No. 5503.
53e Jaargang.
Feuilleton.
PENSION 0P0LIS.
FIRMA A- H TAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
Iranco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT
Telephooa 19.
KENNISGEVINGEN.
De GEDEPUTEERDE STATEN der Provincie
UTRECHT,
Gelet op art. 111 der Kieswet,
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de,
overeenkomstig art. 110 der Kieswet in dato 3Juoi
1904 van kracht zijnde en in do plaats der bestaande
tredende Lijst der Hoogstaangeslagensn la da Provincie
Utreoht, verkiesbaar ala afgevaardigden ter Eerste
Kamer der Staten-Generaal, voor esnieder op de
Provinciale Griffie, Bureau voor Statistiek, ter inzage
is nsdergelegd en tegen betaling der kosten in af
schrift algemeen verkrijgbaar is gesteld.
Bedoelde Ijjst sal ingevolge art. 111 der Kieswet,
worden geplaatst in de Nederlandsche Staats-Courant
van 15 Juni e.k.
Utreoht, 19 Mei 1904.
Do Gedeputeerde Staten voornoemd,
SOHIMMELPENNINCK v. d. v. O.
NIJENBEEK, Voorzitter.
O. R. MERKUS, Griffier.
Berijden Kortegracht.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
breugen ter algemeeue kennis, dat met ingang
van 26 Mei 1904 de Korte Gracht, xijde postkantoor,
alléén mag wordem bereden in de richting naar de
Muurhuixen en overzijde alléén in de richting naar
de Langestraat.
Gedaan te Amersfoort den 19. Mei 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. TH. SANDBERG.
Onderzoek van Verlofgangers.
BURGEMEESTER eu WETHOUDERS der ge
meente AMER8FOORT,
Gelet op de artt. 126—131 der Mililiewet 1901
(Staatsblad No. tl2), en opart. 99 van bet Koninklijk
besluit van S December 1901 (Staatsblad No. 230),
o. a. bepalende
dat bet ondersoek van do verlofgangers der Militie
te land, vermeld in art. 125 der Wet, eenmaal'ejaars
in de maand Juni geschiedt;
dat aan dat ondersoek in bet jaar, waarin het sou
moeten plaats hebben, niet wordt deelgenomen door
verlofganger», die in dat jaar vóór het voor het on
dersoek bepaalde tijdstip uit andereo hooide dan
krachtens art. 124 of art. 131 der Wet onder de
wapenen rijn geweest, of die bestemd xyn om in
dat jaar krachtens artt. 108, 109 of 111 der Wet,
onder de wapenen of in werkelyken dienst te wor
den geroepen
dat voorts ingeljjfden bij de militie, die krachtens
art. 118 der Wet van den werkeljjken dienst xyn
ontheven, of aan wie kraohtene art. 114 der Wet,
uitstel van eerste oefening of van verbljjf ouder de
wapenen ia verleend, gedurende den tijd dat xjj in
hef genot xyn van de ontheffing of van het uitstel,
niet aan het ondersoek onderworpen xijn
Gexien de mschry ving van den heer Commissaris
der Koningin in de provincie Utreoht van den 20
April 1904, No. 625, N. M. en S. (Provinciaal-blad
No. 60),
Brengen bij dexe tor kennis van belanghebbenden,
dat her ondersoek van de verlofgangers der Militie
te land voor xoover zjj in verband mst het bo-
staande daartoe verplicht xyn en mot uiliondering
van hen, aan wie vergunning is verleend, bet onder
soek in de maand November of December a.s. te
ondergaan en voorts van heD, dia by de hun ver-
leende toestemming tot verblijf in het buitenland
van deelneming aan het ondersoek xijn vrijgesteld
door den heer Militie-Commissaris xal gehouden
wordsn
op Dinsdag 14 JuDi 1904 over verlofgangers behoo
rendende tot de lichting 1896 en 1897 en tot vroe
gore lichtingen,
op Woensdag 15 Juni 1904 over verlofgangers be-
hoorende. tot de lichting 1898,
op Donderdag 16 Judï 1904 over verlofgangers
beboorende tot de lichting 1899 en 1900,
op Vrydag den 17 Juni aanstaande, over de ver
lofgangers, beboorende tot de lichtingen 1901, 1902
en 1903, telkens deB voormiddags ten 9'/i ure;
dat de verlofganger, by dat onderxoek verplicht is
te verschijnen in uniform gekleed en voorsien van
de kleediug- en uitrustingstukken hem by xijn ver
trek met verlof medegegeven, van xyn xakboekje en
van xyn verlofpat
dat een arrest van twee tot xei dagen, te onder
gaan in de naastbij gelegen provoost, of hst naastbij
xijnde huis van bewariug, door den Militie-Commis
saris kan worden opgelegd aan den verlofganger
le. die xonder geldige redenen niet by het onder
soek verschijnt;
2e. die, daarbjj verschenen zijnde, zonder geldige
redenen niet voorzien is van de hierboven vermelde
voorwerpen
Se. wiens kleeding- of uitrustingstukken by het
onderxoek niet in voldoenden staat worden be
vonden
4e. die kleediDg- of uitrustingstukken, aan esn
ander beboorende, als d# xyne vertoont
en voorts dat gedurende den tijd, dien het in art.
126 der Wet bedoelde onderxoek duurt en in het
algemeen, wanneer xy in uniform xyn gekleed, de
manschappen der Militie te land worden geacht
onder de wapenen te zijn en mitsdien op hen van
toepassing xijn bet Crimineel Wetboek en bet Re
glement van krijgstucht voor bet krijgsvolk le lande.
Wordende overigens den verlofganger» uitdrukke
lijk bekend gemaakt, dat xy zich in geval kunnen
beroepen op het niet onvangen eeuer bijzonder#
oproeping, maar dat deze kennisgeving, welke uit
sluitend dient als rechtsgeldig bewijs, dat de oproe
ping behoorlijk ii geschied, hen bij uiet-verscbijning
in verzuim stelt.
Amersfoort, den 19 Mei 1904.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
I WUIJTIERS.
1 De Secretaris,
B. W. TH. SANDBERG.
16.
Lilly wisselde een snellen blik met Hilda als wilde
xy zeggen: .Heb ik 'tje niet al dadelijk gezegd, dat
xe quaestie hebben gehad?"
De majoor werd boos, minder over 't antwoord dan
wel over den toon. .Wacht, broedertje" dacht by,
.morgen kom je even op mjjn bureau" en hy ver
volgde luid .Dat je je over ray hebt geërgerd, weet
ik, maar komaan, mok daar nu niet langer over
en bederf hier de stemming niet; de dames zouden
nog eindigen met te gelooven, dat ik een Blauw
baard was. Dienst is dienstkom, de taak is afge
daan."
Hij had werkelyk spijt er van, dat Stieber 'txóo
hoog had opgenomen, ofschoon by sjjn optreden
verre van passend vond. Hij wist maar al te goed
hoeveel steun hy aau hem had en respeoteerde hem
dan ook ten volle. 8tieber was een flink soldaat en
de majoor had, hoe kort hy ook 't bataljon com
mandeerde, al xyn goede eigenschappen volkomen
naar waarde leeren schatten. Er leg dan ook uuiete
heel warme en xeer hartelijke in syn toon.
.Wat zegt u? Onse stemming bederven?" vroeg
majoor Sperlich op 'tjuiste oogenblik. .Onzin. Over
honderd jaar xyn we tooh allemaal dood."
Allen lachten, óok Stieber, die geheel met zjjp
chef was verzoend door diens hartelijke woorden.
Hy ging op hem toe, klonk met hem en ledigde
syn glas in éen teug.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
beschikkende op het verzoekschrift van P. LOBEL
om verguuning tot het oprichten van een bewaar
plaats van lompen in het perceel gelegen alhier aan
den Leuederweg (Weltevreden) No. 3, Kad. bekend
sectie C. No. 528;
Gelet op het proces-verbaal der sitting, bedoeld
in art. 7 der Hinderwet dd. 6 Mei 11.
Gexien het advies der Gezondheids-commissie dd.
14 Mei 11., No. 165, waaruit bly ktdat, naar de ziens
wyxe dier Commissie dergelijke inrichtingen zoo
veel mogelyke in een bebouwde kom moeten
Seweerd worden, wegens de groote bezwaren uit een
ygienisch oogpunt daaraan verbonden, daar xe een
brandpuut xyn voor besmetting en een zeer schade
lijken stank kunnen verspreiden, aangezien de lom
pen tot allerlei rottenden stank kunnen asDleiding
geven eu een groot beswaar voor besmetting ople
veren, weshalve de commissie adviseert bet onder
havige verxoek niet in te willigen;
Overwegende dat dexe bewaarplaats toude worden
opgericht in de bebouwde kom der Gemeente en er
gegronde vree» bestaat voor schade aan de gexond-
heid, en door het stellen van voorwaarden aan dii
bezwaar niet kan worden tegemoetgekomen
Gexien art. 8 en 11 sub 6 der Hinderwet,
Besluiten
de gevraagde vergunning te weigeren wegens vrees
voor schade aan de gezondheid.
Gedaan le Amersfoort, den 19. Mei 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Zousls gewoonlijk heerschte nu een oogenblik van
pijnlijke stilte. Majoor Von Gemmerstein verbrak die
door te zeggen.'i Is eigenlijk jammer, dat Buden-
stock er niet iseen prachtige kans om aanstonds
te zeggeDdaar valt me een geschiedenis in, die
my eens is overkomen toen ik nog te Dinges in
garnizoen lag, alt ritmeester. Ik was tosn nog onge
trouwd en xe noemden my den dollen
Allen keken verschrikt rond.
.Om 's hemels wil, Lux, schei uit", zei overste
Von Kettler, .je weet dat alt je vau den duivel spreekt,
je op xyn staart trapt. Dit zeg ik jeals de verveling
hier komt, zie ik je nooit van myn leven meer aan."
Da overste was vandaag in nég beter stemming
dan gewoonlijk. Hem was een nieuwe, groote eer
•e beurt gevallen. Den vorigon dag was door de
gepensionneerde officieren eeu wandelclub gesticht,
die iedere week éen groote wandeltocht zou Joen.
Doel der vereeniging was de bevordering van hot
lichamelijk welzijn der leden door (linke wandelingen
en leven* om de heeren nader met elkaar in aan
raking te brengen. De club telde reeds by de zestig
leden en overste Kettler was met algemoene stemmen
tot Voorzitter gekozen met algameene stemmen,
de zijne incluis. Hy had zich dan ook bereid ver
klaard, zich de keuze te laten welgevallen en dit
zooeven na xyn middagtukje, in een deftigen papieren
brief aan den Secretaris kenbaar gemaakt.
De overste straalde van genot. Vroeger wat zijn
leus sleedt: hoe meer dienst, hoe meer eer; nu had
hy het woord .dienst" vervangen door „eerebaanljes".
Hy werd meer en meer de man om wién allen zich
schaarden en groepeerden en was de primus inter
pares, de eerste onder zjjns gelijken, En juist als
vroeger, toen hy nog sjjn regiment commandeerde,
stelde hj] 't zich weer tot taak de eohoonzte mili-
Aniersfoortsehe Tramweg-Maatschappij.
Bij de Donderdagavond onder voorzitting van
den heer Pels Rijcken gehouden derde Alge
meene vergadering van aandeelhouders in de
„Amersfoortsche Tramweg Maatschappij" waren
tegenwoordig 14 aandeelhouders, vertegenwoor
digend 49 stemmen.
Nadat de notulen der Jaarvergadering van 28
Mei 1903 waren gelezen en ongewijzigd waren
vastgesteld, bracht de Voorzitter bet ver
slag uit over het boekjaar 1903, dat in zijn ge
heel aldus luidt:
In het Bestuur der Vennootschap kwam geene
verandering, aangezien de aftredende leden, de
heeren J. C. J. Pels Rijcken en F. M. van Veen,
in de laatst? Algemeene vergadering werden
herkozen.
Het kapitaal der Maatschappij bleef station-
nair en bedraagt f 40 000.
Van de bevoegdheid, aan het Bestuur door de
Algemeene vergadering van aandeelhouders, ge
houden op 15 Mei 1902 verleend, om tot f2500
kasgeld op te nemen, werd dit jaar geen gebruik
gemaakt. Het onzen bankier nog toekomende
saldo bedraagt f227.25.
Naar aanleiding van ons adres besloot de Ge
meenteraad voor het jaar 1904 aan onze Maat
schappij een «ubsidie te verleenen van f 800 onder
de zelfde voorwaarden als waarop het subsidie
van f 1000 in het jaar 1903 werd verleend.
Na aan deze voorwaarden voldaan te hebben,
is het subsidie aan ons uitgekeerd en in de re
kening over het jaar 1903 verantwoord.
De spoorbaan verkeert in goeden toestand;
dank zij het goede materiaal en den hechten
grondslag behoefde slechts een enkele maal hier
en daar iets aan het spoor te worden gelicht en
geschift.
De welput bij de remiBe stortte in, zoodat hij
moest worden uitgebaggerd. Om een herhaling
van dit instorten zooveel doenlijk te voorkomen
en tevens een soort filter te vormen, werd een
groote hoeveelheid grint ingebracht.
Verder verdiende het aanbeveling om op bet
aantal cementringen, waaruit de put bestaat, nog
éen cementring, ter hoogte vau 1 M., te zetten,
waardoor de put Blechts weinig beneden den
beganen grond komt te liggen en men voortaan
zonder veel graafwerk en zonder het stutten van
den voorgevel der remise den put kan bereiken
en nazien. Deze werkzaamheden vorderden een
uitgaaf van f87.68.
De tegenwoordige prijs der bouwterreinen aldaar
laat het o. i. toe om den post „vaste goederen"
daarmede te vernoegen en te brengen op
f8192.44.
Het rollend materieel geeft tot geen opmer
kingen aanleiding; alleen zjjn wij, door het
steeds afrijden van de helling in den Stations
weg, waarbij gedurende langen tijd geremd moet
worden, gewaar geworden, dat de assen, wielen
en remklossen onzer rijtuigen meer aari afslijting
onderhevig zijn dan vroeger, toen tijdens de
voorloopige stationstoestanden nog niet zulke
hellingen werden bereden. In de onkostenreke-
ning is dit merkbaar geworden.
Een onzer Ardenner paarden moest voor den
dienst worden afgekeurd. De verzekeringsmaat
schappij keerde ons voor dit paard een som groot
f280 uit. Onze paardenrekening werd hierdoor
bezwaard met f 171.13.
Het aantal paarden bedroeg op 31 December
1903j zeven.
De rekening van den veearts bedroeg f64.60.
Slechts zelden moest trekkracht worden ge
huurd; 16 dagen éen paard, waarvoor f24 werd
betaald.
De voeding bestond, zooals vroeger, hoofdza
kelijk uit haver on hooi. Gemiddeld werden
per paard en per dag verstrekt 7.5 K.G hooi en
5.5 K.G. haver.
Uitgegeven werd een totaal van f 2530.60 over
2825 paardedagen, overeenkomende met een be
drag van f 0.89* per paard en per dag.
Aan hoefbeslag werd uitgegeven f 272.35, d. i.
ongeveer f 0.09» per dag en per paard. De kos
ten werden hooger dan vroeger wegens grootere
slijtage door het berijden der hellingen van den
Stationsweg.
Voeding, ligging en beslag hebben dus per
paard eu per dag f0.99 bedragen, d. i. door de
veranderde omstandigheden f0.03* meer dan in
de eerste twee boekjaren onzer Vennootschap.
In het jaur 1903 zijn vervoerd 82 956 betalende
personen d. i. gemiddeld per dag ruim 227 en
per rit 3 tot 4 personen.
Verkocht werden 31 376 enkele biljetten, 17 885
retourbiljetten (die inmiddels in tweerittenbiljet-
ten zijn veranderd; en 1909 tienrittenboekjes
de totale opbrengst der passage bedroeg f 6816.72*.
Er werden 13 427 betalende persoueD meer
vervoerd dan in 1902 en de opbrengst der pas
sage bedroeg f 1023.95 meer dan in het vorige
jaareen toeneming van circa 18 percent.
Wegens verkoop van mest werd ontvangen
f 117.48.
De opbrengst der reclame bedroeg slechts
f 183.42 d. i. beduidend minder dan in het vorige
jaar.
Eendeels is dit te wyten aan de minder gun
stige tijdsomstandigheden, anderdeels is het een
gevolg van een overeenkomst met een groote
firma in publiciteit, van welke wij goede ver
wachtingen hadden, doch die ons zeer teleur
stelde. In Augustus e. k. expireert die verbin
tenis, welke niet zal worden verlengd.
Met het oog op de toekomst hebben wij ge
meend, op inventaris, concessie, baan, rollend
materieel, paarden, kleeding en uitrusting, op
richtingskosten tot een totaal bedrag v»nfl4o3
te moeten afschrijven. Met deze afschrijving en
f 1279 (het saldo te kort van het vorige jaar)
bedroegen de uitgaven f 10 240.57*, terwijl de
ontvangsten waren f7926.01', zoodat de eind-
rekening een saldo te kort van f2314.56 aan
wijst.
taire deugdkameraadschap su solidariteit te be
oefenen en te doen beoefenen. Telkens meer zegende
by het uur waarop hij besloten bad, naar Peueiono-
polis te gaan. De stoutste verwachtingen waren
sedert verre overtroffen en hy begreep niet boe ter
wereld iemand in een andere stad dan Bebertwalde
kon wonen, althans leven.
Hy was de leer toegedaan, dat men feezt moest
vieren als daartoe de gelegenheid zich aanbood en
een plotselinge ingeving volgend, noodigde hy het
gansche gezelschap uit, by hem te komen toupeeren.
Zyn vrouw schrok er van„Maar Alfredhoe
kom je daar nu toe? Ik beb Diets in huieen Kaïhe
heeft hear uitgaansavond".
Maar de overste hield voet by stuk. .Eens gezegd,
blijf R8*egd geen „maren" alsjeblieft. Watje noodig
hebt, laat je uit het „Deutsche Haus" komen en
Hilda en Hanua zullen toch wel samen kunnen
dekkeu. Hoe sterk zyn we Twintig man Braaf
zoo; hoe meer zielen, hoe meer vreugd."
Tegenspzrtelen hielp niet en zoo offerde mevrouw
Von Kettler zich mzar op en wenkte Hilda mee te
Saau. „Jelui permitteert me nu wel" zeide xy vrien-
elyk ze hield wel ven zoo'n instuif „ik moet
du voor 'teen en ander xorgeD. Tot straks dus. Hoe
laat kom je?"
„Laat eens kijken", antwoordde de overate, „'tis
nu zeven. Over vjjf kwartier, of is dat te vroeg?"
„Neen, dat gaal niet; zeggen we om negen uur,
maar dan ook, klokke negen."
„Zal ik meegaan en jelui helpen?" vroeg Lilli
't laatste moment aan Hilda.
„Och, wel neen", antwoordde Hilda, die onmid
dellijk dacht aan hetgeen Lilly haar omtrent 8tieber
had verteld en naar den adjudant knipoogde.
Lilli werd vuurrood en wilde haar verzoek, een
bandje te helpen, berhelen, maar juiet zei haar vader:
„Laat one wat inschikken ga jjj daar zitten, Lilly"
hy wees op den etoel naast Stieber, waar Hilda bad
gezeten.
De ruil etond Stieber maar half aanhij had zich
alleraangenaamst onderhouden met Hilda, die de
zeldzame gave bezat vroolyk en toch ernstig te weseu.
Lilli waz hem te jong, te kinderldk vroeger had hj)
anders over haar gedachten juist daardoor misschien
haar doen gelooven |dat hü zich voor haar interes
seerde, maar sedert by Hilda bad leeren kennen en
apprecieeren, dacht hy niet meer aan haar. Hjj
vreesde, dal Lilly dit reeds had bemerkt of althans
zou raden en dat deed hem leed, want hy wist hoe
xji over hem daobt en daarom wae hy nu vriende
lijker tegen beer dan hy wel bad bedoeld. Hjj bab
belde met haar op den ouden, ongedwongen toon,
plaagde baar, lachte over een SDedig antwoord, maar
was tooh bljj toen het gesprek weer meer algemeen
werd en vooral toen hy uitvoerige inlichtingen moest
geven toen de majoor vertelde van een driedaagtcha
manoeuvre die het bataljon weldra sou houden. Den
zelfden dag wee bevel gekomen van den regiments
commandant dat het bataljon slob gereed moest
houden om op do eerste order geheel marsehvaardig
rukken voor een gecombineerde r
minste éen dag de manoeuvre meemaken, 't Zou wel
aardig zyn, zoo'n extra-staf."
„Ja, wel jammer", herhaalde majoor Sperlich „maar
te voet kom ik niet meer mee."
„Mfar ga dan te paard mee" ried majoor Von
Gemmerstein hen aan, „de heeren syn beiden goede
ruitere en nog zéo niet aan den zadel ontwend".
[Wordt «ereefcsL)