PHOENIX B H O W E H IJ, EXPORT naar OOST- en WEST-INDIË. No. 5522. 53e Jaargang. Reis-exemplaren. Stadsnieuws. Feuilleton. AMERSFOORT. FIRMA A H- VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f franco per post /'1.45. Advertentiën 16 regels OOcent; elke regel meer 10 cent. Legale-, ofïicieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/-1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 Telephoon 19. Aan onze ubonne's, die tijdelijk elders, hetzij binnen- ol buitenlands vertoeven, wordt op aanvrage en met duidelijke opgave van adres, de Courant eiken verschijndag tegen vergoeding van het porto toegezonden. Ook niet-geabonneerden kunnen op de zeilde wijze de geregelde toezending van de «Amersfoortscbe Courant'' tijdens hun uitste- digheid zich verzekeren. De middag-recepties op "Paushuize zullen tot einde September niet plaats hebben. Nu met 1 Augustus de Woningwet in haar geheel in werking treedt, mag het zijn nut hebben te herinneren aan de bepalingen be treffende de aangifte, volgens art. 9 dier wet, welke luiden: dat de verhuurders van in de Gemeente Amersfoort gelegen woningen, welke drie of mind.T ter bewoning bestemde vertrekken bevatten onverschillig of de woning op zich zelve een gebouw vormt dan wel van een gebouw deel uitmaakt verplicht zijn, by Burgemeester en Wethouders vóór 1 Augustus 1904 aangifte te doen van: a. hun naam, voornamen en woonplaats; b. de ligging, zoo mogelijk met aanduiding van straat en nummer, van het gebouw, waarin zich de woning bevindt; c. het aantal vertrekken der woning; d. het aantal der bewoners, met vermel ding van naam en beroep dat voorts genoemde verhuurders verplicht i zijn, nieuwe aangifte te doen binnen éen maand nadat de woning door eeu nieuwen huurder is betrokken, tenzy deze inmiddels de bewoning heeft gestaakt; dat voor de toepassing dezer bepalingen onder «verhuurders" worden verstaan de personen, die, hetzy voor zich zeiven, hetzij in eenige hoedanigheid een woning schrifte- I lijk of mondeling verhuren; j dat de aangiften voornoemd moeten ge- i schieden door invulling en inlevering van de daarvoor bij beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken vastgestelde mo dellen, welke ter Gemeente-Secretarie koste loos verkrijgbaar zijn. Nog zij de aandacht gevestigd op de vol gende bepaling, voorkomende in artikel 39 der Woningwet: «Hij, die niet of niet behoorlijk voldoet aan een der verplichtingen, in art. 9 of krachtens d t artikel bij algemeonen maat regel van bestuur of bij plaatselijke verorde ning opgelegd, wordt gestraft met een geld boete van ten hoogste vijf en twintig gulden". Mogen we er nog eens aan herinneren, dat sedert 1 Juli het tarief voor een inter- locaal telefoongesprek van 3 minuten ge bracht is van f0.25 op f 0.30, doch vervallen is het hoogere tarief voor gesprekken gedu rende den zoogenaamden Beurstyd, terwijl het tarief voor een dringend gesprek van 3 minuten gesteld is op ft. 't Schijnt nog niet algemeen bekend te wezen, want ouder Beurstijd blijft het slapjes, terwijl velen dan «dringend" vragen, juist als voorheen. Als dezen op 't eind der maand vragen naar den staat van hun depot, zullen ze wel vreemd opkijken. De temperatuur van het water in de Nieuwe Zwemschool was gisterochtend te 7 uur 59° en hedenochtend (50° F. Mr. W. H. de Beaufort is door den Raad van beheer van het Permanente Hof van arbitrage benoemd tot Bestuurder der Car- negie-stichling. Dr. L. C. E. E. Fock, sedert ruim 25 jaar en tot kort vóór zijn dood praktiseerendge neesheer te Bussum, is daar Zondag in den ouderdom van bijna 90 jaar overleden. Ook in 't buitenland is hij bekend door zijn medische- en vooral anatomische werken. De heer D. G. J. van Hoytema is aan de Rijks universiteit te Leiden en de heer G. A. Scheltus aan die te Utrecht bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap. De heer W. H. Ittmann werd aan de Ge meentelijke universiteit van Amsterdam be vorderd tot arts. Bij het ofiiciers-examen aan de Kon. Mili taire Academie te Breda is, behalve de reeds genoemden, geslaagd vot infanterie h. t. 1. jbr. J. H. Backer. De heer W. F. G. vin llelsdingen heeft aan liet Gereformeerde Gymnasium te Zetten met gunstig gevolg het oind-examen afgelegd diploma A. De heer J. C. van Heuven, thans te Am sterdam, slaagde voor het Notarieel Staats examen 2e gedeelte. Voor het groote Internationaal kegel-con cours, dat tor gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de kegelvereeniging »De Krans" van 2 tot 6 dezer te Nijmegen gehouden wordt, is ditmaal niet zooveel animo als in andere jaren. Toch kwamen in de korpswedstrijden, die gisterenavond te middernacht eindigden, nog 110 clubs uit. Van hier wonnen in dien wedstrijd «Houd Plank", «Acht om den Koning" en »U. D. I.", alle uit de Sociëteit «Vereeniging", een prijs. »Houd Plank" heeft den 8sten korpsprijs, een zilveren medaille. Door invoeging van prijzen is echter nog niet met zekerheid te zeggen, welke medaille zij behaalde. »U. D. IJ." heeft een zilveren medaille. Donderdag hopen we dan volledigen uilslag te kunnen meedeelen, inzoover deze Amers foort betreft. De heer J. G. de Jager, Voorzitter van «Acht om den Koning" heeft zich bij den jaarlijkschen wedstrijd om het Koningsschap dier club, den titel van Sire verworven eri daarmee als 't ware een eind gemaakt aan het monopolie, dat als 't ware de heeren H. C. A. de Jong (viermaal) en Th J. H. Bianchi en A. J. Michielsen (ieder driemaal) op dien titel meenden te bezitten. De werkman le klasse bij de Werkplaatsen voor draagbare wapenen F. Naterhoud wordt in dienst gesteld als meester-geweermaker bij het 5e regiment infanterie. Zes officieren, die de studiën van den Inten dance-cursus der Hoogere Krijgsschool volgen, bezichtigden heden onder leiding van hun leeraar, den kapitein-intendant W. P. van Leeuwen, de machines der Broodfabriek van den heer W. H. Meursing, aan het Smallepad en namen met veel belangstelling kennis van de nieuwste machines voor zuivering van tarwe en rogge, alsmede van de inalery. Met de voorbereiding der feesten op 3 Augustus te Baarn te geven, de voor stelling van een oud-Germaansch dorp met een rechtszitting uit dien tijd gaat het steeds meer naar wensch. De financieele be zwaren zijn uit den weg geruimd, doordat het garantiefonds volteekend is. üok de moeilijkheid om een geschikt terrein te vinden, is thans weggenomen. H. M. de Koningin- Moeder heeft nl. op verzoek van het Comité een gedeelte van het Baarnsche Bosch, naby de Pekingkom, welwillend beschikbaar gesteld. Dit t.Trein leent zich schitterend voor liet doelmen vindt er eeuwenoud geboomte, een ruimen vijver, een vrij hoogen, heuvel en een paar olfersteenen uit den grijzen voortijd. Voor de oude rechtszitting zullen de zelfde costuums gebruikt worden, welke indertijd dienst deden in den Ballerkuil, toen de beide Koninginnen de plechtigheid bijwoonden. H. M. de Koningin-Moeder heeft goedgun stig beschikt op een verzoek der Chr. Zang verenigingen «Kerkzang" te Utrecht en «Soli Deo Gloria" te Soest, om onder leiding van den directeur van beide vereenigingen, den heer W. van der Blij te Utrecht, in de tweede helit van Juli een openbare openlucht uit voering te mogen geven in het overbosch, naast het afgesloten park van het domein «Soestdijk". De Baarnsche schilders zijn ontevreden en niet geheel ten onrechte. Van Gemeentewege zou de vorige week een aanbesteding van schilderwerk gehouden worden. Bij de aanwijzing waren echter ook eenige schilders van elders aanwezig, üp de vraag aan den opzichter, of dezen óok mochten mededingen, werd bevestigend geantwoord, waarop de Baarnsche schilders op éen na zich terugtrokken. Er zijn te Baarn ongeveer 20 schilders, zoodat de concurrentie toch zwaar genoeg is. Donderdag zal de lierbesteding plaats PENSIONOPOLIS. Wauueer ganschel'yk onverwacht «en honderpouds- gewicht op de beroemde eksteroog van mevrouw Von Keltier ware gevallen, dan had r.ij geen meer verbouwereord gezicht kunnen trekken dan nu ze was eenvoudig paf. Wat Hilda had gezegd, waB een waarheid, die zo zelf zich al een paar maal had voor- gehoudeu en zij moest erkenuen zóo het liegen te hebbon veroordeeld, maar daarom behoefd# je tooh nog niet zóo iemand de waarheid te zeggeu al* Hilda dat had gedaan. En bovendien, zy was toch de moeder en Hilda haar dochter en dus was 'taan haar ge weest om de les te lezeu en niet aan haar kind. Maar ze wist er hoegenaamd niets tegen in to brengeD de vereeniging was pas geslicht had pus haar zooge naamd liefdewerk begonnen en nu al had zij een geweldige bestrijdster iu haar dochter. .Hilda" bracht se eindelijk uit .je bent opgewonden en daarom zal ik maar aannemen, dat je niet hebt overdacht wat je zei. De vereeniging bestaat nu nu eeumaal en moet blijven bestaan om mevrouw Dorubaoh". „Ik baat dat schepsol" siste Hilda woest. „En ik dan vroeg baar moeder kalm „sedert ik bet bericht van haar komst las, heb ik geen minuut rust meer gehad en nergens meerpleizier in. Ik sou bijna zeggeu, dat ik lamgeslagen ben zelfs mijn huishouden interesseert me niet meer en altijd vervolgt mo de vraagwie weet of morgen de Dombachs niet komen en wat dan Ik herhaal, dat je opgewonden bent en daarom zullen we althans vandaag niet meer aprekeu over hetgeen je zooev«n zei. Eu je hoeft ook niet naar don metselaar; ik zal l een der dienstboden er heen zenden. Zij moet tóch naar het „Deutsche Haus" om de kreollen-ntayouaise te heitellen en naar den slager om biefstuk en dan kan se óok wat was 'took weer —ilc weet zeker, dat er nóg iets moest worden gehaald ik zal 't Paula eens vragen ik weet bijna zeker, dal ik al met haar daarover heb gesproken wat was 't ook weer? Paula!" En zonder zich verder om Hilda te bekommereu, liep zij, „Paula" roepend, do kamer uit. Hilda kon niet nalaten over dien plotselingen haast en meer nog over de zoo zonderlinge combinatie van het belangstellende ziekenbezoek en de nóg belangrijker boodschappen te lachen maar toch lachte zij niet van harteiedereu dag vervreemdden baar moeder en zij zich meer van elkaar. Bijna iedereu dag was er een kleine twist tusschen hen, altijd over die nare vereenigingHilda kón er niet toe besluiten, tegen haar overtuiging te handelen. Al heel lang had zjj dit haar moeder eens met ronde woorden willen zeggen: nu zij het einde lijk had gedaan, speet het haar, dat zjj zóo heftig was geweest en geen zachter vorm bad gekozen. 't Was hoog tijd, dat zij naar het tennisveld ging, wilde zij daar nog iemand ontmoeten en 41 te lang kon zc> óok niet blijven omdat er thuis nog heel wat te doen viel voor 's avonds. Toen se op't veld kwam, werd daar tot haar groote verbazing niet gespeeld; alleen de jonge Weyer zat er moederziel alleen op een jachtsloeltje. Toe hjj baar opmerkte, atond hij op en strompelde baar te gemoet om baar, zichtbaar verheugd, le ver welkomen. „Heel blij u te zien" zeide hjj „ja, zoo gaat het nu; den eenen dag is 't hier zóo vol dat je jezelveu in den weg loopt en den anderen dag is er geen levende ziel te bekennen. Reeds een half uur zit fk hier als wijlen Marius op de ruïnen van Carthago en heb mij den lijd gekort met cigaretten-rookeu dit is de twaafdeals er by de twintigste nóg niemand was geweest, dau was ik óok weggeweest; dat had ik mezelven al plechtig beloofd, 't Doet me werkelijk veel genoegen, dat u nu gekomen is." Hilda was meer dan verdrietig; reeds toen zo op het veld kwam was zjj niet al le best gemutst, maar nu was 't nóg erger geworden. Zeker, zij was bijj i den jongen Weijer te zien, maar toch was ze nog I meer gekomou om het spel en om zoowel haar vrien- I dinuen te zien als door deze haar keurig costuumpje te laten bewonderen. „Is er niemaud geweest?" vroeg ze. „Ik dacht, dat hier iederen dag werd gespeeld." Hij ontkende, terwjjl hij een stoeltje voor haar aanschoof. Ook nu keek hjj erg verliefd naar haar en vroeg „Weet u wel, dat u er vandaag heel lief uitziet?" Het j compliment viel op geen al te vruchtbaren bodem en Hilda vroeg daarom dan ook vrjj scherp „Sedert wauueer is de Oosleryker geworden? U weet toch wel, dat „lief" eeu zuiver Weensche uitdrukking „Ja zeker weet ik dat" antwoordde hij. „Ik heb 't nog rannr heel pas gelezen en vond het zóo aardig en karakteristiek, dat ik dadelijk dacht: dat woord moet je je aanwennen, 't Is zoo moeilyk, eon passend woord te vinden om een dame te zeggen, dat ze er be koorlijk uitziet. Ik heb er lang over nagedacht en ben tot de conclusie gekomen, dat ons een goede uitdrukking mankeertmaar als men zegt „zoo lief", dau kliukt dat aoo lief „Vindt u?" vroeg Hilda onverschillig „En aohtu 't dau ook noodig aanstonds ann iedere dame te zeggen hoe u viudt, dat zij er uitziet? Dat hebt u zeker óok uit de eeno of andere roman opgediept." „Stellig. Hé ja, hoe heette dat diug ook weer. O ja, 't was een romanuetje vau Toresaui", autwoordde hij ua eenig nadenken. „Zoo" zei ze, zoo mogelijk nóg koeler. „Leest u ook wel eens iets meer ernstigs?" „Welueen" antwoordde hij „daariti heb ik nooit aardigheid't leven brengt al genoeg ernst. Ik ga ook nooit naar den schouwburg om wat klassieks of ernstigs te hooren. Als mijn dienst er op zit, wil ik me ninuseeren, maar niet zitten grienen. Een operette of een kluchtspel gaat nog; onlangs nog heb ik een aardig diug gezien ik geloof, dat het „Die Fledermaus" heette. Ja, van muziek heb ik absoluut geen begrip, maar dat behoeft ook niet; onze overate zegt, dit er voor een soldaat maar drie muziekstukken bestaan: de defileermarsch in gewonen pas, de defileermarsch in versnelden pas en de treur- marse.h van Chopin al heï andere is overbodig". „Kort en bondig" antwoorden Hilda. Hij merkte den ironischen toon niet op en ver volgde: „Niet waar? Duidelijker kan men 't toch niet zeggen. Zoo is nu onze regiments-commaudant, een man uit éen stuk, die weet wat hy wil. Jammer' dat u hen niet kent". Zyn regiments-commandant was zjju ideaal en als hy eenmaal over hem begon, wist hij van geon ophouden en ook nu schetste hij hem in de punt jes en na hem zijn ritmeester en zijn eskadrons- collega's. Hilda deed al haar best om naar hem te luisteren, maar daar zy geen der heeren ketide, verveelde zy zich afgrijselijk. „Kunt u niet over iets anders spreken?" kwam haar meermalen op de lippen, doch telkens hield ze die vraag terugzij wilde niet onbeleefd ziju en daoht „als hij niet merkt, dat hij my gruwelijk ver veeld, geeft het tóch niets of ik 't hem al zeg". Maar hjj merkte het nieten was bijj, iets te hebben om over door te slaaft. (Worat vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1