f 100, Totaal f1400.
Daamntegfinover aan Ontvangsten
Contributiën f800. Stijging daarvan door ver
meerdering van bot aantal der leden, na 't in
werking tredon van de vereeniging f300, ver-
pleeggelden fóO, Subsidie van corporatiën f50,
aubeidie van de Gemeente (stol) f300, Totaal
f1400.
Dat een krachtig en in ioo uitgcbroid inoge-
1 ij kon xin werkende „Groene Kruis"-verceniging
inderdaad een Gemeentebelang mag hecten, inoge
blijken uit het feit, dat indien de vereeniging
voldoende middelen bezit, die zy hoopt te kunnen
hobben indien Uw College een aubeidie toestaat,
dan de on vermogenden der Gemeente, voorzoover
dat eeoigttlns mogelijk ia, ook zullen kunnen
genieten van de voordcelen, die het „Groene
Krui*" biedt, aangetien doGomeente-genoeshcoren
dun ook, wat betreft hun patiënten onder de
Geraeente-armen, kunnen gebruik maken van de
middelen, die de vereeniging beachikbonr stelt,
zoowel verpleegator al8 magazijn.
Ook vele andoro Gemeenten waar „Groene
Kruia"-vereenigingen zijn, hebben, mede om
voormelde reden, aan de daar gevestigde veree-
nigingen steun verstrekt in don vorm van subsidie
volgent ingewonnen inlichtingen ontvangen
de drie io 't Bildt gevestigde vereetiigingen
van Gemeentewege een jaariyksch subsidie groot
f850.
De vereeniging te Bodegraven (plm. 5800 inw.)
ontvangt van de Gemeente flOO subsidie per
jaar en verpleegt, voorzoover dat op het gebied
van het „Groene Kruit" ligt. de onvermogenden.
De vereeniging te Kinderayk, werkende inde
beide Gemeenten Alblasserdam (plm. 5300 inw.)
en Nieuw Lckkerland (plm. 2900 inw.) ontvangt
een jaarl|jkech aubeidie van Gemeentewege groot
f 200 onvoorwaardelijk en daarenboven f 50 onder
voorwaarde van verpleging van onvermogenden.
Het „Groene Kruis" to Franeker (plm. 7100
inw.) wordt door de Gemeente gesteund ter bo-
strijding van dc onkosten van wijkverpleging
met een subsidie ton bedrage van f200, onvoor
waardelijk.
Dé Gemeente Westongeradeel (plm. 7500 inw.)
steunt het „Groene Kruis" met oen subsidie
groot f100, onvoorwaardelijk toegekend, en f 100
onder voorwaarde van verpleging van onvermo
gendeu.
Winschoten (plm. 99110 inw.) subsidieerde het
„Groene Kruis" dadelijk met f150; later, toen
de vereeniging wijkverpleging ging instellen,
werd f600 toegekend onder voorwaarde dat de
vereeniging de onvermogenden sou doen verple
gen, voorzoover dat op haar weg lag, welk subsidie
daarna nog werd verhoogd tot f750 per jaar.
B. on W. adviseerden 20 April
Door Uw vergadering werd in onze handen
gesteld een versoek met nadere toelichting van
het Bestuur van de vereeniging „Het Groene
Kruis" om tuin deze vereeniging een joarlijksch
subsidie en gebruik van éen of meer Gemeente
lokalen toe te staan.
Hot komt ons voor, dat een dergelijke vereeni
ging, welke zich de ziekenzorg en de bevordering
van den algemeenen gezondheidstoestand ten doel
etclt, in deze Gemeente een nuttig en ruim ar-
heideveld kan vinden en in vele opzichten aan
het werkelijke Gemeentebelang ten goede kan
komen. Waar de vereeniging zich voorstelt, baar
doel le bereiken o.a. door verzorging van zieken
•n gewonden door middel van éon of meer wijk
verpleegsters, meenen wij, dat ook de Gemeente
financieel belang heeft by het tot stand komen
der vereeniging. In vele gevallen toch waarin
tot dusver opname der patiënten iu het Gasthuis
op kosten der Gemeente noodzakelijk was, zullen
dan patiënten tbuis verpleegd kunnen worden
onder leiding en toezicht van een wijkverpleegster.
Ook om deze reden meenen wy U te moeten
voorstellen, de gevraagde subsidie van f300jaar-
lijk* tot wederopzeggens te verleenen en een der
lokalen van het Bureau der Schutterij af te staan,
voorzoover de ruimt* daar ter plaatse toelaat.
Tot toelichting en motiveering zij meegedeeld,
dat ongeveer 15 patiënten gemiddeld per week
op koeten der Gemeente behandeld worden,
waarvan echter het grootste deel de hulp der
verpleegster niet noodig zal hebben.
Do Raad besloot:
1. aan de vereeniging „Hot Groene Kruis'1 tot
wedoropMggrns een jaarlijksche subsidie van
f800 te verleenen voor het jaar 1905 naar
evenredigheid berekend over zooveel maanden
als een wijkverpleegster in functie is en voorts
Burgemeester on Wethouders te machtigen, éen
of me*r lokalen in het Bureau der Schutterij,
voorzoover de ruimte daar ter plaatse dit toelaat,
aau de genoemde vereenigiug om niet in bruik
leen af te staan ten behoeve vun do inrichting
van een magazgn der verplegings-artikelcn, alles
onder de volgende voorwaarden
a. jaarlijks wordt den Rand mededeel ing gedaan
van de rekening, do begrooting en het verslag;
b. da verpleegster of verpleegsters, welke door
de vereeniging aangesteld zgn, zijn gratis ter be
schikking ten dienste der verpleging van de
armen, voortoover Burgemeester en Wethouders
dit noodig achten
e. de artikelon van ziekenverpleging van het
magazijn der vereeniging worden ten dienste der
verpleging van de armen door de vereeniging
in bruikleen afgestaan.
2. voorzoover noodig op dit besluit de goed
keuring van Gedeputeerde Staten te verzoeken
en tevens machtiging om de subsidie te betalen
uit art. 1 van Hoofdstuk X der Uitgaven, geti
teld „Onvoorziene uitgaven*' van de Begrootiug
van Inkomsten en Uitgaven voor 1905.
Toegestaan z. d. of h. st.
6. Verzoek vjn hel Bestuur der vereeni
ging slndustric- en Huishoudschool" tot bet
mogen gebruiken van de lokalen in het Ge
meente-gebouw in de Koestraat, bestemd voor
kookonderwns, tol het overnemen van de leer
middelen by bet kookonderwns, en lot het
t(Jde!yk gebruik vau eenige .«choolmeubelen.
Ingewilligd x. d. of b. st.
7. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders betreffende teruggave van gestorte
pensioens-bydrtgen van een voormaligen ad
junct-inspecteur van politie R. J. Stelling»,
met adviezen.
Na oenige discussie wordt met (3 tegen 4
stemmen gedeeltelijke restitutie verleend.
8. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot wyziging der Verordering hou
dende bepalingen, in acht te nemen bij liet
overdragen aan de Gemeente van straten of
wegen, ol gronden, tot het aanleggen van
straten of wegen bestemd, met adviezon.
In plaats van 5 pCt. der kosten van hard
making zal voortaan door de eigenaars der
straten 20 pCt. dier kosten gestort moeten
worden ter tegemoet koming in de kosten
van eerste onderhoud omdat gebleken is, dat
de kosten van eerste onderhoud van niéuw-
aangelegde straten, welke door de Gemeente
zyn overgenomen, niet bestreden kunnen
worden bij een storting van 5 pCt.
Zoo werd gestort voor de Schimmelpen-
ninckstraat, de Blankenheim- en Blokland
straten, de Verlengde Wilhelminastraat en de
Tuinstraat onderscheidenlijk f7300, 111077,
f3467 en f1930, terwyl zij aan de Gemeente
kostten: f8087, f11980, f3743 en f2068.
Vastgesteld i. d. met {algemeene stemmen.
9. Vaststelling der Verordening op de
heffing en invordering van het vergunnings
recht voor den verkoop van sterkendrankeb
in het klein, met adviezen.
Het betreft eigenlijk oen vorm-quaestie.
De Verordeningen, 28 December 1904 vast
gesteld, werden, na dc daarin aangebrachte
redactie-wijzingen, opnieuw vastgesteld.
Na de goedkeuring worden ze in hun geheel
opgenomen in dit blad.
Aangenomen, z. d. metalgemeene stommen.
10. Rapport en voorstel van Burgemeester
en Wethouders betreffende eeu klacht vun
den heer J. Klaasen over hundelingen van
den Gemeente-ontvanger.
In de Raadsvergadering van 27 Maart
kwam o. a. in het volgende adres van den
heer J. Kiaassen, van 10 Maart
Hedenmiddag begaf ondergeteekende zich ten
half een ure ten kantore van den Gemeente
ontvanger ten einde aldaar zijn belasting te be
talen hiermede bezig zynde, vroeg ondergetee
kende den Ontvanger inlichting omtrent het
volgende
Indertijd diende hg een verzoek in tot ver
mindering van belasting aan den Raad, waarop
hij een oproeping kreeg, voor de Commissie van
aanslag te verschijnen. Daar hij echter op dien
dag verhinderd was te verschijnen, verzocht hg
den heer Burgemeester hem een anderen dag aan
te wijzen, terwijl hij Z.Ed.Achtb. met de reden
dier verhindering in kennis stelde. Hierop ont
ving bij een schrjjven, dat er geen reden bestond
om hem vermindering van belasting te verleenen.
Toen hij hieromtrent den Ontvanger vroeg of
men hem niet had moeten hooren, kreeg hij ten
antwoord„dat weet ik niet". Toen ondergetee
kende hierover zgn verbazing te kennen gaf,
antwoordde de Ontvanger, „dan moet je op de
Secretarie zijn". Daarop antwoordde ondergetee
kende, wanneer bjj iets beleefd vroeg, hij kon
eischen beleefd te worden gehoord.
Daarop mompelde de Ontvanger iets, waarop
ondergeteekende hem vroeg „pardon, wat zegt
U", antwoord „ik zeg niets Daurna vroeg
ondergeteekende of de Ontvanger soms wist
wanneer hij den Burgemeester kon spreken,
waarop hij len antwoord ontving „Dat moet je
aan den node vragen; dacht je soms, dat ik con
cierge was", gevolgd door gemompel. Hierop
vroeg ondergeteekende den heer Van de Stadt,
die zeer beleefd was, wie die man was, waarop
hij ten antwoord ontving: „de Ontvanger".
Hierop heeft ondergeteekende zich verwijderd,
zich verbazende, een Ontvanger, dien men acht
een man van opvoeding te zgn, zóo onbeschoft
te zien optreden tegenover het publiek, dat bij
hem terecht moet komen.
Ondergeteekende acht zich verplicht, UEdel-
Achtburen met deze feiten in kennis te Btellen,
opdat het een oorzaak moge worden, dat in het
algemeen Amersfoorts belastingbetalende burgers
voortaan een meer heusche behandeling van den
betrokken Gemeente ambtenaar mogen onder
vinden.
B. en W. adviseerden 13 April
Bij besluit van 27 Maart stelde Uw vergade
ring een klacht vsn den heer J. Klaaseen over
handelingen van den Gemeente-ontvanger in
onze handen, teneinde nadere inlichtingen te
verstrekken.
Ter voldoening aan uw opdracht, hebben wij
den Ontvanger mot de klacht van den heer
Kiaassen in kennis gesteld en hem verzocht,
van bericht en raad te dienen.
Wg ontvingen van dien ambtenaar daarop een
rapport, hetwelk wij de eer hebben U hierbij
over te loggen.
Uit de mededeelingen van den Ontvanger
meenen wij niet te mogen afleiden, dat deze
ambtenaar in beleefdheid cn welwillendheid
jegens den -heer Kiaassen is te kort geschoten,
terwijl wg geen reden hebben, de juistheid van
zgn voorstelling van het te zynen kantore
voorgevallene, welke niet geheel ovorcenkomt
met die van den heer Kiaassen, in twijfel te
trekken.
Wg stellen U derhalve voor, aan den heer
Kiaassen, als antwoord op zijn adres, te be
richten dat het naar aanleiding van zijn klacht
ingesteld onderzoek geen redenen heeft opgele
verd, den Ontvanger te verzoeken, voortaan op
andere wijze hot publiek te woord te staan.
Ten einde de vraag van Uw vergadering, in
hoeverre het publiek in speciale gevallen in
lichtingen bij den Gemeente-ontvanger kan
krjjgen, te beantwoorden, dcolen wij U mede,
dat dc Ontvanger niet verplicht is, inlichtingen
te geven betreffende het in hoogor beroep gaan
van besluiten van den Gemeenteraad «n betref
fende d« uren, waarop do uren, waarop de Bur
gemeester te spreken ie. maar dat dergelijke
inlichtingen ter Secretarie en bij do Boden te be
komen zijn.
De Gemeente-ontvanger rapporteerde 7
April
Met beleefde wederaanbieding van een aan
den Raad der Gemeente Amersfoort gericht
adres van den heer J. Klaaseen, ter fine van
bericht enz. in myn banden gesteld bij Uw
apostille dd. 30 Maart 1905, heb ik de eer ÜEdel
Achtburen mede te deelen, dat genoemde persoon
zich werkelijk op 10 Maart jd. te mijnen kan
tore heeft vervoegd om zgn verschuldigde Ge
meentebelasting over 1904 te voldoen, waartoe
hij, zoowel in 1904 voor de eerste lielft, als in
1905 waarschuwing en aanmaning bad ontvangen.
Daar genoemde heer verder niet zijn verlangen
te kennen gaf om den Ontvanger over iets anders
te spreken, meende ik, dat de comparitie hier
mede was geëindigd, doch ik had mij vergiBt,
en niet gedacht aan de eigenaardige „vrijmoe
digheid", die den heer Kiaassen eigen schijnt
Althans, met ter zijde stelling van de eenvou
digste vormen van wellevendheid, en op den
toon van iemand die minder goed gehumeurd
is, begon de heer Kiaassen een relaas te doen
van een ingediende reclame tegen zijn aanslag,
oproeping voor de Commissie, waaraan hij wegens
absentie niet had kunnen voldoen, enz. en
daarop volgde de vraag: „of hij niet nogmaals
moest worden opgeroepen".
Hg verzweeg daarbij hetgeen wel in het
rekest staat n.l. dat de Gemeenteraad geen
termen tot vermindering had gevonden, waar
door deze zaak dan ook feitelijk was beëindigd.
Daar ik echter wel gewoon ben aan allerlei
vragen, ook aan dezulke die minder verstandig
zijn, en overigens de menschen nemende zooals
ze zich voordoen, heb ik getracht den klager
aan het verstand te brengen, dat niet te mijnen
kantore, doch wel ter' Secretarie en door het
Gemeentebestuur dergelijke zaken werden be
handeld en dat, ofschoon ik vreesde dat het voor
verdere reclame te laat zoude zijn, hem in over
weging werd gegeven, alsnog ter Secretarie nadere
informatie te vragen.
Hij scheen echter dien dag minder vatbaar
voor goeden raad en in plaats van dank, die
oen beleefd man allicht uitspreekt ofschoon
ik daarop geen aanspraak maak voegde de
heèr Kiaassen mij pedant toe 1 „het verwondert
me, dat „men" hier niet beier op de hoogte is
het is hier toch het belastingkantoor".
Mgn bescheid was: „Zeer zeker, mijnheer;
hier moet betaald worden, doch van reclamco
ik herhaal het kan men U hier verder
niet inlichten, doch mogelijk wel ter Secretarie".
Daarop trachtte ik met mijn werk yoorttegaan,
daarmede mgn bezoeker een zachten wenk ge
vende om heen te gaan als hg niets belangrijker
had, doch er werd nog langer beslag gelegd op
mgn tijd er volgden n.l. andere vragen, als:
waar en wanneer de Burgemeester te spreken
zoude zijn, waarop ik den beer Kiaassen, weder
geheel onverplicht, terecht wees en thans meer
duidelgk liet blijken, door met cijfers optellen
te beginnen, dat bet onderhoud inderdaad ge
ëindigd was, doch nogmaals werd ik daarbij
geïnterrumpeerd en hoorde ik „zegt U iets" en
daarop ging de heer Kiaassen heen.
Hot zal wel aan mij liggen, doch een hoogen
dunk van 'sheeren Klaassen's beschaving of
goede vormen heb ik inderdaad niet ontvangen,
doch dit hindert in zoover niet, want een kan
toor is geen ontvangsalon, doch dan moet men
zich niet in geschrifte aan den Raad voordoen
als te zgn een welopgevoed man.
Ook zgne vraag „wie die man is", daarmede
kennelijk cp mij doelende, behoort naar myne
opvatting allerminst tot de gebruikelijke goede
vormen althans het was voor mij bepaald nieuw,
dat men op deze wijze met iemand in kennis
wenscht te komen. Veeleer schijnt daarop van
toepassing zeker dik woord (dat door mij niet
zal worden herhaald) doch te vinden is in de
voorlaatste alinea van het rekest.
Wat nu nog, in dit verband, adressants zorg
voor het belastingbetalende publiek betreft, deze
is volkomen overbodig.
Resumeerende, meen ik te hebben aangetoond,
dat rekwestrant op minder gepaBte wijze inij
heeft lastig gevallen met een zaak, die hij vóóraf
wist, dat reeds getermineerd was, daarbij nut
teloos beslag leggende op mijn bureautyd, en,
iu weerwil der hem verstrekte inlichtingen, bo
vendien nog den treurigen moed heeft om in
beleedigende termen een hoofdambtenaar der
Gemeente in opspraak te brengen op de wijze
als aan het slot van meergemeld adres bedoeld
wordt.
Uw College gelieve mij te verontschuldigen,
dat de zaak eenigazius uitvoerig door mij is
toegelicht, en tevens, wanneer ik, met Uwwel-
meenen, zoo vrij ben, mij vooralsnog van advies
in deze te onthouden.
Na eenige discussie wordt het voorstel van
B. en W. aangenomen z. h. st., waarop de
openbare zitting werd gesloten en de Raad
nog geruimen tijd bijeen bleef in comité-
generaal.
De beeren A. de Groot en M. L. van den
Berg slaagden te Utrecht voor de hulp-acte.
De lieer C. V. Gerritsen, thans te Amster
dam, is door de centrale liberale kiesveree-
niging te Den Heldor definitief candidaat
gestald voor de Tweede Kamer der Staten-
geueraal.
Met ingang van morgen zal de Duitsche
mail naar Oost-Indië, die des Woensdags om
de 14 dagen met de Staatsspoor over Emmerik
werd verzonden,voortaan den weg Amersfoort
Kesteren— Nijmegen—Kleef nemen. Dit is
van belang voor hen die aan genoemde lijn
wonen, daar hun correspondentie dan later
dan tot nu toe kan worden verzonden.
Uit den regenmeter is in April na 12
regendagen afgetapt 45.4 m.M. neerslag.
Io 1904 waren er slechts 4 regendagen
met 22 m.M.in 1903 waren er 20 met
131.6 m.M.; in 1902 waren de cijfers 8 en
31.9; in 1901 9 en 81.5; in 1900 7 en 7;
in 1899 was de neerslag 90.5 m.M.; in 1898
zelfs 352.5 m.M.in 1897 weer 65.5 m.M.
en in 1896 slechts 7 m.M.
De tram vervoerde in April dezes jaars
6741 betalende passagiers, tegen 6226 in de
zelfde maand van 1904, 6308 in 1903 en
4089 in 1902.
De opbrengst der passage was f483.975,
tegen f 530.95 in 1904 en f512.45 in 1903.
De neveninkomsten bedroegen dit jaar f65.56»,
tegen f21.15 in 1904 en f 17.10 in 1903;
de totaal-ontvangst was 1549.54 in April
1905, tegen f552.10 iu 1904 on f529.55 in
1903; de opbrengst per dagkilometer was
f 10.18 in 1905, f 10.22 in 1904, f9.81 in
1903 en f8.06 in April 1902.
Aan het Postkantoor Amersfoort en de
daaronder ressorteerende hulpkantoren werd
gedurende de maand April ter Rijks Post
spaarbank ingelegd f33036.78 en daaruit
terugbetaald f27 687.38.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 11 404.
Majoor A. L. Klerk de Reus, van het 5e
regiment infanterie, wordt 15 Mei gedeta
cheerd bij den chef van den staf der 2e
divisie, te Arnhem.
Luitenant F. J. C. baron Van Hardenbroek
van Ammerstol wordt op zijn verzoek 13
Juli overgeplaatst vau het 5e regiment infan
terie naar het lie regiment, te Nijmegen.
Een groot aantal miliciens der lichtingen
1904 ea 1905 is gister weer overgegaan naar
de compagnieëa hospitaal-soldaten.
De kolonel, militie-commissaris in Utrecht
zal inspectie houden
op Donderdag 16 Juni te Amersfoort, des
voormidddags te 9Vj uur, voor de Gemeente
Amersfoort, over de verlofgangers, behoo-
rende tot do lichtingen 1897, 1898 en 1899
en tot vroegere lichtingen
des voormiddags te 11 uur over de ver
lofgangers uit de Gemeenten Soest en Stou-
tenburg
op Vrijdag 16 Juni, te Amersfoort, des
voormiddags te 9</2 uur, voor de Gemeente
Amersfoort, over de verlofgangers, behoo-
rende tot de lichtingen 1900, 1901, 1902,
1903 en 1904
des voormiddags te 11 uur, over de ver
lofgangers uit de Gemeenten Hoogland en
Leusden
op Woensdag 14 Juni tot te Baarn, des
voerroiddags to ll'/4 uur, voor de Gemeenten
Baarn, Eemnes en Bunschoten.
Door den Minister van Oorlog is bepaald,
dat de vrijwilligers van bet reserve-kader,
die in 1905 voor herhalings-oefeningen in
werkelijken dienst moeten komen en wien
nog niet is toegestaan voor den tijd van ten
minste drie weken onder de wapenen te
komen, in 1905 voor den tyd van vier weken
voor den werkelijken dienst moeten opkomen,
en dat zy daartoe door den korps-comman
dant kunnen worden opgeroepen tegen een
door dezen vast te stellen datum, tenzij door
hen alsnog vóór 1 Juli a.s. wordt gevraagd
in dit jaar voor ten minste drie weken vrij
willig onder de wapenen te mogen komen.
Van deze opkomst onder de wapenen zijn
vrijgesteldle. Zij, wier diensttijd vóór of
op 30 Juni eindigt; 2e. zy, aan wie is ver
gund, zich op le houden buiten Europa.
De Minister van Oorlog heeft bepaald,
dat miliciens, voor wie een uitrusting- en
reserverekening wordt aangehouden, gedu
rende hun verblijf onder du wapenen voor
herhalingsoefeningen niet zullen worden
onderworpen aan de gewone inhoudingen op
de soldij.
We ontvingen het 16e Jaarverslag van de
vereeniging »Reisbelasiing" waaruit onder
meer blijkt, dat over 1904 zij een ontvangst
had van <15 953 en 399 personen gedurende
eenigen tyd ter aansterking nacr buiten kon
doen gaan.
Het comité Amersfoort had een budget
van slechts f105 en wist tóch nog 2stadge-
nooten te helpen aan de voor hen zoo hoog
noodige rust in een gezonde omgeving.
Wordt het comité vergeten? Er zijn slechts
25 contribuanten.
En we missen in de opgaaf de stations
busjes.
Zijn die afgeschaft, of brengen ze heele-
maal niets meer op?
Aan het verslag uitgebracht in de Donder
dag gehouden Algemeene vergadering der
afdeeling Gooi- en Eemland van de »Ned.
vereeniging tot Bescherming van dieren" zij
het volgende ontleend
Al is nietj al heigeen bet Bestuur wenschte
tot staud gekomen, tocb meent bet met vol
doening te Imogen terugzien op den nu lb-
jarigen arbeid, voort) opzichtens de belang
stelling in het lot der dieren, welke zeer is
toegenomen.
Het ledental steeg in 1904 met 75, terwyl
het door overlijden en vertrek verminderde
met 62 en dus ultimo December bedroeg 476.
In 1904 werden door de Kantongerechten