Dinsdag 29
Maart 1904.
PHOENIX B U O U W E K IJ,
EXPORT naar OOST- en WEST-INDIË.
No. 5481.
53e Jaargang.
Stadsnieuws.
Feuilleton.
AMERSFOORT.
FIRMA A- H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 46 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT9
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Ge
meente, dat de door den Directeur van 's Rijks di
recte belastingen enz. te Amsterdam executour ver
klaarde kohieren Nos. 2 en 3 van de
PERSONEELE BELASTING
over het dienstjaar 15)04 aan den Ontvanger van
's Rijks_ directe belastingen alhier zijn ter hand gesteld,
aan wien ieder verplicht is, zijnen aanslag op den
bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen
aangeplakt te Amersfoort, den 29. Maart 1904.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
De gewone audiënties van de Ministers
van Justitie, van Oorlog en van Koloniën
zullen deze week niet plaat» hebben.
De Minister van Financiën maakt in de
ïStaats-Courant" bekend, dat door tusschen-
komst van den Inspecteur der directe belas
tingen enz. te Amersfoort van een onbekende
is ontvangen een som van f 10, welke in
's Rijks schatkist is gestort.
Het jaarlijksehe bezoek van het Hof aan
Amsteram zal dit jaar in het laatst van April
of in het begin van Mei plaats hebben.
Verschenen is een nieuwe editie van den
»Rijksgids voor den interlocalen eu interna
tionalen telefoondienst".
Deze gids, die voortaan in Juni en Decem
ber verschijnt, is verkrygbaar aan het Post
en Telegraafkantoor, loket telephoondienst.
Er wordt o. a. meegedeeld, dat het ge
meentelijk telephoonnet van Roozendaal en
Nispen sedert 1 Maart j.l. is uitgesloten van
het interlocaal en internationaal verkeer,
zoodat alléén gesprekken kunnen worden ge
voerd met de rechtstreeks aan het Rijks-
telephoonbnreel aldaar aangeslotenen.
Of de expéditeurs zulks zijn, wordt echter
niet vermeld.
In de jongste Raadsvergadering van Goes,
Donderdagavond gehouden is o.u. ingekomen
een verzoek van jhr. y. M. van Reigersberg
Versluijs benoemd tot Hoofd-commies der
Gemeente-Secretarie van Amersfoort, om ee.-
vol ontslag als Secretaris «lier Gemeente met
ingang van 15 April e. k.
Aan het slot van het verzoek betuigt ZEd.
zijn hartelijken dank voor bet geschonken
vertrouwen en steeds ondervonden vriend
schap.
De Voorzitter zegt ongeveer het volgende
U zult voorzeker mat leedwezen dit ontslag
verleend hebben en zeer noode_ onzen algemeen
geachten Secretaris van ons zien gaan.
Voor U, heeren Raadsleden, was de heer Van
Reigersberg Versluijs steeds bereid om U op de
meest welwillende wijze van dienst te zijn, wan
neer U dit verlangde; ik acht mij TJwaller tolk
te zijn, wanneer ik hem daarvoor dank betuig.
Toen ik de eer had, op jeudigen leeftijd aan
het hoofd dezer Gemeente gesteld te worden,
vond ik in U, mijnheer Van Reigersberg Versluijs,
een Secretaris, wiens edel en onpartijdig karakter,
in weerwil van onze uiteenloopende politieke
richting, samenwerking op de meeste vriendschap
pelijke en hoogst aangename wijze mogelijlc
maakte.
Het is mij een behoefte, U daarvoor openlijk
mijn warmen dank en hulde te brengen. Ook
namens het D. B., waarin de verhouding niet
minder was dan tusschen ons, worde U de dank
gebracht voor Uw aangename samenwerking en
do actieve wijze, waarop U bijna 10 jaren Uw
ambt alhier vervuld hebt. Voor hetgeen U in
verschillende betrekkingen belungeloos voor onze
Gemeente gedaan hebt, worde ook van deze
plaats U hulde gebracht.
En daar U thans wegens fam.-omstandighedenUw
werkkracht aan het belang der Gemeente Amers
foort gaat wijden, wcnschen wij U geluk met
het verkrijgen Uwer begeerte.
Moge God geven, dat het U en de Uwen op
Uwen verderen levensweg welga en wees ver
zekerd dat Uw naam door ons en in de Gemeente
GoeB steedB met lof en dankbaarheid genoemd
zal worden. (Applaus.)
De Secretaris zegt daarna ongeveer het volgende
Gaarne maak ik gebruik van de mij gegeven
gelegenheid om een enkel woord te spreken.
Zeer gevoelig, mijnbeer de Voorzitter, ben ik
voor de waardeerende woorden, tot mij gesproken
en voor de instemming van U, mijne heeren
leden van den Raad.
Met zeer gemengde gevoelens verlaat ik dpze
Gemeente, waar ik biina tien jaren inetveel ge
noegen en opgewektheid ben werkzaam geweest
dat is voorzeker te danken aan de aangename
samenwerking en de vriendschap, die ik steeds
van U heb mogen ondervinden, hoeveel veran
dering er ook in Uw vergadering kwam gedu
rende mijn verblijf alhier.
Hartelijk betuig ik U daarvoor mijn dank
U, mijnheer de Voorzitter, voorden aangenamen
omeang die steeds door mij zeer werd gewaar
deerd.
Ik stel het op hoogen prijs dat de heer Ra-
mondt hedenavond is gekomen, waardoor ik in
de gelegenheid ben, den heer Ramoudt,met wien ik
al die jaren zoo aangenaam heb samengewerkt,
met den heer De Witt Hamer, persoonlijk mijn
dank te brengen.
Ik wil echter niet nalaten ook de vorige Bur
gemeesters de heeren De Wit Hamer en Wesse-
link en de Wethouders Lenshoek en De Jonge
hulde te brengen voor den steun en de vriend
schap, die ik ook van ben heb genoten.
Dank, ook aan u, mijne mede-ambtenaren,
met wie ik korter of langer tijd heb mogen sa
menwerken en die mij het waarnemen mijner
betrekking gemakkelijk hebben gemaakt.
Weest overtuigd, dat het verblijf te Goes ste»ds
bij mij in aangename herinnering zal blijven en
dat ik steeds met groote belangstelling de lotge
vallen van Goes zal blijven volgen. Mag ik mij
in uw aller vriendschap blijven aanbevelen
(Applaus).
De uitslag van de overgangs-examens der Burger-
Avondschool, van 21 tot 23 Behouden, is de volgende
Bevorderd werden van de eerste naar de tweede
klasse de volgende leerlingen der afdeeling Am
bachtsschool W. van de Brug, P. W. Beyer, L. Bek-
ker, H. van den Bor, W. Deys, J. van Dvkbuisen,
N. J. Hardeman, A. H. Kruyff, K. J. van Kamp, C.
Kroes, J. Mets, Th. Otto, R. Schouten, H. W. van
Tol, G. Timmerman, C. A. Snijders, J. Vos, L. Vier
dag, W. L. de Wit en J. vaD de Weyer: niet-be
vorderd 8.
Van de andere afdeelingen der eerste klasse
werden naar de tweede bevorderd
Uit kl. l«, J. de Breo, A. W. van der Heyden, C.
Hullu, H. A. Jekel, H. Lensing, W. J. Lokhorst, H.
van Nes, J. van Polen, A. J. Pechtol, H. van Veen
en P. Stan 1uit kl. 16. W. Alings, H. van Beck, H.
G. Broeklitiijsen, G. Bliokeuiiaal, .1. B. üykhuizeo, G.
van Emp'.'len, IC. L. de Jager. G. van Kallereen, A.
van Nieuwkerk, W. Pijpers, II. Ruitenbeek, W.
Reeders, C. G. V-lthuysen, J. Vrcdeling, A. J. van
Wij laud en C. Biommesleyiiuit kl. lc. H. R. van
Beek. J. C. van Es J. C. do Froe. 1'. J. Lindent) an,
H. M. Morren, J. Meerbeek, G. van Plateringeo, W.
A. C. Sionpendaal, A. Voorn en J. A. van Valken-
hoef; niet-bevorderd 6 uil 16 en 2 uit lc.
Van de tweede raar de derde klasse werden be
vorderd de volgende leerlingen der afdeeling Am
bachtsschoolE. N. Arlar, J. C. de Bruin, C. B. Rrits,
L. Binsbergen, J. Caarls, J. B. Cornelisae, E. van
Druten, H. E. Eukelaar, Th. de Folter, D. Gramsma,
M. Hemminga. H. Hendriks, P. Hamwjjk, K. J. J.
Kitljee, .1. D. Michels, C. A. (Juint, J. v. d. Kuyd*n,
F. Ruitenberg, J. Renen, S. Eibbesme, P. Vredéling,
G. Velthuyieo, J. J. Vahstal en C. J. Voortman
niet-bevorderd 2.
Als gevolg van 'l met vrucht doorloopen Tanden
3-jarigen cursus der Burger-Avondschool werden
hetuigschriften uitgereikt aan de leerlingen H. van
Achterbergh, E. van Bekkum, W. J. J. Cornelisse,
ran Doorn, H. van Gastel, J. B. van der Hoeven.
H. van der Hoep, D. P. van den Hooff, D. Huisken,
R. Hop, A. Jens, W. Kerkhof, C. Kuit. J. J. Kaspers,
J. A. j. Loryu, J. F. van Manen, P. G. ven Nieuw-
kerk. L. S. Reeders, H. Riphagen, C. Schreuder. M.
van VoskuyleD, H. Veltlmyzen, D. van der Vennen,
E. Velthuyaen, E. van 't Wel.
Aan 1 leerling der derde klasse koD bet getuig
schrift niet worden uitgereikt.
De door het schoolfonds der Loge „Jacob van Cam-
pen" beschikbaar gestelde prijzen werden toegekend
I aan de volgende leerlingen
van de eerste klasse der afd. Ambachtsschool aan
I C. A. Snijders en W. M. de Wit, elk een 2e prjje.
Van de andere afdeelingen der eerste klasse aan
i P. J. Landman en A. J. vau Wjjland een le prijs;
aan H. C, Broekhuysen, J. C. van Es, J. van Polen
en 1'. Staal, elk een 2e prijs,
j Van de tweede klasse der afd. Auibachtssschool
aan H. E. Enkelaar een le prijs, aau J. Cmrls, J. B.
j Cornelisse, J. J. Vahstal eu C. J. Voortman elkeen
I 2e priji.
I Van de derde klasse der afd. Ambachtsschool aan
H. van Achterbergh eu W. J. Cornelisse elk een le,
en aan W, van Doorn en C. Kuit elk een 2e prijs.
Aan de Ambachtschool zijn na gehouden over-
I gatiga-exaraen bevorderd
Van de eerste naai
In de gister gehouden buitengewone ver
gadering der Provinciale Staten van Utrecht
is benoemd tot hoofd-ingenieur van den
Provincialen Waterstaat jhr. H. E. Ram,
civiel-ingenieur te Utrecht.
De heer J. W. C. Ort, reserve-luitenant
bij het 5e regiment infanterip, legde aan de
Rijks-universiteit te Utrecht met gunstig
gevolg af het doctoraal examen theologie.
Joan van Oldenbarneveld
in de lijst van zijn tijd.
DOOR
8.) A. M. KOLLEWIJN Nz.
Had de onverschilligheid van Hendrik IV en
Jakobus I Oldenbarneveld gedwongen in plaats
van vrede het Twaalfjarig Bestand te sluiten, ze
bielden nu niet op als 't ware dageliks onze ge
zanten voor te houden, dat wij aan hen de
grootste verplichtingen hadden en hen wel heel
dankbaar mochten zijn. De Franse koning er
kende ons wel als vrij, maar niet als soevarein,
dus als in een toestand tusBen horigheid en
soevereiniteiten- Jakobus I beschouwde de
Verenigde Provincieën als een hem toebehorend
gewest, omdat hij garnizoenen had in de pand
steden hij liet door zijn gezant aan de sultan
voorhouden, dat onze gezanten te Constr.ntinopel
niet erkend moesten worden. Toch slaagde Olden
barneveld erin dit te voorkomen, en bovendien
zijn schoonzoon Van der Myle als gezant te
doen erkennen in de zo aristokratiese republiek
Venetië, die op 'tpunt 9tond met Spanje in
oorlog te geraken.
Werd ons landje kort na 't sluiten van het
Bestand nog niet algemeen als een onaf hankelike
staat erkend, eer het ten einde liep was dat wel
het geval en moesten de grote mogendheden
rekening met ons houden. Dat was in hoofdzaak
het werk van Oldenbarneveld.
Minder gelukkig was hij in 't binnenland
door het uitbreken van de onzalige kerkelike
twisten.
Toen het Bestand werd gesloten beleed zeker de
helft van de bevolking openlik of heimelik de
Rooms-Katholieke kerkleer. De Protestanten be
stonden uit betrekkelik kleine aantallen Doopsge
zinden en Luthersen en voor de meerderheid uit
Calvinisten of Gereformeerden. Sedert de Kerk
hervorming, die een einde maakte aan de eenheid
van kerk bij de bewoners van West-Europa, was
dadelik de mening ontstaan, dat dan tenminste de
inwoners van een zelfde staat tot de zelfde kerk
moesten behoren, en dat de regering daarover
te heslissen had: cuius regio, eius religio. In het
begin van de opstand tegen Spanje stond bij de
Calvinisten hier te lande (zooals onlangs door
prof Kernkamp op nienw is aangetoond) op de
voorgrond, zien vrij te maken van deRoomsehe
kerk. Er waren toen onder de Gereformeerden
zowel predikanten als leken, die een mildere op
vatting hadden van het moeilik leerstuk van de
predestinatie, de rekkeliken, terwijl anderen het
aannamen in de meest strenge toepassing, de
presiezen. Vóór het Bestand was het tussen die
twee richtingen niet tot een openlike scheuring
gekomen. De latere Remonstranten noemden zich
dan ook Remonstrants-Gereformeerden.
Onder Leicester, en door hem gesteund,
hadden de streng Gereformeerde predikanten
met hun aanhang veel moeite veroorzaakt aan
Utrechtse, maar vooral aan do Hollandse regen
ten, door van dezen maatregelen te eisen om
niet alleen de Katholieken, maar allen die zich
niet aansloten bij de strenge opvatting van do
predestinatie ter zijde te stellen. En nu was het
bekend, dat veel regenten zich niet in de Gere
formeerde kerk hadden laten opnemen, sommigen
omdat zy volhardden in de kerkelike onveiscbil-
iigheid, die zo algemeen had geheerst, toen de
kerkhervorming ontstond, anderen omdat zij het
afkeurden dat predikanten zich zooveel met
staatszaken bemoeiden. Tot dezen behoorde Olden
barneveld. Zij wezen op de waarschuwingen
van Prins Willem I tegen het drijven van de
kerkeliken en de gevolgen die het voor Brabant
en Vlaanderen had gehad, die zich weder aan
Spanje hadden moeten onderwerpen. Zoals uit
zijn handelingen bij de Pakificatie van Gent in
1576 blijkt, had Willem I aan Katholieken en
Protestanten gelijke staatkundige rechten willen
geven, en evenals hij, was Oldenbarneveld gekant
tegen het onthouden van die rechten aan inge
zetenen op grond van geloofsovertuiging.
Onder de bescherming van Leieester hielden
de Presiezen in 15M0 in Den Haag een nationale
synode om de Gereformeerde kerk te regelen
overeenkomstig hun strenge opvatting. Hun
tegenstanders beweerden, dat. het streng vast
houden aan dogmaas een nieuwe inquisietïe ten
gevolge zou hebben, en vroegen of men daarom
zo lang tegen Spanje gestreden had De staten
van Holland waren zeer ontevreden over het
vaststellen van een kerkorde, zonder hen erin
te kennen, en hebben die eerst, na lang aarzelen,
bij provisie goedgekeurd, behoudens hun toezicht
op kerk en school, een beperking, die het gehele
stelsel van de kerkorde op losse schroeven zette.
Oldenbarneveld, die het belang van een kerke
like regeling zeer goed inzag, bracht in 1591 een
vergadering hijeen van acht predikanten, waar
onder de gematigde Uyttenbognert en Arniinius,
en acht leken, waarbij hij zelf behoorde- Zij
stelden een kerkorde op, die de macht van de
staten, ook in kerkelike zaken, zou bevestigen,
maar die hij de strenge Calvinisten zoveel tegen
stand vond, dat men niet tol de invoering durfde
overgaan. Men hield zich daarom aan de Haagse
kerkorde van 1586 met handhaving van de
oppermacht van de gewestelijke staten opkerkelik
gebied, zoonis uit de Unie van Utrecht volgde
De handhaving van deze bepaling deed bij
de strenge Calvinistiese predikanten en de onder
hun invloed staande leken de ergernis tegen
Oldenbarneveld sterk toenemen, en om die wat
te verminderen, sloot hij zich bij de Gereformeerde
kerk weer openlik aan door in 1591 deel te
nemen aan het Heilig Avondmaal. Hij had het
tot die tijd vermeden uit afkeer van het drijven
van een groot a-ntal predikanten op staatkundig
tebied. en hun zucht om allen, die niet presies
eender geloofden als zij, uit te sluiten. Ver
scheidene aanzienlike staatslieden volgden zijn
voorbeeld, maar het bracht niets hij om ae
Presiezen te verzoenen. De heerschappij van Olden
barneveld en de met hem gelijkgezinde staats
lieden. gesteund door de gematigde predikanten,
waren een gruwel in de ogen van de strenge
Calvinisten, en de voortzetting van de politiek
van verdraagzaamheid die zij reeds onderWillem I
hadden bes.rede i. was hun een voortdurend op
wellende bion van ongerechtigheden. Deze partij
won steeds meer in kracht, maar kon voorlopig
nog door Oldenbarneveld iu bedwang woroen
gehouden.
iArt, 1:1 enz. Wat de godadiet
in Holland en Zeeland «vn
nukon", terwijl de anderen i
.iicuiieiiiea nismcKe ome sienen ai» ai tot rust en weivaeri
'.einle rouservntie van e> n ygrlick geestelick endo weertlick
\syn goedt elide gercchtiekeyt doeuelvck vyndeu sullen".
'Het zou due niet iu strijd geweest zijn met de Unie, els bet
.u strijd geweest zijn n..
de Katholieke leer behouden, e
ingevoerd Lid.
(Werdf vervolgd.)