PHOENIX BROUW ER IJ,
EXPORT naar OOST- en WEST-INDIË.
No. 5487.
53e Jaargang.
Feuilleton.
AMERSFOORT.
FHIMA A- H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ4.
tranco per post ƒ4.15. Advertentiën 4—6 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 45 cent. Reclames 45 regels 4.25; elke regel
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 40 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEORAGHT9
Teleplioon 19.
KENNISGEVINGEN.
SCHOUW.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT.
Gezien art. 22 van bet Reglement op het onder
houd en gebruik der wegen in de provincie Utrecht
d.d. 8 November 1853 (Provinciaalblad No. 102),
alsmede ark 1 der Verordening op de Wegen en
waterleidingen1
Doen te weten, dat de bij voormeld artikel be
doelde voorjaar» schouw over wegen, slooten en
waterleidingen, aan hun toexicht of beheer onder
worpen, zal gehouden worden op Woensdag, den 18.
Mei aanstaande en volgende dajjen.
Wordende by deze de bepalingen van bovenge
melde reglementen aan de belanghebbenden in her
innering gebracht.
Amersfoort, den 7. April 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIER8.
De Secretaris,
B. W. TH. 8ANDBERG.
De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIE
KEN heeft ontvangen
1. Het Jaarverslag over 1908 van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken te Steen wyk
2. Consulaire Verslagen No. 1 tot 14. jaargang 1904;
3. Tijdschrift van de Ned. Maatsohappy tot Bevor
dering van Ny verbeid, afleveringen Januari en Fe
bruari 1904;
4. -Statistiek van den In-, uit- en doorvoer gedurende
de maandeD November en December 1908 en Janu
ari 1904:
5. Handelstraetaten en tarieven van Invoerrechten
in Algerië, Antigua, Argentinië, Barbados, Bahama
Eilanden, België, Britach-Indië, Britsch Oott-Afrika,
Britsch Unganda, Canada, Capverdische Eilanden,
Ceylon, Chili, China, St. Christopher, Newis, Colum
bia, Congo, Corsica, Coita-Rioa, Cuba, Dominicaau-
scbe Republiek, Dahomey en Dépcndenten. Duiisob-
lan Duitach Zuid-West-Afrika, Engeland, Eritrea,
Frankryk, Franach Guinea, FranBch Achter-Indië,
Frapsob Congo, Fransche Nederzetting in de Oceanen,
Fidji-Eilauden, Gambia, Griekenland, Guadeloupe,
Guatemala, Britsch Guinea, Haiti, Honduras, Ivoor
kust, Achter Indië, Italië, Korea, Kreta, Madagascar,
Marrocco, Mauritius, Martiuique, Mexico, Mozambi
que, Nederland, Ned. Ojsl-Indië, Nieuw Caledonië,
Nicaragua, Noorwegen, Oostenryk-Hongarye, Portu-
);al, Peru, Réunion, Rusland, Spanje, Salvador, Se-
■ngor, Senegal, Timor, San Thomé en Principe,
Transvaai, Turkije, Venezuela, St. Vincent, Zanzibar,
Zuid-Afrikaausch tolverbond, Zweden en Zwitserland,-
6. Van het Centraal-Bureau voor de 8tati»tiek:
a. Jaarcijfers Binnenland 1902.
b. Maandcijfers No. 10.
c. Tijdschrift aflevering 6, bevattende overzicht I
verslagen Kamers van Arbeid.
7. Regeeringsvcrilag Nat. Congres voor den Han-
deldrü venden Middenstand;
8. Statistiek 1902, vervoer op Spoor- en Tram
wegen
8. Bulletin de la Obambre de Commerce neerlan-
daise de Smyrna
10. Verslagen Iuspecteurs van den Arbeid 1901/02,
deel I en II.
Belangstellenden kunnen bovengenoemde verala-
gen, enz. voor eenige dagen ter lezing ontvangeD
aan te vragen by den ondergeteekeude
HERMs. P. ras H ABELEN,
Secretaris.
Amsrsfoort, 11 April 1904.
V. P. N.
De Zaterdagmiddag onder voorzitting van den
heer M. L. Spruyt, uit Gorredijk, in de groote
zaal van „Amicitia" hier gehouden 6a Algemeene
vergadering van de ,,V. P. N." werd behalve
door vele leden bijgewoond door alle provinciale
afgevaardigden en veie leden van het Hoofdbe
stuur.
De notulen der Buitengewone algemeene ver
gadering, 13 Februari te Utrecht gehouden,
werden gelezen en vastgesteld nadat de Voor
zitter op een vraag van den afgevaardigde voor
Utrecht toezegging had gedaan, daarin ook te
doen opnemen het besprokene omtrent den coö
peratieven aankoop van ochtendvoeder.
Alsnu kwam de Agenda aan de beurt.
1. Ingekomen wareneen schrijven van den
Directeur-Generaal van landbouw betreöende het
Land bouw verslag over 1903, dat tal van veran
deringen zal ondergaan en houdende verzoek om
opgaven over de pluimveehouderij in Nederland,
welk rapport „ter grootte van twee bladzijden
drukB" mag zijn ter afdoen ingaan den Secre
taris; en een schrijven van de provinciale af-
deeling Groningen bij haar rerslag over 1903.
Zij stelde de vraag welke houding de V. P. N.
heeft aan te nemen tegenover de nieuwe Tariefwet
te behandelen bij punt 11.
2. Notulen der vorige Algemeene vergadering
(afgedrukt in Bulletin 9 van 22 Mei) vast
gesteld i. d. of. h. st.
3. Jaarverslag van den Secretaris, den beer
J. Kooiman.
Deze was verheugd nu hij ten derden male
dat verslag uitbracht al aanstonds te kunnen
meedeelen, dat ook het derde Jaarverslag der
nog zoo jonge vereeniging alleszins gunstig kan
luiden. Alles wijst, er op dat sedert de stichting
der „V. P. N." de pluimveehouderij in ons land met
reuzenschreden is vooruitgegaan, behalve in afdee-
lingen wier Bestuur maar slapjes optrad. Het leden
tal steeg in 1903 van 2000 tot 2984 op 1 Januari
1904 en bedroeg op 1 April reeds 3193. De ver
eeniging heeft thans 54 onder-afdeelingen in alle
oorden des lands; in Oost-Indië werd in 1903
eveneens een afdeeling gesticht.
1.
PENSION OPOLIS.
Ds locomotief floot, de rem werkte en deed de
wagens tegen elkaar botsen en de trein bield stil.
De conducteur baastie zich om voor de enkele tweede
klasse-passagiers de deuren der coupé'» t» openen.
De stations-kruier, niet gewend dat hier „raeuscben"
aankwamen, was roerloos op zyn plaats gebleven.
„Beberswalde" galmde de conducteur, die de uit-
•tijgenden hielp in zoover tijd en dienst dat toelieten.
Uit een der coupé's klonk een scherpe, ietwat
nerveuze vrouwestem. .Alfred geef nu eerst de kooi
met de papagaaien en dan de ksnaries en zeg den
kruier, dat ze bylen. Zoo, en nu de rest."
Er scheen geen einde te komen aan de hand-bagage
en de conducteur, die al over tyd was, riep den kruier
te hulp. Eindelyk was het heele huishouden dan
ook op 't plankier. Men kon nu zien, dat de nieuw
aangekomen boatonden uit een heer, een oudere en
een jonge dame.
In den heer herkende men aanstonds den oud
militair hy was middematig groot, bad eenige neiging
tot embonpoint doch liep seer rechtop, zoodat bij
er slanker uitzag dan by werkelijk wel was. Zijn
gelaat was niet gobeel vrij meer van plooien en
rimpels, doch zijn monocle, zijn zware knevel, zyn
ietwat te jeudige kleeding en de slappe vilten boed
gaven hem een jeudig aanzien.
.1* u eindelyk uitgestapt? Ja? Vooruit dan maar",
bromde de conduteur. De stations-chef liet het seiu
tot vertrek gevon en blazend eu hijgend zette de
trein zich in beweging.
De nieuwe Beberzwalderz stonden nu geheel alleen
op 't perronbet stationsperaoneei, bostaando uit,
den chef en een telegrafist- portier- bureaulist en
Ook de fiuancieele toestand is gunstig, althans
de vereeniging is rbndgekomenveel, dat noodig
had moeten geschieden, is uitgesteld omdat in
plaats van de aangevraagde f5100 het Rijk
slechts f 1500 verleende.
Het Orgaan der vereeniging, over welks ex
peditie voorheen zooveel klachten inkwamen
wordt thans zeer geregeld verzonden nadat een
nieuwe verzendlijst is gemaakt. De leden ont
vangen het kosteloos elke 14 dagen.
Rond 150 adviezen werden verstrekt, zoo aan
Rijk als particulieren.
Gewag werd gemaakt vau het welgeslaagd
pluimvee-congres, tijdens de tentoonstelling te
Groningen gehouden, en van de medewerking
van „Avicultura" en „Ornitophilia".
De gezondheidstoestand van den pluimvee
stapel was goedde zoo gevreesde hoender-
cholera kwam in 1903 niet voor.
De handel zoo in levend gevogelte en slacht
vee als in eieren nam beduidend toe en werd
in Friesland reeds georganiseerdGroningen
volgt weldra.
De vereeniging heeft thans 34 fok-stations
(voor kippen) en 29 dek-stations (voor konijnen)
30 fok-toomen en 3 export-slachterijer. Meppel
verzond 25 000 geslachte konijnen ineest naar
de Londensche markt; de vellen gaan veelal
naar Brussel.
Door het zooveel geringer Rijks-subsidie konden
niet zooveel lezingen worden gehouden als aan
vankelijk in de bedoeling lag; uit dien hoofde
moesten 6ok de vergaderingen van Hoofdbestuur
en Dagelijksch Bestuur zooveel mogelijk beperkt
worden. Het waarnemend Hoofdbestuur heeft
intusschen goede hoop, dat het Rijk dit jaar
hooger subsidie zal toekennen en hierdoor lezin
gen kunnen gehouden waardoor de inkomBten
van landbouwer en werkman kunnen verbeterd.
Het Jaarverslag werd vastgesteld onder dank
betuiging aan den Secretaris.
Slechts merkte Gelderland op, dat in dit ver
slag wordt gezegd, dat het pluimvee-congres te
Groningen zooveel succès had, doch feitelijk
hebben de landbouwers-pluimveehouders daarbij
geschitterd door hun afwezigheid.
Utrecht zeide, dat inderdaad het Orgaan beter
wordt bezorgd, maar dat er nog vele vergissingen
bij voorkomendeze opmerking geldt niet het
Hoofdbestuur, doch den uitgever.
4. Verslag eu conclusie afdeelingsbestuur, be
last geweest met het nazien der Rekening en
verantwoording over 1903.
Friesland rapporteert, dat de rekening prachtig,
magnifique in orde is bevonden, doch had gaarne
de verantwoording der poBten te gelijker tijd
gekend en hoopte, dat deze specificatie in den
vervolge bij de rekening zou worden toegezonden.
De Algemeene penningmeester stelde aanstonds
den ganschen bundel bescheiden ter beschikking
van de afdeeling en deed daaruit degewenschte
mededeeliugen.
De Voorzitter dankte Friesland voor het nazien
en den Penningmeester voor zijn keurig beheer.
Zuid-Holland heeft den Penningmeester hooren
klagen, dat hij de contributiën niet behoorlijk
ontving; hoe kan hij dan de uitgaven regelen,
vraagt deze afgevaardigde. Het Hoofdbestuur
ontvangt van de afdedingen de opgave der leden
en der nieuwe leden eu geeft daarna subsidie.
Welnu, het Hoofdbestuur houde van dit subsidie
in, waarop het recht heeftde Penningmeester
heeft dan steeds het zijne.
De Voorzitter acht dit zeker een goede weg,
doch de afdeelings- secretarissen verzuimen helaas
dikwyls, de ledenlijsten op tijd in te zenden;
7 van de 11 bleven in gebreke.
Zuid-Holland vindt het toch wel wat heel kraB,
dat iemand in alle rechten der leden deelt, het
Orgaan ontvangt, enz. en geen contributie betaalt.
Bovendien is elke afdeeling te contro leeren met
de algemeene ledenlijst.
Gelderland acht het verleenen van een subsidie
aan Brielle voor de vestiging van een eiermijn
een gevaarlijk précédent. Als er een deficit
komt, zal men dan 6ok bijpassen Spr. is niet
tegen subsidieering, doch zou geen précédent
willen gesteld zien.
De Voorzitter merkt op, dat het hier een zeer
speciaal geval gold en de vereeniging moest steun
en wegens minder eerlijke concurrentie.
Gelderland vreest, datjuistoneerlijkeconcurren-
tie zal worden gecreëerd. Men bedenke oók, da',
al de arbeid aan deze mijnen kosteloos wordt
verricht en alleen ter wille van de goede zaak.
De Voorzitter zegt ten slotte, dat het subsidie
niet is verleend door het Hoofdbestuur, maar
door de Algemeene vergadering.
5. Begrooting voor 1905.
Wordt voorloopig vastgesteld op f 5792 in ont
vangst en uitgaaf, met een post van f 5100 Rijks
subsidie en f2972 voor fok- en dek-stations en
lezingen.
Gelderland meent, dat de schrijver bij den
Algemeenen Secretaris te hoog wordt gesalarieerd.
Iemand die van 9 tot 6 werkt, kan wel met
wie weet wat al meer, was, nu er geen .dienst"
meer was, het stationnetje weer binnen gegaan en
de kruier zat reeds lang weer in eon der bijgebouwtjes
te dutten.
De heer, zyn vrouw en zyn dochter keken elkaar
zwijgend aan eu op aller gelast was te lezen eigen
lijk had ik' me do stad en onze aankomst anders
gedacht.
„Net eend rukte al» 's nachts tegen twaalf uur in het
FriedrichB BabnhoP' trachtte de heer te schertsen.
„Maarkomaan een kleine stad beeft óok veel voor. Kom
help een een handje. Hé, kruier!" de man ont
waakte met een geweldigen geeuw ou kwam op hen
toe „Breng de bagage eens naar een of ander rijtuig".
„Een rytuig Verstomd staarde de kruier de
nieuwasngekomenen »«u. „Een rijtuig, mijnheer Dat
moet vooraf besteld worden. Hebt u er misschien
om een getelegrapheerd, dan zal 'ter wel zoo zyn.
Ouwe Jakob is er echter nog niet."
„Ouwe Jakob?"
„Ja, mijnheer, dat ie de koetsier voor de heereu."
„Dat schynt hier eeu lieve boe) te zijn", kon de
heer niet nslaten half verdrietig op t6 merken „uiaar
hoe ter wereld krijgen we dat huishouden naar de
stad Zeg, vriend, waur kan men hier logeeren
„In het „Deutsche Haus", mynheer, en do bagage
kan ik wel met mijn handwagen boxorgen, myuheer.
U gaat maar rechtuit, mijnheer, dan kan mynheer
niet misloopen, al maar rechtuit, tot het huis van
den majoor, dat ie daar waar een schilderhuis staat,
een nieuw schilderhuis, mynheer, we hebben pas
sedert drie weken garnizoen, een bataljon infanterie,
mijnheer. Nu, en dan de eerste itraal links en dan
het vyfde huis rechts, net tegenover de groote pomp.
U vindt het vanzelf'.
„Vooruit dan maar" commandeerde het opper
hoofd van dezen stam eu wilde inderdaad
afmarcheeren.
„Zouden we de vogels liever niet zelf meenemen.
Alfred?" vroeg zijn vrouw. „Zouden we ze niet zelf
meenemen?" vroeg so nog eens, omdat h(j niet
antwoordde eD baar eerste vraag niet scheen ge
hoord te hebben. „Hilda kan dan de kanaries dragen
eu jij de papagaaien
„Neen maar, dat moet er nog maar by komen"
viel hy haar in de rede „dan ontbrak er nog maar
een photograaf om een kiekje te nemen voor „Die
Woche". Een aardig kiekje, mot het onderschrift
„Overste Kolller houdt met gemaliu, dochter en
hoogstderzelver pluimvee zijn intocht te Beberswalde".
Dank je schrikkelijk. De vogels zullen by deze hitte
op de handwagen óok niet bevriezen eu als 't ge
beurt, zal ik dat vreeselyk verlies óok nog wel
overleven."
„Ongevoelig schepsel" zeide zyn vrouw. Zij veraf
goodde haar vogels en wilde zelf allerlei ougemak-
ken verduren als het haar lievelingen maar goed
«j«K.
Maar ook Hilda weigerde het „pluimvee" te
dragen.
„Hoe kunt u nu In erust van me verlangen, dat
ik zoo'n kooi meesleep? Wat moeteu de menichen
wel van ons denken, mama?"
Er bleef dus niets aDders over dan dat mama
toegaf en zoo ging het drietal op weg naar het
onbekende oord.
Het station lag een goed kwartier van de stad od
de weg daarheen wa» verre van goed. Aan weers-
kantou lagon groote velden met aardbei- en asperge
bedden alles even vlak en eentonig.
„Prachtig, prachtig" meende de overste „net de
Friedrichstrasse."
Mevrouw Von Ketter werd boos, te meer omdat
Hilda baars oudank» lachte. „Wat heb je tooh met je
Berlyn? Dat is nu al de tweede maal, dat je Bebers
walde by Beriijn vergelijkt. Ik het 'tje toch al ge
noeg afgereden, hierheen te gaan ik wist wel, dat
je 't in dit Dest niet zoudt kunnen vinden. Hadden
we maar kalmpjes to Berlijn gebleven".
„Hè ja" xuohite Hilda.
„Dank jo schrikkelijk" meende de overste. „Van
een kleine vijfduizend gulden inkomen «ie ik geen
kans om ie Berlyu te leven althans niet xooal» wy
leven moeten. Ik zie ine daar al zitten op een derde
of vierde verdieping, en als je de trap af wil, breek
je je hals over eeu Jozjjn kinderen van je dertig
of veertig medebewoner*. Dank jo schrikkelijk.
Hier huren of koopen we eeu kleine villa, verbouwen
zelf onze aardappels, planten zelf onze kool en heb
ben hier alles wat we wenschen bosch, water en
frisache lucht. Eu keuuissen zullen we hier óok
wel kiygen; het heet hier niet voor niemendal Pen-
sionopolis. Er wonen hier tal van oud-officieren en
er is óok garnizoen,"
„Eu ik daoht, dat u geen aotieTe officieren meer
wilde zien?" vroeg Hilda, die weer eeu heerlijk
beeld zag van een prettig caeino-feeit.
„Wil ik ook niet" bromde papa. Uit dat éene woord
■prak alie verbittering die zich vaardig maakt over
ieder oud-officier kort nadat hy den dienst heeft
vorlaten. Het leedwezen, niet meer te belmoren tot
don geliefden stand, uit zich aauvankelyk ■leeds in
even ongerechtvaardigden als onverdiouden toorn
tegenover de nog dienende kameraden.
Ouderweg ontmoetten ze drie heereo, die *y, on
danks hun kleeding en hun wandelstokken,aanstonds
herkenden als oud-officieren. Ieder hunner had een
hond bij zich en hun hoofdbezigheid wat, de hon
den te vermaneu, die telken* met elkander wilden
vechten.
Toen Mevrouw Von Keillor het drietal zag, die klaar
blijkelijk als dagelyksche gemoten hun dagelijksohe
wandeling deden, kreeg *y medelijden met haar man.
„Arme Alfred" zeide xjj „dat is nu jou degelijks
lot óok, wandelen en weer wandelen."
„Hè, mama, hoe kunt u dat zeggen vroeg Hilda,
die toevallig haar vader had aangekeken en gezien
wat er in diens binnenste omging toen hij de drie
wandelsars gewaar werd. Zij wist hoe haar vader
met hart en ziel soldaat wes eu hoe 'l hem te moede
was geweest toen hy een dag of veertien geleden
een wenk had gekregen om pensioen te vragen.
Wordt vervolgd.)