Zaterdag 24
September 1904.
No 5557.
53e Jaargang.
Feuilleton.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post /'1.15. Advertentiën 1O regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-^
ofiicieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25; elke regel
meer 0.25. Qroote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals at/.onderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad wonien de incosseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT9
Telephoon 19.
Nieuwe abonné's ontvangen
de Courant tot 1 OCTOBER
GRATIS.
K1SH I S li E V I NOES.
Schouw.
Do BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gezien art. 22 van het Reglement op het onder
hond en gebruik der wegen in do provincie Utrecht
d.d. 8. November 1853 (Provinciaalblud No. 102),
alsmede arl. 1. der Verordeuiug op do wegou on
wa'erleidingeti
Doeu te weten, dat do bij voormeld artikel bo-
doolde uajaars-schouw over wegen, alooten en water
leidingen, aau bun toezicht of beheer ouderworpen,
xal gehouden worden op Woensdag, den 12. October
aanstaande en volger.de dagen.
Wordende by deze de bepalingen van bovenge
melde reglementen aan de belanghebbenden in her
innering gebracht.
Amersfoort, 22 September 1904.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. Tb. SANDBERG
Vlekziekte.
De BURGEMEESTER van
maakt bekend,
dat in de gemeente Utrecht v I e k i
de varken» ie geconstateerd.
Amersfoort, 24 September 1904.
l)o Burgemeester van
WyiJTIER:
AMERSFOORT,
vlekziekte ondor
Openbare- of Bijzondere
I)e tijd der vergaderingen n
i'linol
iet en zonder debat
r kunnen we er van
wezen, dat vóór de aanstaande Kaïucr-verkie-
z ngen er heel wat vergaderd en van alle zijden
hiel wat gespreken zal worden.
We zullen een zoo g tro iw ui "gelijk en steeds
objectief verslag geven van al die vergaderingen
eon ieder putte er uit wat hij vrenseht te weten
Getrouw aan onze gewoonte onthouden we ons
van beschouwingen; er zijn partijbladen te over,
welke die tiak op zich meenen te moeten nemen.
Donderdagavond werd in „Do vergulde Zwaan"
een vergadering gehouden door de plaatselijke
afdwling van den „Bond van Nederlandsche
Onderwijzers", in welke de heer J. J. Darners,
uit Amsterdam, sprak over „De voorgestelde
wijzigingen in do Lager-onderwijswet" en welko
werd bijgewoond door een iïO-tal onderwijzers,
leeraren, vertegenwoordigers van het „Nedor-
landsch Onderwijzers Genootschap", van de „Ver-
eeniging van Hoofden van scholen", van het
XulB-departement en andere belangstellenden,
die door den Voorzitter, den heer Óostertnan,
werden welkom geheeten. In zijn inleidend woord
zeide deze, dut tot zijn leedwezen de heer Wet
houder van Onderwijs verhinderd was, de ver
gadering bij te wonenhij hoopte intusschen,
in de verdere actie tegen de Wet-Kuyper ook
op den steun der genoodigden te kunnen rekenen
en acht e het een goed begin, de voorgi Hielde
wijzigingen eens uiteen te doen zetten, waartoe
hij den heer Earners het woord gaf.
De heer Earners wensehte zieh te beperken
tot algemeene beschouwingen en moest een enkel
woord zeggen over het rechtsbeginsel. Spr. weet
zeer goed, dat zoowel do voorstanders «Ier Bij
zondere school als de meervooruitstrevenden den
strijd om dat rechtsbeginsel vrjj wel als afgedaan
beschouwen na de Wet-Mackay en dat ook het
Minislerie-Borgesius dien als geheel afgedaan be
schouwde, doch meent, dat de strijd wel is aan
te binden en zelfs moet worden aangehouden.
Er zijn tweöerlei voorstanders van de algeheele
bekostiging der bijzoudere school door het Kijk
en wel de orthodoxe Protestanten en de Rootrisch
Katholieken, welke die school wensehen, en een
tweede groep, welke die school niet wenseht,
doch meent, dat aan zeker recht moet worden
voldaan.
Langzamerhand hebben de clericalen een mid
del tot bestrijding der openbare school te baat
genomen, dut doel trof en wel door de openbare
school te belasteren en te beliegen, door van den
kansel te verkondigen dat zij is een instelling
des duivels en hierdoor werd het d >gmu geves
tigd de openbare school is een instelling teg n
God.
Voor hen die zóo spreken is 't reeds voldoende,
dal er kouiu een bijzondere school, ton deele en
liefst geheel bekostigd door den Staat.
En hoe ver men gaat met de bestrijding, moge
blijken uit de aanhaling van een clericaal bind
„de openbare onderwijzeres is een openbare, dus
een publieke vrouw".
Ken groep vrijzinnigen oordeeltwaar het
clericale deel van ons volk niet tevreden is met
Je openbare school, zijn we verplicht dat deel
eventueel te geven, wat d«' Staat ons geeft voor
onze openbare school. Dit is echter een co
quentie, die hoogst absurd is.
In onze samenleving is het noodig, dat het
i kind zekere hoeveelheid algemeene ontwikkeling
hebbe. Waar de Staat dit wenseht, moet ook do
Staat zorgen, dat er scholen zijn waar de wat
men noemt Christelijke deugden worden onder
wezen en moet ook «ie Staat zorgen, dat dit niet
geschiedt door mensehen die dit niet kunnen of
niet willen.
Nimmer is meteenigen grond en roden kunnen
aangevoerd worden, dat «Ie openbare school niet
heeft aangebracht de noodige hoeveelheid nlge-
nnene ontwikkeling, dat zij niet heeft opgeleid
tot de in de wet genoemde Christelijke deugden,
evenmin als ooit bewezen is kunnen worden «lat
l)e trotsclie Louise.
llit hot Eugolacb, door A. J. M.
2. Slot.)
Op den avoud van de Harulot-vooratelling was hot
groote Opera-gebouw lot aan den nok vau hel dak
met toeschouwers gevuld. Toen ik achter de coulisien
de vrouwelijke Lnertes met haar blonde krulpruik
en nauwsluitend, schilderachtig kostuum in 't oog
kreeg, moest ik bekennen, dal die oude dame er
niet kwaad uitzag, muur toen ze voor het voetlicht
verscheen, bemerkte ik aan haar trippelende gang
en gedwongen bewegingen, dat zij wat al te veel had
getracht baar kollosaaal figuur in te pennen. In die
veronderstelling werd ik nog door de kamenier ver
sterkt, die achter op het tooneel tot den friieurzei:
,,'t Was een karrewoi om die klomp vleesch in fat
soen te brengen; 't heeft menige zweetdroppel ge
kost. Haar corsot en haar zijden tricot zijn m nog
grooler spanning dan zij zelf".
„Bij zóo iemand," was 't antwoord „is een kame
nier ook niet voor haar pleixier, en de kapper, die
haar pruik naar haar xin friseert, moet óok nog ge
boren worden. Maar 't is xeker, dat xe er vorstand
van heeft om vau een ruïne nog wat te maken!"
De verwachting van het publiek werd niet to leur
gesteld, want Herr Haym had een heldere stem eu
beschikte over oen groote, sterkte zeggingskracht.
Zoo bracht hjj allo hartstochtelijke scènes tot hun
recht en daverende toejuiching viel hein herhaalde
lijk ten doel, terwijl hij nrermalon teruggeroepen
werd. Van mijzelf durf ik getuigen, dal ik voor
zoover het op de xtemraiug aankwam, hmo waardig
ter zijde stond, want ik was een ccht-treurige Horatio.
De trotsche Louise daareutegen deed tegen haar be
doeling de tragodie meer, malen is een nieuw licht
verschijnen. Met haar buitcugewoon embonpoint
waren de trippolaude gang, vrouwelijke alluret eu
smachtende oogopslag een alerko lugeusielling,
Do voorstelling had lot aan do laatsto acte
gelukkig verloop. Hamlet had reeds zijn cyni
beschouwingen over dt-odsbeeudt-ren aan het open
graf van Ophelia gehouden, de lijkstoet was tuet
somberen luister over het kerhof getogen en Laertes
met de woordeu: „Laat my haar nog eenmaal om
hellen," in hel graf xyuer zuster gesprongen, toeu
plotseling iets zeer ongewoons plaats greep.
Het ging den ougelukkigon Laertes met het too-
tieelgraf, als de dieren in de fabel met het leeuwenhol
hij kwam er gemakkelijk in, maar moeilijk weet
uit. Hel graf was voor Louise-Laerles veel te diep
zij had geen rekening gehouden tuet haar nauw
sluitend tricot, dal geen sterke kniebuiging kou ver
dragen, geen builengewono bewegingen gedoogde
Nadat Hamlet, na oen korte worsteling met Lnertoi
uil het graf was gesprongen, hom had uitgedaagi
en toegeroepen: „Ik vecht deze zaak uil, tol ik mijt
o«)geu sluit" deed Laertes vergeefscbe pogingen ou
zich naar boven te werken.
Nu was deze scène zóo ingoricht, dat ik, in myn rol
van Horatio, Hamlets vriend, alleen niet dezo hij
het graf stond, terwijl achter oen kleine heuvel de
Koniug met zijn gevolg wareu geschaard. Er v
op dit oogenblik maar twee personen, «iio L«
uit zijn metoligen toestand kouden helpenHi
eu Horatio. I>e eerste kon hem, als verklaarde
tegenstauder, moeilijk du behulpzame hand bieden,
terwijl Horatio zich inet een niet te beschrijven
leedvermaak, verkneuterde in do doodelijko verlegen
heid van Louise.
Het was vorgeefs, dat deze hem smeekle „llelp
me om Godswil I", vergeefs dat de kortzichtige
Humlet-Haym haar toelluialardo„Kom er toch uit,
voor den duivel". Horatio bleef als een steeneu beeld
voor den spartelenden Eiortes slaan. Hamlet raakte
van do wgahij kraamde schrikkelijkcn onzin uit,
om de huuardo positie vau Latwtes een tijdlang zoo
veel mogelijk te maskeereo, tmiur hot publiek kreog
het spoedig in de gaten door zijn (haar) krampach
tige, gymnastische sprongen, cn iu de engelenbak
begon tuon te giegelen.
In haar doodsangst voerde Louise toeren uit, die
zij niet iB de school voor heel ons volk. wnnt
niets wordt er geleerd wat strijdig is met «lo
gevoelens van undersdenkonden. En ondanks dat
alles zijn de clericalen niet tevreden met «1e open
bare school en willen zij, dal de Stuut hun bij
zondere school zal bekostigen.
De Staat bekostigt leger cn vloot om onze
zelfstandigheid en ouzo reohten in geval van
nood te kunnen verdedigen en geeft daartoe
telken jarc aan een ueel -Ier landskinderon een
utilitaire opvoeding. Als nu eens de anti-mili-
tairist hut zelfde beginsel ging toepassen ais de
clericnlt-n, «lal trachtte door te drijvon ten op
zichte van het onderwijs en hij z'cn verklaarde
tegen «lie militaire opvoeding en eens vrijkorpsen
maakte, zou hij dan óok kunnen vragen be
kostiging dier vrijkorpen van Staatswege?
Do Staat bekostigt thans landbouwscholen, die
aarlijk óok niet zoo geheel en al doorzilt zijn
an clericale beginselen. Moeten er dan nu óok
bijzondere landbouwscholen komen, bekostigd
door den Staal
Moet het óok zoo gaan niet het gevangenis
wezen, «Ie krankziiii.igcn-gesticliten en zooveel
andure instellingen, welke thans door den Staat
worden bekostigd?
Een andere quaustie is deze: Kunnen er niet
reilenen van billijkheid besLom, dat de Staat
de bijzondere scholen subsidieert. Spr. wil dit niet
ontkennen, doch dan moet eerst geconstateerd,
dat een deel van ons volk niet tevreden is en
niet ti'vreden ktin zijn met de openbaro school.
Bekostigt de Stuut de bijzon«lere school, dan
zul hij ook moeten eischen zekere rechten, bij
voorbeeld, dat in die school niets wordt onder
wezen wal nudeelig is voor de gemeenschap; «lat
de Staat medezeggenschap hebbe; dat«le rechts
positie van «len ouderwijzer zij geregelddat de
sclioolgebouwin goed zijn, enz. En juist «lat
medezeggenschap willen de clericalen niet; althans
sleohtB zeer enkelen hunner.
Bij de beraadslagingen over de Wet van 1S89
heeft men getracht, liet Engelscho stelsel in die
wet te brengen, met name door het umeu letnent-
Van der Ktuy, doch «le heer DeSavornin Eohman
antwoordde, dat dergelijke beperkende bepalingen
het bijzonder onderwijs zullen dooden. Men wil
dus w«d, dat de Slaat de kosten drago, doch hij
mag niet eischen, dat voldoend onderwijs wordt
gegeven. Ook zeide de heer Loltutati. cl.it hel
stellen van gelijke eischen voor liet personeel
aan de openbare en de bijzondere scholen voor
dezo laatste te drukkend zou zijn en dat het
een belemmering zou wezen, de jeugd te doen
opleiden als in Engeland.
We zijn liter intusschen niet bijeen in een
politieke vo.gudering en spr. wil dcarotn af
stappen van deze beginse'.-quae3tie.
Dat men trouwens dat rechtsbeginsel niet zoo
schep inziet of aanvaardt, blijkt o. u. uit de
verklaring van Minister Borgesius, die het Rijks
subsidie wilde beschouwd zien als een middel
tot pacificatie, Naar spr. nieoning is en blijft
deze pacificatie echter oen illusie, zelfs al zou du
Staal de bijzottdero school geheel voor zijn reke
ning nemen. Trouwens Minister Kuyper orkende
zelf, dat de Staat rechten verkrijgt door 6ubsidi-
eering van de bijzonde school.
Doch Kerk en Staat kunnen niet muiten zeggens
kracht hebbengeschiedt dit, dan zal men hier
een herhaling krijgen van het gebeurde hjj de
instelling van liet Collegium philosiphicum in
België of het Concordaat in Frankrijk en dan
zal «le schoolstrijd eerst recht beginnen.
Zelfs Minister Kuypergevoelt het rechtsbeginsel
niet zoo erg. Ware dit wel hot geval, dan haddo
hij met ingediend een wetsvoorstel als dit, doch
zich geheel gehouden aan art. 192 Grondwet. B(j
de minderheid zijner partij in de Tweede Kamer
durft hij de zaak nog niet aan.
Spr. ontwikkelde nu drie bezwaren tegen de
xoogennamd Vrije school.
1#. De Vrye school zal veelal den onderwijzer
plaatsen voor het «liletnnta een huichelaar te
worden of zijn brood te verhezen.
Eer hij, gewoonlijk op zijn 19e jaar, als onder
wijzer optreedt, stond hij gemeenlijk onder den
invloed zijner ouders en hing h(j het geloof aan van
het ouderlijk huis. Op zijn 20ste jaar begint zijn
beginselvastheid zich dikw'jls reeds zeer te
wijzigen, Komt dat voor op do openbare school,
dan gebeurt er niets; de byrondore onderwijzer
echter zal dan óf ontslag moeten vragen, öf gaan
huichelen, wat al heel leelijk is voor een «>pvoe«ler
der jeugd. Onze wet geeft den onderwijzer juist
groote vrijheid van beweging en overtuiging,
hetgeen ook moet onvlat hij een vrij volk moet
opvoeden. Do bijzondere onderwijzer wordt echter
broodeloos als bij een eerlijk man is; sir 'hts weini
gen wagen zich aan broodeloosheid on het gevolg
zal dan ook weren, dal er tal van huichelaars
zullen komen. Dit is nochtans geen besohuldig-
ging aan het adres vun du bijzondere onderwijzers
van thanBvoor de huidigon staat de openbaro
sehool nog opendoch wanneer «lo bijzondere
school meer en meer regel zal zijn guworden,
dan wordt dezo uitweg voor hen afgesloten.
Nu wordt in hel ontwerp wel eeni .szins de
rochlspositie geregeld, doch ut zeer veel ook is
nog niot voorzien. Z «o'n twijfelende kan hel leven
onhoudbaar worden gemankt door het school
bestuur, dal hom zijn periodieke verhoogingen
onthoudt, hem zwaarder diensten oplegt, enz.
Een z'-'or groot nadeel voor «len opvoeder der
jeugd is 't, dat hij zelf niet vrij is.
2'. Het peil van het onderwijs zal dalen. We
en dat in Bul;;ic waar do strijd is gevoerd tot
liet bittere einde en waar het volksonderwijs
zóo is achteruitgegaan, dat België bijna geheel
achterstaat bij do volkeren van Europa wat
volksontwikkeling aangaat. Niet alleen België
kan ons tot waarschuwend voorbeeld strekken,
,r ook Noord-Brabant. Als «laar oen bijzonderu
Bchool wordt geop'md, is zij uitstekend tot tijtl
het. publiek allerboapoilulijkit toeschenen en hut gie
gelen ging over iu eeu uitbundig gelach,
De Directeur, die de rol vitu „Goeat van Hauilet»
vader" had vervuld eu op dit oogenblik bezig wat
zijn apnokgewaad le verwisselen met een meer ge
wone kleeding, haastte zich naar het tooneel, niets
begrijpend vau die luidzuchlige prut op eon oogen
blik, dat hij bet publiek ouder «ien indruk waande
van de auudoenlyke scène by Ophelia's graf. Met
éeu oogopslag begreep hij den toestand eu schreeuwde
onder heftige gebaren do «ioodgravers toe: „Helpt
te er uil, groote lummels!" De doodgravers sprongen
van beide kaulen iu het graf en wilden Louise naar
boven heffen, maar bet vrachtje viol niot mee; zij
was veul zwaarder, dan do arme, niet al to best door
voede figurantou hadden vermoed. Hun pogingen
mislukten een der doodgravers sprong wuor op vasten
grond, om I.aette» naar hoven te hyschon, terwijl
zijn kameraad op de gebruikelijke wijs zou opduwen.
Nu gelukte liet mot vereottdo krachten om, onder
oorverdoovend gejoel van de toeschouwers, Laertes
op den rand van hot graf te krijgen. Toon dexe
even wol opstond en liet publiek haar te zien kreeg,
vertoonde xy zulk eeu allerbelacholijkHt oaricaluur.dat
hot rumoer in «le zaal in oen Itelsch lawaai overging!
By hel ophalen van do zware Louise had «1e eeno
helper «Ie goudblonde pruik algestooten en een
half kalen schedel was te voorschijn gekomen. Mot
haar rechterhand do pruik vasthouden, out die voor
oen wisseu val te redden, met de l'.ukor tiaar haar
tricot tastend, dal allerlei verdachte geluiden deed
hooren, maakte Laurtes, «lat zij uit voetou kwam I
Overhaast liet men het voordouk zakken in werd
het outwyile kerkhof aau verdere bliitkcn omtrokken.
Achtor de coulissen Blond «Ie zooovcu als dood
lachen tot haar du tranen
au hel tooneel ging de Direc-
koer en riep de hsitle tuachi-
;>rding. Dezen wuien Mn latten,
voor eeu Opera nog niot» hadden
gi-p:t)»teerd en vsn het drama evott weinig begrepen,
als het fransch van «len Directeur, dat «leis heel
gebrekkig sprak en die hun nu allurle: beschul
digingen naar het hoofd wierp, omdat xy het graf
botreurde Ophelia le
over de oogeu liepen
leur als eeu razende
uisteu ten
te diep bedden gemaakt. Daarop vloog hy naar de
kleedkamer van Louise, die hy bewusteloos vond,
Toeu alle pogingen om haar bij te brengen vruchte
loos blekeu te xyn, besloot de «lirccteur uit nood-
dwsng, de rol van Laertes op zich to uumon om liet
laatste tooneel to reddenHij ontnam aan de
ongelukkige Louise, haar blonde pruik, zette die
zelf op en kleeddo zich in vliegenden haast in eeu
passeud costuum.
Maar oen ongeluk komt zelden alleon.
Dn directeur hoopte door eeu hoogst dramatische
scène den indruk van het laalsto tooneel lo heretellon
en liet tweegevecht tusscheu llamlct en Laurtes was
daartoe wel geschikt.
In
tal
het Koninklijk paleis was alles
ing in gereedheid gebracht. Iu
ontmoeting i
tegenwoordigheid van «len Koning eu de Inden der
Hofhouding warden do boide partijen togon over
elkander geplaatst en het toiu tol aanval gogeveu,
«lat door het stampen mot don rechtervoet weril
aangeduid. Hjj «leed ditovenwel mol zooveel kracht,
«lal «le machinisten, vin de wijs gebracht door hol
vreeselijk standje, dat zo huilden opgoloopon, dal harde
stamp* n voor het afgesproken teak en hield en om het
valluuc neer te laten, Eu op liet oogenblik waarop do
duonsche Majesteit mol het oog op «len heftigeu stryd,
uitriop: „Scheidt hen!" verzonken beiilon in de
diopto.
Ilct publiek zag nog hoe Hamlet door eeu wau-
bopigou, maar vergeefachon sprong, den vasten grond
trachtte te beruiken, hoe Laertes mot zjjn handen in
de lucht sloeg, al» wilde hjj zich aan «ion rand van
do opening vast houden, toon het voordoek langzaam
viol eu do vertooning, al» geëindigd werd boscbouwd.
In de zaal evenwel zweeg men niet; er ontstond
een uitbundig lawaai uu het publiek lachte ale nooit
Nooit heeft «loxo verheven trageilio een zóo vroolyk
publiek zien huiswaarts koerei., als «lezen avond.
Het lot had tuy gewroken