Donderdag 7 1904. No. 5485. 53e Jaargang. Buitenland. Feuilleton. SLATEH PA LM EU te Londen, FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. tranco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/11.25; eikeregel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evena's afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEORAGHT 9- Tolophoon 19. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op artt. 6 en 7 der HINDERWET, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door P. J. GOEDHALS ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het oprichten van eene Smidse, in het perceel alhier gelegen aan de Hellestraat, bij liet Kadaster bekend on der Sectie E. No. 3444, op de Secretarie der Gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag, den 14. April aanstaande, des voormiddags te half elf uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van bet Gemeente bestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de inrichting in te brengen. Amersfoort, 31 Maart 1904. Burgemeester «n Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIER3. De Secretaris, B. W. TH. SANDBERG. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente AMERSFOORT, brengen ter algemeen* kennis, dat bü hun besluit van heden, ingevolge art. 8 der HINDERWET,aan A. KWINT, vrouande alhier, vergunning is verleend tot de plaatsing van eau stoomkatel van 8 paarde- krachten in het perceel aan den Hcoglandschen weg, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort, Sectie A. No. 1839. Amersfoort, 31 Maart 1904. Burgemeester en Wethouder» voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIER8. De Secretaris. B. W. TH. SANDBERG. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente AMERSFOORT, Gelet op art. 31 der Kieswet, Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat een verzoekschrift tot verbetering der Kiezerslijst voor 1904/1905 is ingekomen welk, verzoekschrift tot en met den 21. April a.s. ter Secretarie ter lezing ligt en in afschrift tegen betaling der kost n verkrijgbaar is. Amersfoort, 5 April 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. Het eigenaardige van het Buitenlandsch nieuws is wederom, dat er geen nieuws te vertellen valt van den oorlog in het Oosten die toch het meest de aandacht vraagtalle berichten spreken elkaar tegen en nu heet het weer, dat eerst in Juni, volgens som migen zelfs pas in September, een gevecht van eenige beteekenis zal worden geleverd. Rusland voert nog dag aan dag zyn duizen den manschappen aan en Japan kan nog Joan van Oldenbarneveld in de lijst van zijn tijd. DOOR 12.) A. M. KOLLEWIJN Nz. Een paar uur later ging Oldenbarneveld per rijtuig naar de vergadering van de staten, waar gehandeld zou worden over de onvoorwaardelike toestemming in het houden van de nationale synode. Toen hy uitstapte, werd hij, volgens hei- melike afspraak van acht leden van de Staten- Generaal met Willem Lodewijk en Prins Mau- rits, op Inst van laatstgenoemde gevangen ge nomen. „De argeloosheid", zegt prof. Brugmans, „waarmede Oldenbarneveld en ook Hugo de Groot „bij deze staatsgreep in de val liepen, bewijst wel, „dat zij zich veilig en geruBt gevoelden, ook gerust „van geweten". Maria van Reigersbergh schrijft, kort na de gevangenneming van De Groot, aan haar man, dat zij hoopt, dat hij spoedig verhoord zal worden, vertrouwende, dat bij goede redenen zal hebben om zich vrij te pleiten. Van nu af was het aanzien van Maurits zo gestegen, dat hij niet meer verlangde naar een zo beperkte souvereiniteit, als men zijn vader had willen opdragen. maar weinig beginnen eer de toegang tot de haven van Port Arthur naar alle regelen Ier kutst is egekurkt". üin goed te begrijpen wat tot den tegen- woordigen oorlog tusschen Japan en Ruslaui aanleiding gaf, moet men teruggaan tot bet geen reeds vóór den Cliiueeschen-Japanschen oorlog heeft plaats gehad. Bij het verdrag van Semonoseki, in 18Ü5, maakten Rusland, Duitschland en Frankrijk aan Japan den oorlogsbuit afhandig, namelyk Mundsjoerije. Toen Rusland dien oorlog zag aankomen, trad het in drukke wisseling van nota's met China en de andere Mogendheden en gaf het te kennen, dat het nooit zou dulden, dat Japan vasten voet kreeg op het vasteland van AziëJapan was een eilandenrijk en daarby moest bet blijven. Rusland noodigde zelfs Japan uit om Formosa te nemen maar wijl China niet erg op de nabuurschap van Japan gesteld was, bood het dat vruchtbare eiland aan Engeland aan, dat evenwel voor dat geschenk bedankte. Formosa werd ten slotte toch aan Japan afgestaan, en Rusland bezette Maudsjonrije. De kolonisatie van Formosa gelukte nietde Japanners zijn geen kolonisten en niet geschikt voor een warm klimaatbovendien hadden zij Mandsjoerije niet veroverd om er hun vijanden, dt Rus sen, in te laten, en wilden rechtstreeks grondgebied in China. Dat kon Rusland niet duldenals Japan vasten voet in China krygt en dat langzamerhand aan zich onder werpt, wordt Europa door een inval van het Gele ras bestookt, dat dan natuurlijk in de eerste plaats Rusland in gevaar brengt. Rus land is dan de voormuur van Europa, en de Westersche beschaving wordt dan opnieuw uit het Oosten bedreigd. Volgens de Russische lezing is het thans voor geheel Europa van 't uitersts belang, dat Rusland zijn grondgebied in Azië behoudt. Wel heeft het een groot leger en een sterke vloot, maar de afstand van het Europeesch gebied tot aan de Stille Zee is ook zeer groot het spoorweggebied is onzeker, de admini stratie vol gebreken Rusland kan zijn troepen niet voldoende van het noodige voorzien, ze zyn niet beveiligd tegen aanvallen van vijan digs volksstammen de organisatie van leger en vloot deugt niet; en terwijl nu alles in het werk gesteld moet worden om in Azië het eenmaal overwonnen gebied te verde digen, dreigen in Europa andera gevaren aan de grenzen van Tuikije, ten opzichte van Engeland in Tibet misschien ook. Zeker is het thans, dat Rusland door den plotselingen aanval van Japan verrast werdhet was niet tot den oorlog gereed,"het dacht door politieke kunst tijd to winnen, en kwam bedrogen uit. Men moet liet den Russen ter oere n geven, dat zij niet doen aan kleingeestigheid tegen over de verdiensten van hun vijanden. Heel anders dan byr de Engelschen tegen over de Boeren. Zoo schrijft kolonel Weresljagis, lid van denGeneralen staf van generaal Koeropatkine, in de Petersburger «Wiedomosti" Wij staan tegenover een flinken en moe digen vijand, besloten, zijn bestaan op éen kaart te zetten. Terugtrekken is voor hem onmogelijk, daar de zee achter hem ligt. Hij moet overwinnen of ondergaan. Kan men gelooven, dat een zóo vernuftig, een zóo listig volk een oorlog zou hebben begonnen als het zich zijn kracht niet be wust was'? De Japanners zijn niet minder goed inge licht dan de Boeren indertijd. De krijgsmacht dezer laalsten telde slechts 30 000 man, maar toch noodzaakten zij de Engelschen, 250000 man te zenden oin hun verzet te bedwingen. Waarom zouden wij niet erkennen, dat de Japanners, indien noo- dig, 600 000 tot 700000 man tegen ons in bet veld kunnen brengen 1" Dat is mannentaal Nu de oorlog is begonnen, worden de dap perheid en andere goede eigenschappen van den aanvankelyk wel wat gesmaden en ge- rninachten vijand ruimschoots erkend. De »Köln." Ztg. verneemt uit Petersburg: In toongevende militaire kringen verheelt men zich niet, dat de oorlog onder nog onguns tiger omstandigheden moet gevoerd worden, dan die tegen Turkye in 1877. Men is overtuigd dat de sterfte in 't leger niet geringer, mis schien wel grooter zal wezen dan toen. Daarom is nu het hoofd doel, den geneeskundigen dienst zoo volledig mogelijk te maken; van daar de benoeming van een algeraeenen chef van den Gezondheidsdienst, onder wiens bevel ook het Roode Kruis reeds werd gesteld. Zeer interessante bijzonderheden over de kosten van den oorlog geeft de Russische sNowoje Wremja.'' Zal voor de Japanners bet onderhoud van de vloot de zwaarste uitgaaf zijn, de Russen zoo meent bet blad zullen alles noodig hebben voor het vervoer van personen en goederen over den Siberischen spoorweg. Voor het eerste half jaar worden de oorlogskosten voor Japan op 250 millioen. die voor Rusland op 380 millioeu roebel geschat. In slechts zes maanden moet Japan meer uitguven dan zijn geheel jaar- lijksoh budget, Rusland evenwel slecbt3 een zesde deel van zyn jaarlijksch inkomen. Wanneer dus beide tegenstanders hun be volking het dubbele bedrag der Staatsinkom sten lieten betalen, dan zou Japan met dit bedrag vyf maanden, Rusland erenwel drie jaren toekomen. Nog opmerkelijker cijfers verschatt oen vergelijking van de oorlogskosten met het crediet der beide tegenstanders. Wanneer Japan zijn Staatsschuld verdubbelt, zal het met dit geld 14 maanden lang oorlog kun nen voerenRusland echter, aangenomen dat het tot zulk een operatie moest overgaan, niet minder dan 31/2 jaar. Geen wonder daarom, dat de Engelschen, die er toch óok wat aan willen verdienen, reeds thans de bepalingen hebben vastgesteld, welke de Japanners na een veldtocht van drie of vier maanden in Korea zouden moeten aannemen om geld te bekomen. Zij zouden al hun inkomsten uit spoorwegen en in- en uitvoer rechten moeten verpanden om 1000 de millioen roebel te bekomen die zij vragen. De toestand waarin Japan dientengevolge zou komen, zou evenwel nog ongunstiger zijn dan die van Egypte. I)e spoorweg om het Baikal-meer, met welks aanleg nu de meest mogelijke spoed wordt gemaakt, is naar men bericht de duurste Russische spoorweg, welke tot dusverre werd aangelegd. Hij kost namelijk 220 000 roebel per werst en de gezamenlijke kosten van den aanleg zullen 54 millioec. roebel bedragen. De kosten van den West-Siberischen spoorweg waren 33 000 roebel, en die van den Ussurischen spoorweg 04000 roebel per werst. De oorzaak dier hooge kosten ligt in de technische moeilijkheden. Er moesten over een lengte van 2500 werst cemenlmuren Hese courant it gedrukt met (Ie courant-inkt can de firma vertegenwoordiger J. J. RAHCSE1M, kantoor en magazijn Cornell* Tromp straat 1 ROTTERDAM. Het oordeel over Oldenbarneveld werd toever trouwd aan 24 rechters, 12 uit Holland en, wat in strijd was met het tot nu toe erkende recht, 2 uit ieder van de overige gewesten. Bijna allen waren zijn persoonlike vijanden en velen geen rechtsgeleerden. Op 29 Augustus 161S werd hij gevangen genomen, op 1 Mei 1619 was zijn ver hoor afgelopen, en op Zondagmiddag 12 Mei werd bij meerderheid van stemmen het dood vonnis met verbeurdverklaring van goederen over hem uitgesproken. De Contraremonstrantse partij in de Gerefor meerde kerk had gezegevierd, en nu groeide sedert het midden van de 17e eeuw bij de be volking het aantal Contraremonstranten van minderheid tot meerderheid aan. Eerst sedert het begin van de 18e eeuw is in alle gewesten het lidmaatschap van de Gereformeerde kerk wettelik een "Vereiste geworden om verkiesbaar te zyn tot een ambt of post, en moest men daarvan doen blijken door geregeld naar de kerk te gaan. Maar de Staten bleven hun gezag in kerkelike zaken handhaven en de gematigde richting volgen, die hun voorgangers uit de dagen van Oldenbarneveld nodig hadden geacht. Het langdradige vonnis, over Oldenbarneveld uitgesproken, werd hem op de schone lente morgen van 13 Mei om halfnegen in de zaal van zijn rechters voorgelezen. De hoofdinhoud daarvan is, zeer verkort, dat uit zyn bekentenis „buiten pijn en banden" gebleken was, dat hij in Utrecht oen bloedbad had to Uien verwekken en de Prins in levensgevaar had gebrachtdat hij staten in staten, regering in regering en nieuwe verbonden in en tegen de Unie had wilien oprichten; dat hij generale „perturbatie „zo in 't kerkelïk als politiek" had zoeken te bewerken, verder „generale dillidentieën en „dissidentieën onder de bondgenoten had ver oorzaakt; dat hij de Unie verbroken, de landen „tot haar eigen defensie onbekwaam gemaakt, j „en in perikel gebracht had van te moeten ver ballen tot enige schandelike handeling of tot „hun ondergang." Verontwaardigd sprak de grijsaard na het lezen van het vonnis: „De rechters hebben veel ver klaard, dat zij geen recht hebben uit mijn bekentenis af te leiden. Laat dit protest er bij gevoegd worden. Ik dacht ook, dat Mijne Heren de Slaten-Generaal genoeg zouden hebben aan mijn leven, en dat mijn vrouw en kinderen mochten behouden wat hun behoort. Is dat mijn beloning voor 43-jarige dienst aan deze landen bewezen Toen stond de voorzitter Voogd op en riep, naar de deur wijzende: „Uw sententie is gelezen. Voort 1 Voort!" Zeer juist merkt Motley op, dat Oldenbarne veld niet ter dood is gebracht wegens het be drijven van een hoofdmisdaad: majesteitschennis, verraad, opstand; dat de rechters niet gewaagd hebben in hun vonnis te verklaren, dat de Staten-Generaal soeverein waren, of dat zij het recht hadden een kerkelik dogma aan al de gewesten voor te schrijven; dat zij niet hebben durven verklaren, dut Oldenbarneveld in ver standhouding had gestaan met de vijand, of zich door hem had laten omkopen. Het vonnis is rol aantijgingen, bevat weinig beweringen en geen enkel bewijs. Terecht worden de I'resiezen of Contraremon stranten geroemd om de kracht en volharding waarmede zij voor Neerland» onafhankelikheid hebben geleden en gestreden. Maar zijn er onder hen, die de kerkelike leerstellingen van hun partij niet konden aannemen, niet velen geweest, en daaronder zelfs Katholieken, die evenzeer hun beste krachten aan het verkrijgen van staat kundige en godsdienstige vrijheid hebben ge wijd? Is er éen Contraremonstrant te noemen, die voor dat doel langduriger, volhardender, talentvoller heeft gearbeid dan Oldenbarneveld? De Friese stadhouder Willem Lodewijk, die Maurits had overgehaald partij te kiezen voor de Contraremonstranten, schreef in die dagen, dat genade de enige oplossing in deze recht spraak was „nu diverse zaken met apparentie „van wettelikheid van beide zyden gesustincerd „kunnen worden, die men mettertijd richten en wegnemen kan." Slot volgt.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1