October 1904. No. 5566 54s laargang. Tweede Blad. Nog weer f23 000? Stadsnieuws. UITGAVE FIRMA A H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f 1. lranco per post 1.15. Advertentièn 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels/" 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9- Telephoon 19. 't Is best mogelijk, dat ik alleen sta iu mijn opinie, maar die veronderstelling kan mij Diet beletten om haar te geven. Eu wie weetmisschien als men eens nadenkt, dan Een veertien dagen geleden richtte het Hoofdbestuur der Eed. Zuid-Afrikaansche vereeuiging een oproep in de bladen om het door het zeuden van bijdragen de kleinste zelfs zou welkom ziju bg te staan om „het stoffelyk overschot van wijlen president Krüger namens het Nederlaudsche volk op een afzondcrlyk stoomschip naar Zuid-Afrika te doen voeren en alzoo mede te werken tot een waarlijk geschiedkundige, van zooveel eerbiedige hulde getuigende daad van de Nederlaudsche natie. .Bovendien is het de bedoeling, ter herinnering aan deze volksuiting, een oorkonde te doen vervaardigen, vermel dende de namen van allen die daartoe hebben medegewerkt, en deze later te deponeereu iu het Zuid-Afrikaansch Mu seum te Dordrecht". Ook wij plaatsten dien oproep we dachten misschien heel naïef dat er een paar duizend gulden mee gemoeid ging trouwens, eerlijk opgebiecht, lang stoudeu wij niet stil bij den inhoud van dat ingezouden stuk. Maar nu ik gisteren avond in het Handelsblad las, dat de onkosten van de reis, welke heen en weer twee maanden duurt, f23 000 beloopen, en nog eens herhaald vond, dat de Ned. Z. Afrik.- Vereeniging hoopt, dat niet door enkele groote giften, maar door duizenden kleine de beuoodigde som zal byeengebracht worden, daar koester ook ikdenvurigen weusch, dat het Nederlaudsche volk veel kleine en groote bydrageu zal zenden, echter niet aan de Z. A. Vereeniging om deu gestorven president Krüger te eeren, maar aan de beide commissiën, dk. zich tot taak gesteld hebben de ellende van negen en twiutig zwaarbeproefde, dood arme levciMle menschen wat te ver zachten. Twee visschersvrouwen te Den Helder toch met elf, en zes te Urk met tien niet minder jonge kinderen moesten ver leden week man, vader of zoon, ieder de kostwinner der zijneu, afstaan aan deu onverbiddelyken dood, opdoemend uit het zelfde element, waarheen die treurende vrouwen na korteren of langeren tijd toch weer velen hunner kindereu moeten zien trekken cm het dagelijksch brood te verdienen. Telkens, wanneer ik lees en hoor van stormen, die over de wateren zwiepen, denk ik aan Heyennans' aangrijpend tooneelstuk„De Hoop van Zegen." Dan zie ik weer al die visschersmoeders, visschersvrouwen en visschersbruiden bij elkaar zitten, een schilderij van Israels gelijk, en hoor ze weer vertellen van het gevaarvolle leven op zee, van de nooden en ontberingen, die het visschers- bedrijf met zich brengt en als een som bere melodie klinkt dan telkeus dat „de visch wordt duur betaald!" Eu als de bezoeksters vertrokken zijn en moeder Kniertje met Marietje alleen in dat groote, half verlichte vertrek aehterblyft, als de storm doov den schoor steen giert en by elke vlaag de beide vrouwen doet ineenkrimpen van angst, dan voelen we eerst recht wat ze lyden moeten, die armendan begrijpen we, waarom ze zoo vroeg oud zijn, dan zien we nog dagen lang voor ons die twee bid dende vrouweu, God smeekencl om bun dierbaren te beschermen, terwijl misschien voor dezen op denzelfden oogenblik het eeuwige mysterie van leven en dood ont raadseld wordt En we hooren nog wekenlang den liart- verscheurenden gil van Marietje, als ze, verneemt, dat haar nog ongeboren kindje, niet alleen zijn vader nimmer zien, maar zelfs nieteenszyn naam dragen zal. Eu Ik heb met duizenden in binnen- en buitenland de nog meer vrouwelijke, dan vorstelijke daad van onze Koningin bevvouderd en toegejuicht, toen zij in 1900 den zwaarbeproefdeu grijsaard een barer oorlogsschepen zond om zijn land te verlaten ik kan instemmen met de hulde, die den moeden balling vooral in ons land gebracht is ik vond het zoo heel natuurlijk, dat duizenden en duizeuden guldens door ons volk gezon den werden aan de dappere Boeren tot verzachting van do rampen, welke die afschuwelijke oorlog over hen bracht ik kan me begrijpen, dat velen in den lande de laatste eer aan Krügers stoffelijk overschot wenschten te bewijzeu, toen het voorloopig op het kerkhof te 'sUra- venhage werd bijgezet. Maar dat alles zij thans genoeg Het Nederlandsche volk mag naar mijn bescheiden meening niet nogmaals opge roepen worden, teneinde weer duizenden te offeren, nu voor eeu doode, (lie te veel hield vau eenvoud, en dat toonde tijdeus zyu leven, dan om te gelooveu, dat men iu zijn geest handelt door giften te vragen en te scheuken voor de vervulling van zijn laatsteu wenschte rusten in zijn land vooral waar zijn familie gelukkig iu staat is en zich zeker niet aan die taak onttrekken wil om dien wensch geheel tot uitvoering te brengen. ik geloof stellig, dat de wereldwijze man, zoo hy weer in ons midden ver schijnen kon, rekening er mee houdend hoevelen in deu lande dit jaar groote verliezen leden door eigen of anderer schuld, waardoor zij minder bestemmen kunnen voor den behoeftigen medemenscb, en meelevend vooral met de smart en de ellende van de treurende visschersgezinnen iu het Noorden, dat hij de eerste zou zijn om ons toe te roepen„Geeft, wat gij te missen hebt aan die arme beroofden daarginds, ook aan hen in uw eigen omge ving, die het noodig hebben; denkt er aan, dat het eerder plicht is het lijden van de levenden te verzachten dan de nagedachtenis van de dooden te eeren op kostbare wyze." Ik weet het, er zullen er ziju, die zeggen: „velen kunneu het eene doen zonder het andere na te laten best, maar toch waag ik het, hun, die zich de weelde kunnen veroorloven om voor beide doeleinden te offeren, voor te hou den: „bestemt beide giften voor die arme weduwen en haar vaderlooze kinderen; gaat eens na, hoeveel er noodig is om 29 personen jaren te onderhouden, want het duurt nog een heel tijdje eer die kinderen in staat zyn voor hun moeder en zich zelf den kost te verdienen, zoodat er heel veel groote en kleine bydrageu moeten inkomen om eenig resultaat te bereiken. En waar daarginds in het Noorden onze penningskens zooveel lijden kannen ver- zachten, waar wij allen in onzen kring of even daarbuiten zoo ontelbaar velen kenuen, die aan alles gebrek hebben, waar schier elke liefdadige instelling ver sterking van inkomsten vraagt, waarzoo- veel gemeenten in den lande te kampen hebben met onvoldoende geldmiddelen om de dikwijls zoo noodzakelyke uitgaven te bestrijden, daar ben ik van tneeuing, dat, zoo ooit, thans het woord van wylen den grooten menschenvriend A. C. Wertheim van toepassing is: „ge moogtnvf dooden be treuren, maar ge moet meeleven met, en leven voor de levenden!" Suzk Fiikdkiuks Van clkbkk Amersfoort, 14 October 1904. We gelooven, zoo te oordeelen naar de sterfgevallen welke door den Burgerlijken Stand iedere week worden meegedeeld, dat dit aantal nogal zeer aanzienlijk is. De Directeur van het Post- en Telegraaf kantoor alhier verzoekt ons het volgende op te nemen. »Op verzo k van den heer Directeur-Ge neraal wordt het publiek uitgenoodigd geene fooien aan post- en telegraaf beambten op hun verzoek of wegens de aanbieding van bet een of ander uit te reiken. Het is bun, onder bedreiging met ontslag, verboden het vragen of het uitlokken tot het geven van fooien". De «Staats Courant" voor Zaterdag 15 October bevat het besluit tot afkondiging 'an de Drankwet, welke met ingang van heden in werking treedt. De «Staats Courant" van gister bevat een te Dobbin geieekeud Koninklijk besluit van 7 October, no. 53, dat op 1 Januari 1903 in werking treedt en, met wijziging der Kon. besluiten van 9 Januari 1897, no. 6, en van IS Juli 1900, no. 51, de grens wijzigt tusschen de in verscb llende klassen der Personeele belasting vallende gedeelten der Gemeento Amersfoort. Met wijziging van eerstgemelde Kon. beslui- len en in overeenstemming met bet advies van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 27 Augustus 1904, no. 39, is de grens tusschen de in verschillende klassen vallende gedeelten der Gemeente Amersfoort bepaald als volgt: Amersfoort (stad). De grens loopt van de brug in den Doodenweg, bij Lookhorst, langs de grens tusschen de Gemeenten Amersfoort, Leusden en Stoutenburg aan de, Vlierbeek vandaar langs de Grebtelinie tot de grens der Gemeenten Amersfoort en Hoogland, langs deze gi ens en langs die tusschen de Gemeenten Amersfoort eti Soest tot aan den Miacoweg, ook wel Minco- of Duistere weggenoemd,langs dezen weg en zijn verlengde over deuNaarder- straatweg tot waar die den üosterspoorweg snijdtvan dit punt in een rechte lijn Zuid oostwaarts tot aan don Noord westelijken hoek der stalling van het Berg-hotelvandaar langs den Westelijken muur van dit gebouw en verder in een rechte lijn tot de grens der Gemeenten Amersfoort en Leusden nabij den Galgenberg: vandaar langs laatstgenoemde grensscheiding tot aan den Doodenweg en langs dezen weg tot het punt van uitgang. Dit brengt óok vei andering in de Kiezerslijst, daar de bedragen, in de kies-tafcel genoemd voor Amersloort-stad en Amersfoort-overig deel, na 1 Januari niet meer van toepassing zijn op alle kiezers, die thans nog in het «overig deel" wonen en dan bij «stad" worden ingelijfd. In de «Staats-courant" van gister komt weer voor een staat van besmettelijke ziekten onder liet vee, waaruit o. a. blijkt dat in September iu de provincie Utrecht 10 ge vallen van vlekziekte zijn geconstateerd bij varkens van 2 eigenaren. We missen echter een dergelijken staat van gevallen van besmettelijke ziekten onder de menschen en toch zou deze meer nut doen, ware 'l alleen maar oin eens te kunnen nagaan hoeveel gevallen van mazelen en roodvonk zijn geconstateerd te Amersfoort en in de Gemeenten die hier hun kinderen ter school zenden. Aan het hoold van dit nummer doen Bur gemeester en Wethouders een beroep op den weldadigheidszin derstadgenooten ten behoeve van de «Vereeniging tot uitdeeien van warme spijzen aan behoeftigen". De inzameling van bijdragen begint Maan dag. Mogen ze ruim vloeien. Nu reeds heerscht door werkloosheid groot gebrek. De lirma J. van Vollenhoven verzocht aan B. en W. een compound-stoommachine van 140 paardekracht te mogen plaatsen in haar werkelijk grootsche inrichtingen aan den Grooten Koppel. Daar zal wel niemand zijn, die «bezwaren tegen het oprichten van de inrichting [heeft] in te brengen"integendeel zal men zich verheugen, dat de zaak een zóo groote vlucht neemt. Maar toch is het te betreuren, dat een firma, die tot dusver een f500 per maand aan gas verbruikte, in den vervolge andere drijfkracht moet toepassen, waardoor de Ge meentekas een aanzienlijke bale derft. Ten einde de onbestelbare brief kaarten aan de afzenders te kunnen terugbezorgen, zullen op last van den Directeur-generaal der Posterijen nieuwe formulieren worden ge drukt, waarop aan de voorzijde naam en woonplaats van den afzender kunnen worden vermeld. De lieer A. .1. J. C. Niks heeft aan de Rijks-universiteit te Utrecht met gunstig ge volg afgelegd het theoretisch geneeskundig examen. Luitenant-kwartiermeester H. M. N. Buf- fart, van het 3e bataljon 5e regiment infan terie, wordt 10 November overgeplaatst naar het 10e regiment en werkzaam gesteld bij de hoofd-administr.itie te Haarlem. Sergeant-majoor I'. II. Scbiekendants, van het 5e regiment infanterie, wordt met ingang van 1 November gepensionneerd en gaatdan als reserve adjudant-onderofficier over naar het 18e Landweerdistrict (Amersfoort). De zilveren medaille voor 24-jarigen trou wen dienst is toegekend aan adjudant G. Castein, van het 5e regiment infanterie en de bronzen, voor 12-jarigen dienst, aan staf muzikant T. J. Rau, van het korps. Twee milicien-sergeanten van het 5e regi ment infanterie hebben het verlangen te kennen gegeven, een vrijwillige verbintenis aan to gaan tegen «Ie voorwaarden bij Kon. besluit van 27 Februari 1904, no. 76, voor vrijwillige dienstneming van milicien-korpo raals vastgesteld. Bijaldien er ook bij de overi ge infanterie-koi'psen milicien-onderofficieren genegen zijn, bedoelde verbintenis te sluiten, ligt het in het voornemen van den Inspec teur der infanterie, een besluit uit te lokken waardoor hel mogelijk zal zijn, ook militie- ond'Tofficieren voor den dienst te behouden. Wij herinneren hierbij nog, dat een mili cien-korporaal, die zich voor vijf jaren ver bindt en die binnen z>-s maanden het examen aflegt voor vrijwillig korporaa', aan premiën ontvangtaan contanten f120 en op een spaarbankboekje f175. Belegt hij ook de premiën. die hij aan contanten ontvangt, op een spaarbankboekje, dan kan hy na het I

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 5