Zaterdag 7
Januari 1905.
No. 5602.
54e Jaargang.
Eerste Blad
Feuilleton.
Reservist Tiesmeijer.
Het kan.
AMERSFQORTSGHE COURANT.
UITGAVE:
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- eu Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maandoe f\.
franco per post f 4.45. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/" 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosteu in rekening gebracht
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Telephooa 19.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
KENNISGEVINGEN.
WETHOUDERS van
De BURGEMEESTER
AMERSFOORT,
Gezien bel besluit van Heeren Gedeputeerde Staten
der Proviucie UtrecUt vau den 29den December 1904,
No. 18, (Provinciaalblad No. 166), au een brief van
den IJKER, chef van dienst, d.d. 81 December 1904,
No. 171.
Brengen ter kennis van de ingezetenen dezer Ge
meente, dat de herijk der maten en gewichten voor
de berykperinde 1 Januari 19061 September 1906,
in een der benedenlokalen van het „Werkhui»*'
alhier tal geschieden van Maandag 16 Januari tot
en met Maandag 6 Februari aanstaande, uitgezonderd
den Zaterdag en Zondag.
Dat de letter p, in den gewonen schrijfvorm, be
stemd is tot goedkeuringsmerk, toowel van den ijk
ale van deu herijk, en dat volgens het Koninktyk
besluit van den 9 November 1869 (Staatsblad No. 167)
het afkeuringemerk bestaat uit een geljjkxydigen
driehoek, met arceeringen loodrecht op eene der
tijden
dat de belanghebbenden verplicht xjjn hunne maten
en gewichten behoorlijk schoon en drooggemaakt
bij den IJKER tijdens z|jn verblijf in det» Gemeente,
tot het ondergaan van den herijk le betorgen, en
dat zij, die dit verzuimen of daarin op de hiervoor
aangewezen dagen verhinderd worden, de voormelde
maten en gewichten aan het ykkantoor ie Utrecht
ter herijking vóór den 1 September 1905 moeten
aanbieden, welk kantoor geopend iseiken Zaterdag,
en n& 19 Juni ook des Vrijdags, telksns van 'J tot
1 uur;
dat de milligratngewichten uitsluitend aan de yk-
kantoren geverifieerd worden en vrschtvry kunnen
worden opgezonden onder het adres „IJkkanloor
U trecht"
dat na het eindigen van den termijn voor deu
heryk gesteld, en alzoo vanaf den 1 September e.k.,
het gebruiken of voorbanden hebben van maten cn
gewichten, niet voorzien van de vareischte stempsl-
merken, volgens artikel 29 der Wet van den 7 April
1869 (Staatsblad No. 57) verboden en strafbaar is;
dat de belanghebbenden gehouden zijn, na de
terugontvangst van hunne ter herijking aangeboden
maten en gewichten, zich te overtuigen, dat deze
van het vereisoht# goedkeuringsmerk voorzien zijn,
alsvorens zo weder in gebruik genomen of in win
kelt of op plaatsen van bedrijf voorbanden gesteld
worden, blijvonde de jjkplichtigen Bteeds daarvoor
verantwoordelijk.
Teneinde eene meer ordelijke uitvoering van den
herijk mogelijk te maken en daardoor de belang
hebbenden leven» voor tijdverlies te vrijwaren, worden
de ijkplichtigen uitgenoodigd zich zooveel mogelijk
te gedragen naar de volgend» regeling
Voor de Rjjke- en Gemeente-inrichtingen, Spoor-
en andere vervoermiddelen en Verkoopers van maten
en gewichtenMaandag 16 Januari van 10—12 en
127.-2 uur.
Voor wijk A Dinsdag 17 Januari van 9—12 en
12.7.-2 uur.
8.)
„Is dat alles?" vroeg mevrouw Von Rübsam.
„Ik heb 't vergeten" verontschuldigde overste Witte
zich „of neen, vergeten heb ik 'tnist; ik wil er niet
om jokkenik wilde het den lsatsten dag koopeu".
„En waarom deedt u dat dan niet?"
„Ja, cousine, dat is een beele gesohisdenis", ant
woordde hij. „Den lassten dag dien ik ts Triberg
wilde doorbrengen, ben ik daar niet geweestik
moest een dag vroeger vertrekken omdat ds hotel-
her ondanks regen en koude de kachel op mijn
kamer niet wilde laten aanmaken en ik er gsen
lust in bad om een zware verkoudheid op te loopeu.
Welliswaar ben ik niet verkouden geworden, maar
't had toch kuunen gebeuren en daarom heb ik
mijn koffer* gepakt en ben ik maar naar huis gegaan
en zoo werd de voorlaatste dag mijn laatste dag en
al wat ik op dien laataten dag had willen doen, bleef
ongedaan. Zooals je weet, houd ik me stipt aan
het eenmaal vastgesteld program, dat ik opschrijf
eer ik op reis ga en waarvan ik geen vingerbreed
afwijk. Het koopen van je cadeau was, zooals ik
r* le'' gesteld op den laatsten dag van mijn
verblijf »n is dus niet kunnen gebeuren".
„Hebt u er wel aan gedacht uw hotel-rekening
te betalen?" vroeg mevrouw Von Melcbow lachend.
„In uw boekje etond zeker roor den laatsten dag
rekening beulen."
Hjj keek haar met groote oogen aan. „Natuurlijk
heb ik die betaald, maar nu valt me meteen in,
dat ik, omdat ik too hals over kop afreisde en het
op het volgende blaadje stond, vergeten heb fooien
te gtvou. Zooeven heb ik u gezegd, dat ik een
Voor wjjk B Woensdag 18 Januari van 9—12 en
1-',—2 uur.
voor wijk C ls helft Donderdag 19 Januari van
9—12 en 127»—2 uur-
Voor wijk G Vrijdag 20 Januari van 12'/,—2 uur.
Voor wijk C 2e helft Maandag 23 Januari van
9—12 en 127,-2 uur.
Voor wijk D 1» helft Dinsdag 24 Januari van
9—12 en 127,-2 uur.
Voor wijk D 2e helft Woensdag 25 Januari van
9-12 en 127,-2 uur.
Voor wjjk E Donderdag 26 Januari van 9— lt en
127,-2 uur.
Voor wijk H Vrijdag 27 Januari van 127,—2 uur.
Voor wijk F van No. 1—200 Maandag 80 Januari
▼un 9—12 en 127,-2 uur.
Voor wijk F van No. 200—400 Dinsdag 81 Januari
van 9-12 en 127,-2 uur.
Voor wijk F van No. 400einde Woensdag 1 Fe
bruari van 9—12 en 12'/,—2 uur.
Voor de Apothekers, Juweliers, Goud- en Zilver
smeden Donderdag 2 Februari van 9--12 en 127,-2 uur.
Voor wijk I Maandag 6 Februari van 9—12 uur.
De ingezetenen worden uitgenoodigd, bjj de aan
bieding tot den herijk, het wyknummer van hun
buis optegeven, en nadrukkelijk aangemaand zich
getrouwelijk van hunne verplichtingen ten deze te
kwijten, teineinde bewaard te blijven voor de on
aangename gevolgen en boete, tegen de aalatigen
vaetgesteld.
Amersfoort, 2 Januari 1905.
Burgemeester en Wothouders voornoemd,
De Burgemeeeter,
WUIJ TIERS.
De Secretaris,
Van REIGERSBERG VERSLUIJS,
waarn. Secretaris.
Wegen.
Do BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
brengen ter algemeene kennis, dat
HET SMALLEPAD
van af de Klein* Koppel tot aan de toegangen van
de Van Asch van Wijkstraat en van dan Soesterweg
van den 7. Januari 1905 tot en met den 14. Januari
d.a.v. zal zijn afgesloten voor rjj- en voertuigen en
voetgangers.
Amersfoort, 6 Januari 1905.
Burgsmeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeesters,
WUIJT1ERS.
Ds Secretaris,
Van REIGERSBERG VER8LUIJS,
waarn. Secretaris.
Ouder het vele goede, dat de laatste
tientallen van jaren ons hebben gebracht,
behoort zeker wel het steeds meer en
meer ontwakend gemeenschapsgevoel.
Ai zal het nog wel heel lang duren,
voordat het zoo'n krachtige boom is, als
de mannen en vrouwen, die op allerlei
wijzen trachten zijn groei te bevorderen,
wel wenschen, toch zal zelfs de
dikke tweehonderd gulden minder uitgegeven heb
dan ik gedacht had: daar heb je ze: de fooien. Dat
moet ik eens aan Weidmanu gaan vsrtellen", ver
volgd# hjj terwijl hij boos opstond en vlug heenging.
De kolonel maakte gebruik van zijn vertrek om
naar zijn kamer te gaan.
„Arme Weidmanu." meende mevrouw Von Rübsam
„die sal er wear van lusten. Nu moet zjj schrifte
lijk rapport uitbrengen waarom bij vergeten heeft
fooien te geven, waarom en hoe dat gebeurd is of
liever niet gebeurd ie, benevens een uitgebreid ad
vies om een herhaling in 't vervolg te voorkomen.
Miju geachte neef is een best menaob, maar een beetje
lastig om hem altijd om je te hebben, meen ik.
Maar laat ons liever over u praten; hoe is u uw reis
bevalleu? En vondt u Sylt niet pleisierig Nog veel
kennissen gemaskt?"
Was 'l opzet dan wel toeval dat zjj bij deze laatste
vraag Martha aankeek? Zij wist, dat mevrouw Von
Melchow, die behalve haar dochter nog een zoon
had, die als luitenant heel veel geld aankon, heel
gaarne haar dochter aan deu man zou brengen terwijl
haar heer gemaal nog in actieven diouet was en dat
zij heel goed wist èu dat de dochter van een kolonel
heel wat meer is dau de dochter vau een gepeneiou-
neerd» on dat het kolouelsleven aan een uiterst
dun zijden draadje hangt. Mevrouw Von Melchow
had dau ook reeds al het geoorloofde gedaan om
haar dochter te lanceeren, doch 'twas haar niet
gelukt en daarom waren ze maar naar Sylt gotogen,
ofschoon dat een voor hun beurs beel dure reis was.
Moeder en dochter beantwoordden beurtelings de
vrageu. Ja 'twas er erg mooi, erg aardig en erg
mooi weer, op een paar enkele buitjes na, en er
was erg veel te doen geweest en er was erg veel
gedanst en erg dikwijls geroerd en ze waren ééns
bijna met hun bootje omgeslagen.
Beiden hadden 'ter heel druk over. Waarvoor
maak je ook andera zoo'n dure badreis al* je je
niet erg amuseert.
Mevrouw Vou Rübsam luietsrde aandachtig, of-
3tyle pessimist, de meest verwoede tegen
stander van elke sociale hervorming of
verbetering moeten erkennen, dat het
boompje niet alleen reed3 heel taaie,
sterke wortels heeft en dat het eiken
dag meer sappen tot zich trekt, maar
ook, dat het reeds vruchten, mooie vruch
ten, beloften voor een nog milderen oogst,
schenkt.
Wat het gemeenschapsgevoel reeds
mocht bereiken, oprichten en in stand
houden, kan een ieder zelf Dagaan, voor
wien de maatschappij en hare nooden
geen gesloten boek is. IIoo meer hij zich
in de lezing ervan verdiept, hoe belang
wekkender hem deze wordt, des te meer
zal hjj ontdekken, dat er nog zoo heel
veel ontbreekt, eer het verblijf bier op
aarde zal naderen tot aller ideaal ervan,
n.l. te zijn, een leven, niet naast, maar
met en voor elkaar.
Een der krachtigste uitingen van het
gemeenschapsgevoel, mits in moreelen en
verstandelijken zin gezond opgevat, is
het vereenigingsleven wat de eenling
niet vermag voor zichzelf en anderen, dat
wordt meestentijds bereikt door samen
werking.
En zoo zien wij daardoor rechten ver
kregen, plichten onder het oog gebracht,
veel armoede gelenigd of voorkomen, on
wetenden kennis bijgebracht, kunsten en
wetenschappen ontwikkeld; o, nog veel
langer is de lijst hetgeen, wat het „ver-
eenigt u" gewrocht heeft en nog bereikt!
En toch, ondanks het nut er van, kost
het gewoonlijk veel moeite om een ver-
eeniging op te richten misschien
nog meer om haar in stand te houden.
Er behoort werkelijk moed toe om dat
te durven doen, ook hier, en waar thans
in breeden kring tot de burgerij een
oproep is gericht van ernstige mannen
om een nieuwe vereeniging te stichten,
daar moeten ze wel vast in hun schoenen
staan
Maar dat doen ze ook, dat kunnen zjj
ook, wjjl, wat zij beoogen aller belang
omvat, zoowel dat van de zeer gefortu-
neerden als van hen, die van een beperkt
inkomen moeten leven, en van de velen,
die zich nauwelijks het allernoodigste
kuunen aanschaffen of zelfs dkt ontberen
Want de plaatselijke afdeeling van het
„Groene Kruis" die zjj in 't leven hopen
te zieu geroepen, is alleu van nut, zooals
blijkt uit haar doelhet verleenen van
hulp bjj ziekte en ongevallen, het be
strijden van epidemieën en het helpen
bevorderen der algemeene gezondheids
belangen.
Dat doel tracht zjj te bereiken door
middelen, geëigend aan de locale toe
standen en rekening houdend met ont
vangsten aan contributiën, schenkingen,
enz.
En als we nagaan, dat het «Groene
Kruis" in den winter van 1900 oi> 1901
zijn eerste afdeelingen in Zuid-Holland
stichtte, dat er thans iu ons land reeds
165 bestaan met ongeveer 60 000 leden,
dan zijn dat cjjfers, die tot hart en ver
stand beide spreken.
Tot bet hart, omdat men beseffen kan,
hoeveel duizenden uitkomst geboden
wordt in angstige tjjden, juist op
die oogenblikken, waarin afdoende des
kundige hulp wonderen kau verrichten
tot het verstand, wjjl men begrijpt,
hoeveel er gedaan wordt om ziekten te
voorkomen door tjjdige, snel ingrijpende
maatregelen, door heel ruime versprei
ding van de zoo populair geschreven
propaganda-gesch riften.
Daarin vooral wordt, evenals op de
lezingen, van wege het «Groene Kruis"
gehouden, op eenvoudige bevattelijke
wjjze uiteengezet, wat we te doen en te
laten hebben om onze gezondheid te be
houden en te bevorderen.
En wie k:< u afmeten den zegen, welke
de verbetering in de huiseljjke zieken
verpleging, door het „Groene Kruis"
daarin gebracht, verbreidt hier en daar
en ginds
leder, die weet wat het zegt om dage
lijks een zieke te verbinden, hem te ver
bedden, om hem al die groote en kleine
zorgen te wjjden, welke zijn toestand
eischt, zal beseffen, hoe veelomvattend de
taak is van de wijkzusters, door het
„Groene Kruis" aangesteld.
Onberekenbaar is ook het nut van
zjjn talrijke magazijnen, over het geheelo
schoon baar absoluut niets interesseerde wat zy te
hooreu kreeg. Daarvoor hoefde je nu toch waarlyk
niet naar Sylt te gaan om te dansen en byna om
te slaan met jo bootje; dat kon je nu toch thuis
goedkooper hebben 1 Veel meer dan hetgeen werd
verteld, interesseerde haar wat haar niet werd mee
gedeeld.
Zij voelde, dut men haar iets verzweeg en vroeg
daarom nogmaals: „En u zei,dat u aardige kennissen
hebt gemaakt?"
Mevrouw Von Melchow wenkte haar dochter met
de oogen, doch niet xóo vlug of mevrouw Von
Rübaam bad dien blik opgevangen en dacht dau
ook: „Dus tocb. Nu, 'tis ook maar te hopen voor
Martha, dat zy nog een man krygt. Wie zou de
gelukkige ziju? Zeker iemand met veel geld, want
haar moeder zoekt alleen naar een ryken schoonzoon
omdat ze heel goed weet, dat als haar man er van
daag of morgen uitgaat, ze van een heel klein pen
sioentje moeten leven".
Ze luisterde maar met een half oor toen mevrouw
Von Melchow de namen der nieuwe kennissen
opnoemde eu zelfs toen deze vertelde, dat zy twee
maal de oor had gehad, te soupeeren mot den
Minister van Binnenlandsche Zaken. „O neen, ia
't beusch?" was alles wat mevrouw Von Rübsam
xeide over xóo'n groote eer.
Nog wel eon uur, bleef zy vitschen nzar den
naam van den éenen met-genoemden en tij had
nog wel laDgor doorgevischt als de dokter niet ware
aangediend.
„Nu ga lk heuich we-»; ik heb u al lang genoeg
opgehouden en by een dokters-visite wil ik werkelijk
geen iacbeuse troisième zijn".
Bij het heengaan, liep zy den dokter byna tegen
'tlijf, die zich op de meest hoflelyke wijze veront
schuldigde.
De regiments-adjudsnt had gelyk gehad. Doktor
reeft was werkely'
met heldere ooge
Kreeft was workelyk een knap man, groot eu slank,
met heldere oogen, een fijn beeneden gelaat eu
•en prachtigen blonden knevel en met uitstekende
manieren.
Nadat hy zich aan mevrouw Vou Melchow bad
voorgestold, verzocht deze hom plaat* te nemen en
stelde zy Martha aan hem voor.
„Het doet mij werkelyk leed, mevrouw", begon
hy „dat tn\jn eerste bezoek by u een zoo droevige
oorzaak heeft. Ik had gehoopt, de eerst* maal al
thans niet als medicus te moeten komen en wil
hopen, dat bet geval uiet ernstig is."
Mevrouw Von Melchow keek verwonderd naar
den dokter, die zoo kalm en keurig net het gesprek
begon, zonder te wachten dat zjj het opende. Zoo'n
dokter had zy nog nooit b(j haar regiment gehad;
de vorige, die nu met supplstis-uoepen naar Afrika
was, deed nooit zijn mond open, zelfs al sprak je
tegen hem. En ook Martha keek hem verbaasd
aan en dacht: „Hy ziel er veel moor uit als een
luitenant dan ale een dokter".
En, zoowaar, tuesohen de derde en de vierde knoop
van zijn jat kwam een monocle-band te voorschijn.
Hy stoud op en ging naar de chaise-longue.
„Mag ik uw voet nu even zien? Wilt u uw kous
uitdoen?"
Martha kleurde verlegen en haar moeder wild*
beschermend vóór haar gaau staau, maar de dokter
stond reeds discreet by bet raaut on wendde sioh
eerst om toen mevrouw Vou Molobow xeide
„Als 't u blieft, dokter."
„Een yaxak? Wel, mevrouw, ik maakumyncom
El intent; inderdaad een vakman bad dezo eerste
ulp niet beter kunnen aanbrengen", begon de
dokter, terwül hy he'. miniatuur yizakje weglegde en
voorzichtig den rost betastte.
„U is er goed afgekomen, heel goed, dank ook
zorgen tan mevrouw uw z
de uitslskendi
Maar doorgaan met koudwateromslagendal is nu
beUr dan ijs; en dan is u er met een dag vijf, z
hesUmaal af. Maar vooral rust houdsn