Donderdag 19 Mei 1904. No. 5502. 53e Jaargang. Feuilleton. pensionopolis. SLAT It; II PALMLIt ie Londen, FIRMA A- H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 45 cent. Reclames 45 regels f 4.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden inrekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 40 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEORACHT 9 Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. WAARSCHUWING. Op uitnoodigiug van Zjjue Excellentie den Minia- ter v*u Binneulandsche Zaken waarschuwt de Bur gemeester van Amersfoort, jonge vrouwen, die zich naar elders, bepaaldelijk naar een der groote steden in ons land in dienstbetrekking weuschen te bege ven, daarheen niet te vertrekken, alvoreus nadere inlichtingen te hebben ingewonnen, waartoe zij zich ten Baadbuize kunnen vervoegen. De „Nederlandeche Vereeniging ter behartiging van de belangen der jonge meisjes", de „Nederland eche Vrouwenbond tor verhooging van het zedelijk bewustzijn" en de „R. K. Vereeniging ter bescher ming van meisjes", die iu de meeste plaatsen af- dcelingen of correspondentschappen hebben, zijn steeds bereid, hulp en voorlichting te verschaffen. Amersfoort, 14 Mei 1904. De Burgemeester van Amersfoort, WUIJTIER8. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat volgens mededeeling van den Minister ven Staat, Minister vau Oorlog, schietoefeningen zullen plaats hebben: I. Van het fort nabij den Hoek van Heiland op de onderstaande data: a. Op 21, en zoo noodig op 22 en 28 Juni 1904 met zwaar geschut. b. Op 21, 22, 28 en, zoo noodig, 24 en 25 Juni 1904 met licht gesohut, De schietoefeningen met zwaar geschut worden gehouden in een vijfhoek gevormd door het fort, 2 vlaggen op den Hoek van Holland namelijk 1 bij den Zulddam en 1 omstreeks 500 M. bex. den Zuiddam, en 2 schepen, voerende een roode vlag aan da mast, waarvan 1 in de richting West en 1 ongeveer in de richting Z.W. op ongeveer 9000 M. van het fort. De schietoefeningen met licht geschut worden ge houden in san driehoek, gevormd door bet fort, een roode vlag bez. het Zeegat en een roode vlag op het eind# vaa den Zuiddam. Deze vlaggen zijn onge veer 3100 M. ran het fort verwijderd. Bij da schietoefeningen zullen een of twee atoom bomen dienst doen om ts waarschuwen, en, zoo noodig, aleaphulp te verleanen aao kleinere (zeil) vaartuigen om buiten het onveilige gedeelte te koman. Op de dagen waarop gevuurd wordt, zal van hel fort een roode vlag waaien, Tan minstens éen uur vóór den aanvang der schietoefeningen, tot het einde daarvan II. Van het fort Pampus op 28, 29, 30 en 81 Juni en 1 Juli en zoo noodig op 2 Juli 1904. Deze schietoefeningen maken het gedeelte der zee in de richting Noord door Oost tot Z.O. tot op een afstand van ongeveer 4500 M. van het fort onveilig. Een stoomboot zal, voor zoover mogelijk, waer- eohuwen en desgewenscht hulp verleenen aan kleinere (zeil) vaartuigen om buiten het onveilige gedeelte te komen. Op de dagen dat gevuurd wordt, zal op het fort Pampus, de batterijen Diemerdaai en Ourgerdat», deW. battery nabij Muiden en den kerktoren te Muiderberg eenc roode vlag waaien, van minstens den uur vóór den aanvang der schietoefeningen, lot het einde daarvan. Amersfoort, 18 Mei 1904. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. 15. De KAMER van KOOPHANDELen FABRIEKEN beeft ontvAngen 1. De Jaarverslagen over 1903 van de Kamers van Koophandel en Fabrieken te: Assen, Arnhem, Alme- loo, Dordrecht, Górinchem, Gouda, Harlingen, Lon den, Maastricht, Middelburg en Roermond. 2. Consulaire verslagen Nos. 15 tot 19, April en Mei 1904. 3. Tijdschrift van de Ned. Maatschappij tot Bo- vordoring der Nijverheid, Maart 1904. 4. Statistiek van de In-, uit- en doorvoer ge durende de tnaand Februari 1904. 5. Handelstractaten eu tarieven van Invoerrechten in: Algerië, Argentinië, Australië, VereonigdeStaten van Noord-Amerika, België, Costa-Rica, Eritrea, Fransch-Congo, Gabon, Guadeloupe, Italië, Korea en Malta. 6. Verslag van den toestand van het Middelbaar Ouderwijs te Enschede, 1903. 7. Verslag yan de vereeniging .Hel Buitenland" 1903. 8. Verslag van de werkzaamheden vau het Bureau voor den Industrieelen eigendom. 9. Een waarschuwend woord van S. van den Bergh Jr., Magarine fabrikant te Rotterdam, oyer de ver plichte toevoeging van Sesam olie b:j de margariue. 10. De Boter-productie en Boter-controlo in Neder land in 1903. Mededeeling van de afdeeling Land bouw van het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid. 11. Van het Centraal Bureau voor de Statistiek; a. Maandcijfer» jg. 1908 no. 11 b. Tijdschrift all. 7: Kamers van Arbeid. 12. Zomerdienst Ned. Spoorboekje. Belangstellenden kunnen bovengenoemde verslagen enz. voor eenige dagen ter lezing ontvangenaan te vragen bij den ondergeteekende HERMs. P. VA!» HASELEN, Secretaris. Amersfoort, 16 Mei 1904. De Vrededag. Het Handelsblad" wijdt de volgende her innering aan 18 Mei 4899; Heden vijf jaren geleden werd te 's-Gra- veuhaga de bijeenkomst geopend der afge zanten vau de meeste beschaafde volken, welke onder den naam Vredesconferentie een plaats heeft veroverd in do blyvande geschiedenis der menschheid. Vijf jaren zijn verloopen sinds op die wijze gehoor werd gegeven aan de roepstem van den Keizer aller Rassen. Vijf jaren, sinds het bewaren van den vrede openlyk tot taak der regeeringen werd gesteld en aangeprezen als krachtig middel ter bevordering van wel vaart en ontwikkeling der volken. Zeker, reeds vroeger hoeft hel niet ontbroken aan betuigingen van vredelievendheid, niet in het minst door aanvoerders van groote strijd- machten, maar de vrede dien dezen wilden, 1 was veeleer het verzekerd ongestoord bezit der gemaakte veroveringen of wel de nood zakelijke rust tusschen twee krijgstochten. Daarnaast stonden Staten die vrede wilden, omdat zij niet tot oorlog voeren bij machte waren, en van te voren wisten dat elke oor log hun bestaan in gevaar zoude brengen. De roepstem van den Tsaar bedoelde noch het een, noch het ander, en daarmede heeft Nicolaas II een onverwelkbaren lauwer ver worven. Hij vroeg vrede, niet alleen vrede voor Rusland, maar vrede onder de men- schen, wereldvrede om des vredes wille. Nog vó.tr het verstrijken van het eerste lustrum sinds de opening der Vredesconfe rentie bevond Rusland zich in staat van oor log. Tevens hebben wij in die vjjf jaar de vernietiging beleefd van twee onaf hankelijku kleine Staten in Zuid-Afrika door wapenge weld verkregende opstand in China gevolgd door een gewapende militaire expe ditie een oorlog tusschen Columbia en Venezuela, gevolgd door eene vredelievende, maar toch bommenwerpende blokkade der Venezolaansche kust, en een tot bur geroorlog geworden opstand iu Macedonië. En ten slotte, met verzwijging van koloniale expedities, kleine oproeren en revoluties in Zuid-Amerikaanschen trant, moet de zwarte lijst worden besloten met den Russiscb-Ja- panschen oorlog. Aan het bloedvergieten, het vernielen van eigendommen, het lijden van vrouwen en kinderen heeft «Ie Vredesconferentie dus geen einde gemaakt. Is het wonder, dat velen de herinnering aan de opening dier bijeenkomst een bespotting vinden van hun ideaal en slechts de wederopwekking van ondervonden teleurstelling Toch hebben zij ongelijk en is het standpunt der vredesvrienden die dezen dag dankbaar, schoon niet voldaan-, herden ken in onze oogen veel juister. Naast de zwart-roode lijst der oorlogen en en expedities van de laatste jaren kunnen wij toch een witte lijst plaatsen, een lyst van het aantal geschillen tusschen Staten, die in der minne zijn opgelost, een lijst zóo groot «lat wij niet zeker zijn haar eveu vol ledig als de zwarte lijst te kunnen geven Regeling omtrent Samoa tusschen der Ver- eenigde Staten, Duitschland en Engeland koloniale grensregeling tusschen Frankrijk eu Italië, Frankrijk en Spanje, Frankrijk en En geland schadevergoeding voor den Mac Murdo spoorweg; oplossing van het Fransch- Brazlliaausch grensschcidinggeschiloplossing van een zelfde geschil tusschen Brazilië cn Engelandregeling omtrent het Panamaka- naul tusschen Engeland eu de Vereenigde Sta ten regeling omtrent «Ie grens tusschen de Ar- gentijnscbe republiek en Chilischadever goeding in de Waïmazaakregeling der Newfoundlandsche, Egyptiseh-Marokkaansche en Australische twistpunten tusschen Frank rijk en Engeland, en ten slotte beslissing van het Arbitragehof tusschen de Vereenigde Staten en Mexico en in de Venezola aan gelegenheden. Zooals wij reeds zeiden, deze lijst is niot volledig, maar nog meer springt haar onvol ledigheid in het oog wanneer wij rektming houden met den tijdgeest. Stroomingen als de vredesbeweging bereiken niet iu korten tijd haar doel. Eerst op vrij langen termijn bespeurt men aan de feiten hoe machtigde strooming was en eerst na jarenlange onver moeide propaganda bereikt men een weinig vun het beoogde doel. Neemt men dit in aanmerking, dan is er veeleer reden tot ver wondering over het vele dat reeds is verkre gen, dan van teleurstelling dat nog niet alles verworven is. Onder dat vele rekenen wij in de eerste plaats het bestaan van het internationaal Arbitragehof. Wanneer binnen kort door Carnegie's gift bet gebouw voor dat Hof te 's-Gravenhage zal verrijzen, zal dit een monu ment zijn, dat allen volken en allen regeerders voortdurend toeroept»Er is nog een andere oplossing voor geschillen dan de weg van het geweld ook tusschen de volken heerscht nog een ander recht dan het recht van den sterkste". Blinkende sabels en bajonnetten, dreunende kanonnen, zware scheepsgevaarten ziet de menigte alom rondom zich. Het Paleis des Deze courant is gedrukt met de courant»inkt van de firma vertegenwoordiger J. J. H.iMilS IhX, kantoor en magazijn Cornetis Trompstraat 1 HOTTEHDiM. 't Waa den avond van de zelfdan dag. Luitenant adjudant Von Stieber zat op zijn kamer lejsludeeren voor de Krijgsschool. Op zijn tafel lagen groote kaarten en bjj waa druk bezig tactische puzzles op le lossen aan de hand van het iederen oftiicier welbekende boek van den vrcegeren Minister vau Oorlog Von Verdy. Hjj werkte de opgaven trouw uit, maar iedere keer als hjj dacht de gesanctionneerde goede oplossing te hebben gevonden, kwam hij tot do treurige ervaring, dat 't heelemaal mis was. Waar hjj wilde aanvallen, achreef Von Verdy verdedigen voor an als hij een verdedigende stelliDg wilde innemen, decreteerdo Verdy aanvallen, en als bjj eens enkele maal 't meende geraden te hebben, dan zei dat verwensehte handboek weer„Verdedigen is in dit geval een éren grove tactische fout als aanvallen bier is ■leehts éen uitweg: vechteud retiteeren". „Ach wat, daar heb je alwaer dat verwensohte retireeren" viel Stieber uit, terwjjl hjj het boek dicht en de kaart in een boek gooide. 't Wilde vandaag niet vlotten met de atudie en zoo geschiedde het, dat bjj niet éen enkele maal da „patent-oplosaing" te pakkan kreeg. Hjj wilde er dan nu ook maar liever mee uitscheiden, 't Was nog lang vóór 't examen, nog meer dan vijf maanden ar waa nog wel veel te doen en do eiscben van toe lating werden wel ieder jaar zwaarder, hetgeen zonne klaar bleek uit het telkens grooter aantal van hen dia niat voldeden, maar toch't zou morgen misschien heter lukken en da schade zou spoedig zijn inge haald. Wat baatte het ook of hjj du over die ellendige boekenrommel gebogen zat en er tóch zjjn hoofd niet bjj had. Hoe kon je nu ook werken als je 's morgens soo'n uitbrand c: hadt gehad. Hoe had hij 'tin zjjn hoofd gekregen, er blij over te wezen dat de vorige bataljona-commaDdant er uit was gedrukt en een nieuwe zou kouien? De vorige had wel niet het geringste idee van dionst laten doen, het bataljon deed wel wat het verkoos en de kapiteins hadden eigenlijk een loopje genomen met hun chef, maar hijzelf had toch bij den majoor alleraangenaamst gediend. En nu deze? Majoor Von Qemmerstein was een vreeselijke dienstklopper, die er verstand van had, weer slag in 't bataljon le brengen, nu reeds, nu bij 't pas een paar weken commandeerde. De kapiteins ateu al uit de haud, waren al om zijn pink te wikkelen en de ondergeschikten vlogen als bjj maar in de buurt werd bespeurd. Kortom bij was een kranig officier, maar voor deu adjudant ontzottend veeleischend en lastig. En niets kon je goed doen. Misschien kwam dat we! daarvandaan, dat Stieber een beetje heel erg verwend was. Maar zóo erg als vanoohtend was 't toch nog niet geweest. Na de manoeuvre had de majoor een hoornblazer bevolen „Halt! Retireeren!" en „officiers-appèl" te blazen. De eerste twee signalen waren nog al schik kelijk maar dat officiers-appèl klonk zoo erbarmelijk valscb, dat zelfs het paard van deu majoor onrustig er van werd en met bet rechterachterbeen naar den mu zikant sloeg. De majoor had een gezicht getrokken, dat weinig goeds beloofde en later onder vier oogen Stieber toegevoegd „u herinnert zioh misschien nog wel, dat u óok toezicht moe' houden op de ge oefendheid van tamboers en hoornblazers on er evenzeer voor verantwoordelijk is dat die menschen wat leeren als de korporaal-tamboer, wien ik straks even iets vriendelijks zal zeggen. En als u zulke muz'ek als ik daareven heb genoten, mooi vindt, dan is u óf zóo onmuzikaal dal u niat te gebruiken is als adjudant óf u doet uw plicht niet. Ik geef u I acht dagen tijd, maar als ook d;\n de sigualen niet keurig worden geblazeu of geslagen, dan gaat niet alleen de korporaal-tamboer er voor vier dagen in, j maar u óok. Dank u." Vier dageu kamer-Arrestmooi vooruitzicht, llij I rilde er nóg van. Hij stak een sigaar op, ging naar 't venster eu keek do straat eens op. 't Waa juist zes uur, hel J oogenblik waarop de chic vau Bubortnvalde ging I wandelen. De dames deden dan booilscbappen eu de I heeren verveelden zich een uur eer ze naar bun café gingen om daar den avond e slijten. Eigenlijk I had Stieber zich beslist voorgenomen, dieu avond j niet uit te gaau en zelfs zijn oppasser kaas en eieren j laten baleu voor zijn souper, maar 't weer was zóo mooi en met de studie ging het nu toch zóo elechis eu alleen zitten en lezen en rooken was toch ook I zóo vervelend, dat hij maar bosloot óok uit te gaan. j Do huis-uuiform, die l\jj als spaarzaam jongeling steeds thuis droeg, verwisselde hij voor cun betere, bekeek zich nog eens in den spiegel, krabbelde een briefje voor zijn oppasser, die niet op hem behoefde te wachten, ging eens naar zjjn paard kijken en ging toen flaneeren. Hij was al vier jaar te Beberswalde, koude er elke straatkei cn iedere dakpan, eiken winkel, alle mensbhen, hun kleeding en hoeden, deu kleur hunuer handschoenen, wist op de minuut af hoo laat ieder van thuis ging, waarheen ze gingen en hoe laat se weer huis kwamen. De meesten gingen bjj dit mooie weer naar bet plantsoen buiten het stadje en onwillekeurig ging hij daar óok been en eer hjj 't goed wist, Btond hjj vóór den „Zeilharumer" een druk bozocht restaurant. „Misschien vindt je bier een lotgeuoot" dacht bjj en stapto naar hiunen. Rechts en liuks groetend, schreed hij door den mooien grooten tuin tot hjj opeens tot zjjn grooten schrik den majoor gewaar werd, die met Je Von Kettlers eu de Sperlioha aan een groote tafel sat. „Neon iua«r, dien zocht ik nu juist" dacht Stieber „Alsof 'tniet sl meer dan genoeg is, dat hjj mjj mijn ochtend heeft vergald; in dienst moei ja je dat maar laten welgevallen, maar buiten dienst outloop ik hem netjes." Hjj deed al zijn best om zjjn plan ten uitvoer te brengen, gaf zich 't air alsof hjj het gezelschap niet had opgemerkt en wilde zonder groeteo voorbijgaan, toen «ie majoor hem riep. 't Allerliefst had Stieber dit ook uiet gehoord, maar dat durfde hjj toch niet; dan was bjj zeker tegen de lamp geloopen. Hjj zette een zoo verbaasd mo gelijk gezicht, keek eerst een paar malen naar alle zijden wie hem toch wel geroepon had en ging toen op de tafel toe eu nam daar plaats. Hjj vond het vrij taktloos dat de majoor, die hem dien ochtend zoo te lijf was gegaan, hem nu noodde, plaats te nemen eu over koelies en kalfjes te praten en deed dan ook al zijn heat orn dal te doen blijken door ■uel eeu vreeselijk erg dieostgeziebt met deu majoor le praten, lljj was vrooljjk eu levendig met de anderen, maar toodi,: de majoor hem iets vroejj, was liij éen eu al dienst en gaf hjj, in de positie staande, antwoord, niet meer en niat minder dan jaiat noodig was. De majoor merkt# het heel goed op. Eerst erger de hjj zich aan zjjn adjudant, toen word hjj woedend, maar ten slotte gooide hjj 't in 't humoristische, 't Allerliefst had hij gezegd„Weee toch niet zoo kinderachtig eu laat je nu niet uitlachen. Dienst ia dieust en wal je af eu toe te slikken krijgt, mag geen invloed hebben op het gezellig verkeermaar in tegenwoordigheid dor dames ging dat toch niet eu dus besloot bij maar, den volgenden dag ar nog een woordje over to zeggen en vroeg nu, zoo on schuldig mogelijk: „Wat heb je toch Sliebar?" Stieber vond, hoos als hij nog was, die vraag raaer dan ongehoord en antwoordde botweg: „Ik heb mjj vanochtend teer geërgerd, majoor." (fWf varvofcrd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1