Stadsnieuws.
prinsgezind was, dat liy zijn zware verplich
tingen met de meest mogelijke omzichtig
heid, ja zelfs soms wel wat al te zachtaardig
heeft nagekomen.
Toen het ruchtbaar geworden was, dat de
Oranjegezinden uit Duiischland gelijktijdig
met den inval der Eugelschen en Russen in
Noord-Holland een inval zouden doen in
Twente of in den Achterhoek, werd ook
Paschen tot het nemen van strenge maat
regelen aangemaand. Hij stelde de zijnen
in kenuis met hetgeen hun vooral van
de zjjde der Fransche troepen te wachten
stond en maande tot rust aan. Zóo weinig
ingrijpend waren zijn maatregelen, waar
hem toch zulke bepaalde orders gegeven
waren, dat bij zich een vloed van scheld
woorden en zelfs een te nauwer nood afge
wende beschuldiging van hoogverraad van
den Franschen bevelhebber Girod, die in
middels naar Bredevoort gekomen was, op
den hals haalde.
Niettegenstaande de strenge waarschuwin
gen door Paschen als drost en op bevel der
regeering uitgevaardigd, had freule Johanna
Magdalena Catharina Judiib van Dorth tot
Holthuizen zich niet ontzien, zich openlijk
met oranje gesierd te vertoonen, ja zelfs de
oranjevlag van haar huis, onder Lichten
voorde gelegen, te laten wapperen, zich met
de emigranten in verbinding te stellen en
dezen naar Groenloo te geleiden.
De inval leidde, als bekend is, tot niets.
Freule Van Dorth werd voor den Krijgsraad
gebracht en (vooral omdat zij wegens
een vergrijp ten opzichte eener boedelschei
ding aldaar in hechtenis uit de gevangenis
te Zutfen ontvlucht was) ter dood veroor
deeld. Het vreeselijk vonnis werd 21 No
vember 1799 ten uitvoer gelegd.
Ik herinner mij hoe pijnlijk weinige jaren
geleden het door R. Viukeles, weiiicht met
wreedaardige juistheid gegraveerde plaatje,
waar de freule in een doodkist wordt gefu
silleerd, mij aandeed. Toen veroordeelde ik
Paschen even hard als Van der Aa dit in
het Vllle deel zijuer Geschiedenis van den
oorlog deed. Thans echter, nu ik Paschen's
handelwijze beter leerde kennen, voel ik mij
verplicht de aandacht te vestigen op bet
ware beloop der zaken, tot dusver ook nog
niet geheel juist uiteengezet.
Doch keeren wij terug tot onzen veelschrij
ver en vervolgen wij de lijst zijner goed
verkochte en waarlijk niet onverdienstelijke
werken.
11. Beknopt en Echt Verslag van de op
roerige bewegingen en gepleegde gewelde
narijen binnen de stad Arasterdam, op den
löden en 16den November 1813. Vervat in
twee missives, geschreven door Cornelis van
der Aa, aan éen zijner Vrienden. Ter logen
straffing van de alsints allarmerende, en ver-
greotende geruchten, allerwege verspreid.
Te Amsterdam, bij Jacobus Ruys, Boekver-
kooper op den Nieuwendijk, bij den Dam.
1813. 8°. 11 -f 44 pp. f 0.40.
De laatste Missive is gedateerd 24 No
vember en een volgende is gedagteekend
3 December. Deze is te vinden in: Echt
Verslag van de Gebeurenissen binnen de
Stad Amsterdam Voorgevallen van deD 24.
November tot den 3. December 1813. Mits
gaders van de gruwelijke plundering en
wreedheden door de Franschen gepieogt
binnen de stad Woerden, Op den 24 No
vember deszei ven jaars. Vervat in twee mis
sives, geschreven aan een vriend, door Cor
nelis van der Aa. Te Amsterdam bij Jacobus
het den stijl dan wel de hevige partijdig
heid en de recensent eindigt dan ook
«Die het Fransche juk terug wensebt, is
een aterling, eeu slechthoofd. Maar
waarlijk, die de oude tweedragt terug roept,
is niet beter".
Deze critiek schijnt onzen ruim 65-jarigen
held er toe gebracht te hebben, zich niet
meer aan boekenschrijverij te wagen, te meer
waar dit werkelijk in boekenraakery ontaard
was. Niettegenstaande het groot debiet zynei
zeer dure boeken en zijn verbazende werk
zaamheid schijnt hij niet veel voor den ouden
dag te hebben kunnen besparen. Bij ziju dood,
20 October 1815 toch liet hij zijn vrouw en
zijn beide dochters onverzorgd achter. Koning
Willem 1 (als verkenning van de diensten
door haar vader aan Zijn vader bewezen")
bewerkte de benoemiug der jongste dochter
tot Hoofdprovoostiu van het toenmalige Werk-
hvis te Amsterdam. Johanna Jacoraina ver
vulde deze betrekkiog van 7 Augustus 18:7
tot 10 Maart 1852; toen werd zij, die bij de
hervorming van het Werkhuis den titel van
Directrice van het Armenhuis verkregen bad,
op haar verzoek gepensionneerd. Den 27
April 1861 overleed zij in den ouderdom van
74 jaren te Amsterdam; haar moeder, Johanna
Tuimelaar, was haar reeds 24 Maart 1813
ontvallen, terwijl haar oudere zusier Petro-
nella Elisabeth, de derde en laatste getuige
van de Feitelijke Aanranding op '1 April 1795,
den 11 Mei 1824 eveneens te Amsterdam
overleden was.
Frederiks.
Ruys, Boekverkooper op den Nieuwendijk
bij den Dam. 1813 No. 2. II 48 pp. f 0.40.
In bet Bericht van dit tweede stukje,
dat doorloopend 45—92 gepagineerd is om
het achter het eerst vermelde te kunnen
voegen, verzocht hij het door hem op bl.
29 van bet eerste slukje «omtrent de heer
Huidekoper van Maarseveen geplaatste, als
met gezegd aantemerken."
Dit boekje schijnt, niettegenstaande de
heftige critiek van Vaderl. Letteroef. van
1814 bi. 31 en 133, herdrukt te zijn. Ik
zag althans een exemplaar zonder nieuwen
titel tusschen de pp. 44 en 45 en waarbij
het omtrent Huydekoper geplaatste niet
voorkomt. Deze herdruk werd in 1814
mede door J. Ruys uitgegeven tegen den
prijs van fO.SO.
12. De doorluchtige Vorsten uit den huize
van Oranje-Nassau, en derzelver uitmuntende
daaden, ten nutte van het Vaderland verrigt.
In Tafereelen geschetst door Cornelis van
der Aa. In 's Gravenhage, Johannes Allart.
1814. 8°. X 547 pp.
TiteldrukAmsterdam, bij G. J. A.
Beyerink. 1814. X -f- 547 pp. Beide kostten
bij uitgaaf f3.
13. De Tyrannyen der Franschen, in de
jaaren 1747, 17951813, in de Nederlanden
gepleegd. Ten leerzamen gebruike voor de
Jeugd, op de Scholen, en in de Huisgezinnen,
in Zamenspraken opgesteld, door Cornelis
van der Aa. Te Amsterdam, Bij Wouter
Brave, 1814. (Voor rekening van den Autheur).
II -f- 108 pp. in 80 10.35.
Ook dit boekje viel een zeer ongunstige
recensie ten deel in hetzelfde deel der Vaderl.
Letteroefeningen waarin Van der Aa zoo
duchtig was doorgehaald over zijn sub. 11
genoemd «Verslag der Gebeurtenissen te
Amsterdam en te Woerden." Minder gold
De Ministers van Koloniën, Financiën, Marine
en Buitenlandsche Zaken (ad interin) ver-
leenen deze week geen audiëntie.
De Zaterdagavond onder voorzitting van
den heer J. Ger. Kleber gehouden 121 open
bare vergadering der Kamer van Koophandel
en Fabrieken werd bijgewoond door 5 leden
en den Secretaris, den heer H. P. vauHase-
lenmet kennisgeving was afwezig de heer
J. Sinnige.
Na het lezen eu ongewijzigd vaststellen van
de notulen der vorige vergadering deelde de
Voorzitter mede, dat waren ingekomen:
1. Een verzoek van een commissionair
te Buenos Ayros om zaken met he. i te doen
aangenomen voor kennisgevF.".
Een circulaire met programma van de
commissie van voorbereiding eener van Sep
tember tot November te Brussel te houden
tentoonstelling van kunsten en ambachten,
met verzoek belanghebbenden op te wekken
tot deelnemiug als voren.
3. Van de «Tariefvereeuiging" brochure
no. 4, getiteld: Waarom bescherming onzer
Nijverheid? zal cix'culeeren on later Ier
lezing voorliggen.
4. Een missive van het bestuur uit de ge
zamenlijke Kamers te Amsterdam, met me-
dedeeling dat het Internationaal Postcongres,
dat te Rome in dit jaar zou gehouden worden,
weder is uitgesteld tot 190Ö en dus een
samenroepen der verschillende afgevaardig
den voorloopig niet behoeft te geschieden
voor kennisgeving.
5. Een missive van de lirma Wysmïiller
Co. van gelijke strekking als het adres-
Schimmelpl'eug, de vorige maai ingekomen.
De Voorzitter stelt voor deze straks te
gelijk met het adres-Schiraraelpfeng te be
handelen.
6. Een missive van den Binnenschippers-
bond ter begeleiding van een reglement,
houdende algemeene bevrachtingscondities te
Nijmegen. Verzocht wordt dit nauwkeurig
te uyerwegen en op- en aanmerkingen ter
kennisse vauden Bond te brengen. De Voor
zitter stelt voor, deze zaak door een commissie
te doen voorbereiden, waarin worden benoemd
de heeren H. C. van Dam, H. van Haseien
en H. Meursing.
Dj schippers staan nagenoeg machteloos
tegenover de willekeur der bevrachters en
daarom heeft de Bond een bevruchtings-re-
glement ontworpen in overlegjnet de Kamer
te Nijmegen, welk ontwerp aan de overige
Kamers wordt gezonden om advies.
7. Missive van de Kamer te Gorredijk,
houdende verzoek om steun op haar adres
aan den Minister van W., H. en N., In dat
adres verzoekt zij, dat aan postambtenaren
of beambten onder zeer beperkende bepaling
het handeldrijven wordt toegestaan ol^ zoo
dit mogelijk is, geheel zal worden verboden.
Na eenige discussie stelt de heer Van Dam
voor, dit adres voor kennisgeving aan
te nemen, op grond dat het hier een zeer
plaatselijke zaak geldt. Bij rondvraag wordt
met algemeene stemmen aldus besloten.
8. Een missive van de vereenging «de
Beurs" te Groningen, met verzoek een byge-
voegd adres aan den Minister van Binnen-
landsche Zaken te steunen, waarin verzocht
wordt, dat in de Arbeidswetwijziging zal wor
den gebracht: 1. ten opzichte van de hoogte
van werkplaatsen, als graanzolders, opdat die
geen 3 M. hoog behoeven te zijn, en 2. de
verantwoordelijkheid van den patroon te split
sen, zoodat ook een gedeelte van het werk
voor de verantwoording van den meester
knecht koruL— Besloten wordt dit stuk rund
te zenden bij de leden en het te behandelen
in een volgende vergadering.
9 Missive van het Gemeentebestuur om
ten' behoeve van het Gemeenteverslag te
willen inzenden een Verslag van de werkzaam
heden der Kamer in 1904- Hieraan zal
worden voldaan.
Aan de orde kwamen nu de uitdevorigo
vergadering aangehouden zaken
1. De missive van den Minister van YV.,
H. en N. over de Naamlooze vennootschap
pen, waarvan de beantwoording is ontworpen
en ter kennis van de leden is gebracht.
In liet antwoord wordt in overweging ge
geven: het voorschrijven van nauwkeurige
boekhouding, grooter aansprakelijkheid van
Commissarissen, Rijks-controle der Baans,
en verplichte mededeeling aan de aandeel
houders van de Winst- en verliesrekening.
Do Kamer hechtte hieraan haar volkomen
goedkeuring.
2. Een missive van het Informatie-bureau
Sohimmolpfeng, welke in verband met het
schrijven van de firma Wijsmuller ec Do.
wordt behandeld.
Ook tor beantwoording daarvan is een
concept-missive ontworpen, welke eveneens
na voorlezing door de Kamer wordt goedge
keurd.
3. Volgens de goedgekeurde notulen is in
de vorige vergadering do Rekening vastge
steld inet een saldo van i 11.80. Nu is er
nog een navordering iDgekomen, welke op
die rekening betrekking heeft en óok is aan
het Dagelijksch Bestuur der Kamer bekend
geworden, dat een leverancier zich in de prijs
berekening van drukwerk heeft vergist,het
geen het saldo der rekening ten goede komt.
liet Bestuur wil daarom de Rekening op
nieuw doen nazien en vaststellenmet liet
nazien worden belast de heeren an Duinen
eu Meursing en de Rekening vervolgens
vastgesteld in ontvangst op f 201) en in uit
gaven op 1183.95, zoonat het batig saldo
f 16.05 bedraagt.
De Voorzitter deelt daarna mede, dat hij
ingevolge zijn vroeger gedane toezegging,
de Kamer in overweging geeft, zich te wen
den tot den Directeur-generaal der Poste
rijen, met verzoek om den dienst aan het
loket «aungeteekende brieven" zoo te wijzi
gen, dat daaraan niet tevens de spaarbank
zaken en de Ongevallenwet behandeld worden,
waardoor vertraging zal worden voorkomen.
Een concept-missive, daarvoor opgesteld,
wordt met algemeene stemmen goedgekeurd.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de
Voorzitter te negen uur de vergadering.
Het Bestuur der Vereeniging tot instand
houding van de Buiten-Societeit «Amicitia"
alhier, heeft verzocht, aan de Vereeniging
volgens de bepalingen der Drankwet ver
gunning te verleenen sterkedrank in 't klein
te verkoopen in de lokalen van haar Socië
teitsgebouw Arnhemschepoort no. 2 alhier.
Mejuffrouw L. Onvlée, thans te Oudewater,
is benoemd tot onderwijzeres aan de Gere
formeerde school te Zeist.
De heer W. G. A. Meyer, thans te Gro
ningen, is benoemd sot tijdelijk leeraar in
wis- en natuurkunde aan de Rijks Hoogere
Burgerschool te Assen.
I)e heer M. de Jager Meezenbroek, inspec
teur van politie te Utrecht, is benoemd tot
adjunct-inspecteur voor het toezicht op de
naleving der Drankwet.
De officier van gezondheid Ie klasse U.
Riedel is afgekeurd voor den militairen dienst
en zal dien dus eerlang met pensioen ver
laten.
Kapitein J. D. Grevinck, van het 5e regi
ment infanterie, is bevorderd tot majoor bij
het 9e regiment en komt te Leeuwarden in
garnizoen.
Tot kapitein bij het 5e regiment infunterie
is bevorderd de Ie luitenant J. J. M. Muller,
van het regiment grenadiers en jagers.
Bij de jongste promotie zijn o. a. nog be
vorderd: tot majoor bij het le regiment de
kapitein 11. M. A. Vigelius, thans bij de
Schietschool, eu tot le luitenant bij het Ge
regiment de 2e luitenant H. W. Matthes,
gedetacheerd bij de Koloniale Reserve.
Kapitein jhr. H. M. van der Goes, van het
5e regiment infanterie, sedert 15 Januari
gedetacheerd te Arnhem tol het volgen van
den tactischen cursus, keert hier morgen in
garnizoen terug.
Van het 5e regiment infanterie hebben
voldaan aan het examen voor militie-officier
de milicien-sergeantenJ. C. A. de KruilT,
A. Mulder en H. Bo3.
Het voornemen bestaat om bij het wapen
der infanterie de soldijen van het admini
stratief personeel te verhoogen en te brengen
voor den adjudarit-onderoflicier-vaandeldrager
op f2.27; voor den sergeant-majoor gewoon
11.45, na 3 jaren f l.65; voor den fourier
r— gewoon f0.67, na 3 jaren f0.77 en na 0
zoodat ook een gedeelte van het werk juren f 1.07, en den korporaal-fouricr f0.35
de verantwoording van rlnn i per dag; bovendien genieten zij voor ver
goeding van levensmiddelen 10.25 daags.
Met ingang van 1 Mei zal kapitein A. F.
Singels, van het 2e regiment veld-artillerie,
optreden als instructeur bij de Ry- en Hoef-
stnidsohöö! ter vervanging van ritmeester
jhr. F. W. von YVrangel auf Lindenberg,
wièn op zij» verzoek eervol ontslag uit die
functie is verleend.
De heer 11. P. Harlem, de bekende mede-
werker aan de «Mercure de France" en
andere letterkundige periodieken, stelt zich
voor in het einde der maand hier ter stede
een voordracht in de Fransche taal te houden
over Paul Verlaine.
Een inteekenlijst daarvoor zal weldra rond
gaan en zeker zullen velen wenschen den
zoo aangenamen en bevattelyken conférencier
als den hoer Harlem te hoeren over Verlaine,
dien hij zoo goed gekend heeft en van wien
hij zal geven sun portrait veritable, dégagé
de toutcs légendes".
Een occasional schrijft:
Onder voorzitting van den heer S. J. van
Duinen werd gisterenavond in »De vergulde
Zwaan" de maandvergadering van «IluDdel
en Njjverheid" gehouden.
Vier bestuursleden hadden van verhinde
ring kennisgegeven. Buiten de drie bestuurs
leden waren 13 leden tegenwoordig.
Na voorlezing door den Voorzitter werden
do notulen der vergaderingen van 12 Janu
ari en 13 Februari ongewijzigd vastgesteld.
In de eerste plaats kwam aan de orde de
benoeming eener commissie bedoeld bij art.
21 van het Reglement, tot nazien van de re
kening en verantwoording van den Penning
meester.
In deze commissie werden benoemd de
heeren L. Iloubaer, Lobman en Van Zalingen.
Vervolgons kwam het punt mededeelingen.
De secretaris, de heer Veenendaal, heeft
zich genoodzaakt gezien mede om gezond
heidsredenen èn als secretaris èn als be
stuurslid te bedanken. Daar in de volgende
vergadering toch 3 bestuursleden periodiek
moeten aftreden, wenscht het bestuur de
vacature tot de periodieke verkiezing te doen
voortduren.
Vervolgeus werd medegedeeld, dat een zes
tal nieuwe leden zich heeft aangemeld.
Naar aanleiding van een in «Eigen Haard"
verschenen artikel over den leerhandel te
Landsmeer had de vereeniging zich vaneen
ex. voorzien. Het bleek echter dat daarin
meer speciaal de productie werd behandeld.
Ook was daarin gesproken over de wijze van
eotiserveeren van eieren. De besproken me
thoden waren niet nieuw, mocht hier een
conserveer-inrichting noodig zyn dan is het
zeer te hopen dat men diiect overgaat tet
de oprichting eener koeiinriebting.
Daarna komt aan de orde eeu verzoek
van het bestuur om machtiging tot het zenden
eener adhaesie-betuiging aan den Minister
van Financiën aan het door den Midden
standsbond aan genoemden Minister verzon
den adres, verzoekende vrystelliug van Per
soneels belasting voor winkels, kantoren,
hotels en restaurants.
De thans vigeerende wet is van 14 Mei
1895, waarvan het ontwerp het beginsel
huldigde, dat de verbetering zou worden
getroffen in de verteering alleen, dat die
wet zich niet ten doel zou stellen om be
lasting te beffen van datgene, dat wordt
uitgegeven om geld te verdienen, maar van
datgeen, dat uitgegeven wordt ten per
soonlijken gerieve of ten gerieve van het
gezin van den belastingschuldige.
Het was van Minister Sprenger van Eyck
de zooveel mogelijk onderscheid te maken
tusschen productief gebruik, dus uitgegeven
om geld te verdienen, en consumptief ge
bruik. Zooveel mogelijk is dit niet geschied.
O. a. werd de helling van kantoren ver
dedigd door de bewering dat die dienen
moesten voor plezier. Van de kleine winkels
werd gezegd«zij dienen eenigermate tot
woonvertrek van den winkelier en zyn huis
gezin".
Toen de heer C. V. Gerritsen deze quaeslie
bestreed, werd hem door Minister Goeman
Burgesius toegevoegd
«Eu by had er nog kunnen bijvoegen, dat
die vrijstelling blijkbaar ook door de winke
liers niet gevraagd wordt. Of is het uiet op
merkelijk dat niet alleen vroeger nooit adres
sen bij ons zyn ingekomen orn aan te dringen
op herziening van het Personeel vooral in het
belang van den winkelstand, maar dat ook
thans, nu dit ontwerp hier in behandeling is,
geen enkel adres ons heeft bereikt, waarin
geheele vrijstelling der winkels wordt bepleit".
«Welnu, zeide de heer Fiedeldy Dop opliet
Utrechtscbe Middenstands-congres, deze be
weringzo vragen er niet om, kon ons over
komen in '95, vóór dat de handeldrijvende
middenstand was georganiseerd. Maar by
een heropening moeten wij er voorzorgen,
dat een dergelijk verwijt ons niet kan be
reiken".
Met algemeene stemmen en zonder nadere
discussie werd de gevraagdo machtiging
verleend.
Ten slotto word door een der leden de
vraag gedaan of niet door een boete-stelsel
bet bezoek der maandvergadering kon stygen.
Genoemd lid was bereid eventueel daartoe
een voorstel te doen. De Voorzitter ont
raadde zulks. Do leden moeten meer het