Stadsnieuws.
Een ander lid informeerde naar de resul
taten van het onderwijs op de Hoogere Bur
gerschool uit inlichtingen blijkt, dat deze
bij de laatste eind-examens niet ongunstig
waren.
Bij nos. 13—17 (Schoolgeld Lager onder
wijs van f6214, ontvangen over 1903, ei»
l 6030 geraamd voor 1904, begroot op f5200
voor 1905, doch bij Nota van wijziging nader
begroot op f5940) zeide een lid van de eerste
afdeeling niet te begrijpen waarom ook deze
schoolgelden minder zouden bedragen.
l)e Voorzitter zeide, dat ook daaromtrent
nadere cijfers zullen worden genoemd, over
eenkomstig den toestand op 1 September 1904.
Een lid informeerde of het aantal leer
lingen np de Jongensschool zóo is toegeno
men, dat tot splitsing der jongens en meisjes
in de laagste twee klassen moet worden
overgegaan.
De Voorzitter beloofde nadere inlichtingen.
11. en W. antwoordden
De raming der schoolgelden geschiedt steeds
naar de laatst bekende gegevens, namelijk
van 1 Mei. Na de indiening der Begrooting
worden nadere gegeven bekend, n.l. die van
1 September. Alsdan wordi nagegaan of er
verschillen vallen te constateerenzoo ja,
dan wordt bij Nota van wijziging de noodige
verbetering aangebracht.
Bijna elk jaar zijn er verschillen. Ook
thans is bij Nota van wijziging hiermede
rekening gehouden. Wij herinneren, dal
ten vorigen jare de totaalbedragen gelijk
waren, zoodat toen een wijziging kon achter
wege blijven.
Bij no. 23 (Straatbelasting) kan de tweede
afdeeling zich niet vereenigen met het voorstel
tot verhooging.
De Burgemeester deelde mede, dat in de
eerste afdeeling, bij de Algemeene beschou
wingen, is aangeraden een afwachtende
houding aan te nemen en wees er nog op,
dat ook de eigendommen in de doode hand
worden getroffen en de eigenaars van huizen,
die buiten de Gemeente wonen. Hij zeide,
dat de post voor onvoorziene uitgaven eigen
lijk te laag is, zoodat vermindering daarvan
niet kan worden voorgesteld.
Hij deelt nog mede dat in de eerste afdeeling
nog in overweging werd gegeven, voor onbe
woonde huizen vrijstelling of ontheffing te
verleenen.
Een der leden stelde nog voor de Straat
belasting niet te verdubbelen, maai met de
helft te verhoogen als het volgend jaar de
uitkomsten der herziening van de Grondbe
lasting der gebouwde eigendommen worden
toegepast, is het te verwachten, dat aan be
lasting meer zal worden ontvangen.
Wordt besloten een voorluopige verhooging
met de helft voor te stellen.
In de eerste afdeeling deelde de Burge
meester mede, dat de tweede afdeeling advi
seerde om niet 100°/0, maar 50meer te
hellen.
Een der leden van de eerste afdeeling ver
klaarde te begrijpen, dat het tekort moet
worden gedekt, maar kan zich niet vereenigen
met verbooging der Straatbelasting. De kosten
van verlichting, rioleering, enz. worden ge
maakt in bet belang van allen, niet alleen
ten behoeve der huiseigenarendaarom is
verhoogiug der Inkomstenbelasting beter. Het
is wel niet aangenaam, meer te betalen, maar
het zal wellicht aanleiding geven, dat ook
anderen, evenals de Raadsleden, over bezuini
ging gaan denken en men niet zooveel met
aanvragen om verbetering zal komen.
De Voorzitter zag groot bezwaar in ver
booging der Inkomstenbelastinghet zal af
schrikkend werken voor personen, die hier
willen komen wonen. Hij wees er op hoe
de Straatbelasting ook eigendommen in de
doode hand en personen elders wonende treft
en ook, dat de Straatbelasting niet hoog is
in vergelijking met andere Gemeenten en
ook na de verhoogiug niet hoog zal zijn.
Een der leden zeide, dat men nu reeds
menschen lokt met duurbetaalde scholen.
Het gaat toch niet aan, zich zelf uit te kleeden
om anderen te lokken, zich hier te vestigen.
De Voorzitter wees nog op het moeilijke
aanslaan in een Inkomstenbelasting tegen
over een bekenden grondslag voor de Straat-
belasting.
Een der leden zou voorstellen, de opcenten
op de Persuneele belasting te verhoogen.
De Voorzitter zeide, dat zulks slechts ge
deeltelijk zou kunnen geschieden en dus niet
veel zou opleveren.
Een der leden verklaarde nog steeds de
verhooging der Inkomstenbelasting te prefe-
reeren. De Slraatbelasllng mag zijns inzieos
geen sluitpost zijn men heeft eenmaal vast
gesteld hoe veel voor iedere woning billijker
wijze zou kunnen worden bijgedragen. Hij
blijft er by, dat ieder moet bijdragen en de
rijkeren in de eerste plaats.
Eeu ander lid zou liefst nog geen belasting
verhoogenhij gelooft, dat bij de toepassing
der resultaten van de herziening der belast
bare opbrengst de Straatbelasting van zelf
stijgen zal. Hij wees verder op het saldo
van de Gasfabriekals er geld noodig is,
kan men dat tijdelijk opnemen. Hij wees nog
op het zeer groote verschil tusschen de kleine
som op vorige Begrootingen voor •onvoor
zien" uitgetrokken, en de werkelyke uitkomst
vau de rekeningen dier jaren.
De Voorzitter merkt op, dat liet saldo der
Gasfabriek pas in 1!M)5 van invloed is, en
herhaalde, dat de Straatbelasting niet zoo
hoog wordt; het tarief was te laag.
Een lid informeerde hoeveel bij «Ie uitgaven
bezuinigd is.
De Voorzitter antwoordde f2698, waarvan
echter weder afgaat f 1000 voor verminderd
subsidie aan de Hoogere Burgerschool.
Fen lid wees nog op het bezwaar der eige
naren van huizen bij vorhooging der Straat-
belasting. Wel is het voor ieder huis weinig,
zoodat men het niet op den huurder kan
verhalen, maar te samen geeft het een be
langrijk bedrag; de bouwondernemers zijn
daarenboven niet de rijkste ingezetenen.
De Voorzitter geloofde, dat zij toch ook
niet onder de armsten behooren.
Een der leden zou slechts tydelijk de Straat
belasting willen verhoogen met een geringer
bedrag, bijv. 50%; hy hoopt, dat de toestand
der financiën zal verbetereu.
Een ander lid geloofde echter, dat de finan-
cieele toestand niet zal verbeteren.
Een lid constateerde nog, dat de buizen-
bouwers op het oogenblik in slechte conditie
zijn er staan veel huizen leeg.
De Burgemeester adviseerde, voor de leeg
staande huizen vrijstelling of onthefling te
verleenen, bijv. als zij een jaar hebben leeg-
gestaan.
Een lid vreesde, dat dan veel van het
voordeel zou verloren gaan.
Een voorstel om tijdelijk voor éen jaar een
verhooging der Straatbelasting in te voeren,
werd door de eerste afdeeling met meerder
heid van stemmen verworpen en een voorstel
om de Inkomstenbelasting te verhoogen met
meerderheid van stemmen aangenomen.
B. en W. antwoordden
Blijkens de Nota v«n wyziging kan worden
volstaan met een vt ooging der Straatbe
lasting van 50°/0. In deze omstandigheden
bestaat er geen aanleiding om ons voorstel,
inhoudende een verhooging van 100 te
handhaven. Een nieuw tarief zal daarom
wo'den ontworpen op een grondslag van een
verhooging van 50%.
De kwestie of al dan niet tot een ver
hooging zal worden overgegaan, is in de
afdeelingen reeds van verschillende zijden
bezien. Wij meenen, dat deze zaak dan ook
voldoende is voorbereid. Alleen moeten wij
nog op éen punt wijzer, dat te veel uit het
oog is verloren.
De meeste uitgaven der Gemeente zijn in
de laatste jaren aanmerkelijk gestegen. Indien
de uitgaven voor straten gelijk waren ge
bleven, zoude er voor versterking der mid
delen geen aanleiding beslaan. Immers worden
al de overige uitgaven gedekt door het accres
der gewone inkomsten, die toch voor een
groot deel door de ingezetenen worden op
gebracht.
De verhooging der kosten van straten wordt
ook voor eeu gedeelte uit deze meerdere
ontvangsten bestreden, echter niet geheel.
In deze omstandigheden scheen ons een ver
hoogiug der Straatbelasting niet onbillijk.
Na de vaststelling der Straatbelasting bleek
het spoedig, dat de opbrengst daarvan slechts
een zeer kleine bijdrage vormde tot de wer
kelijke kosten. Een verhoogiug van deze bij
drage is o.i. dan ook daarom alleszins ge
wettigd.
Wanneer de kosten voor straten niet waren
toegenomen, zoude het nog den schijn kunnen
hebben alsof een verhooging der Straatbe-
lasting moest dienen om »een sluitpost te
krygen", dus ook om andere Gemeente-uit
gaven te dekken. Nu de uitgaven voor straten
juist zijn gestegen, en nog wel met een veel
hooger bedrag dan voor verhooging van
Straatbelasting wordt uitgetrokken, kan daar
van allerminst sprake zijn.
Met aaudrang geven wij U dan ook in
overweging om thans in beginsel te besluiten
tot verinniging dier belasting met 50%. Een
gewijzigde ontwerp-verordening zal u dan in
een der eerstvolgende vergadering ter over
weging worden aangeboden.
Wordt vervolgd.)
De gewone audiëntiën van de Ministers van
Justitie, van Financiën en van Marine zullen
deze week niet worden gehouden.
In dezen winter zullen in de provincie
Utrecht worden gehouden vyf cursussen in
paardenkennis en vijf in veekennis.
De Regeerings-commissie bestaat uit de
lieerenC. J. Kneppelhuut van Sterkenburg,
te Driebergenjhr. mr. D. de Blocq van
Haersma de With, te De Bilt; mr. H. J.
Doude van Troostwijk, te NieuwersluisJ.
I'lomp, te Maarssen en M. Tbissen, te Zeist.
De beer E. H. Buijtenhuis slaagde voor
de acte vrije- en orde-oefeningen der gym
nastiek.
De »Staatscourant" van heden bevat het
Kon. besluit waarbij aan den reserve-kapitein
der Lundweer-inlknlerie J. A. Th. F. H. van
Rijswijk de Jong op zijn verzoek eervol ontslag
werd verleend als kapitein der dd. Schutterij
te Amersfoort.
Luitenaut-kolouel W. van Houten, provin
ciaal-adjudant in Utrecht, is op zijn verzoek
gepensionneerd terwijl hem de rang is ver
leend van kolonel en hij belast blijft met
het commando over het 44ste Landweer
district.
Tot majoor-provinciaal-adjudant in Utrecht
is bouoemd de kapitein G. A. Jong, van liet
le regiment veld-artillerie.
Luitenant kolonel B. A. van Steenliardt
Carré, provinciaal-adjudant in Noord-Holland,
is opzijn verzoek gepensionneerd terwijl hem
de rang van kolonel is verleend en hij be
last blijft met liet bevel over het 21ste Land
weer-district.
Tot kapitein bij het 5e regiment infanterie
is bevorderd de le luitenant J. F. A. BischolT,
van het Se regiment.
Luitenant J. Nijdam, van het 5e regiment
infanterie, wordt met ingang van 1 December
overgeplaatst naar het Instructie-bataljon te
Kampen.
Tot reserve 2e luitenant bij het 5e regi
ment infanterie is benoemd de vaandrig W.
G. Blöte, van het korps.
Eenige onderofficieren en korporaals van
het 5e regiment infanterie zijn overgeplaatst
naar het le regiment met bestemming voor
het nieuw op te richten 3e bataljon.
De cornet W. G. baron Taets van Ameron-
gen tot Woudenberg, van het 2e regiment
huzaren, is benoemd tot reserve 2e luitenant
bij het korps.
Omtrent de rangschikking van reserve-
olïicieren ten opzichte van de officieren van
gelijken rang, op wie van toepassing is de Be
vorderingswei voor de landmacht 1902, heett
de Minister van Oorlog bepaald, dat voor
reserve-officieren, evenals voor de overige
officieren hel geval is, de ouderdom in rang
zal worden bepaald naar den datum van in
gang der benoeming of aanstelling, zoodat
een reserve-officier niet steeds als jonger in
anciënniteit dan een andere officier van ge
lijken rang is te beschouwen.
Gister en heden had hier voor de eerste
maal het onderzoek plaats voor de verlof
gangers der Landweer.
Aan allen werd een nieuwe tuniek uitge
reikt, op de kraag waarvan de letters L. W.
en hei districts-nummervoor de infanterie
in rood, voor de cavalerie in blauw, voorde
genie in geel en voor de hospitaal-soldaten
in groen.
Als hoofddeksel wordt de képi gebruikt.
Het eerste elftal van #U. D. I." sloeg Zondag
te Utrecht «U. F. C." van daar met2—Oen
werd hierdoor eerste in de afdeeling a van
den Nederlandschen Voetbal Bond.
Het gaf weer mooi spel te zien, zelfs in
den zwaren mist.
Het tweede elftal werd op eigen terrein,
aan den Leusderweg, door het tweede van
«Allen Weerbaar" uit Bussum geklopt met
Een Van der Sluys-elftal kreeg te Soester-
berg 3—4 klop van «Prins Hendrik" van
daar.
«Hollandia" klopte «Victoria", eveneens van
hier, met 42.
Herinnerd zij aan de openbare vergadering,
Donderdagavond in «Do Arend" te houden,
waarin Henri Polak zal spreken over het
ontwerp-Arbeidscontract.
Het plaatselijk Nuts-departement houdt aan
staanden Vrijdagavond een ledenvergadering.
Gehoorgevend aan het desgedaan verzoek,
nemen we hier in zijn geheel op het schrijven
van het Bestuur van „Handel en Nijverheid"
aan het Bestuur van den „Nederlandschen Bond
van vereenigingen van den Handeldrijvenden
Middenstand", in de jongste vergadering ter
tafel gebracht en door ons reeds bij uittreksel
meegedeeld
Mijne Heeren,
Naar aanleiding van Uw gedrukten brief van
20 October j. 1., veroorloven wij ons de vrijheid
tot U te komen met het navolgende:
Hoewel sedert de oprichting van het Bonds
orgaan U de gelegenheid is gegeven, elke week
U te wenden tot de Leden van den Bond, heeft
het onze bevreemding gewekt, dat U in zake
onderhandelingen, enz. over de verbruiksinstel-
ling van de Coöperatie: „Voor allen"' der H.
IJ. S. M., welke U zegt gevoerd te hebben, het
stilzwijgen hebt bewaard, wat betreft: tijd, plaats,
personen, strekking, enz., en 't is naar aanleiding
daarvan, dat wij ons de vrijheid veroorloven, U
eenige inlichting te vragen. Wij verzoeken U
beleefd, ons Uwe voorlichting niet te willen ont
houden.
1. Zijn in zake de Coöperatie der H. IJ. S.
M. door U alle drie adviieurs van den Bond
geraadpleegd Zoo ja welke redenen bestaan
er dan, om alleen het oordeel van de heeren
inr. Aalberse en dat van dr. De Visser bekend
te maken, en dat niet van prof. Jitta Zoo neen
wat stond in den weg om ook dezen laatste
te raadplegen
2. Welke onderhandelingen of besprekingen
hebben plaats gehad tusschen het Bondsbe-
stuur en de directie der H. IJ. S. M. over- ,1
in verband met den steun, door de Maat
schappij aan de verbruiksinstelling gegeven,
van af het tydstin dut het Congres te Rotterdam,
aan het B. B. ae opdraoht deed, de conclusie
van genoemd Congres tegen de Coöperatie der
H. IJ. S. M. aan deze Mij. bekend to maken,
tot op het tijdstip, waarop de actie, door U
genoemd de Twentsche actie, is begonnen
En welke stappen zijn bij de Mij. door U gedaan
sinds dit tijdstip tot op dat, waarop het B. B.
besloot de zaak commissoriaal te maken
Wij vermeenen, dat de aangesloten vereeni
gingen niut door U onkundig mogen wordun
gelaten omtrent een en ander.
3. Maken we ons niet aan onbescheidenheid
schuldig, als we U verzoeken, dc nmnen en de
maatschappelijke betrekkingen hekend tomaken
van dc personen, die „van wege dor. Bond" on
derhandelen zullen, mef tie directie van de H.
IJ. 8, M.. in de plaats van de bestuurderen van
den Bond
4. Om welke redenen is aan de Handelsver-
eenigingen in 'talgemeen in overweging gegeven,
de actie te schorsen, tijdens de onderhandelingen
van bedoelde commissie, terwijl tot dc directie
der II. IJ. S. M. niet een dusdanig verzoek is
gericht, maar de coöperatie gedurende dien tijd
kan blijven voortgaan klanten aan de winkeliers
te ontnemen?
5. In Uwen brief van 20 October j.l. zegt U:
„dat nog lang niet alle middelen zijn uitgeput,
om met kans van slagen, met de Mij. in overleg
te treden".
U zult ons zeer verplichten, mededeeling van
bedoelde middelen te willen doen.
6. Door het niet-voldoen aan de aanvrage
van de Zutphensche Handela-vereeniging om
opgave te verstrekken van de namen der aan
gesloten vereenigingen, gevraagd met het doel,
pogingen in 't werk te stellen, een Algemeene
vergadering te beleggen, heeft, naar ons gevoe
len, het Dagelij ksch Bestuur van den Bond de
2e alinea van art. 12 der Statuten gemaakt tot
een doode letter.
Met het oog op deze alinea van dit art. achten
wij het noodig, dat telken jare opgave door het
B. B. aan de vereenigingen worde gedaan van
naam, plaats, enz., van de aangesloten vereeni
gingen.
Als bewijs, dat deze opgave geenszins overbodig
is, moge dienen, dat wij in de AfmeloscheHandels
vereniging bij haar optreden eeue aangeslotene
Zustervereniging hebben gezien.
Vergun ons, Mijne Heeren, ten slotte nog een
paar bemerkingen.
Het heeft onze bevreemding gewekt, dut het
optreden der Almelosche Handelsvereniging door
het B. B. openlijk is afgekeurd. Dat onderhan
delingen met het B. B. gevoerd werden, was aan
de aangesloten vereenigingen (behoudens een
paar uitzonderingen) niet bekend. Vanwaar zouden
zij 'tweten? Wanneer zelfs deze vereenigingen
hiervan onkundig zijn gelaten, dan is 't van de
Almelosche Handelsvereniging, buiten het ver
band staande, zeker niet te vei wachten, dat zij
er mede bekend ware.
Hoe kan dan het B. R. eene niet-aangesloten
vereniging het euvel duiden, wanneer door haar
een ingrijpende maatregel wordt toegepast, die
de bemoeiing van den Bond niet tegenwerkt,
maar die ten goede komt, en indien overleg
mogelijk ware met de betrokken directie, een
stoot in de goede richting zoude geven?
De eigenaardige opvatting in deze van art. 10
van het Huishoudelijk reglement zullen we voor
't oogenblik buiten beschouwing laten.
Uwe afkeuring bevreemdt ons te meer, wijl
naar ons gevoelen toch vroeger of later maat
regelen van tegenweer zouden zijn genomen.
Tevens is het onze overtuiging, dat de eenmaal
begonnen actie, door hulpmiddelen wel eenigen
tijd is te schuiven op de lange baan, maar daarna
grooter van omvang en krachtiger van doen,
zal to voorschijn treden.
Ook zul blijken, dat de natuur gaat bovcu de
leer. I)e stofielijke belangen toch van velen,
lijden directe schade door de eigenaardige wer
king van de verbruiksinstelling der H. IJ".S. M.
Hoe grooter deze instelling wordt, des te grooter
zal ook de tegenstand zijn, ondanks zoetsappige
beloften of remmende en dreigende besluiten van
vereenigingen.
Wie mocht hopen op eene bevredigende op
lossing langs minnelijken weg, moet door ae
woorden van de heeren R. vnn Hasselt en J. A.
Kalff, hoofdambtenaren der H. IJ. S. M., ver
meld in de „Middenstandsbond" van 21 October
j.l., wel alle hoop als damp zien verdwijnen.
Toch schijnt ons Bondsbeatuur nog in de
meening te verkeeren, dat de directie der H. IJ.
S. M. zal luisteren naar rertoogen, besprekingen,
schrifturen, enz. enz.; een meeniug die ons naïf
voorkomt, tegenover de besliste verklaringen van
genoemde ambtenaren, te meer, wijl deze geheel
in overeenstemming zijn met de gevolgde ge
dragslijn van de directie der Maatschappij.
Het Bestuur der vereeniging
„Handel en Nijverheid".
Men pleegt wel meer den put te dempen
nadat het kalf verdronken is, maar juist
daarom w illen we even de aandacht vestigen
op een met den dag meer gevaarlijke passage
in de stad, mot name het begin van de Lange-
straat bij de Varkensmarkt.
Aan het einde, bij de Kamperbinnenpoort,
wordt «stapvoets rijden" bevolen, doch in het
nauwer gedeelte hij de Varkensmarkt jaagt
en rent en jakkert men er maar op los, karren
en kinderwagens, auto's en rijwielen, kris on
kras dooreen.
Ais gistermiddag een agent van politie niet
nog juist bijtijds een wielrijdster gegrepen en
achteruit getrokken had, ware zij vermorzeld
tusschen twee aangespannen karren die elkaar
op die plaats in een lustig drafje wilden pas-
seeren.
'tZou werkelijk niet kwaad wezen alsook
daar het gebod vp,n «stapvoets ryden" werd
uitgevaardigd.
De omwonenden hebben al genoeg angsten
uitgestaan, om hun ruiten zoowel om als de
voetgangers.