Donderdag 25
Augustus
1904.
No 5544.
53e Jaargang.
Beleefd verzoek
Terugkeer
Feuilleton.
Hoe Samson ontkwam.
UITGAVE:
FIRMA A- H VAN CLEEFF
l« AMERSFÜÜKT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement |>er 3 maanden 1.
franco per post ƒ1.15. Advertentiön 16 regels 00 cent: elke regel meer 10 cent. Legale-,
oflicieële- en onteigeningsadvcrtentiön per regel 15 cent.Reclarr.es 15 regels 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar builen worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentien var' buiten de stad worden de inrasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT9
Telephoon 10.
aan hen die nitstedig waren
en zich de „Amcrsfoortsche
Courant" lieten nazenden, ons
bericht te geven van hun
opdat de courant weder ge
regeld aan huis kan worden
bezorgd.
KENNISUEVINGEN.
Landweer.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS-
FOORT;
Gezien liet 3de lid Tan lOderLandweerinstructie I
Brengt ter kennis van een leder, wien zulks aangaat:
lo. de dienstplichtigen bij de militie te land, die
in den loop van dit jaar een achtjarigen dienst by
de militie te land hebben volbracht, dat zijn in het
algemeen zij, die behuoren tot de lichting 1896,
zullen op 1 Augustus a.s. overgaan naar de Land
weer; echter gaar niet over naar de Landweer de
plaatsvervangers, of numnerverwisselasrs, zij die be-
hooren tot een der bereden korpsen of tot het Korps
Torpedlsten en zij, die In het genot zijn van ontheffing
van den werkel£'<en dienst
2o. zy, die overgaan naar ds Landweer, moeten
zich vóór 31 Augustus a.s. in persoon aanmelden by
den Burgemeester hunner woonplaats en daarbij in
leveren hun zakboekje met daarin geheebten ver
lofpas; de verlofgangers evenwel, die builenslands
verblijf bonden, behoeven zich niet In persoon aan to
melden, doch zullen hun zakboekje met daariu ge
heebten verlofpas bl| aangeteekenden brief (met duide-
delijke vermelding van hun volledig adres buileti
liet Ryk) hebben toe te zenden aau den Burgemeester
hunner laatste woonplaats binnen het Ryk;
So. zij, die overgaau naar de Laudweer, zijn van
af 1 Augustus a.s. onderworpen aan alle voorschriften
voor de Landweer gegeven;
Vestigt met nadruk de aandacht op de navolgende
bepalingen der LANDWEERWET:
Artikel 24. De verlofganger van de Landweer
meldt zich binnen dertig dagen na den dag van zijn
overgang naar de Landweer of na dien, waarop hem
de verlofpas is uitgereikt, bij den Burgemeester
zijner woonplaats aau, ten einde deze den verlofpas,
hem by de Landweer of laatstelijk by ds militie
uitgereikt, voor gezien of opnieuw voorgezien teekeue.
De verlofganger van de Landweer, die buiten het
Ryk woont of verblijf houdt, of die zich bij zy n vertrek
met verlof buiten het Rijk begeeft, kan, ter vervulling
van de verplichting in het vorig lid omschreven,
binnen don daarin vermelden termijn zijn verlofpas
bij aangeteekenden brief ter afteekening toezenden
aan dun Burgemeester zijner laatste woonplaats
4).
„O, ja, dat is uitnemend", zeide da Hertogin
verheugd. Het boosaardige nieuwsgierigheid ver
wonderde sy zich, hoe dat heertje in zijn liebto
uniform het er wel af zou brengen, met zijD volgepropt
wambuis en bet opvulsel iu syn pofmouwen en
hozeu.
De officier wierp op ziju gebieder een blik, waariu
woede en smeekiug om den voorrang streden.
„Uw Ganadebegou hij stotterend.
.Laat hy het doen", fluisterde de bruid boosaardig
lot deu Hertog.
.Von Becb", zeide hy en zijn stem nam sen toon
aan, die beteekende .gehoorzaamheid of vernietiging"
,Von Becb, bet is niet meer dan natuurlijk, het
verzoek in te willigen van iomaud mei wien de
omstandigheden U in zóo nauwe betrekking hebbeu
gebracht en die te gelyker lijd myn gast en myn
vermaker is."
„Herr Von Bech is misschien een beetje bang voor
mijn verschrikkelyken patroon", zeide Samson mot
een droefgeestigen glimlach.
Dat bijvoeglijk naamwoord joeg den officier het
bloed naar bet hoofd en de woorden naar de lippen,
Maar hij drotig zo terug en Bchreed voorwaarts.
.Ik beboet' dieu armen kerel te elfder ure iu zyu
gevoelens niet te kwetsen", zeide hy, zicli tot den
Hertog richtend met een verachtelijk knikje van zjjn
hoofd maar den kunstenmaker, „het ie louter een
Kwestie van militaire etiquette. Maar dat alles is
ondergeschikt aan den geringsten wensch van Uwe
Gonsde".
.Het ie de wensch van Hare Genade en rnjjn
bevel", zeide de Hertog met Ijzeren stem.
binnen het Rijk. De verlofpus wordt item doordien
Burgemeester hij aangeteekenden brief teruggezonden.
Art. 25. De verlofganger van de Landweer, die
zich in eene andere gemeente gaat vestigen, geeft
daarvan kennis aan den Burgemeester zijner woon
plaats. Binnen dertig dageu na den dag, waarop hij
t in de gemeente, nuarin hij zich vestigt, inuldt
hij zich aan bij den Burgemeester dier gemeente, ten
einde deze verlofpas voor gezien teekeue.
Art. 27. De verlofganger van de Landweer mag
zich zonder toestemming van Onzen Minister van
Oorlog niet langer dan gedurenJe een jaar buiten
slands begeven.
an den verlofganger van de Landweer, die niet
ersuint is, wordt deze toestemming, wanneer zij
gevraagd wordt eu blijkt noodig te zijn ter zake van
uitoefeuing van of opleiding tol landbouw, handel
of nijverheid, in gewone lijden niet geweigerd.
Bij de toestemming kan de verlofganger wordon
'rijgesteld van de verplichting tot deelneiniug aan
de oefeningen in artikel II vermeld, tol het bijwonen
van het bij artikel 29 voorgeschreven onderzoek en
tot het komen iu werkelyken dienst in geval van
oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone om
standigheden.
Aan den toestemming kunnen overigens zoodanige
voorwaarden worden verbonden, als in het belang
van den dienst noodig worden geoordeeld.
Art. 28. De verlofganger van de Laudweer, die
artikel 24, 25 of 27 niet naleeft, wordt in warkelijken
dienst geroepen en daarin gedurende ten hoogste eene
mamul gehouden. De duur van dezen dienst wordt
bepaald door onzen Minister van Oorlog, die tevens
het korps van bet leger aanwijst wuarby de werke
lijks dienst moet worden vervuld.
Amersfoort, den 1. Augustus 1904.
De Burgemeester voornoemd,
WUJJTIEBS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gezien art. 203 der wet van 29 Juni 1851 (Staats
blad No. 85).
Doen te weten, dat de BEGROOTING der plaatse
lijks inkomsten en uitgaven dezer gemeente voor
bet jaar 1905, door hen aan (ten Raad aaugeb.iden.
gedurende veertien dagen, te rekenen vau heden,
alle werkdagen van 10 tot 1 uur, op de Secretarie
voor eenieder ter lezing zal liggen, eu dat men van
voormelde begruoting afschrift kan bekomen, tegen
betaling der kosten.
Amersfoort, den 24. Augustus 1904.
Burgemeester cd Wethouders vooruoemd,
De Burgemeester,
WUUTIERS.
De Seclretars,
B. W. Th. SANDBERG.
I)e Bouwverordening.
111.
Kort na achten opende de lieer J. R. van
't Hof eergisteravond in «De Arend" de derde
en laatste openbare vergadering, aan de out-
werp-bouw verordening gewyd en bezocht
door 21 personen, allen bebooreni tot de
bouwvakken.
De heer V an 't Hof moest beginnen met
een en ander te zeggen naar aanleiding van
De officier boog en schreed met opgeriebteu hoofde
op bet groene tapijt en leunde tegen een der tengere
pilaren van zwart marmer, die éen kant der zaal
schraagden, terwijl b|j zijn zwaard onder het gaan
deed kletteren.
„Het is niet bijzonder readtaem staal te dragen,
als er zooveel vuur in de nabijheid ia", zeide Samson,
op het wapen wjjzend, met een glimlach. Als om
zyu opmerking kracht by te zetten, flikkerde een
nieuwe bliksemtraal. Het was of het onweer door
het staal werd aangetrokken. De bui was binnen een
kwartier veel naderbij is gekotnon.
„Zal ik myn zwaard afgespen, Heer?" vroeg de
officier aan den Groot-Hertog.
„Ja, ja", zeide de Hertog kort.
Von Bech gaf gevolg aan zyn voornemen en wierp
z|ju degen tegen den muur.
„Een fakkel, alsjeblieft" zeide de danser tot een
der bedienden, „waul ik kan bier haast myn eigen
voeten niet zien".
Aau het andere einde der zaal waren eeu of twee
fakkels, want het eikenhouten plafond weerkaatste
geen licht en de hemel was thans met eeD dikke,
leikleurige wolkenmassa bedekt, waardoorheen de
zon slechts enkele stralen kon schieten, die nog door
de bui verduisterd werden. Op een wenk van den
Hertog gehoorzaamde de dienaar en plaatste liet
licht in een koker aan deu muur.
„Ga daar staan, vreindje", beval Samson.
De woedende officier nam tieu aangewezen stand aan.
„En begiu als ik begiu", vervolgde de danser.
Zou jo meenen, stuk ontuig gromde Von Bech.
„Dal beu jy misschien", liet Samsou hierop volgen.
Toen nam zijn gelaat een wreede uitdrukking
aan en ziju oogen gloeiden als die van een loerenden
menacheneter. „Is het mogelijk, kapitein, dat u
vergeten hebt, hetgeen u enige dagen te voren gezegd
hebt; „Erzyn gevallen, betreurenswaardige weliswaar,
doch onvermijdelijke, waarin iemands ledematen niet
kunnen gehoorzamen aau z|jii eigen vioolykeaandrift,
doch moeten pynigen ten pleiziere van anderen?"
Toen kwam hij een weinig naar voren. „Zeg den
vedelaar, dat ik gereed ben", riep h|j den gerechte
de verslagen iu de cuiiruuten, waaruit bij
gezien beeft, hoezeer leek bij nog is, anders
luid bij vele dingen anjers gezegd had spr.,
in overdrachtelijke!! zin, ineer letters gege
ten, dan zou bij niet gesproken hebben, ge
lijk bij al' en toe beeft gedaan. Vooral ovtr
iwee zinnen beeft spr. zich betrekkelijk wat
te schamen en welover de uitdrukking, dat
R. en W. door de vele dispensalies in bet
ontwerp zich een brevet van onvermogen
gaven spr. trekt dit in, al blijft hij al die
dispensaties jammer vinden en al kan hij er
ook tri nog geen ander woord vinden en
over de uitdrukking, dat spr. de Raadsleden
zou hebben bewerkthiermee bedoelde spr.
slechts, dat bij Raadsleden heeft mogen over
tuigen dal zij de Rouwveroi dening maar niet
zoo klakkeloos ineens op een heeten zomer
middag moesten afhandelen.
Alsnu brengt spr. bet ontwerp verder in
behandeling.
Artt. (31—63 lokken geen discussie.
Art. 64. De heer Van 't Hof merkt
op, dat de laatste alinea minder voor de
eigenaars dan voor de bewoners geldt. Overi
gens geen discussie.
Art. 65. De beer C. Ruitenberg vratgt
of het doen betrekken van een nieuw ge
bouw «zes weken nadat liet glas- en water
dicht is gemaakt en de muren en plafonds
zijpv bepleisterd" in den regel niet wat te
vlug is.
De beer Van Schaïk merkt op, dat .ie
uitdrukking «glas- en waterdicht" ook veel
in bestekken voorkomt. In den zomerdag
wordt het glas pas op 't laatste oogenbik in
gebracht in den winter echter zoo vlug
mogelijk. Ook spr. acht het niet goetl, als
regel 6 weken te stellenbet hangt te veel
af van het jaargetijde
De beer Van 'i Hol stelt voor, er by v.
twee weken af te doen.
De beer Van Sc. ha ïk wilde lezenacht
of 14 dagen nadat de bouw compleet en bet
gebouw opgenomen en goedgekeurd is. Na
6 weken k&u het toch nog nat wezen.
De heer Van 't H o f stelt voor, te lezen
14 dagen nadat bet werk geheel voltooiden
goedgekeurd is.
De heei Prins Sr. stelt voor, weg te
laten «glas- en waterdicht is gemaakt en
de muren en plafonds bepleisterd zyn".
De beer Van Schaïk merkt op, dat
deze bepaling werd gemaakt tegen vochtig
heid van het nieuwe gebouwdeze is ech
ter niet te constateeren door zulk een bepa-
dienaar toe.
Een blinde oude Italiaan werd binnengeleid en
op een laag stoel tja geplaatst.
„Een tarantella, maat", gebood de professor. Toen
begon hy nogmaals als een vleermuis met langzame
wendingen heen en weer te draaien, rond de onbe
weeglijke figuur van den eoldaat, die met eeu zuur
gezicht als ceti opgezette pop midden op helgroene
tapijt atond. Jean Marie sloeg geen acht op den
pas van deze eigeuurdigo dans, doch lette uit
sluitend op de maat.
Zyu beweging deed liij vergezeld gaan van een eigon-
aardig getnonpel. Het was een verward mengelmoes
van NapolitaanBoh, Bretoniob eu 3p»auseh,gedureude
ziju zwerftocht opgepikt en ter verbijstering vau
bet publiek lot dichtregels aaneengeregen. Zyn stem
zette zich uit, un zyn bewegiugeu werden sneller.
Plotseling keerde by zich op de tcenen om, verhaastte
zyu pas, eu strekto zijn armen uit naar den storm-
achtigen hemel. „Meester!" riep hij uit, „hier beu
ik ik wacht!"
Toen schoot hij met Éen sprong naar achteren,
greep den fakkel en begon den tarantellapas, deu
officier voortdurend aauzieude.
„Volg inijzeide hy tol Vou Becb, meteen wildeu
lach. „Let goed op my!" schreeuwde hij het ge
zelschap toe, „wat nu komt, geschiedt op bevel van
mijn Meester.
Eerst neemt hij het tempo langzaam, doelt dat
dient slechta om tijd te geven, spoedig gaal hy
vlugger. „Als je het uiet kunt bijhouden, is het
met je gedaan."
liij danste, de fakkel omhoog houdend, gelaat
daarbij voordurend het fatje op de leeuen trappend.
„Dans!" schreeuwde Samson, de fakkel vervaarlijk
in bet roud zwaaiend.
„Dans. dans!" riep de Hertogin.
En liet geheele gezelschap herhaalde dien kreet.
De officier trad achterwairts, vervuld vau afkeer
en augst en genoodzaakt sich ten koste van al!es
zóo te bewegen, dal zyu leenen niet door die out-
zeltendo voeten verbrijzeld werden.
„Vlugger!" zeide Samson met dreigeude slem
ling. Kt' moet een tijd worden bepaald tus-
schen oplevering en betrekken.
De lieer i'rins vraagt hoe 't dan gaan zal
als men eeu gedeelte verbouwt van bet huis,
dat men bewoont.
De heer Van Schaïk merkt op, dat
bier uiet wordt gesproken van veranderen,
doch van nieuwbouw.
De heer Hou telt: meenf, dat men dit
wel kan overlaten aan den bouwer, die reeds
volgens art. 16 vigeerende verordening ver
plicht is, schriftelijk vergunning voor bet be
trekken aan te vragen.
De beer Van Schaïk zegt, dat B. en
W. dit juist niet willen overlaten, doch de
permissie zoo spoedig mogelijk zullen afgeven.
De beer H o n t e 1 zal nimmer nieuwe
bewoners toelaten als pleister en verfwerk
nog versch zijn.
De heer Klink meenl, dat de permissie
uiterlijk 14 dagen na de aanvraag' moet in
komen.
De heer V n 't Hof merkt op, dat dit
elders reeds in bet ontwerp is bepaald. Spr.
vereenigt zich met hef voorstel-Prins.
De heer Van Schaïk meent, dat de
Raad nimmer te bewegen zal zijn, die woorden
te schrappen. We moeten vrugen, rekening
te houden met de jaargetijden.
De lieer F. vanAchterberghissterk
tegen het voorstel-Prins en vóór bet voorstel-
Van Schaïk. Spr. vindt het veel beter dat
vergunning tot betrekken wordt gegeven 14
dagen nadat de bouw is voltooid en goedge
keurd.
Het voorstel-Pi ins wordt nu aangenomen
met op 3 na algemeene stemmen.
Art. 66a. De heer Prins vraagt of er
ook niet-bestaande gebouwen zyn en stelt
voor te lezen De eigenaar van een woning, enz.
De heer B o e r k o e 1 vraagt waarom nu
dan óok maar niet «bestaande woningen"
zou lichten uit het opschrift. Het woord
«bestaande" werd eenvoudig gesteld om aan
te duiden, dat deze woningen bestonden by
bet in werking treden der verordening. Het
moet behouden blijven.
De lieer VanSchaïk zou óok zeer tegen
wegnemen zijnliet is ter onderscheiding
van nieuwbouw.
De heer H o n t e 1 vraagt uf wannoer
men een bestaand gebouw heeft, men ge
dwongen zou kunnen worden, dit te veran
deren. In I9Ü21904, dus vóór de Woning
wet, heeft spr. gebouwddie woningen zijn
goedgekeurd door het Bouwtoezicht. Nu is
lly bracbi den fakkel dichter bij bet gelaat van den
ander. Schrik sprak uit Von Becb's oogen. Thans
zag hy het gevaar in vollen omvang. De man was
Sek, en bij zelf ongewapend. Hij deed een wan-
opige poging om ter zijde uit te wyken en aldua
te ontsuappen in de zuilengalerij, maar Samson
wist dat te verhinderen en gilde hem toe, zich niet
van zijn plaats te verwijderen. Binuon en buiten
de alanke zwarte pilaren bewogen «Ij zich, de zwarte,
demonische, groteske figuur, de auder daartegenover,
ale een marionet met slap gelaat eu starende oogen,
terwyl de blinde vedelaar mear doorkraste met een
geduldigou glimlach om de lippen. „Sneller!" Mi
de professor. Hij zag, dat Von Bech op hot punt
stond, er by neer te vallen. De druk van
diens met watten opgevuld wanbuis had reed* veel
eerder zijn adem doen stokken. Sarasou greep bet
fatje by zjjn pofmouw.
„Is het Diet mooi?" vroeg de Hertogin aan baar
genual. „Ik zou wel eens willen weten, hoeveel
van zyn lichaam water en wind en hoeveel werkelijk
vleet-ch is." Zij barstte opnieuw iu lachen uit, want
Von Bech had zijn oogvu tun gevolge van duizeligheid
half dioht gedaan en tuet groote sprougeu lolde hü
nu iu het rond.
„Uitmuntend?" zeide Sainton. „Net zoo zit mijn
Meesttr mij op de hielen, eu als ik niet moer kan,
hondt by mij een stuk zwavel ouder den neus om
my weer by to brengon." De fakkel raakte het haar
van deu officier en schroeide hetdo vlammen
vlogen er langs: de kapitein sloeg ziju banden met
een angstkreet voor het gelaat en vloog op de open
ventten toe. „En dan beginnen wij weer fristcner
dan ooit," gilde Sainton, „en dan slaat hij zijn
groote armen «un mij heen" Samzon wierp den
fakkel het venster nit, on greep het ventje urn zijn
middel „en dan dansen wy dan dansen wü
en dansen wy
Slot l ofgt.)