Donderdag 16 Februari 1905. No 5619. 54e Jaargang. Feuilleton. Reservist Tiesmeijer. AMERSFOOHTSGHE COURANT. FIRMA A- H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post f 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/" 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU K0RTE6RAGHT9 Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. Oproeping. Do BURGEMEESTER van AMERSFOORT, brengt ter kennis ran Nicola»» van den Bos milicien-verlof ganger der lichting van 1898, behoorende tot het regiment Grenadiers Jagera dat .het ham verleend verlof wordt ingetrokken, mei last om. voorzien van zijnen verlofpas en al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hem bjj zjjn vertrek met groot verlof medegenomen, rechtstreek» naar zjjn korps, iu garni zoen te Maastricht, aich te begeven, en aldaar op Dinsdag den 21. Februari aanstaande, vier uur, des namiddags aan te komen. Belanghebbende moet zich melden by den chef van het Militair Hoapitaal te Maastricht. Amersfoort, den 14. Februari 1905. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Vaststelling Kiezerslijsten Kamer van Ar beid voor de Bouwbedrijven te Amersfoort. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge meente AMERSFOORT, gelet op de artikelen 15 en 18 van bet Kiesregle ment voor de Kamer van Arbeid; Brengen ter algemeene kennis, dat op beden zjjn vastgesteld de lijsten, aanwijzende de patroons en de werklieden, die tot het kiezen van leden van de bovengenoemde Kamer van Arbeid bevoegd zijn dat de vastgestelde lijsten voor een ieder ter in zage liggen ter gemeente Secretarie op werkdagen van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 uur en dat afschriften der vaatgestelde lijsten, tegen beta ling der kosten verkrijgbaar zijn. Bezwaren tegen de lijaten kunnen binnen veertien dagen na beden worden ingebracht bij Gedeputeerde Staten dezer provincie. De bezwaren moeten z-<n ontleend aan bet feit dat de naam van den verzoeker of van een ander in strijd met de bepalingen der wet op de Kamera va* Arbeid of van bet Kiesreglement voor die Ka mers daarop voorkomt, niet voorkomt of niet be hoorlijk voorkomt. Amersfoort, 15 Februari 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De fd. Secretaris, Van REIGERSBERG VERSLUIJS. Een occasional schrijft; Bedrijfs-concentratle en Middenstand. Maandagavond hield „Handelen Nijverheid" een flink bezochte maandvergadering in „de Arend" onder voorzitting van den heer S. J. van Duinen. Ruim honderd leden en introducées waren aanwezig. De notulen der Januarivergadering werden aangehouden tot de volgende vergadering. Ingekomin waren eenige maandlijsteu, welke ter lezing zijn gelegd. Daarna gaf de voorzitter het woord aan den heer Piedeldy Dop uit Amsterdam tot het houden der aangekondigde reden over het onderwerp aau het hoofd van verslag vermeld. Spr. had het overbodig gevonden op de con" gocatie méér dan inleiders naam te doen plaat* 20). .Daar gaat je nik» niemendal aan. Ik heb m'n oogeu om te zien." »Ik verzoek je nog eens, om door te gaan en ons met rust te laten. En als je niet goedwillig aau dat verzoek voldoet en ons niet langer lastig maakt, dan zal ik je anders loeren, dan zal ik je eens gauw toonen, op welke manier je hard loopen moet." .Je irunt niet eens 'n been verzetten jij, met al je praatjes, waar ik niets om geef." In 't besef van zijn onmacht begreep Tieemeijer, dat er met dien lompen kerel niets was aan te vangen en half wanhopig, half verlegen wendde hg zich lot Martha. .Die brutale vent wil niet weggaan, juffrouw Martha". .Wel, laat hem dan blijven is dat nu zoo heel erg", antwoordde zjj kalm. .Wat kau ons dat scbelen hjj stoort ons beelemaal niet. Bovendien wordt bet ook boog tjjd, dat ik eens gaan kjjken, of ik een rijtuig voor u krijgen kan. U kunt hier toch maar niet bljjv3n zitten." Ed zonder op zijn tegenspraak te letten, pakte zg alles, wat er van hun dejeuner was overgebleven, weer in de tasch. „Ik hoop, dat u spoedig beter ia," reide zij. hem de band tot afscheid reikend. .Zulke kleinigbedeu genezen binnen een paar dagen wees daar zeker van." Op het zelfde oogenblik, dat tg gereed atond om weg te fietaen, verscheen de wagen dat Tieameijer sen. Nog onlangs hoorde spr. over een bekend staathuishoudkundige «preken. Toen zeide de spreker: Treub, ja, zie je ik zeg zoo Treub, want groote mannen noem je zoo maar bij den naam. Diezelfde gedachtegang zat ook bij den voor zitter voor ten opzichte van den heer Fiedeldy Dop, die in de middenstandskringen een onzer groote mannen is. De heer FiedeldyDop ving aan met er op te wijten hoe, toen bij het Rotterdamsche Middenstands- congres bleek dat de inschrijvingen een ledental van niet minder dan 80000 vertegenwoordigden, bijna spontaan de middenstandsbeweging in ons land tot stand kwam. Sinds dat congres wist men dat de middens'.andsbsweging er was. Dat het den schijn wekt ais of die beweging toen goheel plotseling werd in het leven geroepen, ligt in het feit dat het publiek nagenoeg niet wist van de antecedenten die de mogelijkheid der beweging hadden doen gevoelen. Sinds het congres werden allerwege middelen gezocht om den middenstand in zijn positie op te heffen of te versterken en vergaderingen en besprekingen over de positie van den middenstand kwamen aan de orde van den dag. Reeds nu heeft de middenstands-beweging eenige phasen doorgemaakt die iedere beweging bijna zonder uitzondering moet doormaken. De eerste phase was ook hier het gevoel van zwakheid, het gevoel van geïsoleerdheid, dat plotseling, bijv. bij een congres als bet Rotter damsche werd verdrongen door het gevoel van kracht bij organisatie. Als dat gevoel ontwaakt loopt men enthusiast te hoop en bestormd alles wat in den weg komt. Doch die eerste phase is spoedig doorgemaakt. De wetenschap dat men is gestuit op rots vaste dingen, op belangea eener sterkere groep, voert tot de tweede phase die zich kenmerkt door het hulpgesohrei om staatshulp tot bestrij ding van de werkelijke of vermeende belemme ringen en bezwaren die doorgaans te breed worden uitgemeten, te zeer overdreven. Gelukkig is geen regeering zoo dwaas op dezen eersten alarmkreet ter hulpe te snellen. Dan ziet men in, dat men dingen eischte, die wel misschien in eigen belang zijn, doch die toets van het algemeen belang niet zouden kunnen weer staan. Dan is reeds de beweging in de phase, waarin men van de Btaatshulp geen gouden bergen ver wacht, maar kracht zoekt in eigen organisatie, In deze phase verkeert thans de midden-stands beweging. Zij is in zich zelve gekeerd om te beraden of bet niet mogelijk is zelf te hervormen, eigen behoeften en actie aan te paasen aan de eigenaardige tijdsomstandigheden. Geheel in dit kader pist het onderwerp wat spr. dezen avond zal inleiden, immers het is een poging om te zien wat den middenstand ten dien- opzichte te doen staat. De concentratie der bedrijven voor do produc tie bestemd, dateert van af het midden der vorige eeuw. naar de stad brengen moeit. Zjj sprong dadeljjk van haar rijwiel. „Wacht, laat ik is even helpen, mijnheer Ties- mejjer. 'tScheelt sooveel, hoe u zit; want andera krggt gij te veel pijn. „Neen, neen, juffrouw Marlba, laat mg maar zelf mijn gang gaan. Zoo erg is bet nog niet, dat u mij helpen moet. Ga maar gerust heen, anders wordt het zoo laat, eer u thuis is. „Nu, zoo u wilt. Nogmaals beterschap en tot ziens". Zij fietste vlug weg, terwjjl twee krachtige boeren jongens Tiesmeger opnamen en hem niet bepaald zacht in den wagen zetten, die hem hobbelend en stootend naar huis bracht. Overste Witte zat in zjjn huiskamer. Juffrouw von Weidmann las hem, zooals zij eiken ochtend deed, de courant voorhij zelf kon bjjna niets zien, ten minste hg beweerde dat, want als bom een vioger zeer deed. dan dacht hg al, dat zgn laatste uur ge slagen was. 'tls waar, zijn oogeu waren slecht, maar lang niet in die mate, als hij zich inbeeldde. Maar bij werd er luimig door en ging aan als een tjrao. Hg zat in zgn leuningstoel, behagelijk een sigaar rook en de luisterend naar juffrouw Von Weidmann. Haar taal was werkelijk niet benijdenswaardig. Voor die ge wichtige bezigheid, het voorlezen der courant, waren precies twee uur vastgesteld, we souden haast zeggen uitgetrokken op het programma der dagverdeeliug. Daarin moest juffrouw Vou Weidmann allea voor lezen, wat de overste uit de courant interesseerde zij moest maar weten, wat hem belang inboe zemde. Wee harer, als ze iets kno», dat hem vol strekt niet achelen kon en niet minder zwaar bad zij het te verantwoorden als hij later tot de ontdek- kiDg kwam, dat zij iets overgeslagen bad, wat hg v«d belaag echte. „Wilt u dat artikeltje over de landbouw vooruit- siohteo in Mexico nog eena lesen, juffrouw vou Het is een gebeuren waarvan de eerste phase ligt in de laatste periode der 18e eeuw. Toen door de Fransche Revolutie de laatste beletselen werden uit den weg geruimd die de vrije productie in den weg stonden en voor hundel en nijverheid de banen tot ontwikkeling vrijelijk in alle uittingen werden geopend, werd een ge heel ander aspect geopend en greep een proces plaats, dat vooral na de uitvinding der machine in het midden der 19e eeuw een geheel andere wijze van voortbrenging zou in het leven roepen. Met krachtige vleugslag wiekte de voortbrenging op, en dank zij de moderne middelen van vervoer en de nieuwe snellere verkeerswegen, waardoor de afstanden vervielen, dank zij een georganiseerd internationaal bankwezen, wat het kapitaal zoo beweeglijk maakte dat het zich kon verplaatsen naar die streken waar er de grootste behoefte aan bestond kreeg de voortbrenging niet alleen en ongekende vlucht maar ook een geheel ander karakter. Men kwam te staan voor een geweldige pro- ductiviteitsvermeerdering, die aan de handenar beid een nekslag zou geven. Eer. in 1898 in Amerika ingesteld onderzoek naar de verhouding der productieve kracht van handarbeid machinale voortbrenging geeft ons een beeld der geweldige productieve kracht der machine. Enkele uitkomsten moeten vermeld worden. Het maken van 10 ploegen eischte bij: Handenarbeid 2 arbeiders, 11 verrichtingen, 1180 uren en kostte 54.46 dollar; bij machi nale voortbrenging 52 arbeiders, 97 verrichtin gen. 37 uren 28 minuten en kostte slechts 7.90 dollars. Voor 500 pond boter waren bij handen arbeid noodig 3 arbeiders, bij een aantal van 7 ver richtingen, 125 uren en een prijs van 10.06 dollar. De machine vorderde 7 arbeiders, S verrich tingen, 12' j uur en een prijs van slechts 1.78 dollar. 1000 brooden van een pond deed 1 arbeider 11 verrichtingen gedurende 28 uur, terwijl de prijs bedroeg 5.80 dollar, voor de machine waren de cijfers, 12 arbeiders, 16 verrichtingen, ge durende 8.56 uur bij een prijs van 1.55 dollar. Het is duidelijk dat voor deze artikelen de machinale voortbrenging het handwerk moest overvleugelen, Zelfs de grootste voorstanders voor handenarbeid moeten erkennen dat voor sommige categorien artikelen het handwerk nood zakelijk voor de machine moet wijken. Ibee facto zal de voortbrenging dier goederen, welke uniform en in massa kunnen vervaardigd worden, door de machine aan het handwerk worden onttrokken. Als de fabrieken het handwerk hebben over wonnen, als aiierwege de productie op groote schaal met behulp der machine plaats grijpt, dan krijgen wij, door de immer en overal voort schrijdende concentratie een nieuwen strijd, den strijd der fabrieken ouderling. Hoe grooter de productie kracht is, hoe ge makkelijker de concnreutie het hoofd kan worden geboden. Wat ziet men nu gebeuren. De afgeworpen voordooien vermeerderen met het productiever mogen en als gevolg daarvan, en' voornamelijk om het productievermogen te verhoogen worden de bedrijven zooveel mogelijk geconstrueerd en zien wij dat sommige industrie slechts door een steeds kleiner aantal fabrieken worden be- heerscht. De concentratie dier bedrijven vormt nu de cartel, het syndicaat of in zijn uiterste door voering de trust. Dat is geen hallunciatie, wij zien het gebeuren om ons heen. Ieder kent tegenwoordig de machtige trust van Rochefeller de „Standard Oil Co". Naroen als Rochefeller, Swab, Curnegie en zoovelen andere duiden aan dat wij ons in die werkelijkheid bevinden. De trust is de sterkste, de geweldigste vorm van concentratie, 'tls haast ongelooflijk hoe machtig zij is. Spr. geeft een schets van de ontwikkeling der trusts, en stelt de werking dier machtige lichamen in het licht. Om van den omvang der trnBts een beeld te geven, deelde spr. eenige cijfers mede, waaruit bleek met welke kapitalen gewerkt wordt. Cijfers als 1 404 000 000 dollar voor een lichaam als de groote staaltrust zijn wel in staat een respectueuzen schrik aan te jagen. Niet alleen in omvang maar ook in aantal nemen de trusts zeer toe, zoo zelfs dat een Ame- rikaanscb blad Bcbreef, dat men weldra niet meer zou kunnen eten of drinken zonder de mede werking der trusts. Gaat ge in een restaurant, wekt de kellner uw eetlust op met een wisky, dan ontvangt ge die drank van de wisky trust, werkend met 35 mill, dollar. De soep komt van de Beaftrust te Chicago 100 mill, dollareet ge vruchten dan betaalt gij tol aan de fruittrust, zelfs ijs doet u schatting betalen aau een trust. Nu moet men dit niet als een Amerikaansche merkwaardigheid beschouwen, het wel aardig en interresant vinden, doch men moet de groote beteekenis der trustvorming trachten te door voelen. Want de trusts hebben tot nog toe alleen de voortbrengende functie betracht, maar wie zegt u dat zij zich niet op de verdeeling der voort gebrachte goederen zullen werpen. In Chicago doet zich reeds het geval voor. Dat is een zaak waar wel nota van moet wor- j den genomen. De geschetste toestanu is geen fictie, en als ook eenmaal de trustvorming zal I plaats hebben ten opzichte der verdeeling der t verdeeling der goederen en den tusschenpereoon gaat worden tusschen voortbrenger en verbrui ker, wat zal dan het lot zijt. van den middon- stand zoo zij niet eendrachtig een geweldige kracht is, die bet gevaar keeren zal. Ieder voelt wel dat het een reusachtig ver schil uitmaakt op de machtige geldcombinatie want wat is de trust anders tegenover zich naar een troep geïsoleerde eenlingen of een kiaehtigen, hecht georganiseerden middenstand. Weidmann? Ik heb, zooals u weet, wel geen Bra- ziliaansche effecten maar riles omtreut dat laud interesseert me omdat een achterneef van mg in dienst van den ougelukkigen keizer getreden is. Dus, u leest mij dat stukje nog wel eens even voor, en dan wat laugzamer met wat meer intomatie. Hoe of't mij ook spgt, ik moet u eerlijk zeggen, dat u eiken dag slechter begiut te 1. zen. Alles op een toon 't is alsof er geen leesteekens staan 't is beusch geen genot om naar u te luisteren. „Ja. maar overste", braoht juffrouw von Weidmann aarzelend in het midden, „ik heb u a! wel honderd maal verzocht om niet zoo zwaar en aanhoudeud te rooken. Audere heeren rooken ook, maar die pau seeren nog eena 'n oogenblikje. U dampt maar door. 'tls werkelijk geen wouder, dat je je atem kwijt raakt." „Als men er ten minste ooit een gehad heeft en dat betwijfel ik sterk bij u," merkte Witte sarcas tisch aan. „Heel beleefd is u niet, overste." „Ik pretendeer ook niet, dat ik het wel ben, juffrouw vou Weidmann. Ik zeg, zooals ik het meen. U leest slecht, maar ik slaap er ten minste niet bij in, zooals v hebt gedaan toen ik van mijn reis ver telde. Dus ik ben altijd nog beleefder daD u. Die troef wat aan den oud-soldaat. „U is een echte tyran, overste. Ik dank den lieven God dagelijks, dat ik niet als man geboren ben, xoodat ik niet het ongeluk heb kunnen hebben onder u te moeten dienen. U zult uw ondergeschikten het leven zeker tot een hel gemaakt hebben, ten minste als u toen ook zoo elk klein vergrijp met ellen hebt uitgemeten. „Juffrouw vou Weidmann, ik ben nog nooit on rechtvaardig geweest en hoop het ook niet te worden. Als u meent, dat ik u onrecht heb aangedaan, dan bied ik u mijn excuses aan." Hij stak haar de hand toe. maar dampte haar daarbjj zoo dapper in bet gezioht, dat de arme, ge plaagde deme een hevige hoestbui kreeg. „Overste" zeide zij, toen zij wat bedaard waa en weer spreken kon, „overste, u is een goed mensch, maar u is verbazend humeurig, waarom maakt u iemand het leven toch dikwijls zoo zuur?" „Doe ik dat dan?" vroeg hg verbaasd. „Dat ia toch heusch mijn bedoeling niet. Ik geef toe, dat ik wel eens slecht gehumeurd bea, maar dat is geen wonder. Als ik zoo naga. dat al mijn kameraden, die tegelijk met mij in dienst traden, het verder dan ik gebracht hebben, als ik er aan denk, dat piijn oogen me dwongen ontslag te vragen en als ik eens eenmaal blind „Kom, kom, overste, nu overdrijft u. Ik heb den dokier nog pas gesproken en die heeft mij op zgn woord verzekerd, dal bet met uw oogen veel beter gaat en dat er geen sprake van is, dal u het gelicht verliest." „En ik zeg je, dat ik blind word, de dokter weet er niets van," hield de overste vol, met zijn vuist op den tafel slaande. „Maar. wat praat ik met u daarover. Lees me liever voor, wat er over Mexico in de courant ataat of moet ik, als ik straks ga wan delen met den majoor, weer met een mond vol tan den staan als hij er over spreekt, terwijl ik niet het minste begrip heb wat er in de wereld in 't alge meen en in Mexico in 't bijzonder, voorvalt." „Maar overste, ik beu al bezig". En juffrouw von Weidmann las met haar eentonige, schralen stem „De landbouw gaat met reuzenschreden vooruilj in Mexico en Zoo ging zij voort, op Mexico volgde een be schouwing van alle landen. Daarop las zg hst een en «Dder over litteratuur en muziek, dan uit deze, dan uit geue courant, toeu plotselu.g Sophie, het dienstmeisje binnentrad. [Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1905 | | pagina 1