Januari 1904. PHOENIX - BROUWERIJ. BOCK"BIER verkrijgbaar zoolang de voorraad strekt. No. 5445. 53e Jaargang. Feuilleton. H. MEÜRSING Co. AMERSFOORT. I (W*rdJ urosfcd). UITGAVE: FIRMA A- H- VAÏfCLEEFF te AMERSFOtKT. Verschijnt Dintdag-, Donderdag- eu Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. n^nco..Per Post Advertentiën 16 rebels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Legale-, mcieele-en onteigeningsadvertentiëD per regel 15 cent. Reelate m 1—5 regels/' 1.25; elke regel ?61 1 oote tottor. naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEORACHT9 Telephooa 19. KENNI 8 G E _I N G E N. ZONDAGSWET. De BURGEMEESTER ei WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gele', op de aauschrjj ving 'u Heeren Gedeputeerde Staten der provincie Uirei' *au den 16. Juli 1814 (Provinciaalblad No. 63), l'udende uitnoodigiug om ter voldoening aan een |P machtiging van Zijne Majesteit deu Koning, do: 2. E. den Miuister van Biuuenlandsche Zakeu bi»aoscbrjjriug d.d.29. Juni 1844, no. 103, I. afd., g'laan verioek, jaarlijks de ingezetenen te herinner*^ aan de bepalingen der Wet van den 1. Maart l15 (Staatsblad no. 21), be trekkelijk do viEUiNG Dl- ZON- kn FEESTDAGEN Maken dientengevolge»0 de ingezetenen bekend, dat do voormelde we vau den navolgenden inhoud Wij WILLEM, bij C giutie GODS, PKIMS van Oranje Nassau, Souveein Vorst der Vekkknigde Nederlanden, enz., *2., enz. Aan al degenen dr deze zullen zien of hooreu lezen, salutl doen te 'sten: Alzoo Wij in ove*eging genomen hebben de noodzakelijkheid om op het voetspoor onzer goda- dieslige voorvaderen,'iie daarop steeds den boogsten prijs stelden, de plftraatige viering vau den dag dei Heeren en ander dagen der opeubare Christelijke godsdienst toegewjjc door eenparig voor de geheele uitgestrektheid der Vreenigde Nederlanden algemeen werkende maatregem te verzekeren, Zoo is het, dat Uj, den Raad vau State gehoord •n met gemeen verlog der Staten-Genejaal dezer landen, hebben goigevonden en verstaan gelijk wij goedvinden verstal hij deze: 1. Dat op Zondgen en op zoodanige godsdienstige feestdagen, ala der de kerkgenootschappen van de Christelijke godscbnst dezer landen algemeen erkend en gevierd wordi, niet alleen geene beroepsbezig heden zullen moan rerrigt worden, welke ae gods dienst zouden :unnen storen, maar dal in het algemeen geen 'penbare arbeid zal mogen plaats hebbeu dan ing«al van uoodzaicelijkheid, alswanneer de plaatselijkeregeriug d*artoe toestemming zal geven. 2, Dat op dze dagen, niet uitzondering van ge ringe eetwarer geene koopwaren hoegenaamd op markteu, strata, of openbare plaatBen zullen niogeo worden uitgeald of verkoobt, en dat kooplieden en winkelierebunne wuron niet zullen mogen uit stallen noch et openo deuren verkoopen. 8. Dat geurende den tijd voor de openbare godsdienstoefiing bestemd, de deuren der herbergen ou andere patsen, alwaar drank verkocht wordt, voor zoo vee dezelve binnen den besloten kring der gebouwe liggende zijn, zullen gesloten zijn, en dat ook georende dien zelfden tijd, geenorbaude spelen, beis: kolven, balslaan of dergelijke mogen plaats hebbe. 4. Dat g«ne opeubare vermakelijkheden, sooals ■chouwburgs, publieke danspartijen, concerten en harddraver^ i, op de Zondagen en algemeeue feest dagen zulloigedoogd worden; zullende het aan de plaatse \jke esturen wordeu vrijgelaten, hieromtrent eeuo uitzonering toetestaau, mits niet dan na het volkomen tndigen van alle godsdienstoefeniugen. 5. Dat o plaatselij Ito politie zorg zal dragen, teneiude ae hiuderlijku bewegingen en geruebt, in de nabjjeid der gebouwen tot de openbare eere- dienst beaimd, en in bet algemeen alles, wat de zelve zouó lcunueD hinderlijk zijn, voortekomen of te doenophouden. 6. Dat e overtredingen tegen de bepalingen van dit besluit naar gelaDg van personeu en omstandig heden, zu.en gestraft wordeu met eene boete van niet hoogr dan vijf en twintig gulden, of met eene hechtenis van niet langer dan drie dagen voor de overtreden die buiten staat mogten ijjn, deze boete te betalen. 7. Dat, bjj een tweede overtreding, de boete of straf zal worden verdubbeld, en wgders alle te koop gelegde of uitgestalde goeder. verbeurd verklaard en de herbergen of andere publieke plaatsen voor eene maand gesloteu zullen worden, Eu dat door deze algemeera verordeningen, alle daarmede niet overeenkomstige provinciale of plaat- selgke reglementen en inrigtingen zullen worden gehouden voor vervallen. Lasten en bevelen, dat deze in bet Staatsblad zal worden goïnsereerd, en dat een genoegzaam getal exemplaren gedrukt en aan de Staten in de onder scheidene provinciën of landschappen, iugevolge art. 86 der Grondwet, tor uilvoering zal worden gezonden, mei last om dezelve alom te doen publiceren en affigeren, en van de predikstoelen der onderscheidene Christelijke kerkgenootschappen te doen aflezen. Lasten en bevelen voorts, dat Onze ministeriële departementen en andere autoriteiten, justicieren en officieren, wiou zulks aangaat, aau de naauwkeurige uttvoeriug de hand zullen houden, zonder eenige conniveutio of dissimulatie. Gegeven in 's Gravenhage, den lzteu Maart des jaars 1S15, het tweede van Onze regeering. (geteekend) WILLEM. Ter ordonnantie van Zijne Koninklijke Hoogheid, (geteekend) A. R. Fai.ck. Gedaau te Amersfoort, den 2. Januari 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIER3. D', 3ecretaris, B. W. TH. SANDBERG. Inlevering Bekeningen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT brengen tor algemeene kennis, dat het gebleken is, dat declaratiën ten laste der Gemeente menigmaal geruimen tijd na afloop van een dienstjaar worden iugezon ieti. Aangezien zulks voor een geregelde administratie een ernstige belemmering oplevert, herinneren zij nogmaals allen, die iets van de Gemeente hebben te vorderen, hunne declaratiën in te dienen uiterlijk den 15. Januari volgende op het dienstjaar waarop de declaratie be.rekking beeft. Ten aanzieD van ben, die in gebreke mochten blijven hieraan te voldoen, zal ernstig worden over- wogen of er alsnog bijzondere redenen bestaan om hen in hei vervolg voor het doen van leverantiën I aan de Gemeente in aanmerking te brengen. I Amersfoort, 4 Januari 1904 Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. I De Secretaris, B. W. TH. SANDBERG. brengt ter kennis van ouders, voogden en andere verzorgers van leerplichtige kinderen, dio aanspraak maken op eene der vrijstellingen van de verplioh- ting om hunne kinderen school- of huisonderwijs te doen geven, genoemd in art. 7 der wet, of die hunne kindoren huisonderwijs doen genieten dat een en ander alleen dan ontheft van de ver plichting om hunne kinderen ter school te zenden, wanneer daarvan door hen vooraf aan den Burge meester is kennis gegeven dat een vereischte voor het doen voortduren dier vrijstelling is, dal deze kennisgevingen telken jare opnieuw worden ingediend door hen, die aanspraak ruiken op eene van de vrijstellingen, bedoeld ljj art. 7 der wet, telkens na verloop van 12 maanden eu die hunne kinderen huisonderwijs doen genieten, ieder jaar vóór I Februari dat van veranderingen in de personen, door wie bet huisonderwijs wordt gegeven, binnen acht en twintig dagen aan den Burgemeester moet worden kenni» gegeven dat alle bovengemelde kennisgevingen moeten geschieden op daartoe vazlgeatelde formulieren, welke kosteloos ter Gemeente seoretarie verkrijgbaar zjjn. Amerzfoort, 4 Januari 1904. De Burgemeeiler voornoemd, WUIJTIERS. Leerplichtwet. Do BURGEMEESTER der Gemeente AMERS- Honden belasting. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, herinneren belanghebbenden aan art. 1 der Ver ordening op de invordering eener belasting op de bonden, luidende „Ieder, die belastingschuldig is voor een of meer honden, doet daarvan jaarlijks in dan loop der maand Januari aangifte ten kantore van den Gemeente ontvanger, door invulling en onderteekening van een gedrukt bescbrjjvingsbiljet, dat aldaar kosteloos wordt verstrekt. „Voor hen, die het bescbrjjvingsbiljet niet kunnen ondarteekenen, geschiedt zulks namens hen door den Gemeente-ontvanger bij de iulevering van het biljet." Voorts wordt met nadruk verwezen nanr de be palingen, regelende de gevolgen voor bet geval niet aan de voorschriften wordt voldaan. Amersfoort, 4 Januari 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, B. W. TH. SANDBERG. Nationale Militie. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT. Doen te weten, dat door dan Militieraad in deze provincie tot het doen vau uitspraak omtrent zaken, waarin ten dienende dage geeu uitspraak kou ge schieden. overeenkomstig de tweede zinsnede van art. 72 der Militiewet 1901 (Staatsblad no. 212) een andere dag is bepaald en wel Vrijdag den 29 Januari 1904 en dat op dien dag, des voormiddags te 10 uren, iii een der lokalen van het gebouw voor Kunsleu en Wetenschappen aan de Mariaplaate to UTRECHT, ingang over de Botermarkt, door den Militieraad o*. uitspraak zal worden gedaan omtrent deo loteliog der lichting van 1904 dezer Gemeente DAVID SA LOMON ARONSON, lotingsnummer 101. Amersfoort, 4 Januari 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, B. W. Th. S V NDBERG. Aanmelding voor de Zeemilitie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente AMERSFOORT, Gezien art. 138 der Militiewet 1901- Noodigen bjj deze de lotelingen, die voor volledige oefening bij de militie te land moeten worden in gelijfd voor de lichting van dit jaar, uit, o:n zoo zij een dor beroepen uitoefenen, bedoeld in de eerzte zinsnede van art. 137 der gemelde wet en verlangen bjj de ZEEMILITIE te dienen, zich daartoe aan te melden of te doen opgeven ter Gemeente-secretarie vóór den 1. Februari aanstaande. De beroepen, welke door den heer Minister van Marine zjjn aangewezen als geacht te kunnen worden, hen, die ze uitoefenen, het meest geschikt te maken ter opleiding voor diensten bjj de Zeemilitie, zjjn de navolgende ZEEVARENDEN. A. Stuurlieden, Stuurmansleerlingen, Matrozen, Lichtmatrozen en Jongens op koopvaardijschepen van de groote en kleine vaart en op zeesleepbooten. Stuurlieden, Schippers en verdere opvarenden van loodsvaartnigen en tonnenleggera. Diepzee-visschera en Noordzeekust-visschers. BINNENSCHIPPERS. B. Stuurlieden, Schipner» en Schippersknechts van Rijnschepen, aken. tjalken od kleinere vaartuigen. Stuurlieden, Matr.izeu, Schippers en Schippersknechts van passagiers- en sleepbooten op de binnenwateren. Zuiderzee-visschers. Visecnera op Zeeuwsche wateren en op groote rivieren. Mossel- en Oestervisacbers. Schuitenvoerders, Vleiterlieden en Veerlieden. SMEDEN, STOKERS, MACHINISTEN en BANKWERKERS. C. Machinisten en Machinist-leerlingen op schepen en vaartuigen, bij spoor- of tramwegen en op fa brieken en andere inrichtingen. Stokers als boren. Machined-^vers. Smeden en Smid-bankwerkers. Ma chine-bankwerkers en gewone Bankwerkers (hier onder ook te verstaan Rijwielherstellers). Werktuig makers. Kolentremmers. Metaalbewerkers (hieronder te verslaan Koperslagers, Ketelinakers, Vjjlenkappers en Voorslagers). Electriciens. OVERIGE AMBACHTEN. D. Scbeepsbeschieters. Scheepstimmerlieden (scheepmakers). E. Koek- en Banketbakkers of Knechts. Koks en Koksmaats, hetzij aau boord van schepen of vaar tuigen, hetzij aan deu wal. F. Koffiehuis- en Hotelbedienden. Hofmeesters en Kellners op schepen of booten. Frieda Warnsdorf. „Wees maar niet bang. Ik zal ie niet slaan al heb je 't dubiol en dwars verdiend. Wat? Jjj waagt het, mg» vritndin verdacht te maken Jjj, die je man hebt laten liggen omdat je bang was, een paar vlekjes tc krjjgen op je toilet? En waar wasje toen bjj zoo'u harde koorts had en dag en Dacht moest worden opgepast? Dal hjj nog leeft, heb je naast God alleen to danken, aan dat brave meisje en in plaats dat je haar op jo knieën er voor dankt, dat *ij jo taak overnam, torwjjl jjj je amuseerde ja zeker, deu heolou dag en den halven nacht was je langs de straat maar dat komt «oometeen in plaats vau haar te danken, zeg ik, laat jij haar do deur wijzen. Eu u", vervolgde zy tot mevrouw Von Schmolling ilie als verlamd in eon leunstoel haar sat aan te staren „hebt ook niet gedacht aau uw plicht als moedor, anders badt u dat ongelukkige huwelijk nooit laten lot stand komen, Waar is de brief dien ik u ga," om uw zoon te beware voor verdriet en ongeluk? Ik wi' hom terug hehben, want hjj heeft hein nooit te lezen gekregen anders bad bjj die vrouw nooit getrouwd „Om Godswil, Paula" smeekte Frieda, die mol doodangst had gezien hoeseer Alfred zich opwond. Movrouw Von Sohmolling was opgestaan. O boe vonden die woorden weerklank in haar hart; einde lijk zou zy dan toch kunnen spreken, do waarheid bekend maken. Haar man stond als vastgenageld, docb eindelijk werd hg zichzelven moester. Hg greep Paula bij den arm eu schudde baar door elkaar eu bulderde: „Ben je gek? Zwjjg of Hij wees naar de deur. Msar «jj sloeg zijn hand weg. „Blijf van mgr. ljjf. Of ik gek beu? Nog niet. Maar je zou 't hier wor den en vf>or 'tzoover met me komt. zal ik alles eerst eens netjes uit de doeken doeu. Pas op, blijf van miju blijf" viel Z9 weer uit toon hg andermaal naar haar greep. „Ik ben niet bang voor je." „Zwijg" schreeuwde hij. „Neen, laat «e sprekon en alles zeggen, opdat ook ieder weet boe zwaar ik heb gezondigd." Mevrouw Von Sohmolling had dit met zooveel kracht gezogd, dat allen elkaar verbaasd aankeken. Haar oogen waren wijd geopend en haar gelaat sprak van vastberadenheid. Paula, die geschrokken was van dc plotselinge verandering bij deze ander» zon zachtmoedige vrouw, zweeg. Alfred had zich weder in «jjti bed opgerichtzijn ongeu hingen aan do lippen zgner moeder. Wal zou hg te hooren krijgen „Zwijgt u thans?" vroeg de oude dame aan Paula „dan sal ik sprekon." „Dat zal jo niet: ik wil het niet" riep Sohmolling die trachtte xijn vrouw weer te doen plaats nemen. Zg weerde hem af. „Raak mo niet aau. Je hebt geen raaoht meer over me: ik heb me van je losgemaakt sedert jo wt v«rhiuderde myu eenigen «oou voor ongeluk te be waren. Wat kon je mg daarna nog aandoen Ik ben oud en zal de dood als een verloszing beschou wen. Voor mijn leven zal ik geen rekenschap van je vorderen want hoe treurig en onbeteokonend je het ook hebt gemaakt, dat alles wil ik je vergeven maar dat ik je zóo erbarmelijk klein heb gezien, dat je je verachtelijk maakte in eigen oogen, kan ik je niet vergeven dat heeft ous gescheiden meer dan de dood oas scheiden kan." Zg zweeg een oogenblik en niemand waagds het, een woord te zeggeo. Ieder voelde, dat de katastropbe niet tegen te bonden was. Olga, die niet» vermoedde van hetgeen zou komen, was nog bel kalmstzij vond zulk een uiteenzetting in presentie van wild vreemde menscben weinig comme il faut. Frieda, eveumiu wetend wat er volgen sou, was doodsaugatig omdat zg het ergste vreesde voor Alfred. „Altrad" oegon xjjn moeder „ik klaag mjjzclveu aau, swaar tegenover je gezondigd te hebben. Ik heb je huwelijk, dat je ongeluk moest worden en is gewor den, kunnen verhinderen, en ik heb het niet gedaau. Ik kon je overtuigen van de onschuld van dit brave meisjs", zjj wees op Frieda, „eu ik heb het nage laten. Ik wil mijn daad niet verschoont», maar moet je toch zeggen, dat je vader er mij me ge dwongen heeft. Doch dal is geen verontschuldiging ik bad mij niet moeten laten dwingen. Mijn plicht als moeder was je te helpen en dien plicht beu ik niet nagekomen. Ik beb er tce meegewerkt dat ju deze vrouw, die uwer niet wanrdig is, trouwde, niet tegenstaande ik ais moeder wist dat je «e niet lief bad. lu krggen, je euu anonie» liever laten schrijven, gemaakt. Het antwoord, dat me in kennis stelde van ut niet te qalificeeren gemeene streek van je vrouw, kwam door toeval in banden vau juffrouw in je iiart kon lezen Je vrouw hoeft, om je men brief geschreven, of rin Frieda verdacht word Wörlke, die mg dien brief gaf en van mijn recht schappen heid verwachtte dat ik er jou me» in k»n- nil sou stelleD. Ik maakte het in mij gesteld ver trouwen te schande, zeide je niets en zag hoe je je ongeluk te gemoet ging." „En die brief? Waar is die brief?" vroeg Alfred. „Ik beb hem niet meer". „Waar ia die dan Mevrouw Von Sohmolling zweeg. Het was baar niet mogelijk, ook die schuld op zich te nemen en toch wilde zij den rader niet aanklagen tegen den zoou maar eer zg kon voortgaan, zeide haar man „Ik heb hem verscheurd". Hij zeide het aarzelend en de opmerkzame toe hoorder bad aanstonds kunnen opmerken, datdeae anders zoo hoogmoedige man zich thans schaamde. „U, papa?" Meer kon Alfred niet uitbrengen. De ezndoeuiug was te hevig geweezt. Hij zonk weer in zijn kussens terug. Frieda boog zich over hem heep, gaf hem citroen sap en ivieseh zijn slapen niet «zjjn. Hij kwam spoedig bij en wilde toen alles weten ni ts mocht iictu nu meer v -rborgen blijven hg wilde nu weten hou laaghartig zijn vrouw, zijn vrouw w«s. Eu dat zijn vader, dieu hij ondanks zijn streugheid en hardheid steeds bad hooggehou den als man van karakter, zóo bad kunnen hande len, smartte hem diep. „Wie beeft dien bnef geschreven vroeg hij drin- geud. Allen zwegen. Paula vond den toestand onhoud baar nu moeit alles er maar uit. Waarom den i armen zieke nog meer op te windeD

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1