Dinsdag 23 Augustus 1904. No. 5543. 53e Jaargang. Beleefd verzoek Terugkeer Feuilleton. Hoe Samson ontkwam. FIRMA A H VAN CLEEFF ie AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden 1. iranco per post /'1.15. Advertentiën 16 regels GO centelke regel meer 10 cent. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT9 Telephoon IV». aan hen die uit.st.edig waren en zich de „Amersfoortsche Courant" lieten nazenden, ons bericht te geven van hun opdat de courant weder ge regeld aan huis kan worden bezorgd. Eenheid van tijd. De »Ned. Bond van Vereenigingen van den Handeldryvenden middelstand" zal, ten gevolge van een der conclusiën, genomen op de jongste Algemeene vergadering, eerlang óok ter hand nemen de quaestie van onze won derlijk-verwarde tijdsregeling en daarom kan het zijn nut hebben, nu reeds over te nemen het betoog aan deze materie gewijd door de sZtitphenscbe Courant'', die met klem wijst op de groote nadeelen, aan de tijds verwarring verbonden. Hot blad schrijft dun: Wanneer een i mgelscbman, die te Keulen zijn horloge gelijk gezet heeft, te Arnhem met den trein binnenstoomt en op de spoor- klok kijkt, zal hij zien, dat hij zijn horloge een uur achteruit moet zetten. Hij dacht bijvoorbeeld om 12 uur in Arnhem te zijn en ziet dat valt een uur mee de de spoorklok wijst 11 aan. Dat zijn horloge hem in steek gelaten zou hebben, kan h\j niet gelooven en bij informatie blijkt hem dan ook, dat ook dat het 11 uur Greenwich-tijd is. All right! Hij vindt liet zeer natuurlijk, dat Nederland zijn tijd naar Engeland regelt. Gaat hij nu Arnhem binnen, dan zal hij Hg zou zijn eosiuum voor het laatst aandoen, de zwarte spanbroek, de tuniek, den halskraag, de lange jaa met zilver borduursel, de kap rnet de boosaardige roode veer, de puntige schoenen. Hg wrong er zich in ten koste van veel pijn. De foltering in de Roode kamer bad zjjn djjen uiteengerukt en verstijfd, terwyj zijn spieren gezwollen waren. Een paar nestels by zijn knieën en zjjn ellebogen liet hij ouder andere maar hangen, daar bij te uitgeput was. Hg viel in *yu stoel terug, bevend vau inspanning en een sla perig gevoel beving hem. Wat was dat? De sleutel knarste in de deur. Met trotsche verontwaardiging keerde hg zich om. Kou men een heer d n niet in zulk een nacht met vrede laten? Toen herinnerde hg zich, dat hg den cipier last had gegeven om terug te keereu, teneinde zijn baard wat in orde te breugeo, en zgn vetera *Hst te maken. Hij schoof den grooten stoel vooruit en wierp er zich nog hijgend in. De deur ging echter niet open. In plaats daarvan hoorde meu een harden lik, alsof iemand er met bet zware gevest van een zwaard tegenaan sloeg en niet met zijn knokkels; vervolgens eeu zachien vrouwelach. Nogmaals werd er geklopt, en toen riep hij „binnen I" De deur ging onheilspellend open en de Groot hertog met zgn bruidje san de baud schreden binneD. Beiden maakten een diepe buiging, maar Samson zag, dat vrees en blijdschap op het gelaat der vrouwe om den voorrang streden. „Hare genade zal het doel van ons bezoek mede- deelen", zeide de Hertog. „Voorwaar", zeide diens gemalin, ten zeerste ontzet door den doorborenden blik dier zwarte oogen, „het denkbeeld ging van mijn echtgenoot uit, doch alleen uit begeerte om rag genoegen te doen, Monsieur Samson. Werkelijk zou bet ons veel genoegen doen, ÏDdien u ons eenige uwer kunststukjes wilde ver- toonen". „Wilt U mg zien dansen, mevrouw?" „Juist, dat bedoel ik," zeide zy, hem lieftallig toe knikkend. „Uw mooiste, vriend", zeide de Hertog, „wij zullen U gaarne op uw best zien". De Hertogin betuigde haar instemming, klapte in haar handen en trad wat nader bij. Samsou ver waardigde zich toen, op te staan. Hij vouwde zyu zich opnieuw verbazen want in de stad staan de klokken niet op 11 uur of daarom trent maar 20 minuten later. Dat is een vreemd geval, maar misschien zal iemand hem wel uitleggen dat de Greenwichtijd al leen door het Rijk en de spoorwegen en trammen is aangenomen, maar dat de gemeen tebesturen, autonoom als ze zijn, een aparte tijdregeling hebben. Nu, onze Engelschman is geen Nurks. Goed, dat ik het weet van die sporen en trammen, denkt hij. Ik wil naar Velp met de tram van 11.15 dat is dus volgens de pas verkregen inlichtingen plaatselijken tijd 11.35 die kan ik dus nog op mijn gemak halen. Aan het Viaduct gekomen, zal hij echter de ontdekking doen dat zijn mooie berekening faalt dit vervoermiddel rijdt nu weer eens niet volgens den Greenwich-tijd, maar volgens den loca len tijd. Hier is het nadeel niet groot, de tram rijdt vaak genoeg, maar de reiziger kon menige streek in ons land bereizen, waar de onzekerheid omtrent de tijdsaanwijzing hem erg in de war zou brengen." Schr. herinnert dan, met verwijzing naar adressen van den »Ned. Bond van Horloge makers" en van de voordracht van den Voor zitter van dien bond, den heer Ketelaar, op de Algemeene vergadering van den Middel- standsbond, aan de lijdensgeschiedenis dezer zaak. «In 1892 voerden de spoorwegen den zóne- tijd in. Tot vereenvoudiging van de tijdsaan duiding bij internationaal spoorwegverkeer besloten een aantal spoorwegbesluren een zóne of gordelstelsel in te voeren, waarbij elke zóne een vol uur zou verschillen met. de daaraan grenzende. Ons land kwam met België en Groot-Brü- tannië in de West-Eurupeesche zóne en de Gemeentebesturen werden »u:tgenoodigd" die tijdregeling ook in Ie voeren, die tevens voor de Posterijen en Telegrafie werd aangenomen. Maar de Gemeentebesturen bedankten er voor, op een enkele uitzondering na, en vele Gemeenten beg- nnen ook weer af te wijken van den middelbaren Amsierdamschen lijd, zoodat in vele streken van het land nog met een bijzonderen plaatselijken tijd rekening gehouden moe: worden. Alleen wettelijke voorziening kan aan deze verwarring een eind maken en dan komt de vraag ter beslissing welke tijdregeling is 't verkieslijkst: die van Greenwich of die van Middel-Europa." Vervolgens weegt schr. de vóór- en de nadeelen der mogelijke systemen af. «Tegen den West-Europeeschen tijd pleit, dat daardoor alle werkzaamheden feitelijk 20 minuten later zouden aanvangen en ook 20 minuten later zouden eindigen. Ons da- gelijksch leven zou een klein half uur meer naar den avond verschoven worden, d. i. meer naar het ongezonde leven bij kunstlicht. Omgekeerd zou alles 40 minuten meer naai den ochtendstond verplaatst worden en de ochtendstond heeft in «lit verband werkelijk goud in den mond indien de Middel-F.uro- peesche tijdregeling overal geldend werd ver klaard. Dit voordeel zou echter grootendeels vervallen, indien alles bijvoorbeeld een half uur later gesteld werd. Dan zou het voor deel maar tien minuten bedragen en die verlating van den begintijd wordt door velen gevreesd omdat bijvoorbeeld 's winters het vroege aanvangsuur tal van bezwaren mee brengt op het platteland. Het zelfde zou bereikt worden bij invoering van den West- Europeeschen lijd indien dan de begin-uren in zaken, scholen, werkplaatsen, enz. een half uur werden vervroegd. En dan heeft de W. E. tijdregeling dit voor, dat zij reeds bij de Post en Telegrafie en het verkeer is inge voerd en dat zij in België ook algemeen geldt. Ook voor het internationaal verkeer heeft de Middel-Europeesche tijd een bezwaar, meenen sommigen. De aankomst en ver trekuren der internationale treinen blijven natuurlijk de zelfde; alleen de uren, op de dieustregeling aangegeven, zullen een uur later luiden. Maar, terwijl die uren inder daad de zelfde blijven, zullen de op bepaalde armen over elkander en keek uit de hoogte op haar neer, den blik op haar breede kleine gewelfde üppen vestigend. „Dien gg van hem geleerd hebt", zeide zij ver trouwelijk fluisterend. „Dan moet ik ruimte hebbeu", zeide hij. Zijn geest overwoog snel mogelijke gebeurlijkbe ion. Zou bij haar den hals omdraaien en dan door het schietgat iu het meer werpen en op die manier de kans waarnemen om den schildwachten beneden te ontsnappen vóór zij hem konden hangen, of neer- houwen, of zou bij dansen en dan zien, wat er ge beurde „Zoudl gy in de Groot-hertogelyke zaal ons met Uw tegenwoordigheid willen vereereu?" vroeg de root-hertog. „Van harte gaarne", antwoordde de gevangene. „Wil Uwe Genade maar voorgaan?" Een sluw vonkje schitterde in de oogen van den Groot-hertog. „O," begon hij vriendelijk. Verder ging hg niet, maar bleef met een onuooze! gezicht „Hare Genade wil misschien wel mijn arm aan nemen, dan zuilen wij volgen", zeide Samson op beschermenden toon. Hij merkte den argwaan, de stomme verbaziug wel op van zyu zoogenaamden gastheer. De man had blijkbaar nog juist besef genoeg van goede vormen om niet te zeggen, wat hij feitelijk bedoelde. Samson gevoelde nu maar al te goed, hoe gelukkig bet was, dat hij niet in het bezit was van een mes of dolk. De verleiding om er gebruik van te maken, zou in de donkere gang van den slottoren, op weg uaar de zaal, onweerstaanbaar geworden zijn. Hij lachte trotscb, niet minachting zijn weg vervol gend. „Gij, Hertog," zeide hy, gemeenzaam en op hoogen toon, „wilt wel zoo goed zgn om ons te leiden. Gij hebt uw zwaard, waarvan gy een nuttig gebruik kunt maken, als de ratten onderweg Uwe gemalin schrik aanjagen. Ik zal met hare Genade achteraan komen." De vrouw legde weinig neiging aan den dag om baar hand op zijn arm te leggen en derhalve nam bij slechts haar vingertoppen iu de zyne. Langs de booge houten gaiergen, de patrouille-gangen, die aan de binnenmuren van het groote Hofplein grensden, kwamen de soldaten, die geen dienst hadden, toe snellen om den dienaar van Satan zjjn kunsten te zien vertoonen. Samson lachte heimelijk en liep langzaam verder. Zij zouden hem op zjjn best zien. De duivel, in wien hij niet geloofde arme Sam son! zou dien avond krijgen, wat hem toekwam. Het diepe, treurige zonnelicht, stroomde door de hooge, open venBters de Groothertogelijke zaal bin nen en vloeide over in den rijken toon van het eikenhouten plafond, met zjjn ingelegde vakken en in de blazoenen der achtereenvolgende Groothertogen Het uieuwste, de gekroonde griffioen van den uieuwen Hertog, blonk met zgn zwart en goud en rood boven de beide staatsie-stoelen op den daïs zwierig uit. Voor tien „professor" was een stoel aan het andere eiude der zaal op een groen tapijt geplaatst. Hij wierp zich daarin, zijn blik richtend op de menschen, die binnenkwamen o u het schouwspel bij te wonen, doch te gelijker tijd hield hij zich tevens met andere diugen bezig. Hij wist, dal de trap in den hoek achter hem toegang gaf tot de Gerechtszaal en dat hij dus verscheidene voeten dichter bij de opper vlakte van het meer w^s dan in hi t „Bruidsvertrek". Bovendien zag dit gedeelte vau de burcht, zooals hij uit de vensters kon gew-tnr worden, uit op de tegenovergestelde zijde. Gelijk hij nog uit zijn jeugd wist, ging het bier steil naar beneden cm direct in het meer af te dalen. Aan den voet wareu dus geen uitstekende rotsen, waarop iemand zjjn hersenen te pletter kon vallen of waar meu verminkt met den dood ztiti moeten worstelen. Bovendien wist hij, dat het op deze plek minder diep was. want het water was daar steeds lichtgroen gekleurd dat deed dns een bodem van zachte, grijze klei ouderstclleu. Er bevonden zich zrs groote vensters aan de meer- zijde der zaal zes spleten, breed en lang, waaruit pijlen cn steenen konden geworpen worden op hem, uie het waagde, zicb onverwachts op liet water te ver nonen. Maar drie daarvan waren van glas voor zien. De middelste was gesloten. Men zou het voor een du.ir kunnen houdeu het was een deurHij herinnerde zich nu zekere geruchten, dat de vorige Hertog hel lage schietgat van deze spleet, zóo had laten maken, dat het van de vensterbank scherp naar beneden helde dat hij beneden een boot steeds gereed bad liggen, waarin hij zich kon laten zakken en outvluchten op die tijdstippen, als zgn broeder hem naar het teven stond, Hij had uie deur nooit behoeven te gebruiken, want hij was heel netjes bij zijn wijnflesch in de zaal zelf geworgd, vóór bij begreep, wat er eigenlijk gebeurde. Onder deze zaal bevond zich de gewelfde kamer, waarin langzaam drogend hout bewaard werd, dat voor het bouwen van booten dienen moest. Tbans was het er verlaten en stil, „Het is bier om te stikken", klaagde de Hertogin. Er was iets in de onheilspellende houding der droef geestige, gebroken figuur, die in den staatsie-stoel op bet groene tapijt zat, dat haar vrees aanjoeg. De dienaren openden de draaiende ramen der gla zen vensters, liet droeve licht gleed biunen op de verlangd wachtende, wreede menigte. „Dat middelste ook", zeide de Hertogin korzelig. „Wij krijgen onweer". Zy rilde en schoof dichter bij haar gemaal. „Je wilde immers zwavel hebben, hartje", zeide lijden aanvangende werkzaamheden, wanneer zij naar de men, die tie klok aanwijst, blijven geregeld 40 minuten vroeger aanvangen. Daardoor zal, zoo gelooven de tegenstanders van den M. E. tijd, bij een groot aantal menschen het bestaande verband tusscben hun bezigheden en de aankomst der treinen geheel verbroken worden. Men zal dan alles toch een 30 of 40 minuten later doen be ginnen en dan is het gedachte voordeel van de M. E. tijdregeling weer verloren. «Het particuliere leven, zoo oordeelde in dertijd de meerderheid eener commissie uit de Amsterdamsche Kamer van Koophandel, zal zich vermoedelijk toch weer gaandeweg naar de zon regelen. «Men zou dus, te einde den zelfden werk tijd in de morgenuren te behouden, de Beurs te Amsterdam 40 minuten later dan thans moeten tloen aanvangen. Dit zoude buiten dien toch moeten geschieden in verband met de internationale verbinding vau de Amster damsche Beurs met buitenlandsche Beurzen, b.v. die te Berlijn, Londen en Parijs, welke geen wijziging in het aanvangsuur toelaten. «Hel resultaat van invoering van den Middel-Europeeschen tijd zoude dan ook naar alle waarschijnlijkheid dit zijn, dat ons land den tijd zou hebben van een andere zóne dan die waarin het ligt, terwijl de voor deden, welke de voorstanders van invoering van dien tijd zich voorstellen, geheel zouden vervallen door de noodzakelijkheid, den aan vangstijd van alle werkzaamheden later te stellen." Voor den West-Europeeschen tjjd pleit eindelijk nog, dat hij minder van den zonne tijd afwijkt dan de Middel Europeesche. Waar zoowel voor 't een als voor 't ander veel te zeggen is, is de vraag gedaan of de middelbare Amsterdamsche tyd geen goede regeling zou wezen. Hiermee kan echter nooit eenheid van tijd verkregen worden. De spoorwegen toch moeten, willen zij deel blijven uitmaken van tien «Verein deutscher Eisenbahn-Verwaltuugen", waarvan het lid- de Hertog vroolijk. Maar zelfs hij was niet voorbereid op het grommelen van den donder in het gebergte en dien éenen onverklaarbare!) bliksemtraal, die door het middelste schietgat schoot. De storm bevond zich op even grooten afstand als het Jura-gebergte en de donder was slechts zwak, doch hiewel bij dwars door bet bleeke herfstzoniicht en over het bij uitstek blauwe water kwam, was hij beider en duidelijk een stalen straal. Samson beschouwde dit als een uitdaging. Plotseling verhief hg zich recht op zijn voeten. Een volle minuut lang stond hg z o gehuld in zijn lang gewaad, terwijl zijn oogen vu-ige blikken uit zijn verweerd gelaat op de menige schoten. Vervolgens stelde hij zich langziam in beweging; de slippen van zijn jas wijd uitgestrekt houdend. Hg kou het nog niet met zich zelf eens worden, hoa ver zijn kracht zou strekken, en zijn knieën waren niet vast genoeg; zy sidderden. Aanvankelijk bewoog hij zich zeer langzaam, als een reusachtige vleermuis. Plotseling schoof hij op den daïs toe en bleef slaan. „VVenscht Uw Genade de bijzondere dans te zien, de „Inwydingsdans De gemalin van den Hertog kniktehaar mond opende zich half; haar oogen verwijdden zich in een soort verrukkelijke vrees. „Daartoe moet ik een partner hebben", zeide hg, „om er een getrouwe wedergave van te doen aan schouwen". „Natuurlijk", zeide de Hertog, „zoek maar uit" hjj wuifde naar het gezelschap. „Kies uw partner, professor", voegde hg er bij op luiden toon, ten pleiziere der ganscbe menigte. Een huivering liep door de geheele zaal. De vrouwelijke bedienden trachtten achter de mannen weg te kruipen die er stompzinnig by stonden met bet uiterlijk van menschen, die zich ten koste van anderen weuschen te vermaken. Samson had het oog laten vallen op de dochter van den cipier en stond iu gepeins ver zonken. Het zou echter een flauwe grap zijn dat kind schrik aan te jagen, die spoedig genoeg op haar eigen mauier haar oudergang tegemoet snelde. De kapitein van de wacht? Dat zou werkelijk een prachtige voldoeniug zijn „Laten de meisjes in een rij gaan staan", zeide de Hertog meesmuilend, „zy sterven bijna om de eer". Maar geen enkele gaf hier gehoor aan. Samsou boog en lachte. „Daartoe behoort meer moed dan Uw Genade denkt. Misschien wildeeene of andere heer wel zoo goed ziju; iemand, dis goed de passen kent. Kapiteiu Von Becb zal erweluieta tegen hebben". Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1