No. 5653
54e Jaargang.
Feuilleton.
DICK BULTITUDE.
FIRMA A- H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ4.
franco per post ƒ1.45. Advertentiën 46 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Legale-,
ofiicieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 45 cent.Beelames 45 regels ƒ4.25; elke regel
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 40 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
Wat leerden vier jaren
Christelijke Regeering.
Onze occasional vervolgt:
Het debat werd geopend door den heer
Duys, uit Amsterdam, die begon met zijn
sympathie uit te spreken met den persoon
van rar. Smeenge. Bij alle walging die men
krijgt van de strijdwijze van tal van politikers,
die debater avond uan avond op de planken
ontmoet, doet het weldadig aan, iemand als
mr. Smeenge, die steeds personen en zaken
weet te scheiden, te ontmoeten en met hem
op loyale wijze van gedachten te kunnen
wisselen. Dat is heel wat anders dan te staan
over de zich noemende Christenen, waarvan
de heertjes als meneer Oosterbaan nu een
maal niet anders dan modder en vuil hebben
om mede te strijden.
Maar hoe debater ook denkt over den
persoon van mr. Smeenge, dit mag hem niet
beletten ook maar éeu oogenblik in de ver
leiding te komen, de beginselen te laten
varen, of, waar de strijd is niet een van
personen, maar van uitgangspunt, van ideaal,
voorzoover nog van een liberaal ideaal kan
worden gesproken, met principe tegenover
principe te stellen.
Mr. Smeenge maakte zich blij met de aan
wezigheid van dames en jongeren om uit die
aanwezigheid tot een opleving der liberale idee
te concludeeren maar daarvan is geen ques-
tie. De liberale partij is eenvoudig lijdend
aan senile aftakeling niets kan baar van den
wissen dood redden; dat ligt nu eenmaal zoo
in de historische Jyn en de ontwikkelings
gang onzer maatschappij.
Nu hel lioeralisme zijn taak heeft vervuld,
is het lot doodgaan gedoemd. Het is thans
slechts de vraag welken dood het zal sterven
en welke begrafenis het krijgt, af of niet
met militaire eer.
't Lijkt deb. ook vermetel, nog van een
liberale partij te spreken die is er niet meer.
Oppenheim noemde haar eeu chaos; Troelstra
spiak van «de verschillende liberalen, een
bont gevederte".
Van Houten erkende, dal de liberalen,
vrijzinuigen en sociaal-democraten hierin een
band hebben, dat zij anti-clericaal zijn.
De heele zaak komt thans hierop neer, dat
nu Kuyper er de zweep over legt door zijn
straffe politiek, zij nog eens wakker worden
geschud, doch dat deze opflikkering den
wissen dood kan verhoeden, is ongelooflyk.
'i Is niet dan een tehooploopen tegen het cleri-
calisme, doch als politieke partij, met een
maatschappelijk ideaal als ondergrond, bestaat
het liberalisme niet meer. Want wat is de
2).
Terwijl de vader zoo ongeduldig zat te wachten,
stond de zoon, de ongelukkige oorzaak van al deze
onrust, buiten de deur, bezig met moed genoeg te
verzamelen om binnen te komen alsof hem niets
scheelde.
Hjj zag er op dit oogenblik lang nie- luidruchtig uit.
Integendeelzjjn gelaat was bleek en zijn oogleden
rooder dan bij graag zou erkennen tegenover een
van de „lui" van Oriohton House. Alle leven en op
gewektheid had hem tijdelijk verlateuer was een
lastige droogte in zijn keel, en een algemeen ge
voel van kou en loomheid, dat hij zelf zou hebben
beschreven, zij het niet metacademischeaierlijkbeid,
als „lam" voelen.
De moedigste jongen, die naar de meest volmaakte
school terugkeert, kan zelfs niet altijd dit gevoel
onderdrukken op het sombere uur, waarop hei zand
van den vacanlietjjd tot op de laatste korrel na verloo-
pen is en de kofiers met touwen en adressen in de
f;ang staan en iemand is uitgegaan om het nood-
ottige rijtuig te halen.
Dick waa het huis door geweest om iedereen goeden
dag te zeggen.
Boven, m de lichte kioderkamer, was de oude
meid aan het naaien bjj het vuur. Zij was een ern
stige oude juffrouw met een scherp-gelijnd gelaat,
die hem m z\jn wille kinderjaren reeds bad gesla
gen eu met wie hij gedurende de laatste weken een
paar levendige Bcènes had doorgemaakt; maar uu,
met het goeden dag zeggen, werd ze onbegrijpelijk
vriendelijk en zei, dat hg een „aardige, goedhartige
kern van de zaak Bij de maatschappelijke
voortbrenging komen drie volksklassen op
den voorgrond: die der groot grondbezitters,
die der kapitalisten en die der arbeiders,
welke laatsten niets anders dau hun arbeids
kracht om te verkoopen hebben. Dit nader
uiteen te zetten, wil spr. gaarne, doch het
komt hem voor, dat zulks voor hel oogen
blik onnoodig is. Nu is het eigenaardige dezer
klassen, dat het inkomen der eene niet kan
vermeerderen, zonder dat het van de andere
klasse moet worden afgenomen.
Dat wijst op den bestaanden klassenstrijd,
een strijd die niet wordt gepredikt door de
socialisten, maar bestaat als maatschappelijk
feit, voortgebloeid uit de maaischappelijke
omstandigheden.
De klasse nu die in den Staat de baas, de
bovendrijvende is, gebruikt de Staatsmacht
als den stok om allen aan zich te trekken.
In den feodalen tijd was die stok in handen
van het grootgrondbezit, de kerk en den adel;
na de invoering der stoommachine kwam hij
ir. het bezit van de industrieelen en bande
laren. Die laatste klasse is de bourgeoisie
van het oogenblik, en wio nu het socialisme
ziet als een politieke partij, als het liberale
deel der bourgeoisie, ziet de zaak te klein.
(Interrupties beletten den debater verder te
gaaner wordt geroepen «het is hier geen
cursusvergadering''.
De Voorzitter weet met kracht orde te her
stellen.)
De heer Duys vervolgtIk wil langs dezen
weg, door een basis te leggen die het in
zicht versterkt, tot het bewijs komen dat de acte
van beschuldiging door mr. Smeenge zonder
recht is uitgesproken.
(De heer omeenge «Daartoe hebt ge toch
niet zoo'u lange proloog noodig.")
De heer Duys vervolgtmr. Smeenge vond
het noodig, klaarheid van inzicht te geven
welnu daartoe dient dit betoog. De liberalen
dan hadden den stok sinds 1789, maar nu
komt een nieuwe klasse op, die van het be
wuste proletariaat, met een gansch nieuwe
wereldbeschouwing, onder gansch nieuwe
maatschappelijke verhoudingen.
Zij zal trachten de i stok te vermeesteren,
niet om er een andere klasse mede to ran
selen, maar om hem stuk te breken.
De bourgeoisie staat als klasse tegenover
de arbeiders en dat zij zich nog de luxe
kan permiteeren van onderlinge verdeeldheid
en gekrakeel, om zoodoende elkander af te
takeien, is het gevolg van de laksheid en
het nog niet voldoende bewust zijn der ar
beiders, die nog maar niet genoeg den plicht
begrijpen om zich te organiseeren.
Het liberale «Handelsblad," Amsterdam IX
heelt het bewezengaat naar de kerk als
de arbeiders er de zweep achter zetten. Dat
is trouwens volkomen juist en ligt in hun
belangenlijn, en als de bourgeoisie hem raad
vraagt, dan roept debater«stem nooit een
sociaal democraat."
Dr. Kuyper heeft in theologische phrasen
en Bijbelteksten een nieuw middel gevonden
om de bezittende klasse te doen voortstrijden
voor haar belangen, hetgeen de naakte libe
rale partij niet meer zoo goed afging, 't Ging
niet op, den klassenstrijd te willen temperen
en ouder het misbruiken van Gods woord
wist men de mannetjes weer in 't geweer te
krijgen tot bescherming van de brandkast.
Nog eens de liberale partij is uitgedoofd
er is geen opleving. Gij kunt niet eens
propagandisten krijgen. Gij en mijnheer Rood
huizen zijn de eenigen, die den boer op gaan
om kiezers te lijmen (uit de zaal: «En myo-
heer Reyne") en ook mijnheer Reyne, maar
gij herinnert u wel de advertentie waarin
een vrijzinnig propagandist werd gevraagd.
Het «Volk" maakte er een prijscourant bij
spreekbeurt f25.met debat tegen anti-
re volutionnairen f2.50, met socialisten f 15.
per persoon meer.
Mr. Smeenge betreurde het, dat dedomi-
né's tegenwoordig de propagandisten zijn.
Dat is heel natuurlijk. Als de staat van
beleg wordt afgekondigd, wordt de macht
overgedragen aan de militaire overheid. Wel
nu wat zijn zij anders dan de soldaten die
de brandkast bewakenwat natuurlijker dan
dat ook zij de leiding nemen.
Mr. Smeenge heeft het recht niet de acte
van beschuldiging uit te spreken, als voor
stander van verbetering van den toestand
der arbeiders want hij gaat mede met De
Beaufort, die van sociale wetgeving niets
moet hebben.
Beaufort heeft geweigerd met de concen
tratie mede te gaan en als mr. Smeenge voor
den heer De Beaufort ijvert, koopt hij een
kat in den zak.
In de Troonrede van 1901 werd gezegd,
dat de algemeene volkstoestand tot dank
stemde. Helsdingen toonden het leugen
achtige dier phrase aan door te wijzen op de
werkloosheid enz. doch de geheele liberale
partij stemde met de rechtschen vóór bet
behoud dier phrase.
Neen, liberaal en clericaal zijn éen, en hun
strijd is niets anders dan kleine oppositielust.
Tegenover de arbeiders zijt ge solidair met
de bezitsklasse.
jongen" was, „ofschoon nu eu dan aanmatigend eu
weerspannig". En xe voorspelde daarop met de roe
keloosheid, die het gevolg is van het niet-dragen
van verantwoordelijkheid, dat hg de beste jongen
zou worden, die er was en hard zou werken eu een
prjje naar huis brengen. Al deze ongewone zachtheid
maakte het onderhoud maar moeilijk en het viel
hem zwaar, zjjn zelfbeheersching ie bewaren.
Beneden was de keukenmeid in een schoone ja
pon uit de warme keuken, waar heerlij se geuren
hingen, naar hem toegekomen. Ze zei„Gossiemijne
jongeneer, wat leven we toch vlug tegenwoordig met
de tellegraafen die dingen. Uwes zal terug wezen voor
dat uwes het weet."
Daarna had Dick afscheid genomen van zijn oudere
zuster Barbara en zijn broertje Roly en was naar
de deur gegaan, waar we hem aantroffen, bibberend
in de koude, mistige bal.
Hoe het kwam, wist hij niet, maar hij kon maar
niet iueens binnengaan; hij wist vrjjwel wat zijns
vaders gevoelens zouden zjju, en een afscheid is een
vervelend ding als men voelt dat het verdriet ge
heel aan Óen kant is.
Maar het hielp niot, het langer uit te stellen-Ten
leste besloot hij om het door te maken en deed dus
de deur open. Wat zag de kamer er warm eu knus
uit prettiger dan ze hem ooit bad toegeschenen,
zelfs op deD eersten vacantiedag!
En daar zou zjjn vader over een kwartier nog
zitten, net als nu, terwijl hij in een rjjtuig naar hel
station zou hossen door een miezigen mist!
Wat moest hel onuitsprekelijk heerlijk wezen,
dacht Dick, om volwassen le zgu en nooit gezeur
te hebben met school eu lessenom te kun oen
vooruitzien om iedereu dag weer naar het zelfde
plezierigo huis te kuunen lerugkoereu en niet weer
□aar school te hoeven.
Sombere moralisten zouden heui kunnen vertel
len, dat we niet aan school kunnen ontsnappen door
eenvoudig maar volwassen ts worden, maar Diok
Pas nog is dat gebleken. Toen Troelstra in
de Kamer sprak over de onderwijs-novelle,
besprak hij drieërlei standpunt. Toen de libe
ralen voor hun broek kregen, lachte de rech
terzijde. Toen onder haar de klappen werden
uitgedeeld, juichten de liberalen maar toen
Troelstra over de arbeiders sprak, liepen de
heeren weg. (Protestenrar. Smeenge wyst
deze beschuldiging verontwaardigd af, en
vraagt namen.)
De heer Duys vraagt een brochure en leest
uit de «Handelingen" een citaat voor, waaruit
blijkt, dat de heer Troelstra zich inderdaad
over dit feit bij den Voorzitter beklaagde.
Deb. vervolgtToen door de soc. dem. het
7de leerjaar werd voorgesteld bij de behan
deling der Leerplichtwet, werd hun voorstel
met 69 tegen 22 stemmen verworpen. Ook
de liberalen houden de standenscholen in
wezen, waardoor het jeugdige kind, dat nog
van niets weet, reeds moet voelen, van min
der allooi te worden beschouwd.
Toen de soc. dem. vroegen omschoolvoeding
en kleeding, stemden slechts twee liberalen
vóór.
Zoo ging het ook met bet voorstel om de
aanwezigheid van leerplichtige kinderen in de
werkplaatsen strafbaar te stellen.
Het soc. dem. voorstel om de 3090 schip
perskinderen in de gelegenheid te stellen het
onderwijs te volgen, werd verworpen met 80
tegen 7 stemmen. Herhalingsonderwijs tot
het 48e jaar viel met 48 tegen 29 stemman.
Met dat verleden achter zich heeft de liberale
partij niet het recht, over dr. Kuyper den
staf te breken.
(Stemmen: «Dat is geen debat; biyf bij
de vier jaren".)
De heer Duys vervolgtOm te bewijzen
dat mr. Smeenge het recht mist, hier over
de afgeloopen vier jaren een acte van be
schuldiging uit te spreken, moet ik toch wel
mijn bewijzen bijbrengen en aantoonen, dat
de liberalen vóór die vier jaren zich het
recht hebben benomen, thans over de cleri-
cale regeering den staf te breken.
(Uit de zaal wordt nogmaals aangedrongen
bij de vier jaren te blyven; mr. Smeenge
heeft over die andere jaren ook niet gesproken.
De Voorzitter weet met kracht de leiding
te houden.)
Dank je de drommel gaat de heer Duys
voort dat mr. Smeenge daar niet over
sprakmaar daarom willen wy or juist op
wijzen.
Mr. Smeenge hield zoowat eeD cursus voor
propagandisten; maar moeten die lui dan
niets anders doen dan Kuyper critiseerea 7
zou tien niet geloofd en de moralisten zouden buo
gezond verstaud op hein verspild hebben.
Paul Bultituilc's gelaat klaarde op, toen hg zgn
zoon zag binnenkomen.
„Zoo ben je daar?" zei hij met voldoeniug, terwijl
bij zich in zijn stoel omkeerde, vast besloten om
bet onderhoud zou kort mogelgk,te maken. „Eu nou
ga je dan toch weg? Nou, vacanties kunnen niet
altijd duren; door oen barmhartige beschikking vau
do Voorzienigheid komt er eens oeu eind aan! Nou,
bonjour; pas nou goed op en zorg, dat ik niet over
je tc klagen heb. Eu ga nou maar naar benedenen
en trek je jas aau want het rgtuig staat te waohteu."
„Neen, het rgtuig staat, niet te wachten", zei Dick,
„Boaier ia er nog geen gaan halen."
„Nog geeu rijtuig gaau halen!" riep Paul uit met
ontzetting. „God bewaar me, waar zitteu die man
ziju gedachten? Dan mis ja don trein! Ik dacht het
wel, datje den trein ziu missen eu dau is er weer
een dag verloren, na die extra week. Ik zal er zelf
voor zorgen. Schel eens even en zeg, dat Boaier on
middellijk er op uitgaat!"
„Nou, het is mijn schuld met', bromde Dick, die
zooveel drukte niot al te vleiend vond; „maar Boaier
is nou weg; ik boorde net de voordeur dichtslaan."
„O!" zei zijn vader, kalmer, „dan zullen we maar
vaat afscheid nemen en dan moet je nog naar je
zuster en hebt dus geen tijd te verliezen."
„Die heb ik al goeien dag gezegd, zei Dick. Mag
ik hier niet bljjvon tot Boaier komt?"
Dit verzoek kwam minder voort uit kinderlijke
genegenheid, dan wel uit een verlaugen naar het
dessert. De heer Bultitude stond het op zeer on
vriendelijke wijze toe.
„Ooh ja; ga je gang dan maar,"tei bij ongeduldig.
„Maar hot een of holander: blijf buiten of kom binuen
doe de deur dicht eu ga kalm zitten. Ik wensch
niet in den tocht te zitten
Dick gehoorzaamde en viel op het dessert aan met
een verongelijkt gezicht.
Paul voelde zich meer geprikkeld dan ooit.
Het onderhoud zou waarschijnlijk eenigen tjjd
duren en hij voelde, dat hij op de eene of andere
wgzo iets moest doon om er gebruik van te maken.
Maar bjj bad absoluut geen idee wat hij zeggen
moest tegen dieu roodbarigeu, somberen jongen, die
voor zich uitzat te staren eu zijn moud vulde. De
toostand werd elk oogenblik meer onhoudbaar.
Ten laatste, daar bjj begreep, dat bjj meer te zeg
gen zou hebben op het gebied van standjes geven,
dan op cenig ander, begon bij daarmede.
„Er is nog eeu ding waarover ik je spreken wilde
vóór je weggaat," begou hjj, „en dat is het volgen
de: Ik heb een heel slecht rapport van je gehad.
Laat dat niet weer voorkomen. Dr. Grimitone schrijft
mij wacht, ik heb zjj brief hier (en let liever
op, dan je ziek te maken met die gember) hij zegt:
„Uw zoon heeft grooten aanleg en uitstekende capa
citeiten, maar ik moet tol miju spijt ïeggen, dat, in
plaats vau zich op de studie toe te leggen, zooals
bij kon doen, hij van zjjn eigenschappen gebruik
maakt om een slecht voorbeeld te zjjn voor zjjn
medescholieren." Prettig voor een vader om dat te
lezen! Ik stuur je naar een dure school met grooten
aauleg en uitstekende capaciteiteu en en al
lerlei andere, noodige dingen en jjj doet nieta dan
ze misbruiken. Hel is schandelijk. En een slecht
voorbeeld voor je medescholieren te zijn. Eu dat op
jou leefijjd! Zg hoorden jou een slecht voorbeeld
te geven nee, dat bedoel ik niet maar laat ik
je zeggen, dat ik een krassen brief naar dr. Grim-
atone heb gesobreven eu gezegd heb, dat bet me
leed deed om te booren.dat je je zoo slecht gedraagt,
on ale hjj weer merkte, dat je een elecht voorbeeld
gaf, dat hjj dan maar moest denken aan de zeer
verstandige opmerking, die Salomo over dit onder
werp beeft gemaakt. Daarom zou ik je raden, in je
eigen belang, om op te passen wat je doet I"
Wordt vrvifd.)