Donderdag 24 November 1904. No. 5583. 54e Jaargang. Stadsnieuws. Feuillston. OP DEN ENZ-MOLEN. UITGAVE FIRMA A- H- VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/" 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de iucasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRAGHT9 Tulephoon 19. KEN N I S G E V ING. ASIEIS™?!™6™ e" ««'"OUDERS Geiien art. 12 der Drankwet; Brengen tor openbare keunis, dat een rerzoek- scurift om vergunning tot verkoop van sterkedrank in iet kloiu, voor gebruik ler pU.i.e van verkoop, bij hen is ingekomen van JOHANNA EIJBERGEN wc du ivo van ABRAHAM van WIJK, in hel voor vertrek van hei perceel staande aan den Wevi rasingel no. I, wijk D, to Amersfoort. Amersfoort, 22 November 1904. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. Da fd. Secretaris, REIGERSBERG VERSLUIJS. Ook de gewone audicutiën van de Ministers van Marine en van Binnenlandscbe Zaken zullen onderscheidenlijk morgen eu Zaterdag niet plaats hebben. Bij de T weede Kamer is thans ingekomen een wetsontwerp tot verzekering van per sonen werkzaam in bet zeevisschersbedrijf tegen geldelijke gevolgen van bedrijfsonge vallen. Het heeft hoofdzakelijk ten doel, dien tak van nijverheid in de regeling der groot- visscherij opende, de visschers op de Zuider zee, langs de kusten van Friesland, en Groningen, op de Zeeuwsch en Zuid-llolland- schestrooinen zoowel als de Noordzee-visscbers te doen vallen binnen de bepalingen der Ongevallenwet. Wat de organisatie betreft, worden de werkgevers in het zeevisschersbedrijf in een register ingeschreven dat alles inhoudt wat noodig is tot vaststelling van een verzeke ringsplicht. Een algemeene maatregel van bestuur stelt een tarief vast, dat naar even redigheid van het gevaar de premie aanwijst verschuldigd per 11 dagloon, wordende het premiebedrag vastgesteld naar een gefingeerd dagloon en niet naar het werkelijk verdiende loon. Tegen beslissingen van de Rijks Verzekering? Batik staat beroep open bij de Raden van Beroep ingevolge de Beroepswet. Ten aan zien van de kosten wordt, onder voorbehoud, medegedeeld, dat de gemiddelde premie, de ad ministratiekosten inbegrepen, voor de groot- visscherij zal bedragen 3 it 4 pCt. en voor de klein-visscherij I a l' o pCt. van bei loon. liet toezicht op de uitvoering zal berusten bij de Rijks Verzefcerings Bank. Men Wil weten, dat bewerking van do nieuwe Zondagswet zóo ver isgevorderd.dat dat het ontwerp binnenkort de Tweede Kamer zal bereiken. Bleef dus nog het gesprokene in de Raads vergadering van Maandagavond over punt 10, het bouwen van eeu derden gashouder ten behoeve van den Gemeente-gasfabriek met een inhoud van 8U00 M3. De beer Gerritsen herinnerde, dat in ;le vorige zitting tusschen den Wethouder van publieke werken en hem eeu polemiek is gevoerd over onderhandsche aanbestedingen. Spr. moet tot zijn leedwezen verklaren, dat de Wethouder van openbare werken, hoewel door een ander deel van het Dagelijkse!) Bestuur in het ongelijk gesteld, daarbij geen personen en zaken heeft weten te onderscheiden. Spr. hoopt, dat de heer Visser dit alsnog zal doen, omdat deze wijze van discussieeren voor spr. hoogst onaaogenaum wordt en ook opdat we zaken kunnen doen. Spr. heeft toen niemand beschuldigd, doch gezegd, dat onderhandsche aanbesteding aan leiding kan geven tot oneerlijkheid. Spr. wenscht aan te toonen, dat ook deze onderhandsche aanbesteding niet is in het belang der Gemeente, wat bet financieele deel betreft. Als de geschiedenis juist is, welke spr. zoo werd juist meegedeeld, dan was het verloop der zaak de volgende: een tijdje geleden werd aan iemand prijsopgaaf gevraagd of die prijs te hoog was, dan wel of B. en W. meenden ook anderen onderhandsch te moeten uitnoodigen I prijsopgaaf ta doen, dit is zeker, dat zulks geschiedde en later bleek, dat de eerstbe doelde inschrijver zich f3000 had vergist. Spr. wil alleen aantoonen, dat een derge- gelijke wijze van onderling aanbesteden de meest primitieve is, welke bij zich denken kan. Immers ieder gegadigde moet kunnen aan nemen, dat zijn biljet eerst wordt geopend op eeu bepaalden dag en een bepaald uur, in dit geval op 1 October. Dit nu is hier niet het geval geweest. Spr. wil gaarne aan nemen, dat alles te goeder trouw, is gebeurd en wil er volstrekt geen personen bijhalen, evenals hij hoopt, dat ook de Wethouder van publieke werken zulks niet zal doen. Het kan voorzeker louter toeval zijn, dat die inschrijver nu ook de laagste inschrijver is. Spr. wil wijzen op dit toeval en de hoogst primitieve wijze dezer aanbesteding. Derge lijke aanbesteding brengt de Gemeente tegen over concurrenten in discrediet en op den duur zal er geen enkele meer inschrijven bij deze „parlevinksche" wijze van aanbesteding, daar de inschrijvers niet de zekerheid hebben, dat hun biljetten niet worden geopend vóór dat van een ander. Spr. verklaart geen verstand te hebben van gashouders en zal gaarne zijn stem ver- leetien aan bet voorstel, doch wenscht, dat B. en W. dit systeem van aanbesteding zullen verlaten en voortaan alles publiek zullen aanbesteden. Wethouder Visser antwoordt, dat de heer Gerritsen de vrij onverkwikkelijke dis cussie uit de vorige vergadering aanhaalde, doch moet vragen wie begonnen is, onvoor zichtige woorden te bezigen. De heer Ger ritsen heeft toen gesproken van kwade trouw bij ambtenaren of bij eenig lid van het Dage lijkse!) Bestuur en daarop heeft spr. geant woord en spr. is niet van plan een woord van hei toen gesprokene in te trekken. De heer Gerritsen heeft toen het zwaard getrokken en niet spr.de heer Gerritsen heeft toen uitdrukkingen gebezigd, die spr. zelden in deze zaal heeft gehoord en waar de heer Gerritsen die uitdrukkingen bezigde, moest spr. wel antwoorden. Spr. wil bet toen gezegde wel intrekken als hij van den heer Gerritsen de verzekering krijgt, dat bij dezen geen kwade trouw heeft voorgezeten, als spr. daarop een bevredigend antwoord krijgt. Indien we den weg van publieke aanbe steding volgden, gelijk die door den heer Gerritsen is aangegeven, zouden we een soort bestek moeten laten maken door een ingenieur, die volkomen op de hoogte is èn Tom <ie vreemdeling haar niet volgde, keerde zy terug, Op liet «elfde oogeublik kwam hij over den drempel eu xij zeide nu op do gebruikelijkewijss* „God tegene uw binnentreden in mijn buis!'' Lie woorden klonken *óo plechtig, dat het hem goeddeed aan het bart. I)e kamer was niet groot en ook met voorzien van een soldering. Voorde vensters hingen witte gordynen op de vensterbanken prijkte eeu rij hyacinten tn vollen bloei en do geur daarvan vermengde zich met den lekker reuk van gebraden appel». Een groote oveu- kaohel nam bijua geheel den linkerwand in, en daarvoor stond een fraai besneden bank waarop aen kat te spelen. De houd, die ook in de kamer gekomen was, legde zich ouder de bankleer nde r Ni van gas-techniek èn i ijzer-constructie tiie ingenieur zou af en toe moeten reizen naar de fabriek aan welke de levering wordt opgedragen en later toezicht houden bij den bouw krijgen we dan tóch slecht werk, dan zit de Gemeente sen of twee jaar voor de uitgaven. Daarom is dan ook de Gas-commissie te rade gegaan, een onderhandsche aanbesteding te houden, óok omdat elke ijzerfabriek een eigen wijze van werken beeft. Spr. mag verklaren, dat geen dezer bil jetten vóór 1 October is geopend en dat aan niemand eenige mededeeling is gedaan. Spr. verklaart alle inschrijvingen en alle leekeningen gelijktijdig op l2 of 3 October op de Secretarie ontvangen te hebben uit handen van uen Secretaris. (Deze knikt toe stemmend). Inderdaad beeft een der gega digden eerst een hooger prijs bedongen later is bij geheel uit eigen beweging met een lager bod gekomen. Het is mogelijk, dat bet wellicht, aanbe veling verdient voor andere zaken publieke aanbesteding te houden, doch voor zaken als deze is dat niet gewenscht en komt dan ook r.ergens voor. De heer Gerritsen herinnert, reads in de vorige vergadering herhaalde malen te hebben verklaard, dat bij er geen enkel moment aan heeft gedacht, eenig ambtenaar te beschuldigen, doch alleen te hebben ge zegd verlaat den weg der onderhandsche aanbestedingen want daardoor kunt ge on eerlijkheid kweeken. De Wethouder leze het verslag van die zitting maar na. Het doet intusschen spr. genoegen, dat hij den Wethouder van openbare werken althans ten deele heeft doen inzien, dat open bare aanbesteding de voorkeur verdient. Wat een onderlinge besteding betreft, blijkt nu juist hoe duur die kan zijn voor eeu Ge meente; nu zelfs f3000 verschil. Het eerste aanbod was te duurwie dat uitmaakte, weet spr. nietmaar toen de concurrentie kwam, zeide die inschrijver zich vergist te hebben. Spr. wil er slechts op wijzen, dat deze wijze van handelen niet is het belang der Gemeente. Wethouder Visser heeft een heelen boom opgezet over gas-ingenieurs en ijzer-construc ties, gelijk hij in de vorige vergadering een heelen boom opzette over Mickley-kolen en Duitsche kolen, maar dat is alles niet ter zake. De Directeur der Gasfabriek moet voor lichten en niet een iügenieur. En is er niet de zelfde verantwoordelijkheid of men een publieke dan wel een onder handsche aanbesteding houdt? Spr. wil gaarne g"looven, dat de laagste inschrijver aile vertrouwen verdient, maar begrijpt niet, dat de Gemeeute meer kosten zou hebben bij een openbare aanbesteding en dan een ingenieur zou moeten nemen, die het bestek maakte, opzicht hield, enz. De heer Plomp herinnert, dat bij de oproeping voor deze vergadering een mede deeling werd gevoegd, dat de Directeur der Gasfabriek de Raadsleden wilde voorlichten. Een drietal leden heeft gebruik gemaakt van die voorlichting, waarin de Directeur ver klaarde, dat elke fabriek een bepaalden, ge heel eigen vorm van gashouders beeft. Wilde men nu een publieke aanbesteding houden, dan had eerst een project dienen gemaakt. Hel eigenaardige type dat elke fabriek er op nahoudt, maakt dat een naar teekening ge construeerde gashouder duurder is. Wilde men een gashouder hebben naar een bepaald plan, dan bad dat plan eerst moeten zijn gemaakt door een ingenieur. en dan bewoog hij den staart, „ver hetgeen er tueechen zyo *?u. vreemde besproken went. Meubelen naren er niet veel aanwezigeen tafel in het midden by het venster een uaaitafeltje verder op, tusschen twee ramen, een tafel met koperen beslageeuigeitoelen ziedaar nlles. Geen sofa, geen leunstoel, met» dat bijzonder aan gemak deed denken, msar ook niets, dat de aan wezigheid van een man verried. Geen pyp, geen aseiibakje, geen pantoffel», maar ook aan den wand, i» ."do™ -oook.m.r. v.„ >okm P>«» Weggestoven meel, heen enkele graankorrollje. Al» ffUF »«j» .T'Ï'ÏÏS en de mi.lcnsteenen niet huiten gelegen eu i- mu meel bestoven knecht» niet over de plaats geloopen huilden. d«, h.d hij kunnen ,.loo».o, d«l b» kamor van eeu stadsmeisje wa», «oo hef eu bevallig e i smaakvol waren de weinige meubelen geplaatst. In den rechierhoek bemerkte hij eeu kleine Japansclia parasol, waaronder een étagère stond, die met een portret prijkte. De molenaareter schoof den jonkman een stoel bij. Zij kon het niet van zich verkrijgen, den net gekleeden vreemdeling te laten staan, zooal» zij gewend was met de molenaarsknecht». Toen nani zij ook plaats. „Wel wat wenscht ge hier nu?" begon zy thans. „Werk, juffrouw 1 Ik beu gewenc. te werken eu tlink aan te pakkenmaar een betrekking als meester knecht of baas zou mij toch beter bevallen". „De baas ben ik I" „Ik dacht zoo. dat in een bedrijf als bier, waar dagelijks vijftig a zestig zakken vermalen worden, een mauspersoon bet bestuur moest roeren. Als uw man er niet is, neem mij dan in dienst". „Vyftig (t zastig zakkou? Hoe weet ge dat? Hebt ge soms van te voren inlichtingen gevraagd Hjj schudde bet hoofd. „Voor ik bier kwam, wist ik niet, datereenEnz- tnolen op de wereld te vinden was, juffrouw. Het was slechts Bchalten, en bet doet me genoegen, als ik goed geschat heb". Het gelaat van de mo'enaarster verhelderde. „Het is veel, niet waar? Doch wij werken ook dag eu Dacht om op tyd de leverautie aan de militaire magazijnen te kunnen doen. Het heeft moeite genoeg gekost, die leverantie te krijgener waren er genoeg, die er óok naar dongen". „Zoudt u het mst mij willen beproeven, juffrouw Zoo niet, dan vertrek ik weer", zei de vreemdeling, terwijl hij haar diep in de oogeu keek. „Ik heb geen werk voor u; ik heb reeds vijf knechts aan het werk en nog drie leerjotigens; een iade. j hei v „Kunt te zenden Hel gewezen heeft. vertrekkentwe n uw gemoed verkrijger., mij weg i mij, of God mij den weg hierheen Vis uw man terug komt, kan ik mannen «ouden te veel zjju voor hei bestuur van de zaak." Hue spoedig wordt eeu mensch toch onlevredeu met zijn lot. dacnt tij. Nog nauwelijks een uur ge lsden dacht zij volstrekt niet aan al die last en moeite. Welgemoed verrichtte zij haar huiselijke bezigheden, hield de boekhouding by en leidde do werkzaamheden iu den molen. Zy was overal; er gebeurde niets, dat zy uiet vooral bevolen of goed gekeurd had. Zoo was het reeds vijf jaren gegaan, zonder dat zij daarin verandering had gewenscht Toen hij van baar mau sprak, keerde de mole naarster het hoofd om en zeide: „Ge hebt gelijk". Zij kon er niet toe besluiten, hem te laten heen- gaauiu dien korten tijd bad hg mei zyn eerlijke bruine oogen reeds een plaatsje in haar bart ver overd. Het was, of de zon zou ondergaan, wanneer hij vertrok. En ach, haar loven had zoo weinig zonneschijn Het was waar, op haar schouders rustte veel last en moeite; het was zoo kwaad niet, een hulp te nomen en zichzelven een weinig rust te gunnen. I Eu nu kwam daar die jonge man, flink van ge stalte, met goed* manieren, een knap gelaat en I daar werd zij outevreden door hem, dien zy vol- j strekt niet keude, van wien zy volstrekt niets wist! Onwillekeurig sprak xij die laaste gedachte uit; „Als men iemand niet kont. Da vreemde sprong op van zijn stoel, j „Neem me niet kwalyk, juffrouw, dat ik zoo ver- gcetachtig geweest beu. Ik heet. Ernst Mahler j en ben zoon van eeu molenaar; van kindsbeen af hen ik op den molen werkzaam geweest." Hij voegde daar echter niet by, dat hij dit slechts voor tijdverdrijf had gedaan, dat zijn vader *óo rijk was, dat hij knechta genoeg kon houden. Toch luid hij het vak volgens den eisch willen leeren. Men had dit zeer prijzenswaardig in bemgevonJ eu toch was liet niets anders dan de gezonde geerle, ziju leven niet in lediggaug te verslijten. Zoo werkte hij ook op andere molens en vroeg, evenals elke andere knecht, een getuigschrift. Deze pa pieren gaf hij nu met zekeren irots aan de mole naarster ter iuxage. Zy bladerde daarin, laa hier en daar een stuk, keek teu slotte ook in zijn reispaa, vergeleek het signalement. „Een litteeken op het voorhoofd?" vroeg «ij, ter wijl zij hem onderzoekend aankeek. „Dat zie ik niet." Ernst Mahler streek met de hand de baren van zijn voorhoofd weg. „Hier is het litteeken, juffrouw Ik ben eens te dicht bij de raderen gekomen, en draag dit teeken nog als aandenken." „De blanke handen die ge hebt, zou menige jonge juffrouw u benijden." „Dankt u dat? Of wilt u er mee zeggen. „Ik moet er een nacht over slapenik neem niet gaarne een overhaast besluit en ben verantwoordelijk voor hetgeen hier gebeurt. Ge kunt hier vannacht blijven: een goed bed en een avondmaaltijd heb ik Zij zeide dit op den toon, waarmee men een be delaar een aalmoes toezegt. Dit krenkte hem. Hy stond op en zeide trotach „O, daarop maak ik volstrekt geen aanspraak; er zal bier in de buurt wel een logement weien, waar ik voor mijn geld een onderkomen vind. Ik ben niet gewend etn aalmoes aan te nemen, juffrouw!" „Kom, dat is dwaasheid! Twee uren in den omtrek is or geen logement te vinden. Ge moet du» hier blyveu of naar de stad terugkeereu. Van een aalmoes was geen sprake, en dan wil ik u ook «eggen, dat men het in de wereld niet ver brengt, wanneer men zoo kort aangebonden is vooral niet in den Ent-molen. Hier geldt slechts éen wildo mijneDenk daar wel aan Hebt ge nu nóg luzt, bij mij in dienst te treden, Erust Manier?" „Nog meer dan te voren", antwoordde hy, „omdat ik bereid hen, mij naar uw wil te Buhikkeu." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1