Donderdag 7 fflX Januari 1904. AMERCFOORTSCHE COURANT. No. 5446. 53e Jaargang. Liefdadigheid. Feuilleton. Stadsnieuws. SLATLU P A L SU II TE LOXDEV, FIRMA A- H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt DintdagDonderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden tranco per post f 4.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 45 cent. Reolatnea 1—5 regels/1.25; elke regel meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. By advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEQRACHT 9 Telephooa M. KENNI8GEYING. NATIONALE MILITIE. Aanvrage tot ontheffing van den werkelijken dienst. Da BURGEMEESTER dar Gemeente AMERS FOORT. Gezien art. 113 der Militiewet 1901, bepalende, dat aan de geestelijken, de bedienaren van deu gods dienst, de sondeling-leeraren en de broedert-diakonen van godsdienstige vereenigingen, alsmede aan da etu- den in de godgeleerdheid en de sendeling-kweeko- lingen, die daartoe aan inrichtingen van onderwijs worden opgeleid, aan de proef broeders, die tol broe der-diakoon van eene godsdienstige vereeniging worden opgeleid, en aan de Eoomsch-Katholieke ordebroeders, dis tol de binuou bet R|jk gevestigde kloosterinricbtingen bebooren, door de Koningin, op hunne aanvrage, telkens voor éen jaar, of, is het onvervuld gedeelte van den diensttijd minder dan een jaar, voor dat gedeelte ontheffing van den wer kelijken dienst wordt verleend Gelet op artikel 86 van bet Koninklijk besluit van 2 December 1901 (Staatsblad no. 230) bepalends, dat die aanvrage om ontheffing van den werkelijken dienst, door den dienstplichtige, die ontheffing weuscht te bekomen eigenhandig onderieekend en met bet vereisobte bewijsstuk wordt ingeleverd by den Burgemeester der Gemeente, binnen welke bij voor de militie is ingesobreven, en wel, iu de laatste tien dagen van Januari door hem, bedoeld in de eerste zinsnede van art. 96 onder 1*. (inlijving tor volle dige oefening) der genoemde wet, en in de laatste tien dagen van Maart door hem, bedoeld in die siusnede onder 2*. (inljjTing ter korte oefening), en door hem, die opnieuw van den werkelijken dienst wenscht ontheven te worden, in de laatste tien da gen der maand, op éen na voorafgaande aan de maand waarin de duur van de Terleende of laatste lijk verleende ontheffing eindigt, en dat bet overgelegd bewijsstuk uiet vroeger mag af gegeven cijn dan tien dagen vóór de inlevering er van bij den Burgemeester Brengt bij deze ter kennis der belanghebbenden, dat de voormelde eigenhandig onderteekende aan vragen om ontheffing van den werkelijken dienst, voorzien van het voorgeschreven bewijsstuk, ter Ge meente-secretarie op werkdegen van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 ure kunuen worden inge leverd A. zoowel ten behoeve van de lotelingen van dit jear, welke voor bet eerst in aanmerking kunnen komen om van den werkelijken dienst te worden ontheven en ter volledige oefening soudeD mo worden ingelijfd, als ten behoeve van beu die nieuw iu die guusl wenscben te doelen, van den ?2. tot eD met den 31. Januari aanstaande B. ten behoeve van de loteliDgen van dit jaar, welke in aanmerking kunnen komen om van den werkelijke» dienst te worden ontheven en ter korte oelening «ouden moeteu worden ingelijfd, van den 22. tol en met den 31. Maart aanstaande. Amersfoort, 6. Januari 1904. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Er is wel geen geschikter tijdstip om dit onderwerp eens te bespreken, dan het tegen- Frieda Warnsdorf. woordige. De weder zoo streng ingevallen winter heeft voor een aantal mingegoeden de eenige bron v.m inkomsten verstopt en is de behoeften der huisgezinnen komen ver meerderen; tal vun werkzaamheden, die men gehoopt had nog eenige weken te kunne» voortzetten, moesten worden gestaakt en zullen waarschijnlijk niet hervat worden eer het barre jaargetijde geheel achter den rug is. Waar nog spaarpenningen zijn, zal men ze spoedig moeten aanspreken en veler ondervinding heeft hel reeds menigmaal be wezen heel lang laten die met moeite bijeengegaarde gelden zich niet plagen. Dat er door hen, die het geluk hebben, iets te kunnen missen, in de beurs getast zal moeteu worden, is aan geen redelijken twijfel onderhevig. Maar nu rijst alweer de gewichtige vraag: Aan wie, en hoe onder welken vorm en door wiens tusschenkomst zal men geven? De denkbeelden omtrent liefdadigheidzbe- toon zijn al zeer uiteenloopend verschillende theorieën worden verkondigd, die wanneer men ze hoort uiteen zeten, nogal tumelyk juist en logisch schijnen, maar niettemin falen bij de toepassing. Er is een richting, die deze quaestie, gelijk elke andere, streng wetenschappelijk be handeld wil zien. De economische gevolgen der bulpverstrekkiug moeten voor de ouder scheiden soorten van individuen met nauw gezetheid worden bestudeerd, opdat men wete, dat niet een grooter kwaad dan het welk men bestrijden wil, bevorderd zal worden. Met al ons weldoen, zoo wordt er gezegd, komen we geen stap verder; de geslachten volgen elkander op, zonder dat er een ver mindering van het aantal beboeftigen of die daarvoor willen doorgaan, te danken valt. Ja, er zijn generaties, bij welke bet «bedeeld zijn" tot de erfelyke eigenschappen schijnt te behooren en die als het ware da wereld binnentreden met een aanbeveling aan diaconieën en armbesturen in den zak. We moeten ons eens bedaard nederzetten en nagaan of de tot dusver gevolgde methode wel de meest geschikte is; en zoo deze vraag, gelijk te verwachten is, ontkennend wordt beantwoord, laat ons het dan eens trachten te worden over een nieuwe toepassing van de oude leer. 19). Paula keek mevrouw Von 8chmoiling aan en toen dese, de stomme vraag verstaande, toestemmend knikte, kwam «ij los. Zij vsrtelde alles wat «ij wist, ▼oegda er bij wat zjj bad opgemerkt en toen sij met de noodige hatelijkheden aan het adres van Olga en den porseleinen had geëindigd, ademde xjj verluohl op. 'tWae haar alsof sij een «ware sohuld van haar schouders had gewenteld. Als een stormwiud waren basr woorden over de andereu beeDgegaau. Men had een speld kunuen booren vallen men boorde de ademhaling. Voor da eerste maal «weeg de man, die steeds gewend was, te bevelennu vond hij geen antwoord op de bem gedane verwijten en de tegen bem ingebrachte be schuldiging van mededaderschap. Hij leunde tegen den kachel alsof bij voor de eerste maal in zjjn leven steun noodig bad. Wat hij te booren bad gekregen van een jong meisje, dat hem wild vreemd was, xoo'n comé- diante, trof hem minder dan de licbtxinnigheid xijner schoondochter, die bij bad lief gekregen. Ook ont week bü den strengen bli k tij na zoons, die reken schap eischte. Maar vooral dat sjju vrouw, die ruim dertig jaar xonder morren of klagen naast hen. had geleefd, zich zoo opeens tegen bem keerde, had hem teer getroffen. llij begon .e boeeften hoeveel deiexachte, gebrek kige vrouw gedurende die dertig jaren moest geleden hebb en en hjj zag thans eerst naar sielegrooite en De arme, die gebrek lijdt, doet dit zonder bepaalde methode, en hij kan niet wachten tot wij gezamenlijk een besluit over hot systeem der toekomst. Laat ons dus in ieder geval de «overgangsbepalingen" niet ver geten, en alvorens de nieuwe regeling be hoorlek in werking is getreden, er op bedacht zyn, het status quo in zooverre te handhaven als met gezonde begrippen van menscb- lievendheid is overeen te brengen. Dat wil niet zeggen, dat we ons eenvoudig hebben te neer Jeggen bij de opvattingen eener geheel tegenovergestelde richting, die naar haar beweren bij het bewijzen van liefdadigheid alleen het hart laat spreken, zonder aan bet verstand het woord te geveo. Dat is de metbode der oosterlingen, die de steden en dorpen bevolkt met bedelaars met of zonder verminkingen en van welke het volkomen zeker is, dat zij hoegenaamd nieic aan den toestand verbetert. Te ouzent wordt zij nog door velen gevolgd, maar wij mogen zulks veeleer beschouwen a s een openbaring van gemakzucht en van sleur dan van een gevestigde overtuiging. De arme, die vraagt, is niet altijd de meeit hulpbehoevende maar evenmin mag volgehouden worden, dat men dezen onvoorwaardelijk moet afwijzen. Som- tyds is een zware strijd voorafgegaan eer de hand wordt uitgestrekt; en wie aan de smeekbede gehoor geeft, loopt wel is waar menigmaal gevaar, zijn gave aan een on waardige te besteden, doch is met een weigering niet verantwoord, dan wanneer zij op goede gronden rust of het gevolg is van een ernstig onderzoek. Juist dit is de schaduwzijde van bet zoeken naar zekere «methode" dat men alles in een formule wil samenvatten. Beter ware het, een vast beginsel te volgen, maar dat voor de honderderlei gevallen even veel malen verschillend toe te passen. Maar daartoe moet men zich met den arme in contact stellen, zijn persoonlijke omstandigheden nagaan liefst niet wachten tot hij zich aanmeldt, maar tot hem gaan op het ver moeden, dat hulp noodzakelijk is, en die verleeneri in deu vorm, die voor zijn toestand het best past. Voor de zeer vlottende bevolking onzer Gemeente mag hier wel herinnerd aan de vereeniging «Liefdadigheid", ais rechtsper soon erkend bij Kon. besluit van 3 Novem ber 1894, No. 32. Zij tracht verval lot armoede te voorko men door personen, die wegens ouderdom, ziekte of rampen in den strijd om het be staan te kort schieten, intijds to ondersteunen met voedsel, kleeding en ligging, alsmede met werktuigen of grondstoffen om in bun onderhoud te voorzien. Zij wil bedelary weren door steeds te ver zoeken, dat men aan bedelaars niets geve, doch hen verwyzen naar het Hoofd van het Departement. Immers de Gemeente is verdeeld in 22 Departementen, elk onder een Hoofd en de noodigo helpsters of helpers. Die Hoofden zyn bekend met de armoede in hun Depar tement en hebben de verplichting, met takt onderzoek te doen.vooralnaarzoogenaamd stille armen. Als regel kan dan ook worden aan genomen dat iemand die om werk, brood, I kleeren, of wat dan ook komt tragen, en I verzekert niet te weten wie zijn of haar De- J partementsboofd is, door luiheid, oneerlijk- I beid, dronkenschap of een andere reden den steun der vereeniging niet verdient. I Het Centraal-bureau der vereeniging ver gadert tegenwoordig iederen Dinsdagmiddag ten Raadhuize. Wie een spoedeischend ge val heeft, kan zich aanstonds wenden tot den Secretaris-Boekhouder, den heer N. G. van de Stadt, Kleine Haag 7. De heer H. Hurwitz, rabbijn by de Ned. Israelietiscbe hoofd-synagoge hier, hoopt Maan dag 18 dezer den dag te herdenken waarop hij zestig jaat geleden als voorganger hier optrad. Bij ie Ned. Hervormde kerk in deze pro vincie waren op 1 Januari slechts 4 vacaturen. In den ring Amersfoort zyn alle gemeenten bezet. Het is heden 25 jaar geleden, dat H. D. H. Adelheid Emma Wilhelmina Theresia prinses van Waldeck Pyrmont in het huwe lijk trad met nu wijlen Z. M. Willem 111. De gewone audiëntiën van de Ministers van Financiën, Oorlog en Binnenlandsche Zaken zullen deze week niet plaats hebben. Deze courant is gedrukt met de courant'inkt van de firma vertegenwoordiger J J. It.i IHSEX. kantoor en magaeiin Cornells Tromp straat HOTTKIIDIItt. boer woreele sterkte, thans, nu het te laat was en hjj hid haar verloren. Olga kreeg het eerst haar tegenwoordigheid van geest tsrug. Zij xag, dat haar spel verloren was, doch hoopte nog op een niet al te smadelijk* retraite. Zij verwaohtte hulp van haar schoonvader en van haar rijkdom. Zij wendde «ich theatraal tot haar zieken echtge noot: „Vergiffenis, Alfred om jouwentwille. „Ga heen Ik heb niets meer niet je uitstaande. Ik zal je niets verwjjten, geen rekenschap van je vragen. Ga heen. Ik wil je uiet meer zien." Zjj wendde sieh toen tot haar sohoouvader, die haar niet aanzag en haar niet terughield toen sjj naar de deur ging. „Ik wacht, vader" zeide Alfred „last me niet te l»ng wachten. Dat ik diep ongelukkig ben, dat ik kreupel ben want al herstel ik, dan blijf ik toch heel mjjn leven kreupel „Om Godswil, wet zog je daar V' steunde mevrouw Von Sohmolling, terwijl zijn vader verschrikt opkeek. „Ja, xoo is 't; en dat ik dat ben, ia de sohuld mjjDer vrouw eu dat ik die vrouw had, is uw schuld." Olga was by de deur bljjven staan. Wat hoorde sij f Hij sou nooit meer geheel beter worden? Kreupel blijven? Dan sou hjj altijd ver pleegd moeten worden dan sou hy ontslag uit deu dienst moeten nemen. Wat moest sjj dan met hem aauvangen? Voor ziekenverpleegster voelde sy niet de minste roeping. Nooit meer uit te kunnen gaan en altydmetoen half gebrekkigen man to mosten samenxijn. Hoe dankbaar was xe dat meisje, dat haar nu bevrijdde van den man, die haar maar tot last sou zyn. Een tevreden lachje vloog over haar gelaat en by na vroolijk «leeg sy de breode trap af. Aan den voet er van trof zy den dokter; snel trok ie een bezorgd gelaal en vroeg toen hoe het met Alfred ging en of 't werkelijk waar was, dal by kreupel xou bljjven. Njj.sy kennelijk was ingolicht, kon de dokter haar de waarheid niet verheelen. Volkomen ingelioht, besteeg sy hoor coupeetje eu gaf den koetsier bevel uaar don Tbiergarteu te rijden, waar 'tvol wandelaars was en 't rrooljjke leven haar aan alle zjjden omgaf. Mevrouw Von Sohmolling zat als wexenloos neer baar eenige zoon ougeneeslijk kreupel. Ook xija vader was geroerd 'twas alsof alles op eens kwam. Dat zyn zoon xou scheiden, was nu reeds zeker; hij kon en mocht dat niet tegenhouden; maar ook moest Alfred do uniform afleggen ou dan de geldelyke omstandigheden, die hoe lauger xoo nijpender werden I Hij heek op en ontmoette Alfred's oogen. „Wat zal ik je zeggen? Waar wachtje op? Dat ik verkeerd handelde, weet je, maar dat ik er spjjt van heb, kan ik nist zoggen, want ik meende voor je bestwil te handelen en sou, als de omstandigheden weer soo waren, het zelfde doen." Hij kon zich niet buigen, selfs nu nog niat. „Kom, praat toch niet; 't ia niet waar" mengde Paula zich in 't gesprek. „U meent Diets van het geen u daar zegtik lees in uw hart en dat ia niet zoo koud en hard als u 't wil doen voorkomen. Ga nu naar hui« op overleg eens met uxelven en bij", lij wees naar Alfred, die doodsbleek was en met gesloten oogen tegen sjju kussens leunda „hij heeft rust noodigen u óok" voegde zij er zachtjes bij, terwijl sjj op hem toetrad en hem met hsar mooie oogen scherp maar uiet onvriendelijk aankeek. SohmolliDg sloeg ajjn oogen neer voor de hare. Zij had geljjk; ook hjj had rust noodig't was alsof d* grond onder zjjn voelen wankelde. Hoe kwam het, dat dit jonge meisje hom soo doorgrondde Zjj «ond hem weg en ook daarin had hjj geljjk. Zjjn vrouw had met hem gebroken en «ijn eenige zoon verachtte hem nu. Hij wischte zich het koude zweet van bet voor hoofd en seide cauweljjk» hoorbaar: „Betertchap, Alfred". „Ga je mee?" vroeg hjj zjjn vrouw, die nog immer apatisch in haar stoel sat. Zjj schrikte van zjjn vraag, doch antwoordde uiet, maar Paula richtte haar zacht op ea fluisterde baar toe„U zult hem nu toch niet alléén laten gaan C was hem nimmer noodiger dan thaDi". Mevrouw Von Sohmolling bsgrsep haar, drukte haar de hand, kuste haar zoon, trad op haar man toe en legde haar arm in den zijne. Op dit oogen- blik trof Paula de seldsame blik in zjjn oogen hij gevoeld* sich haar schuldenaar, want dat zjj met hem meeging, aohtte bij een groote weldaad Frieda had van dit alle* niets opgemerkt haar oogèu rustten onafgebroken op den veelgeliefden zieke en toen deae zacht insliep, zonk zjj, in tranen badend, op haar kaieëa. Op een causeuse in een elegant hotel ruztte Olga OehDhauzen. Op uitdrukkelijk verlangen en als voor waarde bij de scheiding had sjj den naam Sohmol ling afgelegd en weder dien vau haar eersten man aangenomen. Zjj waz daardoor ook vrjjer, want menigeen had haar reeds laten bamerkeu boe zeer men haar gedrag tegeuover Alfred afkeurde. Men bad zich zóo opvallend van haar geretireerd, dat het haar ondanks haar weinige fijngevoeligheid hinderde. Zy had Berljjn verlaten en «ich naar Wiesbaden begeven, wsar zjj als mooie, levenslustige jonge we duwe van den bekenden millionair Oehnhausen baar vrooljjk leventje van vroeger hoopte te hervatten. {Voadl omooigd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1