Marktprijzen.
etuur geen eenstemmigheid heerschte over het
ui dan niet toelaten van verslaggevers en dat de
stemmen daarover slaakten met 615. De Alirc-
nieene vergadering werd nu uilgeooodigd uit
spraak te doen, door zitten of opstaan, en met
overwegende meerderheid sprak zij zich uit vóór
het toelaten der pers.
Hierna werden de notulen der April-vergade-
ring gelezen en onder dankbetuiging voor do
redactie ongewijzigd vastgesteld.
Alsnu was aan de orde de Begrooting voor
het dienstjaar 19(>1. De uitgaven worden ge
raamd op flS 000, de ontvangsten op f17500,
zoodat er feitelijk een tekort zal wezen van f 500,
doch men hoopt te kunnen bezuinigen zon
der dat de gang van zaken schade lijdt. Dat
men meent te kunnen rondkomen, is een gevolg
van gelukkige omstandigheden.
Met dankbaarheid werd gewag gemaakt van
de gift van f500 wan de Balije van Utrecht der
Ridderlijke Duitsche orde en van een ongenoemde
die voor de smidse een motor schonk en dezen
liet opstellen, wuardoor de leerlingen veel tijd,
dien zij anders zonden besteden aan trekken en
draaien, winnen voor meer leerzamen arbeid.
Gewaagd wevd ook van de verbouwing, die, ook
door het vertraagd toestaan van subsidicn, eerst
in den barren winter kon geschieden en ook
daardoor tegenviel omdat de prijzen der grond-
stollen tusschentijds duurder waren geworden.
Bijzondere lof werd gebracht aan architect lis.
Kroes die, als Bestuurslid, geheel belangloos het
ontwerp maakte en het toezicht hield en aan den
heer C. Prins Jr. die de verbouwing uitvoerde.
De vergaderiug betuigde instemming met deze
hulde en met het besluit van het Bestuur, dat
inmiddels aan den heer Kroes door een klein
aandenken heeft getoond hoezeer is geapprecieerd
hetgeen hij voor en tijdens de verbouwing deed.
Medegedeeld moest echter óok worden, dat het
ledental daalt en het zeer wensphelijk is, dat dit
weer toer.eme cn om de financiën te versterken
èn om te doen zien dat het particulier initiatief
blijft spreken voor een zóo nutte inrichting.
Tot leden van de Commissie voor het nazien
der Rekening en verantwoording over 1903 wer
den herbenoemd de heeren prof. F. Kenninck,
jhr. mr. B. \V\ Th. Sandberg en P. J. Frederiks.
Aan de orde kwam nu het laatste punt der
agenda, voorziening in vacaturen in het Bestuur
wegens net bedanken door den heer Jan van den
Brink en wegens periodiek aftreden van de heeren
Buys. H. J. (Toockewit, lis. Kroes, A. Visser en
jhr Wuijtiers. In de vacature-Van den Brink
werd, nadat het Bestuur de aandacht er op had ge
vestigd om weder een vakman te hebben, ge
kozen de heer C. Prins Jr., met 58 stemmen
Noorman 8, II. Koning 4, G. Prins Sr. 3, blanco
waarna de vijf aftredenden allen werden her
kozen.
De gekozenen namen de benoeming aan be
halve de heer Buys, die verklaarde zich niet
weder beschikbaar te stellen. Overwegende re
denen, buiten het gebied der school, van parti
culieren, persoonlijken aard. dwongen epr. er
toe, zich nist weder beschikbaar te stellen.
Prof. Kenninck vergeleek deze mede-
deeling met een donderslag bij helderen hemel.
Gaat ons verlaten, u die de school mee hebt
opgericht, die haar met zóo groote zorg hebt
verpleegd? Misschien is het in oude tijden ge
schied, dat de soldaten hun aanvoerder lieten
heengaan, zooals te Barneveld met Jan van
Schutlelaar gebeurde, doch wij willen u niet laten
gaan. Is 't onbescheiden, te vragen welke die
particuliere redenen zijn Zijn het redenen van
gezondheid, dan moeten we ons, hoe nuodeook,
er bij neerleggen. Is 't onbescheiden, deze vraag
te stellen We zouden zoozeer wenschen, dat u
er overheen kon komen. (Instemming).
De heer Buys gaf nu de leiding der verga
dering over aan den Onder-voorzitter, den lieer
Matthijsen, en antwoordde, dat, evenals de toren
in de legende van Jan van Schalielaar, de ver-
eeniging thans stevig in elkaar zit en spr. thans
dan ook best gemist kan worden. Wat spr. ge
zondheid betreft, deze is nogal goedspr. heeft
wel heel andere periodes doorgemaakt, doch
voelt zich juist 't welst- als er iets buitengewoons
voorkomt. Spr. moet hier op de pertinente vraag
thans wel meedeelen, dat hij reeds eenige weken
geleden zijn besluit meedeelde in een Bestuurs
vergadering; groote aandrang werd toen geoefend
om hem daarvun terug te brengen en tenslotte
liet hij zich overhalen, althans nog deze verga
dering te leiden. Nadere definities van de par
ticuliere redenen zijn in deze vergadering onaan
genaam en niet in het belang der vereeniging.
Spr. is tot dezen stap genoodzaaktniet door
onaangenaamheden in het Bestuur; dat zij verre.
Doch hij is door eigen gevoel daartoe genood
zaakt omdat verdere samenwerking tusschen den
Secretaris en spr. onmogelijk is. Er bestaat
niet langer het volle vertrouwen dat, vooral tus
schen leden van het Dagelijksch bestuur, onmis
baar is voor het belang der vereeniging, en de
rechte weg, die spr. had te volgen, was zijn
mandaat neer te leggen. Spr. betreurt het, de
vereeniging te moeten verlaten, doch zij staat
nu zóo vast, dat zij onder iederen Voorzitter in
stand kan blijven.
De heer M a 11 h ij s e n zegt, dat dus aan de
orde is de verkiezing van een nieuw Bestuurslid.
De heer T h i e 1 zegt even gewacht to hebben
roet het woord te vragen. Spr. had niet anders ver
wacht dat uok de Secretaris de ridderlijkheid zou
hebben gehad zyn mandaat neer te leggen opdat
de leden zouden uitmaken op wiens behoud zij
het meest prijs Btellen. Het mag niet afhangen
vun det) toevalligen datum van periodieke aftre
ding dut in het onderhavige geval de Voorzit
ter heengaat en de Secretaris aanblijft. Spr.
weet niet of de Secretaris zijn manduat zal neer
leggen, anders wil spr. voorstellen, dat de ver
gadering den heer Buys met nagenoeg ulgemeene
stemmen herkiest.
De heerPloinp brengt in 't midden, dat dit
geval slechts in een afzonderlijk daartoe te be
legge i; vergadering kan worden uitgemaakt.
De heer G e r. K le her nieem, dut hetgeen
de heer Th iel zou willen voorstellen in 't ge
heel niet te pas komt. De vergadering moet
respecteoren dat de Voorzitter om particuliere
redenen wil aftreden. Een dwang op den Secre
taris uit te oefenen, acht spr. beneden alles. Fei
ten zijn niet genoemd. De Voorzitter treedt af en
de Secretaris blijti en daarmee uit. Spr. is 't
overigens volkomen eens met den heer Plomp
dat, als er nog sprako van zou zijn de quaestie
uit te maken, dit slechts kan geschieden in een
expresselijk daarvoor belegde vergadering.
De heer Matt hij sen herinnert, dat thans
alléén aan de orde ia de keuze van een nieuw
Bestuurslid.
Den heer Hs. P. van Haselon vraagt of
de Voorzitter reeds vóór de vergadering het
voornemen had om te bedanken en, zoo ja,
waarom zulks dan niet op de convocatie is ver
meld, als wanneer er meer kiezers zouden zijn
opgekomen. Spr. geeft den heer Buys in over
weging, zijn woorden terug te nemen.
De heer Buys zegt, dat de heer Van Hagelen
het wel eenigszins doet voorkomen alsof spr.
niet geheel correct zou hebben gehandeld door
niet op de convocatie te doen vermelden dat hij
zich niet langer beschikbuar stelde. Spr. meent,
dat er wisseling in het Bestuur moet komen,
dat dit juist zeer bevorderlijk is voor den goeden
gang van zaken en spr. zou 't zeer pedant hebben
gevonden als hij op den gang van zaken ware
vocruitgeloopen en nog vóór de stemming had
verklaard, dat hij de. herbenoeming niet aannam.
Correct was 't, de stemming af te wachten en
eerst daarna mee te decleD, dat hij de herbe
noeming niet aannam.
Den heer Jorissen heeft het grootelyks
verwonderd, dat, waar men de belaugen der ver
eeniging zoubespreken, men nu hoort spreken over
persoonlijke quaesties. Spr. vindt deze er bij
de haren bijgesleept. Hetgeen de heer Buys
mededeelde van persoonlijke onaangenaamheden
die hij met een der bestuursleden heeft, gaat
ons niet aan en spr. vindt dit zelfs afkeurens
waardig om die hier ter sprake te brengen.
De heer F. M. van Veen meent, dat de heer
Jorissen een eigenaardige voorstelling geeft van
de zaak. Het is hier volstrekt niet een dood
onnoozele particuliere zaak en het aftreden van
dezen Voorzitter is geen bagatel. Dezen Voor
zitter kan de vereeniging niet missen. Spr. durft
herhalen wat de heer Thiel aan den Secretaris
vroeg en ook wat prof. Kenninck aan den Voor
zitter vroeg, nl. wat is de reden van diens
terugtreden.
Spr. wil de vraagt aan den Secretaris scherper
stellen en dezen vragen of hij geen aanleiding
vindt om te gelijk met den Voorzitter zijn man
daat neer te leggen en de plaats in het Bestuur
over te laten aan den Voorzitter.
De heer Jorissen constateert, dat de heer Van
Veen hem iets in den mond legt wat spr. niet
heeft gezegd. Spr. heoft geenszins het aftreden
van den Voorzitter als een bagatel beschouwd
en liet dit aftreden zelfs geheel buiten hetgeen
hij aanvoerde. Slechts zijn afkeuring heeft hij
er over uitgesproken, dat et factoren werden bij
gehaald, die er niet bij behoorden. Spr. zal de
laatste zijn, die iets wil afdingen op de verdien
sten van den heer Buys, doch hoopt, dal tuen
de zaak niet verder verwarre door er allerlei in
te halen wat er niet bij behoort, en dat men
correct blijve.
De heer Van Veen meent, dat de heer Joris
sen het beloop der zaak niet schijnt begrepen
te hebben en niet heeft verstaan dat de beer
Buys bedankte en waarom hij bedankte.
l")e heer J o r i s s e n antwoordt, dat als men de
goede qualiteiten van den Voorzittter beschouwt
en vertrouwen stelt in dicii3 eerlijkheid, men
niet verder bij hem mag aandringen op aau-
blijven.
De heer Matthijsen constateert, dat de heer
Jorissen den stap des heeren Buys afkeurt.
De heer Veen verzoekt den Onder-voorzitter
de vraag aan den Secretaris te stellen.
De heer Matthijsen merkt op, dat do vraag
reeds gedaan ie en dat de Secretaris wel zal ant
woorden als hij dit wil doen.
De heer Buys antwoordt den heer Jorissen,
dat hij getracht beeft, zoo correct mogelijk te
blijven. In twee of drie Bestuursvergaderingen
heeft spr. zijn voornemen om af te treden ken
baar gemaakt en daar werd hij op den duur
gedwongen, de oorzaak meer te préciseeren om
dat gezegd werd, dat een bom was gesprongen
en omdat de Bestuursleden elkaar vroegen tegen
wi°n spr. 't had. Spr. ziet niet in waarom hij
niet hot volle recht neeft, zich te retireeren als
hij verdere samenwerking niet mogelijk acht en
ziet evenmin in dut hij incorrect zou hebben
gehandeld.
De heer Hagedoorn vraagt hoeveel stem
gerechtigde leden de vereeniging telt.
De heer M a 11 h ij s e n185 leden en dona
teurs.
De heer Hagedoorn geeft nu in overwe
ging om, waar de vereeniging de kans beloopt,
zulk een Voorzitter te verliezen, de beslissing te
verschuiven tot een expresselijk daarvoor te be
leggen vergadering op de convocatie waarvan
het aftreden vun den heer Buys uitdrukkelijk
worde aangegeven. Spr. verzoekt den heer Buys
althans tol die vergadering aan te blijven.
De heer Matthijsen herinnert, dat thans
aan de orde is het verkiezen van een Bestuurslid
en niet het kiezeu tusschen twee personen. Het
voorstel-Hagedoorn kun dus thans niet in be
handeling komen.
De heer Buys zegt, juist op aandrang van het
Bestuur niet zoo démonstratief ontslag genomen
te hebben en bereid te zijn tot Januari Bestuurs
lid te blijven; dan treedt hij periodiek at en
kan daarna wegens het gerezen geschil niet aan
blijven.
De heer Matthijsen zegt, het van heel veel
belang voor de vereeniging is te achten, dat men
de persoonlijke quaesties laat rusten.
De heer Thiel constateert, geen antwoord
van den Secretaris te hebben ontvangeu. Spr.
wil hier den nadruk op leggen bij de leden en
als de heer Buys nu tóch herkozen wordt, zal
dit misschien een aanleiding zijn voor den Secre
taris om eens na to denken.
De heer K 1 o b e r kan niet meegaan met het
door den heer Thiel aangevoerde on ziet vol
strekt niet in dat, als de heer Buys herkozen
wordt, de Secretaris in die uitspraak der ver
gadering aanleiding moet vinden om te bedanken.
De Secretaris is ook steeds een zeer verdienstelijk
Bestuurslid geweest. Een pressie als die, welke
nu wordt geoefend op den Secretaris is wellicht
op liunr plaats in ecu kiesvereeniging, maar in
geen geval hier.
De heer Matthijsen moet even herinneren,
dat aan de ordo is het verkiezen van een Be
stuurslid en niet do quaestie van den Secretaris,
welke door slechts enkelen thans te horde wordt
gebracht.
De heer Hagedoorn is het met eens met
hetgeen de heer Klebsr zei. Dit is een gevoels-
qnaestie, die de een zus, de ander zóo uitlegt;
de een gevoelt wat de ander niet gmroelen kan.
De heer Matthijsen doet nu stemmen voor
de vervulling van de vacature in het Bestuur.
Gekozen wordt de heer BuyB met 50 stem
men, 6 blaneo's en 18 verdeeld over 8 personen,
de heeren: P. van Achterbergh, Hs. P. vanHa-
selen, Jorissen, H. Koning, J. Ger. Kleber, Van
der Mark, Noorman en Thiel.
De heer M a 11 h ij s e n, den uitslag der stem
ming meedeelend, merkt op dat nog nimmer
zóo talrijk een vergadering van deze vereeniging
werd bezocht en geeft den heer Buys in over
weging dit wel te bedenken eer bij zijn beslis
sing kenbaar maakt.
De heer Buys zegt, dat het hem innig leed
doet, zooveel welwillendheid te leur le moeten
stellen. Waar echter zóo overwegende bezwaren
zijn, kan spr. er niet overheenkomen en moet
hij herhalen, dat hij de herbenoeming tot Be
stuurslid niet kan aanvaarden.
De heer Matthijsen constateert, dat de
heer Buys dus ten tweeden inale heeft bedankt
en dat nu voor de derde maal aan de orde komt
de verkiezing van een Bestuurslid.
Prof. Kenninck vindt in den uitslag der
stemming een grond om het voorstel-Hagedoorn
in overweging te nemen. De heer Buys blijft
voorloopig i\og lid van het Bestuur. Welnu,
laat in den boezem van het Bestuur deze teere
quaestie worden uitgemaakt; dat staat, naar spr.
stellige manning, niet aan deze vergadering. Men
komt nu toch niet tot overeenstemming en
daarom is een nieuwe vergadering zeer gewenscht
en veel beter.
De heer M a 11 h ij s e n vraagt of prof, Kenninck
een bepaald voorstel doet voor een expresselijk
bijeen te roepen vergadering.
Prof. Kenninck beaamt zulks.
De heer Thiel stelt zich voor, dat de zaak
veel minder kans heeft tot klaarheid te worden
gebracht in die nieuwe vergaderiug. Spr. waar
deert de goede bedoeling, doch acht het voorstel
een utopie. Het Bestuur heeft de zaak reeds
besproken in eigen boezem. Wat baat het of het
zulks weer doet. Spr. wil op't oogenblik aan den
Secretaris de pertinente vraag stellen of deze
zich nóg niet wil uitspreken omtrent hetgeen hij
voor de vereeniging van het meeste belang acht
het heengaan Yiin den Voorzitter of dat vai den
Secretaris. Spr. onderstelt, dat de Secretaris zijn
eigen gevoel zal ter zijde stellen en begrijpt niet,
dat deze zich nèg niet uitspreekt. Als de Secre
taris blijft zwijgen en de vergadering dus aan
doovemansdeur blijft kloppen, zal spr. genood
zaakt zijn, wat harder te rammelen en wel door
een motie.
De Secretaris, m r. Prikken, wil naar aan
leiding van de herhaalde vragen, door den vo-
rigen spr. in den bekend eigenaardigen vorm
gesteld, kort antwoorden.
Er is gezegd, dat de zaak in het Bestuur "ol-
doende bekend is. Voorzoover zulks spr. bekend
is, is dat niet het geval. In de eerste Bestuurs
vergadering waarin de heer Buys zijn voornemen
om af te treden aankondigde, werd spr. naam
niet genoemd en alleen verwezen naar twee heeren,
in deze Algemeenc vergadering aanwezig, bij
wie men kon navragen. Bij de tweede Bestuurs
vergadering was spr. door ambtsbezigheden af
wezig. In de notulen daarvan vond spr. zijn naam
genoemd en gaf hij daarover zijn verwondering
te kennen. Spr. verzocht toen den Voorzitter, do
„persoonlijke redenen" te mogen vernemen, doch
deze weigerde. Spr. deed hem toen eenige vragen
en vroeg o.a. of soms eenbrief, in andere qualiteit
geschreven, over een benoeming
De beer Matthijsen kan Bpr. op deze wijze
niet laten vooitgaan. Reeds meermalen is ge
zegd, dat men zich niet zou begeven in parti
culiere quaesties.
Mr. Prikken vervolgt, dat hij het erg
vreemd vindt, dat de heer Thiel komt met een
bedreiging en een motie welke wellicht ten doel
zal hebben dat de vergadering beslisse in een
geschil waaromtrent spr. zelf niet kan beslissen
omdat de heer Buys weigerde spr. uitsluitsel te
geven. Spr. kan niet begrijpen, dat dit mogelijk
is voor de vergadering en eindigt met te ver
klaren, dat hij niet bereid is af te treden waar
hem niet bekend is de reden waarom dat van
hem wordt verlangd.
De heer Buys zegt, dat het hem leed doet,
genoodzaakt te zijn weder het woord te nemen.
De Bestuursleden weten te beoordeelen of de
mededcelingen welke de SecretariB deed in het
juisto licht zijn voorgesteld. Deze legde er nogal
nadruk op, dat spr. in zijn afwezigheid anders
gesproken zou lieoben d*.n wanneer hij er bij
was, Deze smet Iaat spr. zich niet aanwrijven en
mag hij niet op zich laten rusten.
Toen in de Bestuursvergadering de Secretaris
afwezig was, heeft spr. aanstonds gezegd dat hem
dit speet, omdat spr. de mededeoling moest doen,
welke hij zoo spoedig mogelijk heeft herhaald.
Particuliere zaken konden in de Bestuursverga
dering niet worden besproken. Spr. stelt genoeg
vertrouwen in het Bestuur om hem te vrijwaren
voor insinuaties die op hem zouden geworpen
worden.
De heer Thiel dankt den Secretaris dat deze
eindeliik klaren wijn heeft geschonken, doch
acht hem toch Wel wat ongevoelig voor de
ineening der vergudering cn acht zich verplicht,
de volgende motie voor te stellen
„Do Algemeeno vergadering van de Vereeniging
Ambachtsschool
„Overwegende, dat de vergadering, ondanks
de verklaring van den heer Buys dat deze niet
te gelijker tijd met den heer Prikken het lid
maatschap van het Bestuur wenscht in te
nemen, ook na die verklaring den heer Buys
met groote meerderheid heeft herkozen;
„noodigt den hoer Prikken uit, zijn mandaat
ter beschikking van de leden te stellen."
De heer Matthijsen meent, dat vóór de
motie het voorstel-Kenninck in stemmiug moet
komen.
De heer T h i e I meent, dat do motie de verste
strekking heeft.
De heer Kleber zal het voorstel-Kenninck
steunen, hetzij het Bestuur het inmiddels al
dan niet eens worde, in welk laatste geval de nr awe
vergadering kan beslissen. Over de motie kan
deze vergadering niet beslissen, omdat zij niet
op de convocatie is vermeld.
Verschillende stemmen: Maar 't is
toch 'n motie 1
De heer Kleber vraagt hoe deze vergadering
onpartijdig kan oordeelen waar de heer Buys
zelf de reden niet wilde mededeelen aan den
Secretaris. Spr. moet ernstig protesteeren tegen
deze soort motie van vertrouwen.
De heer Matthijsen heeft geen bezwaar,
de motie in behandeling te doer. ->emen.
De heer S i n n i g e meent, dat het voorstel-
Kenninck verdere strekking heeft dan de motie
en dan ook prioriteit eischt.
De heer Jorissen gelooft, dht de motie
niet in stemming mag worden gebracht omdat
op den bodem ervan de particuliere zaak tus
schen de heeren Buys en Prikken rust, die Blechts
matig verband heeft met het belang der sohool.
De heer Matthijsen meent, dat het geschil
wel zeer degelijk het belang der school raakt.
De heer W o 11 e r wil niet zoo sterk spreken
als de heer Jorissen, die zeide, dat de motie niet
in stemming mag komen, doch wil den heer
Thiel verzoeken, de motie in te trekken. Spr.
wil alléén constateeren dat er een verschil is en
dat, als gevolg daarvan, hij die aan de beurt
van aftreding is, wijkt. Vindt nu de tegenpartij,
dat hij de school kwaad mag laten doen door
den heer Buys te laten heengaan Als de Secre
taris terugtreedt, zullen wij dat nooit aanmerken
als een erkenning van ongelijk, doch als een
opoffering in het belang der school.
De heer Kleber zegt, dat het gehoorde hem
nog meer versterkt in zyn voornemen om te
stemmen vóór het voorstel-Kenninck.
De heer Matthijsen vraagt, dat de verga
dering uitmake of de motie-Thiel dan wel het
voorstel-Kenninck de prioriteit heeft.
De vergadering beslist met 45 tegen 29 stem
men, dat de motie-Thiel niet het eerst in be
handeling komen zal en geeft met 38 tegen 36
den voorrang aan het voorstel-Kenninck.
De heer S i n n i g e vraagt of alB het voorstel
wordt aangenomen, er eerlang een nieuwe
Algemeene vergadering zal worden belegd, dan
wel of gewacht wordt tot de April-vergadering.
De heer Matthijsen antwoordt, dat een
spoedig te beleggen buitengewone Algemeene
vergadering wordt bedoeld.
De heer Thiel acht dit den zwakken kant, dat
de heer Buys voor de tweede maal bedankte en
de vergadering voor een fait accompli plaatste
door de herbenoeming niet te aanvaarden. Het
gebruik brengt in zoo'n geval een nieuwe stem
ming mee. Thans echter wordt eenvoudig de
afwikkeling der zaak verschoven. Spr. kan alléén
met het voorstel meegaan al9 inmiddels in den
gedachtengang van den heer Prikken eenige
wijziging komt, anders zullen we in de volgende
vergadering het zelfde resultaat hebben als nu.
De heer H a g e d o o rn wil het voorstel-Ken
ninck ondersteunen om ook do nict-aanwezigon
op te wekken, gebruik te maken van de vol
gende vergadering om hun stem uit te brengen.
De heer M a 11 h ij 9 e n brengt nu het voor
stel-Kenninck in stemming, dat wordt aange
nomen met 66 vóór, 1 tegen en 3 onthoudingen
(enkelen hadden de vergadering reeds verlaten)
waarna de bijeenkomst tegen 11 uur werd ge
sloten.
tfrSste STA si TSJLO T JE li MJ.
Vijfde of laatste Klasse. Tweede week.
Trekking van 2 Oct. 1903.
(930 lolen).
Ten kantore van den collecteur A. C. R.
O. LEINWEBER te Amersfoort (Breede-
straat 22) zijn aan de navolgende nummers
te beurt gevallen:
Prijzen van f70.
1814 7G37 11486 18996 20145 en 20205.
Te zamen 6 prijzen.
Zonder prijs zijn uitgetrokken:
44 1306 1309 1327 1782 1785 1827
7645 16401 16407 16415 1G420 18980 en
2C214.
Volgende trekkingen geschieien5—8 en
12-16 Oct 1903.
Behalve de premie van f30000 voor den
laatst uitkomenden prijs van f 1000 of hooger
en de premie van f3000 voor het laatst uit
getrokken lot, zijn ingebleven de navolgende
prijzen: 1 van f 100000, 1 van f25 000, 1
van f 10 000, 1 van f5000, 1 van f1500, 27
van f1000, 32 van f400, 41 van f200, 96
van f100 en 2052 van f 70.
Loten zijn ten kantore, Breedestraat 22,
nog verkrijgbaar f3.90 per 1/20-
Amersfoort, 2 October 1903.
Appelen f6- a f8.— Peren f8.- a
f 12.Zanduardappelen i'2.50 a f3.Hoen-
dereieren 1'5.a f5.50 per 100 stuks. Boter
f 1.30 a f 1.45 p. k. Kippen fO.GOaf!.—
Kuikens fl.—a f 1.20 Piepkuikens f0.30 A
f 0.00 Ganzen f0. a f0.— Eenden f 0.80 a f 1.10
Hazen f 0.èfO.—Wilde konijnen f0.k
f0.Tamme konijnen f0.60 k fl.p.