Marktprijzen. etuur geen eenstemmigheid heerschte over het ui dan niet toelaten van verslaggevers en dat de stemmen daarover slaakten met 615. De Alirc- nieene vergadering werd nu uilgeooodigd uit spraak te doen, door zitten of opstaan, en met overwegende meerderheid sprak zij zich uit vóór het toelaten der pers. Hierna werden de notulen der April-vergade- ring gelezen en onder dankbetuiging voor do redactie ongewijzigd vastgesteld. Alsnu was aan de orde de Begrooting voor het dienstjaar 19(>1. De uitgaven worden ge raamd op flS 000, de ontvangsten op f17500, zoodat er feitelijk een tekort zal wezen van f 500, doch men hoopt te kunnen bezuinigen zon der dat de gang van zaken schade lijdt. Dat men meent te kunnen rondkomen, is een gevolg van gelukkige omstandigheden. Met dankbaarheid werd gewag gemaakt van de gift van f500 wan de Balije van Utrecht der Ridderlijke Duitsche orde en van een ongenoemde die voor de smidse een motor schonk en dezen liet opstellen, wuardoor de leerlingen veel tijd, dien zij anders zonden besteden aan trekken en draaien, winnen voor meer leerzamen arbeid. Gewaagd wevd ook van de verbouwing, die, ook door het vertraagd toestaan van subsidicn, eerst in den barren winter kon geschieden en ook daardoor tegenviel omdat de prijzen der grond- stollen tusschentijds duurder waren geworden. Bijzondere lof werd gebracht aan architect lis. Kroes die, als Bestuurslid, geheel belangloos het ontwerp maakte en het toezicht hield en aan den heer C. Prins Jr. die de verbouwing uitvoerde. De vergaderiug betuigde instemming met deze hulde en met het besluit van het Bestuur, dat inmiddels aan den heer Kroes door een klein aandenken heeft getoond hoezeer is geapprecieerd hetgeen hij voor en tijdens de verbouwing deed. Medegedeeld moest echter óok worden, dat het ledental daalt en het zeer wensphelijk is, dat dit weer toer.eme cn om de financiën te versterken èn om te doen zien dat het particulier initiatief blijft spreken voor een zóo nutte inrichting. Tot leden van de Commissie voor het nazien der Rekening en verantwoording over 1903 wer den herbenoemd de heeren prof. F. Kenninck, jhr. mr. B. \V\ Th. Sandberg en P. J. Frederiks. Aan de orde kwam nu het laatste punt der agenda, voorziening in vacaturen in het Bestuur wegens net bedanken door den heer Jan van den Brink en wegens periodiek aftreden van de heeren Buys. H. J. (Toockewit, lis. Kroes, A. Visser en jhr Wuijtiers. In de vacature-Van den Brink werd, nadat het Bestuur de aandacht er op had ge vestigd om weder een vakman te hebben, ge kozen de heer C. Prins Jr., met 58 stemmen Noorman 8, II. Koning 4, G. Prins Sr. 3, blanco waarna de vijf aftredenden allen werden her kozen. De gekozenen namen de benoeming aan be halve de heer Buys, die verklaarde zich niet weder beschikbaar te stellen. Overwegende re denen, buiten het gebied der school, van parti culieren, persoonlijken aard. dwongen epr. er toe, zich nist weder beschikbaar te stellen. Prof. Kenninck vergeleek deze mede- deeling met een donderslag bij helderen hemel. Gaat ons verlaten, u die de school mee hebt opgericht, die haar met zóo groote zorg hebt verpleegd? Misschien is het in oude tijden ge schied, dat de soldaten hun aanvoerder lieten heengaan, zooals te Barneveld met Jan van Schutlelaar gebeurde, doch wij willen u niet laten gaan. Is 't onbescheiden, te vragen welke die particuliere redenen zijn Zijn het redenen van gezondheid, dan moeten we ons, hoe nuodeook, er bij neerleggen. Is 't onbescheiden, deze vraag te stellen We zouden zoozeer wenschen, dat u er overheen kon komen. (Instemming). De heer Buys gaf nu de leiding der verga dering over aan den Onder-voorzitter, den lieer Matthijsen, en antwoordde, dat, evenals de toren in de legende van Jan van Schalielaar, de ver- eeniging thans stevig in elkaar zit en spr. thans dan ook best gemist kan worden. Wat spr. ge zondheid betreft, deze is nogal goedspr. heeft wel heel andere periodes doorgemaakt, doch voelt zich juist 't welst- als er iets buitengewoons voorkomt. Spr. moet hier op de pertinente vraag thans wel meedeelen, dat hij reeds eenige weken geleden zijn besluit meedeelde in een Bestuurs vergadering; groote aandrang werd toen geoefend om hem daarvun terug te brengen en tenslotte liet hij zich overhalen, althans nog deze verga dering te leiden. Nadere definities van de par ticuliere redenen zijn in deze vergadering onaan genaam en niet in het belang der vereeniging. Spr. is tot dezen stap genoodzaaktniet door onaangenaamheden in het Bestuur; dat zij verre. Doch hij is door eigen gevoel daartoe genood zaakt omdat verdere samenwerking tusschen den Secretaris en spr. onmogelijk is. Er bestaat niet langer het volle vertrouwen dat, vooral tus schen leden van het Dagelijksch bestuur, onmis baar is voor het belang der vereeniging, en de rechte weg, die spr. had te volgen, was zijn mandaat neer te leggen. Spr. betreurt het, de vereeniging te moeten verlaten, doch zij staat nu zóo vast, dat zij onder iederen Voorzitter in stand kan blijven. De heer M a 11 h ij s e n zegt, dat dus aan de orde is de verkiezing van een nieuw Bestuurslid. De heer T h i e 1 zegt even gewacht to hebben roet het woord te vragen. Spr. had niet anders ver wacht dat uok de Secretaris de ridderlijkheid zou hebben gehad zyn mandaat neer te leggen opdat de leden zouden uitmaken op wiens behoud zij het meest prijs Btellen. Het mag niet afhangen vun det) toevalligen datum van periodieke aftre ding dut in het onderhavige geval de Voorzit ter heengaat en de Secretaris aanblijft. Spr. weet niet of de Secretaris zijn manduat zal neer leggen, anders wil spr. voorstellen, dat de ver gadering den heer Buys met nagenoeg ulgemeene stemmen herkiest. De heerPloinp brengt in 't midden, dat dit geval slechts in een afzonderlijk daartoe te be legge i; vergadering kan worden uitgemaakt. De heer G e r. K le her nieem, dut hetgeen de heer Th iel zou willen voorstellen in 't ge heel niet te pas komt. De vergadering moet respecteoren dat de Voorzitter om particuliere redenen wil aftreden. Een dwang op den Secre taris uit te oefenen, acht spr. beneden alles. Fei ten zijn niet genoemd. De Voorzitter treedt af en de Secretaris blijti en daarmee uit. Spr. is 't overigens volkomen eens met den heer Plomp dat, als er nog sprako van zou zijn de quaestie uit te maken, dit slechts kan geschieden in een expresselijk daarvoor belegde vergadering. De heer Matt hij sen herinnert, dat thans alléén aan de orde ia de keuze van een nieuw Bestuurslid. Den heer Hs. P. van Haselon vraagt of de Voorzitter reeds vóór de vergadering het voornemen had om te bedanken en, zoo ja, waarom zulks dan niet op de convocatie is ver meld, als wanneer er meer kiezers zouden zijn opgekomen. Spr. geeft den heer Buys in over weging, zijn woorden terug te nemen. De heer Buys zegt, dat de heer Van Hagelen het wel eenigszins doet voorkomen alsof spr. niet geheel correct zou hebben gehandeld door niet op de convocatie te doen vermelden dat hij zich niet langer beschikbuar stelde. Spr. meent, dat er wisseling in het Bestuur moet komen, dat dit juist zeer bevorderlijk is voor den goeden gang van zaken en spr. zou 't zeer pedant hebben gevonden als hij op den gang van zaken ware vocruitgeloopen en nog vóór de stemming had verklaard, dat hij de. herbenoeming niet aannam. Correct was 't, de stemming af te wachten en eerst daarna mee te decleD, dat hij de herbe noeming niet aannam. Den heer Jorissen heeft het grootelyks verwonderd, dat, waar men de belaugen der ver eeniging zoubespreken, men nu hoort spreken over persoonlijke quaesties. Spr. vindt deze er bij de haren bijgesleept. Hetgeen de heer Buys mededeelde van persoonlijke onaangenaamheden die hij met een der bestuursleden heeft, gaat ons niet aan en spr. vindt dit zelfs afkeurens waardig om die hier ter sprake te brengen. De heer F. M. van Veen meent, dat de heer Jorissen een eigenaardige voorstelling geeft van de zaak. Het is hier volstrekt niet een dood onnoozele particuliere zaak en het aftreden van dezen Voorzitter is geen bagatel. Dezen Voor zitter kan de vereeniging niet missen. Spr. durft herhalen wat de heer Thiel aan den Secretaris vroeg en ook wat prof. Kenninck aan den Voor zitter vroeg, nl. wat is de reden van diens terugtreden. Spr. wil de vraagt aan den Secretaris scherper stellen en dezen vragen of hij geen aanleiding vindt om te gelijk met den Voorzitter zijn man daat neer te leggen en de plaats in het Bestuur over te laten aan den Voorzitter. De heer Jorissen constateert, dat de heer Van Veen hem iets in den mond legt wat spr. niet heeft gezegd. Spr. heoft geenszins het aftreden van den Voorzitter als een bagatel beschouwd en liet dit aftreden zelfs geheel buiten hetgeen hij aanvoerde. Slechts zijn afkeuring heeft hij er over uitgesproken, dat et factoren werden bij gehaald, die er niet bij behoorden. Spr. zal de laatste zijn, die iets wil afdingen op de verdien sten van den heer Buys, doch hoopt, dal tuen de zaak niet verder verwarre door er allerlei in te halen wat er niet bij behoort, en dat men correct blijve. De heer Van Veen meent, dat de heer Joris sen het beloop der zaak niet schijnt begrepen te hebben en niet heeft verstaan dat de beer Buys bedankte en waarom hij bedankte. l")e heer J o r i s s e n antwoordt, dat als men de goede qualiteiten van den Voorzittter beschouwt en vertrouwen stelt in dicii3 eerlijkheid, men niet verder bij hem mag aandringen op aau- blijven. De heer Matthijsen constateert, dat de heer Jorissen den stap des heeren Buys afkeurt. De heer Veen verzoekt den Onder-voorzitter de vraag aan den Secretaris te stellen. De heer Matthijsen merkt op, dat do vraag reeds gedaan ie en dat de Secretaris wel zal ant woorden als hij dit wil doen. De heer Buys antwoordt den heer Jorissen, dat hij getracht beeft, zoo correct mogelijk te blijven. In twee of drie Bestuursvergaderingen heeft spr. zijn voornemen om af te treden ken baar gemaakt en daar werd hij op den duur gedwongen, de oorzaak meer te préciseeren om dat gezegd werd, dat een bom was gesprongen en omdat de Bestuursleden elkaar vroegen tegen wi°n spr. 't had. Spr. ziet niet in waarom hij niet hot volle recht neeft, zich te retireeren als hij verdere samenwerking niet mogelijk acht en ziet evenmin in dut hij incorrect zou hebben gehandeld. De heer Hagedoorn vraagt hoeveel stem gerechtigde leden de vereeniging telt. De heer M a 11 h ij s e n185 leden en dona teurs. De heer Hagedoorn geeft nu in overwe ging om, waar de vereeniging de kans beloopt, zulk een Voorzitter te verliezen, de beslissing te verschuiven tot een expresselijk daarvoor te be leggen vergadering op de convocatie waarvan het aftreden vun den heer Buys uitdrukkelijk worde aangegeven. Spr. verzoekt den heer Buys althans tol die vergadering aan te blijven. De heer Matthijsen herinnert, dat thans aan de orde is het verkiezen van een Bestuurslid en niet het kiezeu tusschen twee personen. Het voorstel-Hagedoorn kun dus thans niet in be handeling komen. De heer Buys zegt, juist op aandrang van het Bestuur niet zoo démonstratief ontslag genomen te hebben en bereid te zijn tot Januari Bestuurs lid te blijven; dan treedt hij periodiek at en kan daarna wegens het gerezen geschil niet aan blijven. De heer Matthijsen zegt, het van heel veel belang voor de vereeniging is te achten, dat men de persoonlijke quaesties laat rusten. De heer Thiel constateert, geen antwoord van den Secretaris te hebben ontvangeu. Spr. wil hier den nadruk op leggen bij de leden en als de heer Buys nu tóch herkozen wordt, zal dit misschien een aanleiding zijn voor den Secre taris om eens na to denken. De heer K 1 o b e r kan niet meegaan met het door den heer Thiel aangevoerde on ziet vol strekt niet in dat, als de heer Buys herkozen wordt, de Secretaris in die uitspraak der ver gadering aanleiding moet vinden om te bedanken. De Secretaris is ook steeds een zeer verdienstelijk Bestuurslid geweest. Een pressie als die, welke nu wordt geoefend op den Secretaris is wellicht op liunr plaats in ecu kiesvereeniging, maar in geen geval hier. De heer Matthijsen moet even herinneren, dat aan de ordo is het verkiezen van een Be stuurslid en niet do quaestie van den Secretaris, welke door slechts enkelen thans te horde wordt gebracht. De heer Hagedoorn is het met eens met hetgeen de heer Klebsr zei. Dit is een gevoels- qnaestie, die de een zus, de ander zóo uitlegt; de een gevoelt wat de ander niet gmroelen kan. De heer Matthijsen doet nu stemmen voor de vervulling van de vacature in het Bestuur. Gekozen wordt de heer BuyB met 50 stem men, 6 blaneo's en 18 verdeeld over 8 personen, de heeren: P. van Achterbergh, Hs. P. vanHa- selen, Jorissen, H. Koning, J. Ger. Kleber, Van der Mark, Noorman en Thiel. De heer M a 11 h ij s e n, den uitslag der stem ming meedeelend, merkt op dat nog nimmer zóo talrijk een vergadering van deze vereeniging werd bezocht en geeft den heer Buys in over weging dit wel te bedenken eer bij zijn beslis sing kenbaar maakt. De heer Buys zegt, dat het hem innig leed doet, zooveel welwillendheid te leur le moeten stellen. Waar echter zóo overwegende bezwaren zijn, kan spr. er niet overheenkomen en moet hij herhalen, dat hij de herbenoeming tot Be stuurslid niet kan aanvaarden. De heer Matthijsen constateert, dat de heer Buys dus ten tweeden inale heeft bedankt en dat nu voor de derde maal aan de orde komt de verkiezing van een Bestuurslid. Prof. Kenninck vindt in den uitslag der stemming een grond om het voorstel-Hagedoorn in overweging te nemen. De heer Buys blijft voorloopig i\og lid van het Bestuur. Welnu, laat in den boezem van het Bestuur deze teere quaestie worden uitgemaakt; dat staat, naar spr. stellige manning, niet aan deze vergadering. Men komt nu toch niet tot overeenstemming en daarom is een nieuwe vergadering zeer gewenscht en veel beter. De heer M a 11 h ij s e n vraagt of prof, Kenninck een bepaald voorstel doet voor een expresselijk bijeen te roepen vergadering. Prof. Kenninck beaamt zulks. De heer Thiel stelt zich voor, dat de zaak veel minder kans heeft tot klaarheid te worden gebracht in die nieuwe vergaderiug. Spr. waar deert de goede bedoeling, doch acht het voorstel een utopie. Het Bestuur heeft de zaak reeds besproken in eigen boezem. Wat baat het of het zulks weer doet. Spr. wil op't oogenblik aan den Secretaris de pertinente vraag stellen of deze zich nóg niet wil uitspreken omtrent hetgeen hij voor de vereeniging van het meeste belang acht het heengaan Yiin den Voorzitter of dat vai den Secretaris. Spr. onderstelt, dat de Secretaris zijn eigen gevoel zal ter zijde stellen en begrijpt niet, dat deze zich nèg niet uitspreekt. Als de Secre taris blijft zwijgen en de vergadering dus aan doovemansdeur blijft kloppen, zal spr. genood zaakt zijn, wat harder te rammelen en wel door een motie. De Secretaris, m r. Prikken, wil naar aan leiding van de herhaalde vragen, door den vo- rigen spr. in den bekend eigenaardigen vorm gesteld, kort antwoorden. Er is gezegd, dat de zaak in het Bestuur "ol- doende bekend is. Voorzoover zulks spr. bekend is, is dat niet het geval. In de eerste Bestuurs vergadering waarin de heer Buys zijn voornemen om af te treden aankondigde, werd spr. naam niet genoemd en alleen verwezen naar twee heeren, in deze Algemeenc vergadering aanwezig, bij wie men kon navragen. Bij de tweede Bestuurs vergadering was spr. door ambtsbezigheden af wezig. In de notulen daarvan vond spr. zijn naam genoemd en gaf hij daarover zijn verwondering te kennen. Spr. verzocht toen den Voorzitter, do „persoonlijke redenen" te mogen vernemen, doch deze weigerde. Spr. deed hem toen eenige vragen en vroeg o.a. of soms eenbrief, in andere qualiteit geschreven, over een benoeming De beer Matthijsen kan Bpr. op deze wijze niet laten vooitgaan. Reeds meermalen is ge zegd, dat men zich niet zou begeven in parti culiere quaesties. Mr. Prikken vervolgt, dat hij het erg vreemd vindt, dat de heer Thiel komt met een bedreiging en een motie welke wellicht ten doel zal hebben dat de vergadering beslisse in een geschil waaromtrent spr. zelf niet kan beslissen omdat de heer Buys weigerde spr. uitsluitsel te geven. Spr. kan niet begrijpen, dat dit mogelijk is voor de vergadering en eindigt met te ver klaren, dat hij niet bereid is af te treden waar hem niet bekend is de reden waarom dat van hem wordt verlangd. De heer Buys zegt, dat het hem leed doet, genoodzaakt te zijn weder het woord te nemen. De Bestuursleden weten te beoordeelen of de mededcelingen welke de SecretariB deed in het juisto licht zijn voorgesteld. Deze legde er nogal nadruk op, dat spr. in zijn afwezigheid anders gesproken zou lieoben d*.n wanneer hij er bij was, Deze smet Iaat spr. zich niet aanwrijven en mag hij niet op zich laten rusten. Toen in de Bestuursvergadering de Secretaris afwezig was, heeft spr. aanstonds gezegd dat hem dit speet, omdat spr. de mededeoling moest doen, welke hij zoo spoedig mogelijk heeft herhaald. Particuliere zaken konden in de Bestuursverga dering niet worden besproken. Spr. stelt genoeg vertrouwen in het Bestuur om hem te vrijwaren voor insinuaties die op hem zouden geworpen worden. De heer Thiel dankt den Secretaris dat deze eindeliik klaren wijn heeft geschonken, doch acht hem toch Wel wat ongevoelig voor de ineening der vergudering cn acht zich verplicht, de volgende motie voor te stellen „Do Algemeeno vergadering van de Vereeniging Ambachtsschool „Overwegende, dat de vergadering, ondanks de verklaring van den heer Buys dat deze niet te gelijker tijd met den heer Prikken het lid maatschap van het Bestuur wenscht in te nemen, ook na die verklaring den heer Buys met groote meerderheid heeft herkozen; „noodigt den hoer Prikken uit, zijn mandaat ter beschikking van de leden te stellen." De heer Matthijsen meent, dat vóór de motie het voorstel-Kenninck in stemmiug moet komen. De heer T h i e I meent, dat do motie de verste strekking heeft. De heer Kleber zal het voorstel-Kenninck steunen, hetzij het Bestuur het inmiddels al dan niet eens worde, in welk laatste geval de nr awe vergadering kan beslissen. Over de motie kan deze vergadering niet beslissen, omdat zij niet op de convocatie is vermeld. Verschillende stemmen: Maar 't is toch 'n motie 1 De heer Kleber vraagt hoe deze vergadering onpartijdig kan oordeelen waar de heer Buys zelf de reden niet wilde mededeelen aan den Secretaris. Spr. moet ernstig protesteeren tegen deze soort motie van vertrouwen. De heer Matthijsen heeft geen bezwaar, de motie in behandeling te doer. ->emen. De heer S i n n i g e meent, dat het voorstel- Kenninck verdere strekking heeft dan de motie en dan ook prioriteit eischt. De heer Jorissen gelooft, dht de motie niet in stemming mag worden gebracht omdat op den bodem ervan de particuliere zaak tus schen de heeren Buys en Prikken rust, die Blechts matig verband heeft met het belang der sohool. De heer Matthijsen meent, dat het geschil wel zeer degelijk het belang der school raakt. De heer W o 11 e r wil niet zoo sterk spreken als de heer Jorissen, die zeide, dat de motie niet in stemming mag komen, doch wil den heer Thiel verzoeken, de motie in te trekken. Spr. wil alléén constateeren dat er een verschil is en dat, als gevolg daarvan, hij die aan de beurt van aftreding is, wijkt. Vindt nu de tegenpartij, dat hij de school kwaad mag laten doen door den heer Buys te laten heengaan Als de Secre taris terugtreedt, zullen wij dat nooit aanmerken als een erkenning van ongelijk, doch als een opoffering in het belang der school. De heer Kleber zegt, dat het gehoorde hem nog meer versterkt in zyn voornemen om te stemmen vóór het voorstel-Kenninck. De heer Matthijsen vraagt, dat de verga dering uitmake of de motie-Thiel dan wel het voorstel-Kenninck de prioriteit heeft. De vergadering beslist met 45 tegen 29 stem men, dat de motie-Thiel niet het eerst in be handeling komen zal en geeft met 38 tegen 36 den voorrang aan het voorstel-Kenninck. De heer S i n n i g e vraagt of alB het voorstel wordt aangenomen, er eerlang een nieuwe Algemeene vergadering zal worden belegd, dan wel of gewacht wordt tot de April-vergadering. De heer Matthijsen antwoordt, dat een spoedig te beleggen buitengewone Algemeene vergadering wordt bedoeld. De heer Thiel acht dit den zwakken kant, dat de heer Buys voor de tweede maal bedankte en de vergadering voor een fait accompli plaatste door de herbenoeming niet te aanvaarden. Het gebruik brengt in zoo'n geval een nieuwe stem ming mee. Thans echter wordt eenvoudig de afwikkeling der zaak verschoven. Spr. kan alléén met het voorstel meegaan al9 inmiddels in den gedachtengang van den heer Prikken eenige wijziging komt, anders zullen we in de volgende vergadering het zelfde resultaat hebben als nu. De heer H a g e d o o rn wil het voorstel-Ken ninck ondersteunen om ook do nict-aanwezigon op te wekken, gebruik te maken van de vol gende vergadering om hun stem uit te brengen. De heer M a 11 h ij 9 e n brengt nu het voor stel-Kenninck in stemming, dat wordt aange nomen met 66 vóór, 1 tegen en 3 onthoudingen (enkelen hadden de vergadering reeds verlaten) waarna de bijeenkomst tegen 11 uur werd ge sloten. tfrSste STA si TSJLO T JE li MJ. Vijfde of laatste Klasse. Tweede week. Trekking van 2 Oct. 1903. (930 lolen). Ten kantore van den collecteur A. C. R. O. LEINWEBER te Amersfoort (Breede- straat 22) zijn aan de navolgende nummers te beurt gevallen: Prijzen van f70. 1814 7G37 11486 18996 20145 en 20205. Te zamen 6 prijzen. Zonder prijs zijn uitgetrokken: 44 1306 1309 1327 1782 1785 1827 7645 16401 16407 16415 1G420 18980 en 2C214. Volgende trekkingen geschieien5—8 en 12-16 Oct 1903. Behalve de premie van f30000 voor den laatst uitkomenden prijs van f 1000 of hooger en de premie van f3000 voor het laatst uit getrokken lot, zijn ingebleven de navolgende prijzen: 1 van f 100000, 1 van f25 000, 1 van f 10 000, 1 van f5000, 1 van f1500, 27 van f1000, 32 van f400, 41 van f200, 96 van f100 en 2052 van f 70. Loten zijn ten kantore, Breedestraat 22, nog verkrijgbaar f3.90 per 1/20- Amersfoort, 2 October 1903. Appelen f6- a f8.— Peren f8.- a f 12.Zanduardappelen i'2.50 a f3.Hoen- dereieren 1'5.a f5.50 per 100 stuks. Boter f 1.30 a f 1.45 p. k. Kippen fO.GOaf!.— Kuikens fl.—a f 1.20 Piepkuikens f0.30 A f 0.00 Ganzen f0. a f0.— Eenden f 0.80 a f 1.10 Hazen f 0.èfO.—Wilde konijnen f0.k f0.Tamme konijnen f0.60 k fl.p.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 2