal toe
nemen. Daarom kan de Regeering niet
lijdelijk toezien, dat bet spoorwegpersoneel
als 't ware geïsoleerd wordt te raidden van
de overige onderdanen, dat de spoorweg
maatschappijen metterdaad een Staat inden
Staat vormen.
De Maatschappij zal ook een hoogst
vreemde concurrentie voeren. Z\j kan zich
uit haar registers de beste adressen ver
schaffen voor haar inkoopen, behoeft geen
vracht te heffen en kan zelfs velerlei cdh-
cessiën doen tegenover haar leveranciers. Ge
zwegen nog van de tegenkanting van het
Eersoneel tegenover concurrenten in ver-
ruiksartikelen.
De Maatschappij zal eenigermate weder
een gedwongen winkelnering invoeren, zij
het ook in eenigszins anderen vorm. Eu dit,
waar met zóo veel moeite de gedwongen
winkelnering is uitgeroeid.
Ook dit kwaad moet uitgeroeid alvorens
het wortel heeft geschoten; al wat geoor
loofd is, moet te werk gesteld om den groei
te voorkomen, de ontwikkeling tegen te gaan.
De conclusie is dan ook, dat men het plan
afkeure en protesteere bij de H. IJ. S. M.
Een warm applaus loonde spr. voor zijn
weldoordacht ontwerp-rapport, dat zeker óok
succes zal' hebben by het Congres.
Ook bij den «Bond van middenstanders"
en bij vak-vereenigingen zal om adhaesie wor
den gevraagd, opdat de H. IJ. S. M. zich
tweemaal bedenke eer zij deze coöperatie
ten uitvoer legt.
Hierna werd meedegedeeld, dat bet Bestuur
nader heeft onderzocht de wenschelijkheid
van de verhooging van het marktgeïd voor
elders wonenden, doch geen termen heeft
kunnen vinden om het daartoe in de vorige
niet eens naar uw zoogenaamde brug gezien, uit
vrees dat dat prulding onder mijn blik ineen zou
storten."
Vau de cavalerie heette het, dat zjj zich als
gewoonlijk weer kranig had gedragen; met waren
heldenmoed was zij tegen vuur brakende kanonnen
opgestormd, vlak onder goed gericht en goed afge
geven vuur van gesloten infaulerie, eu zelfs had zij
jacht gemaakt op een luchtballon, en de generaal
had schamper gezegd: „Kleine jongens spelen oor
logje, heeren, maar wij mogen er geen spelletje
van maken. U schijnt dit nog niet allen te besef
fen, heeren, maar misschien leert u het nog wel
eens."
De generaal had eeu zeer eigeuaardigen klemtoon
gelegd op dat „misschien", alsof hij zeggen wilde;
„Als ik er jelui den tyd voor laat."
De infanterie had natuurlijk de langste beurt ge
kregen en daarbij was een wonder ges biedoverste
„ibi ubi" had een buitengenwone pluim gekregen.
„Zoowel het idee als de wijze waarop hel werd uit
gewerkt en u h t regiment aanvoerde en den aan
val doorzette verdient mijn hoogsten lot. Het doel
my waarlyk genoegen dat ik vandaag nog éen licht
puntje heb gevondenik kan niet nalaten te zeg
gen, dat het ook 'teenige is geweest dat werkelijk
goed was."
Doch daar had do overste het gebit zijner tanden,
gelyk Homerus zegt, geopend en met luider stem
me gezegd: „Uwe Excellentie veroorlove mij te
doen opmerken, dat deze lof niet mij maar luite
nant Von Marshall toekomthij kwara op het denk
beeld den aanval zóo te doen geschieden."
Stom van verbazing hadden allen elkaar aange
keken, enkelen hadden gelachen, maar de generaal
had gezegd: „Dat u niet zelf op dat denkbeeld is
gekomen, is treurig, diep treurig, overstehet was
het eenige middel om te slageu. Dat u echter de
eer geeft aan wie haar toekomst, is mooi, bepaald
mooi en ik zou wel willen dat alle andere heeren
in eeu zelfde geval evcuzoo handelden."
De overste reed nu zwijgend naast den kolonel
en wist niet recht of bij zich moest ergeren over
den neus die hij bekomen had dan wel of hi) zich
mocht verheugen in de goedkeuring van zijn ge
drag.
Een fatsoenlijk niensch te zijn, is dikwyls meer
waard, dan een pluimpje te halen van een supérieur,
dacht bij, au zoo kwam hij er van liever lede toe,
het gebeurdo niet al te tragisch op te nemen.
Hij was 's ochtends nog leelijk ziek geweest en
had zich 't liefst van alles ziek gemold, doch de ko
lonel moest dien dag optreden als scheidsrechter
by het bepalen van de schade door de over de akkers
marcheerende troepen aangericht en dus had hij het
regiment moeten aanvoereu. Had hy zich ziek ge
meld, dan zou de generaal hebben kunnen denken
dat by bang was, en dat mocht in geen geval. Hy
was daarom op zyn paard geklouterd, had gedaan
of bij het heel druk had en op alles wat Marshall hem
voorstelde ja en amen gezegd. Hij was werkelijk
niet in staat geweest, iets behoorlijks te bedenken.
Den kolonel had bet antwoord van ziju overste zeer
bevallen en hij wilde hem nu een bewijs van zijn
groote welwillendheid geven en vroeg dus: „En,
gaat het nog altijd niet beter
't Was het eerste niet-olhciecle woord dat hij sedert
den vorigen avond tot hem sprak de overste had
reeds gevreesd dat de zon der genade nimmermeer
voor hem zou schijnen. Hy richtte zich met moeite
in zijn zadel op en ofschoon hij een dolle maagpijn
bad zeide bij met een wit lachje„Dank u, kolonel,
dank u voor uw belangstellinghet gaat oneindig
veel beter."
„Zoo" was alles wat de kolonel zeide en de overste
begreep nu inaar al to goed, dat hy 'ter by zyn
cbef niet boter op had gerauakt en bad een sterk
vermoeden, dat deze dacht: waartoe heeft die mas
kerade dun gisteravond gediend als hy nu weer
zooveel beter is.
Hy waagdo het echter niet, een woord meer te
spreken.
WordI vrvolgd.)