Donderdag December 1904. No. 5586. 54e Jaargang. Feuilleton. UITGAVE FIRMA A- H- VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.—- trance per post 1.15. Advartentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-, otlicteele- en onteigemngsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels/" 1.25; elke regel meet f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten eveiials afzonderlijke nummers 10 cent. Bij adverteutiëu van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT 9 Telephoon 19. KENNISGEVING!] N~ JACHT. UTRECH "ISSAKIS def K0NINGIN in de Proviacie Gezien het besluit van Heeren Gedeputesrde Slateu der ^provincie Utrecht, in daio 24 November 1904, (sïlÏ, J uTi7|" 13 J»»1 1853 Brengt bg deze ter kennis van belanghebbenden, dat de sluiting der jacbt voor de provincie Utrecht is bepaald op Zaterdag den 31. December 1904, met ion«-ondergaDg, met uitzondering echter van:' le het schieten van Waterwild, aangeduid in art 17 der aangehaalde wet, daar, waar het schieten van waterwild geoorloofd ie; 2e het vangen van Waterwild met slagnetten en bet vangen van Eendvogels in een eendenkooi of een daarmede gelijkstaand toestel 3e bet schieten van Houtsnippen; waarvan do sluiting later zal worden bepaald. En, ten einde niemand eeuige onwetendheid hier van voorwende, zal deze worden afgekondigd en aan plakt, waar zulks te doen gebruikelijk is. Utrecht, deu 26. November 1C04. De Commissaris der Koning voornoemd, SCHIMMELPENNINCK r. D. O. v. NIJENBEEK. NATIONALE MILITIE. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op de artt. 73 en 74 der Militiewet 1901 en art 46 van het Koninklijk besluit van den 2. December 1901Staatsblad 230; Gezien de kennisgeving van den heer Kolonel, Miiilie-Commissaris in de provincie Utrecht, van den 21 November 1904; Doen te weten, dat de zitting van den Militieraad voor deze gemeente op Maandag den 12. December 1904, des voormiddags te 10 uren, iu het openhaar wordt gehouden in de zaal genaamd „Groot Kunstliefde" van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen aan de Mariaplaats te Utrecht, in te gaan tegenover de Botermarkt, en bestemd is tot het doen van uit spraak: omtreot de lotelingen die rodeuer van vrij stelling hebben ingediend, de lotelingen die van dsn dienst uitgesloten of daarbij voorloopig niet toegelaten worden, en alle overige lotelingen, be- hoorende tot de lichting van bet jaar 1905. En brengen tevens ter kenni» van de belanghebben den, dat de tijd sn plaats dar zitting aan elkeu loteliog zal worden bekend gemaakt door middel van een aan zijne wening of aan die van zijnen vader of voogd te bezorgen biljet, alhoewel het niet-ontvangsn van zoodanig biljet, niet ontheft van de verplichting tot het verschijnen voor den Militieraad, of tot het indienen van de tot staving der redenen van vrij stelling gevorderde bewijsstukken zullende de lote- ling, die vrijstelling verlangt wegen» ziekelijke gesteldheid, gebreken of gemis van de gevorderde lengte voor den Militieraad moeten verschijnen, op het hierboven vermelde tijdstip, Amersfoort, den 80. November 1904. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS, Wd. S. OP DEN ENZ-M0LEN. 5). Ernst behoefde niet uit te gaan om kennis met Knoop te maken. Een poosje vóór twaalven was hij op den meelzolder om den inventaris op te maken. Het groote luik in den buitenmuur stond wiid open en zoo kon hij tamelijk ver het land in zien. Het was niet zoo koud als deu vortgen dag, maar bet was toch wel zóo frisch, dat Ernst en de jongere knecht, die bij hem was. uu eu dan da de armen tegen elkaar sloegen om zich een weinig te verwarmen. In zulk een oogenblik vau rust zag Ernst een man te paard door deD tuin rijden en aan de ach terdeur etilhouden. Zooveel wist hij alreeds, dat dit niet de gewone toegang voor bezoekers was. Hij verwonderde zich echter nog meer, toen Valentyn kwam toeloopen en het paard vasth.eld, terwij de vreemde afstapte en onder het nazien van gebit en teugel» haastig met Valentyu sprak; telkens fronste hu het voorhoofd; het was zeker iete onaangenaams dal hii besprak ol vernam en Ernst was met ver de pl.ok mi., toeu 1.5 J»", 8» f'P»k "V*'?8 hield met sijn komst in den molen en met zyn optreden bg het werk. Daar is die valBche Knoop óok weer zei de jongere knecht. „Als de juffrouw dieu man maar van den vloer wilde houden. In haar geziclil vriendelijk; maar achter haar rug "u, tieimaar eens. hoe dikke vrienden bij met Va en gn is Inderdaad drukte Knoop deu knecht de handen ging toen ijlings het hui. binnen. Ernst antwoordde niet op betgeen de knecht b»u vezerd maar zün gedachten waren voortdurend heng hetgeen hij had gezien. Zou Valentgu mis- wbien mo weerbarstig tegen hem geweest s«n, VoorbBreideud Militair Onderricht. brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in de maand Januari a.s., len overstaan van een Militaire Commissie, een onderzoek zal plaats hebben ter ver krijging van een bewijs van voorgeoefandheid. Aan het onderzoek mogen deelnemen 1. de lotelingen, die iu aauinorkiug komen om in het volgend jaar bij de militie te worden ingelijfd de tot korte oefeniug ingelijfde lotingen in het genol van uitstel van eerste-oefeuing, die hun vroeger verkregen bewijs van voorgeoefendheid wenschen opnieuw te verwerven, ten einde daardoor aanspraak te verkrijgen op verlenging van dit uitstel, en 3. de jongelieden, die het vereischte militair ge tuigschrift wenschen te verwerven om eene verbinte nis te kunnen aangaan bij bet RwServekader der Infanterie, der Vesting-Artillerie of der Genie. De lotelingen, hiervoren ouder 1. genoemd, kunnen bij het onderzoek driëerlci bewijzen van voorge oefendheid behaleD, te weten: het bewijs van militaire bekwaamheid; het bewijs van lichamelijke geoefendheid, of het bewij» van militaire bekwaamheiden lichame lijke geoefendheid. Bedoelde lotelingen, die een dezer bewijzen hebben verworven, worden, op hunne aanvrage, ingelijfd bij het korps en geplaatst in het garnizoen hunner keuze, voor zoover zij daartoe geschikt zijn en dit met de belangen van den dieast is overeen te brengen. Bezitters van het in de derde plaats genoemde be wijs hebben daarbg den voorrang boven hen, die een der eerstvennelde bewijzen verwierven. De houders van het in de derde plaats genoemde bewijs hebben daarenboven aanspraak om vóór ande ren in aanmerking te komen voor inlijving tot korte oefening (vier maanden). Alleen de bewijzen van voorgeoefendheid, die in Januari a.s. zullen worden behaald, geven bij de in lijving in bet volgend jaar aanspraak op vermelde voorrechten; alle vroeger verkregen bewyzen zijn alsdan van onwaarde. De lotelingen, niervoren onder 2. genoemd, kunnen bij het onderzoek alleeu verwerven het bewys van militaire bekwaamheid èu lichamelijke geoefendheid dit bewgs moet door hen bg de aanvrage om ver lenging van uitstel van eerste-oefening worden over gelegd. Zij, die in deze Gemeente woonachtig zijn of ver blijf houden eu aan het in Januari a.s. te houden ouderzoek wenschen deel te nemen, moet zich vóór 10 December a.s. ter Secretarie der Gemeente aan melden. Dag en uur waarop, zoomede de Gemeente eu lokaliteit, waar het onderzoek tal plaats hebben zullen op een der twee laatste dagen van het jaar bij publicatie ter algemeene kenuis worden gebracht. Amersfoort, den 30. November 1904. De politieke toestand. De gisteravond door de Vrijzinnige propa- ganda-club in «De Arend" belegde verga dering werd bijgewoond door een 70-tal personen. omdat bg vreesde, dat zyn ontrouw aan het licht sou komen Ontrouw, met Knoop gepleegd, tegen sijn goede meesteres. Intusschen was Knoop in den molen gegaan en na vluchtig aankloppen de woonkamer van de juf frouw binnengetreden. Christa Maria vloog van haar stoel op, afsof xij op een slechte daad betrapt werd sij kon haar ver legenheid niet geheel verbergen. „Zóo vroeg reeiis op weg, buurman?" vroeg sij, en voor de eersto maal sedert zy hem kende, rustte haar oog met mishagen op de breed geschouderde gestalte van den buurman, op sijn grof gelaat, waar uit een paar kleine zwarte oogen haar listig aan keken. Hoe voordeelig kwam Ernst daarbg uit! Bij hem sat alles knap; de kleeren hingen niet zoo ruim om het Ijjf als bij Knoop. Met zijn eerlijke oogeu keek hij iemand openhartig en recht iu het gelaat, terwyl Knoop nooit kon velen, dat men hem goed in de oogen keek. En toch was by tot heden haar vriend en haar vertrouwelingja, zy had zijn ondubbelzinnige huldiging niet geweigerd, daar zij geloofde hem daardoor heter voor haar belangen te kunnen winnen. Zij was tamelijk goed op de hoogte met het molenaarsbedrijf, maar reeds lang had sij ingezien, dat haar de scherpe blik eu de wilskracht van deu man ontbraken. „Kom ik te vroeg naar uw zin, juffrouw?" vroeg bij spottend. „Ja, ja, als men zich de weelde kau veroorloven, een fijnen meesterknecht te nemen dan is men goed af. Ik tref u zeker daarom ook hier op een uur, dat u anders in den molen doorbracht „Ik ben blij, dat ik uu een beeije vrijen tgd heb. Het was mg iu de laatste weken te druk en myu ouders willen reeds lang „En daarom neemt u den eersten den besten jonk man, die hier komt aanwaaien, omdat bjj zich mooi weet voor te doen en in zyn Zondagspak rondloopt?" „Ik zou kunnen zeggen, dat gaat u niet» aan; ik ben meesteres in mijn eigen huis en kan in dienst nemen, wie ik wil maar u ia reeds jarenlang mijn De beer F. M. van Veen opende ruim kwart over achten de vergadering namens den beer Moerman, die door ongesteldheid verhinderd was de bijeenkomst te leiden en schetste op deze eerste vergadering der club tiaar doel om vervolgeus bet woord te geven aan den lieer K. Re; ne, uit Haarlem. De heer Reyue herinnerde, dat we staan aan deu vooravond van ie debatten over de Maats-begrooting, welke door de Pers lot gemeengoed worden gemaakt en waaruil «de politieke toestand" duidelyk zal blijken, beter uog dan spr. dien in dezen kleinen kring zal vermogen te schetsen. Om dit te doen, wilde spr. zija voor de vuist uitgesproken rede verdeelen in twee zeer ongelijke helften en achtereenvolgens geven enkele opmerkingen omtrent de lei dende beginselen der politieke groepen en vervolgens aanstippen enkele zeer speciale kanten van het huidig Regeeringsbeleid. Spr. schetste dan de kerkelijke partijen, die thans zoo nauw verbonden zij n,ondanks hun ontbreekt overeenkomst in staatkundige over tuiging en ofschoon lusschen hen zeer groote verschillen bestaan. Intusschen dragen zij die verschilpunten wat minder dan de niet-ker- kelijken op de algemeene markt, behandelen die wat meer binnenskamers en hierdoor konden die soms zeer diepgaande verschillen in 1901 tijdelijk worden opgeborgen en konden die partijen recht broederlijk samengaan. Wat niet wegneemt dat van vrijzinnigen kant bet wel geoorloofd is, dat samengaan met verbazing aan te zien. Want wel mag bet verbaziug wekken, dat thans de Roomsch Katholieken arm in arm ter stembus gaan met hen die nog ma-.r korten tijd geleden hun geen vrijheid des geloofs gunden. Ook mogen de Vrijzinnigen er zich over verwon deren, dat rechtzinnige Protestanten zich kunnen verbinden met de volgelingen der kerk, die hun, evenais zij dat de vrijzinnigen doeD, als paganisteu beschouwen en hun anathema naar het hoofd werpen. Niet minder verbazing wekt het, dat de volgelingen van dr. Kuyper zich konden verbinden met de Roomsch Katholieken over wie de zelfde dr. Kuyper in 1894 (Maranathu) schreef: Samen gaan met Rome? Ik zeg u, dat kan niet en dat mit^ niet. En toch gaan ze nu samen, wortelen ze nu op éen stoel des geloofs en zulks niet omdat er ook maar iets verauderd is in het R. K. karakter, wat de kerk oi du politiek betreft, maar omdat het politiek spel dit op dit oogenblik noodig maakt. Geheel het zelfde verschijnsel zien we bij vriend en daaroui zeg ik tl, dal zijn papieren alle iu orde zijn, dal lig een degelijke leerschool heeft doorloopen en goede aanbevelingen bezit; daarmee is de zaak afgeloopen." „Dat deukt u zoo mot uw vrouweuverstand, juf frouw, maar er valt daarbij nog op vele andere dingen te letten, en de hoofdzaak is, dat hij voor uw belnugeu moet optreden". „Dat xal hij kunnen 1" riep zij zóo levendig, dat Knoop met de handen diep in de broekzakken en zacht Huilend heen en weer liep. „Het is zeker een knappe jongen, dat u dadelijk zoo vuur vat Dan wordt bet een mooie zaak hier op den Enz molen, als de vrijer met de juffrouw onder éen dak woont!" Met éen sprong stond Christa Maria voor deu grijnslachenden man. Zy werd door toorn en afkeer zoozeer overmees terd, dat zij geen woord kon uitbreugen maar lang zaam hief zij de hand op en wees hem de deur. Knoop lachte luidkeels, doch inwendig had hij er spijt van, nu hij zag, dat hg ie ver was gegaan. „Handelt men hier en zoo'n manier met ziju vrienden, juffrouw Ik denk er niet aan, gevolg te geven aan die vingerwijzing. Onze vriendschap kan wel spoedig verbroken worden, maar die wordt niet zoo epoedig weer hersteld. Ik geef u slechts iu be denking, dat bel niet past een nu laten wij zeggen een meesterknecht naast zich te hebben". Christa Maria had zich van hem afgekeerd on zeide nu „Hy weet uiet anders dan dat ik getrouwd ben f' „En hoe lang zal bij dat gelooven? Meent u dan, dal hij niet spoedig de waarheid zal bemerken, of misschien vau een der knechts vernemen." „Hij maakt geen praatjes met de anderen en allerminst met Valentyn eu dit alleen weet bg, dat ik den molen van mijn oom heb overgenomen." „Dat mag wezen, zoo het wil, maar het gaat niet. Geef mg bet recht u te beschermen; laat mg de de Protestanten onderling. Vrij-anti-revolu- tionnairen, Chr. Historisehen en Anli-revo- lutionnairen zitten thans eendrachtig in het regeerkasteel, al gunnen ze elkaar ook het licht in de oogen niet. En dat dit taaiste het geval is, werd nog onlangs treilend bewezen toen op de Jaar vergadering van den Chr. Nationalen Werk- maus Bond" tegenover dr. De Visser een der steunpilaren van deze Regeering de klacht werd geuit, dat de inaunen van «Pa trimonium" de Werkmansbouders eenigszins beschouwden als half-Christenen. Een ander bewijs, dat, wie niet beslist volgeling is van dr. Kuyper, niet alsv ol telt, gaf aan spr. ds. Postma, uit Voorburg, die zijn kinderen naar de openbare school zond omdat het Hoofd der bijzondere school Ge reformeerd was gewordenen dit, waai de Kuyperianen de openbare school noemen een lenge zuigllesch. in de werkelijkheid is dit samengaan ook heel anders dan de Psalmdichter bedoelt, waar bij zingt: Ayziet, hoe lieflijk is 't waar broeders samenwonen. Maar toch laven de kerkdijken zich aan de zelfde bron, aan de Schrift, die niet alleen hun leiddraad is voor het dagelijksch leven, maar ook voor hun Staatkunde. Intusschen ontbreekt de geest der ontferming, waarvan de Bergrede gewaagt, geheel en al wordt slechts de letter gevolgd. Tegen dergelijke handeling zou men kunnen inbrengen het ethisch bezwaar, dat zij zich opwerpen als keurmeesters, als moderne in quisiteurs niet met brandstapel, doch met Kuyperiaansche ongenade waardoor in ons land de traditie der godsdienstvrijheid groot gevaar lijdt. Daarnaast rijst de bedenking hoe juist kan wezen de scheiding tusschen de veel ge- j wraakte materialistische rede en de veel j geprezen goddelijke openbaring- Alsof ook I bun de praclijk des levens niet herhaaldelijk I dwingt, gebruik te maken van de gewraakte I rede: bijvoorbeeld bij twistvragen overgor- I (lijntjes bij de Drankwet, of bij 't belangrijk I dispuut of een automobiel 35 dan wel 40 j K.M. mag rijden, of bij de beraadslagingen 1 of petroleum al dan niet hooger moet belast. Telkenmale als de praclijk der Staatkunde aan 't woord komt, dwingt deze de kerke lijke broederen de meest rationalistische dingen te achtervolgen en de gesmade rede als correctief te nemen in plaats van de I geestelijke goederen naar de letter der Schrift, alsof deze niet is opgesteld voor andere tijden en andere toestanden en nitlegkunst zeer plaats innemen van dien aangewaaiden iterelWord mijn vrouw, dan is alles ten beate geschikt." „Denkt ge er zóo over?" vroeg zy terwyl zij hem haa verbleekt gelaat weder toekeerde. „Nu, ik dank voor die eerEen man, die schimpt op de vrouw, die hij ten tauwelyk begeert, kan rny'n echt genoot niet worden. Ik zou hem moeten verachten „Neem u in acht, juffrouw! Dryf de zaak niet te ver." „Ik Ik meen, dat ge zelf vergeten hebt wat u paat." „Een dwaze scherts „Met zulke zaken 3chertst een fatsoenlijk mensch niet". „Nu, goed; laten wij daarover zwygen. Ik ben ook alleen gekomen om te vragen hoe het met de leverantie staat, waar u zoo bezorgd over was." „Hoe het met de leverantie ataat herhaalde zij, terwyl plotseling de argwaan in haar hart postvatte, „Wel, natuurlijk goed Zij sloeg Knoop nauwkeurig gade en haar blikken door wantrouwen gescherpt zagen, hoe in zijn oogen een straal van ergernis flikkerde. „Hebt u dau hulp gevonden?" vroeg hg verder. „Het scbgnt zoo". „Waarom is u zoo kort aangebonden, tegenover een oud vrieud, die u zoo die u zoo dikwijls geraden en geholpen heeft „Die vriendschap heb ik zoo pas leeren kennen. Eu wat uw raadgeven aangaat daaraan zou ik het to wijten hebben, als ik niet op tijd de leverantie kon volbrengen. En uw bulp? U hebt mij niet zonder bedoeling aangemaand „Wat u daar zegt, heeft de bedoeliDg mjj den mantel eens uit te vegen 1" „Dat k. n wel zyn. Huichelen kan ik niet!" Knoop wilde opstuiven. Onwillekeurig deinsde Christa Maria voor zijn boosaardig gezicht terug. Opeens werd^er op du deur geklopt en onmiddellijk daarna trad Ernst binnen. (WV, vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1