Donderdag 3
Maart 1904.
No. 5470.
53e Jaargang.
Feuilleton.
Stadsniews.
S LAT L It P A LNEII te Losoes,
UITGAVE
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag' eu Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht er; kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT t
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
Koslelooze Inenting.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT.
Gelei op artikel 18 der Wel van 4 December 1872
(S'.aagablaU No. 134)
Brengen ler kennis ran belanghebbenden, dat voor
een ieder de golegenheid tot koateloozo inenting
wordt gegeven op den EERSTEN en den TWEE
DEN MAANDAG van do maanden Januari, April,
Juli en October, telkeus dea namiddags te drie ure,
iu de daartoe bestemde lokaliteit, gelegen in wjjk
F. Breedeatraat No. 21.
Gedaan te Amerafoort, deu 2. Maart 1904.
Burgemeester en Wethouders vau Amersfoort,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Aangifte ran verhuizing binnen
de Gemeente.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Overwegende, dat de bepalingen der door den
Gemeenteraad deu 20. Mei 1862 vastgestelde Veror
dening regelende de verplichting tot het doen van
aangifte van verhuisingen binnen de Gemeente, niet
behoorlijk worden nageleefd
Herinnoren den ingezetenen de op hen rustende
verpliohting tot het doen van aangifte van verhuizi-
ging binnen de Gemeente en brengen daartoe bij dese
te hunner kennis de bepalingen van gexegde Veror
dening, welke luiden als volgt;
1. De hoofden van huisgesinnen, of afzonderlijk
levende personen, binnen de Gemeente van woning
veranderende, zyu verplioht daar Tan binnen den
maand ten Raadhuize aan den Ambtenaar, belast
met het bijhouden van het Bevolkingsregister, aan
gifte te doen.
2. Zij die het voornemen hebben te keuuen ge
geven om de Gemeente te verlaten, en dientenge
volge een getuigschrift van verandering van werke
lijke woonplaats hebbeu ontvangen, xiju verplicht,
indien zij van dit voornemen afzien, daarvan ter
plaatse en aan den Ambtenaar, in art. 1 vermeld,
binuen één maand na de dagteekening van het afge
geven getuigschrift, kennis te geven.
3. De overtreding van el ke der bepalingen van deze
verordening wordt gestraft met een geldboete van
ten hoogste zeven gulden.
Gedaan te Amersfoort, den 2. Maart 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeeeter,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. TH. SANDBERG.
Aangifte ran Vertrek uit en vau Vestiging
in de Gemeente.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gelet op bet Koninklijk besluit van den 27sten
Juli 1887 (Staatsblad No. 141) regelendo de ver
plichting der ingezetenen tot het doen van aangifte
voor ds Bevolkingsregisters
Herinneren deu ingezetenen de op hen rustende
verplichting tot het doen van aangifte van vertrek
uit en van vestiging- in de Gemeente en brengen
daartoe bij deze te hunuer kennis de bepaliugen
van gezegd Koninklijk besluit, welke luidon als
volgt
1. Zy die op den dag der volkstelling iu den
vreemde of in een koloniën of ovarzeeaohe bezit
tingen van het Rijk hebben vertoefd, geveu biunen
éen maand na hun terugkomst hiervan kennis aa:i
het Gemeentebestuur.
Zij die by die telling zyu overgeslagen, geveu
binnen den maand na den dag voor olke telling
bepaald, van dit verzuim kennis aan hot Bestuur
hunner werkelijke woonplaats. Voor de leden van
huisgozinnon rust de verplichting tot kennisgeving
GEVANGEN.
11. (S/of.)
Hoe zou ik dat nog langer vtrdragen?
We babbelden verder, terwijl Lilly hoe langer zoo
opgeruimder werd.
Boven de watervlakte zagon we de blauwe mugjes
spelen.
„Nu gaat de zon óok nog weg", zei Lilly, „nu
wordt bet uog mooier."
Een liobt gerommel deed zich hooren.
„Een onweer."
„Is u bang?
„Neen" een verachtelijk glimlachje plooide haar
lippen. „De hut beschermt ons echter niet legen
den regen."
„Uw hebt immers uw parasol."
„Die kan ik bier niet eens opzetten."
„Nu dan worden we beiden even nat."
„U hebt goed praten in uw dikken mautel, mear
ik in mijn dun kleedje."
op het hoofd van elk huisgezin.
2. Zy die uit een Nederlandsch kolonie, een
overzeesclio bezitting of uil den vreemde hun woon
plaats overbrengen iu een Gemeente binnen het
Rijk, doen hiervan oen verklariug aan hel Gemeen
tebestuur, vergezeld van hot gebruikelijke getuig
schrift voor hen die uit do koloniëu of bezittiugon,
van een paspoort of reis- en verblyfpas of audore
door do politie deugdelijk orkeude bewijsstukken
voor heu die uit deu vreemde komen.
Deze verklaring geschiedt biunen éeD maand na
hun aankomst in de Gemeente.
3. De kenuisgevitig in de twee vorige punten
vermeld, gaat vergezeld van de noodige opgavon om
iu de Bevolkingsregisters te worden ingeschreven.
4. Zy die buu werkelijke woonplaats biuueu hst
Rijk verlaten om die over te brengen naar een
Nederlandsche kolonie, eeu overzeescüe bezitting of
□aar den vreemde, doen hiervan een verklaring aau
bol Bestuur der Gemeente, welke zjj verlaten.
6. Zy die hun werkelijke woonplaats uit een
Gemeente van het Rjjk naar een andere Gemeente
overbreugen, doen hiervan een Terklaring aan het
Bestuur der Gemeente die zy verlaten en waar zy
in bet Bevolkingsregister zyn ingeichroven met op
gaaf der Gemeente, woarzjj weuschen zich te vestigen.
Zy ontvangen een kosteloos getuigschrift van ver
andering van woonplaat*.
6. Ter plaatse waar zij buu werkelijke woonplaats
overbrengen, doen zy uiterlijk binnen éen maand
□a bun aankomst eeu verklariug aan het Gemeente
bestuur, met overlegging van het getuigschrift, in
het vorig artikel vermeld.
7. Elk hoofd van een huisgezin geeft uiterlijk
binueu éen maand keunis aan bet Gemeentebestuur
van ieder lid dal in hel nuisgezin wordt opgenomen
of daaruit gaat, inwonende dienst- en werkboden
daaronder begrepen. Omtrent die kennisgeving geldt
het bij sub 3 bepaalde.
De ïelfde kennisgeving geschiedt door afsondorlyk
levende personen, wauueer zij andere petsonen in
hun huisgezin opnemen.
Bestuurders van instellingen, gestichten en inrich
tingen, niet staaudo onder het bestuur of toezioht
van het openbaar gezag, waar personen ondereenig
Bestuur samenwonen, geven maandelijks aan bet
Gemeentebestuur kennis van alle personen, die in
de samenwoning xiju opgenomen of daurvan zyn
uitgetreden.
De verplichting vervalt wanneer langs een ande
ren weg ee vereischte kennisgeving voor hel Bevol
kingsregister gedaan is.
8. Onverminderd de bovenstaande voorschriften
is een ieder, door het Gemeentebestuur daartoe op-
geroepeu, verplicht tot bet doen der opgaven, die
vereischt worden om de Bevolkingsregisters iu te
vullen.
Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste veortion dagen of geld
boete van ten hoogsto honderd gulden.
Gedaan te Amersfeort, den 2. Maart 1904.
Burgemeeter en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
WUIJTIER8.
De Secretaris,
B. W. TH. SANDBERG.
De gewoile audiëntie van den Minister
van Koloniën zal morgen niet plaats hebben,
De middag-receptie op Paushuize had
ook heden niet plaats.
Van het Provinciaal bestuur van Utrecht
ontvingen we mededeeling, dat op de voor
dracht van Gedeputeerde Maten ter benoe
ming van een hoofd-ingenieur van den Pro
vincialen Waterstaat in Utrecht zijn geplaatst
de lieeivn: jhr. H. E. Ram, te Utrecht tijdelijk
ingenieur van den Rijks Waterstaat bij de
werken voor bet Merwede-kanaalM. II.
van Rijsbergen, te Utrecht, kapitein-inge
nieur; en F. graaf Van Raudwijck,te Vogelen
zang bij Haarlem, bedrijfs-ingeuieur by de
Gemeente-waterleidingen te Amsterdam.
Aan hot Postkantoor Amersfoort en de
daaronder ressorteerende hulpkantoren werd
gedurende de maand Februari 190i ter Ryks
Postspaarbank ingelegd f 31 997.67'/a en
daaruit terugbetaald f27 614.917a-
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekjo draagt het nummer 10 489.
De Rijkspostspaarbank gaat sterk vooruit.
Elke maand kan men grooten vooruitgang
in de inlage constateeren. De instelling,
thans 23 jaren oud, wint hoe langer zoo
mear aan populariteit.
Dut dit eenigszins in verband staat met
de helaas zoo dikwijls gebleken onbetrouw
baarheid vau andere instellingen van dien
aard, laat zich denken. De rente die de Rijks
postspaarbank geeft, moge laag zyn, ze is
zeker.
Ds. I. H. Boeke, Doopsgezind predikant te
Amsterdam, hoopt aanstaanden Zondagoch
tend in de Luthersehe kerk hier vóór te
gaan bij de godsdienstoefening voor den
Doopsgezinden kring.
De hoofdzaken der Raadszitting van Dins
dagmiddag gaven we den eigen avond. Hier
volge het overige en de discussiën.
Ingekomen waren, behalve de reeds ver
melde stukken van ineer aanbelang voor het
groote publiekbeschikkingen van Gedepu
teerde Staten op reclames tegen de Inkom
stenbelasting gedeponeerd ter Secretarie,
en goedkeuringen door d&t college van de
suppletoire Gemeente-begrooting dienst 190
van het 3e aanvullingskohier der Inkomsten
belasting 1903 en van het Riadsbesluit tot
overneming van het Rijks-riool in Leusder
en Arnhemscbe wegen alle voor kennis
gevingeen uittreksel van het Kon. besluit
van 15 Februari 1904, ao. 4(3, houdende
goedkeuring van het Raadsbesluit tot helling
der Begralenisrechten voor notificatie; de
Rekening en verantwoording der Kamer van
Koophandel en Fabrieken over 1903 te
behandelen bij de Gemeenterekeningeen
verzoek van H. G. de Boer om ontheffing
van schoolgeld om prm-advies aan B. en
W.behalve de reeds vermelde kermis-
requeiten een derde dat, als ongeteekend,
ter zyde wordt gelegd j een request van den
haer J. Boshuizen houdende verzoek om
uitbetaling van gelden, die hem naar zyn
meening toekomea.
De Voorzitter stelt voor, dit te depo-
neeren ter Secretarie.
De heer Plomp vraagt waarom de ge
wone regel (prae-advies B. en W.) nier niet
wordt gevolgd.
De Voorzitter antwoordt, dat adres
sant herhaalde malen requesten van dien
aard indiende, welke niet voor inwilliging
vatbaar zyn.
De lieer Plomp viodt geen bepaalde
reden om thans anders te handelen als het
de zelfde zaak geldt en door deu Raad vroeger
al beslissing is genomen.
De Voorzitter vraagt of iemand voor
lezing wenscht, en waar dit niet het geval
is, wordt het adres gedeponeerd ter inzage
van de leden.
Verder zijn ingekomen eeu schrijvon van
den heer A. J. van Zalingen waarin deze
verklaart genoegen te neineu met de voor
waarden hem door de Gemeente gesteld op-
zichtens den verbouw van zijn perceel aan
de Varltensmarkt voor notificatie en een
adres van E. C. J. Kuyper, met toelichting,
houdende verzoek tot levering der R .adsver-
slageu om p£e-advies aan B. en W.
Eerst bij punt 7 (beschikking op aange
houden bezwaarschrift no. 21 wordt dus: 211
tegen aanslag Inkomstenbelasting 1903) kwam
eenige discussie.
De Voorzitter deelde inede, dat de
Reclame-commissie voorstelde f20 afslag te
geven omdat adressant by zyn aangifte in
Januari niet kon weten, dat by in September
□iet meer in het genot van zijn salaris zou
worden gecontinueerd, terwijl B. en W. den
aanslag wenscben gehandhaafd te zien.
De heer K 1 e b e r vraagt of hij goed ge
hoord heeft, dat het inkomen niet f2000
doch minder is geweest omdat adressant het
genoot tot 1 September eu zyu inkomen dus
feitelijk 2,3 was.
De heer Plomp merkt op, dat adressant
aangeslagen is naar eigen aangifte. Hyzelf
heeft verklaard een inkomen van f2000 te
hebben. Hoe kan de Raad nu afwyken van
die verklaring? Spr. meent, dat de aanslag
wel degelijk moet gehandhaafd.
De heer K 1 e b e r antwoordt, dat het meer
I gebeurt, dat de meiischen zich abusief aau-
j gaven of ook vergaten liet bedrag voor levens-
onderhoud af te trekken. Feitelijk had adres-
I sant het inkomen niet.
De heer Plomp zou meegaan met het
voorstel lot vermindering imi>n binnen den
wettelyken termijn was gereckmeerd, doch
geeft men thans gehoor aan uet verzoek,
dan gaat men buiten de Verordening.
Deze courant is gedrukt met de courant-inkt van de firma
vertegenwoordiger J. J. ÜAIHU&E/V, kantoor en magazijn Cornet is Trompstraat
DOTTKHD iM.
Ik zag op haar schouder het kleine A-coeur décolleté
hemel ik klemde de tanden op elkaar. Had
zy dau heelemaal geen vermoeden van hetgeen ik
ondervond Was haar naïeveleit dan zonder grenzen?
Weer klonk een ver-yderd gerommel de zou
verdween nu geheel; het werd donkorder om ons
heen. Op het water vieleu eon paar droppol*, krin
getjes vormend.
„Hot gaat er op!" zei Lilly.
„Eu hy gaat uazr we hopen óok wegik
meen neef Heinrich. De regen zal hem wel ver-
drijvon. Hy moet nu tooh begrijpen, dat u hier
niet ie."
„En als hy nu ook eons beechutting in de hut
zocht?" zei Lilly, terwijl ze zoo bleek word ala een
doek.
„Ja dan."
Daarop kon ik geeu antwoord vinden. Drommels,
die situatie zou dan af te beelden zyu noot Heinrich
zondor eonig vermoeden binnenkomend en sluitend
op zyn afgodin, zyn nicht Lilly, met een luitenant.
Het was echter nu niet meer om te lachen; ik
kroeg werkelijk diep medelijden met liet arme meisje,
dat vreoseljjk opgewonden door het kijkgaatjo keek.
Het begon erger te regenen.
„Het zal niet lang duren zei ik bovon ons
is slechts een kleine wolk."
„Hij staat op," mompelde Lilly augstig, en on
willekeurig, als om steuD (o zoekeu, greep ze mijn arm.
luderiiaad ging de neef staan, terwijl hij tol dusver
door deu boom waaronder hy zat beschut werd.
Wjj hielden den adem in. Onze harten bonsden.
Het volgende oogenblik moest beslissen.
De neef zeg nogmaals om en riep „Lilly!". Toen
zette hy zioh in beweging naar ons toe. Ver
twijfeld keek Lilly mjj aan alles scheen verloren.
Twee groote tranen parelden in haar oogen.
„Misschien bezint hjj zich nog" zocht ik baar
to trooiion, zonder er uvenwel aau 'e gulooven.
Wij hoorden naderkomonde schreden, we staar
den slechts naar den ingang der hut, waar ieder
oogenblik de gevreesde versobjjnen kon. Onze har
ten schenen stil te staan.
Toen leek het alsof de schreden zich weer verwij
derden. In een oogenblik waren we weer bij ons
kijkgaatje. Waarlyk; hy ging in een sukkel
drafje weg.
Twee niepo zuohten ontsnapten aan een ruwe
krijgsman*- en eou jonge vrouweboist. Hoera! wou
ik onwillekeurig roepen, maar Lilly's hand sloot
mijn mond terwijl se zei:
„Ben je niet goed by zinnen
Dal wa* te veel.
„Lilly riep ik, maar het klonk gedempt en
ruw, alsof er iet* mo hinderde mug ik eeuwig
je gevangene bljjveu
Zo zag me aan; onze oogen drongen in eikaars
pupillen; zonder een woord lo zeggen, liet ze zich
aan mijn borst trekken.
„Ik wasje gevangene al van het eursleoogenblik
dat ik je zag", fluisterde ze, toen ze. eindelijk
weer spreken icon.
Heerlijker heeft zeker nooit een jong paer de
eersto oogenblikken veu een groote lioldo kuonou
vieren, dan wjj, bij hol licht* gerommel vau don
donder, by hel zacht neervallen der rogoudroppelt
in de eenzame eeudenhut.
Het verdore verliep heo) gewoon, tooals deze
dingen gewoonlijk loopen. Nu ie Lilly reeds lang
nijjn lieve vrouw, die mij drie aardige kindertjes
heeft geschonken, éeu jongen, als stamhouder der
Von Solmlter's, en twee meisjes waarvan ons groots»
ploizier is, ze beiden geheel gelijk te kienden.
Wy beiden hebben uog wel eeue twin gehad
tengevolge van haar „koppigheid"; maar dit heeft
niet belet, dat onze harten toch ruddclooe zjjn go-
vangon.