Zaterdag 19
Augustus 1905.
No. 5693.
54e Jaargang.
Feuilleton.
DICK BULTITUDE.
Stadsnieuws.
FIRMA A- H- VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
iranco per post f 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cont. Legale-,
oflicieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/" 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlyke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KOR TE GR ACHT;4 9-
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
Verkiezing of Candidaatstelling.
De BURGEMEESTER der gemeente AMERS
FOORT.
Gelet op ar'. 51 der Kieswet en art. 3 van het Kon.
besluit van 8 Mei 1S97, Sibl, no. 141, brengt ter al-
gemeene kennis: dat eene verkiezing vau een lid van
de Provinciale Staten van Utrecht, in het kiesdistrict
Amersfoort zal plaats hebben op Dinsiag, den 5 Sep
tember aanstaande op welken dag, van des morgens
9 tot des namiddags 4 uur, by dou Burgemeester
der gemeente Amersfoort, als hoofdplaats van het
kiesdistrict, opgaven van candidaten kunnen worden
ingeleverd, welke opgaven moeten ingericht zijn
naar den vorm, vastgesteld by Kon. besluiten van
26 Februari 1897, Stbl. no. 69, en 8 Mei 1897, Stbl.
no. 144 (model 1), ge-vijzigd respectievelijk b(j Kou.
bosluitcu van 9 Januari 1901, Stbl. no. 2.5, en 10
Januari 1901, Stbl. no. 27, en onderteekend worden
door ten minste 40 kiezers, bevoegd tot deelneming
aan deze verkiezing. De stemming en herstemmiug,
zoo noodig, zal plaats hebben op 15 en 26 September
1905.
De tot invulling bestemde formulieren voor deze
opgavcu worden ter Secretarie der Gemeente koste
loos verkrijgbaar gesteld van den 23 Augustus a. s.
af tot en met den dag der verkiezing.
De inlevering dezer opgaven geschiedt persoonlijk
door een of meer persouen, die haar hebben ouder-
teekend, tegen een door den Burgemeester af te geven
ontvangbewijs.
Verder worden de ingezetenen herinnerd aan art.
151 der kieswet, luidende
llij, die eene opgave, als bedoeld in art 51 inle
vert, wetende dat zij voorzien is van handteekeuingen
van personen, die uiel bevoegd zijn tot deelneming
aan de verkiezing waarvoor de levering geschiedt,
terwyl zonder die haudteekeningen geen voldoend
aantal voor eene wettige opgave zou overblijven,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
drie maandun of eene geldboete van ten hoogste
honderd twintig gulden.
Met gelijke straf wordt gestraft hij, die weteude
dat hij niet bevoegd is tot deelneming aan de ver
kiezing, eene die voor verkiezing ter inleveriog be
stemde opgave, als bedoeld bjj art. 51, beeft onder-
Amersfoort, den 18 Augustus 1905.
De Burgemeestor voornoemd,
WUIJTIERS.
De Muzikale Bloemlezing" kost voor de
abonné's op ons blad slechts 60 cent per
kwartaal, voor welk luttel bedrag men in de
drie maanden 0 afleveringen met 30 a 35
muziekstukken ontvangt.
„Z'n eigen glazen ingooien
Heden verzenden wij aan de daarop ge-
abonneerden allevering 21 van den Derden
jaargang van onze premie »De Muzikale
B1 o e m I e z i n g".
Deze afleveringen bevatten, behalve de ge
wone «Wenken van een ouden muziek
meester", kunstenaars-biographieën en berich
ten, benevens zeer lezenswaardige mede-
deelingen op muzikaal gebied, de volgende
muziekstukken:
1. Dans l'attente du printomps voor piano
van Rob. Wohlfahrt2. Soubuit du coeur
voor piano van Oscar Köhler3. Second air
de danse de Gluck voor piano door sir Jul.
Benedict. 4. Si 'un oiseau j'étais voor zang
van J. B. x\ndré.
In uw buis duldt gij geen prullen,
Op uw vloer geen vuil papier,
Wil dus daarmee 't boscb niet vullen
Wat in buis geldt, geldt ook hier.
Onwillekeurig kwam me bovenstaande uit
drukking in de gedachten, toen ik het be
richtje in ons vorig nummer nog eens overlas,
vermeldende hoe in het Spanderswoud een
mand is geplaatst, waarin (le etende wande
laars of de wandelende eters want als je
de sporen nagaat, die soms de comsumptie
op den weg achterlaat, dan zou je tot de
conclusie komen, dat het eten hoofd - en
het wandelen bijzaak schijnt welnu,
waarin »men" verzocht wordt de sinaas-
appelenschillen, de vette boterhampapiertjes,
oi wat dies meer zij, te deponeeren, opdat
de paden er niet langer door ontsierd be
hoeven te worden.
En het hierboven geplaatste versje, dal,
op een bord geschilderd, het doel en de
bedoeling van dien mand nog eens aandikt,
is dunkt me even waar als sarcastisch.
Want is het niet zóo wat jo in
jo eigen, huis, in je eigen tuin behartigt en
behartigd wenscht te zien, waarom pas je
dat ook niet toe op 'n anders eigendom?
Of denkt men soms, dat buiten alles ge
oorloofd is, dat men, zoodra men in Gods
vrije natuur ronddoolt, a'le vormen mag
overboord gooien
Of is het soms de groote ruimte, waarin
men zich bevindt, die doet denken«Kom,
dat éene papiertje van my, of dat enkele
j sinaasappelenscliillefje doet 't 'em niet dat
merk je toch niet op."
Maar laten zij, die zoo redeneeren, beden
ken, dat vele kleintjes ook hier een groote
(rommel) maken.
Doch alles daargelaten noch op de
wandelwegen, welke een gemeente, je eigen
gemeente des noods, toebehooren, noch op
die, welke particulier eigendom zijn en waar
het onbreken van een bordje verboden te
wandelen" met erkentelijkheid opgemerkt
diende te worden, op geen van die alle heeft
men het recht, iets te vernielen te bescha
digen of het een slordig aanzien te geven
door alles op te wegen te werpen, wat men
kwijt wil zyn, vooral niet op die, welke par
ticulier bezit uitmaken
Beseft men dan niet, dat bet geen recht,
42
Mot deze woorden giug de directeur dekameruit
en liet Paul achter in oen toestand van oubesohryf-
lyko vrees. Nooil, nooit, zou by weer grapjes met
Diok maken over bestraffing aau den lijve zooals
bij dat vroeger wel gedaan bad. Als deze schande
hem wcrkelyk werd naugedaan zou bij zicb nooit
meer in de Öity kunnen vertoonen.
„Ik he je wel gezegd Dickie, zei Cbawner, dat jo
maar beter deedt met jo niet met myu zaken te be
moeien."
De directeur blpef geruiraen lijd weg. De jongens
gaven te kennen, dat hy waarschyniyk door een
bezoeker werd opgehouden.
Ofschoon Dick uiets gehoord had, was de bel over-
Segaan. Het wachteu werd hoe langer hoe onver-
raagljjker.
Ten laatste ging de deur langzaam open en kwam
de directeur biuneu, maar er was een duidelijke
verandering in zyn gelaatsuitdaukking en hy had
niets in zyn hand.
„Kom even mee, Bultitude," zei by, en Paul volgde
hem naar de gang, nog in onzekerheid of alleen maar
het tooneel van de bestraffing veranderd was, of dat
er wat anders gebeuren zou.
„Als er nog iets is wat je verhard gemoed kan
bewegen, zei de directeur, toen ze buiten waren, is
het zeker het feit dat je ongelukkige vader juist op
dit oogonblik gekomen is en iu de eetzaal wacht."
Paul viel bijna. Had Dick de verregaando onbe
schaamdheid om bem in zijn gevangenschap te komeu
honen'/ Wat boteekende dit/ Wat zou by tegen bem
zeggen/ Hy kon den directeur slechts door een blik
antwoorden.
„Ik heb hem uog niet gezien, ging de dimcreur
voort. Hy is op een zeer ongelegen oogonblik gekomen
(Dat was de heer Baltitude niet met hem eens.) Ik
zal je in do gelegenheid stellen om bem eorst (e
zien en je schandelijk gedrag te vertellen. Ik ben
zeker, dat het zyn hart zal breken."
En de directeur schudde droevig zyn hoofd en ging
weg.
Met gemengde gevoelens van schaamte, woede eu
ongeduld, opende Paul de deur dor eotzaal. Hij zou
dan Diolc van aangezicht tot aangezicht ontmoeten
Hier dan zou het laatsto beslisseude duel worden
gevochten. Wie zou overwiunaar zyuZ
Het was een vreemd diug om aaur by het bin
nenkomen de gestalte te zien, die bij nog zoo kort
geleden bad bewoond.
liet scheen zoo vreemd, dat dat groote lichaam
werkelijk Dick zou bevatteu. Eeu poos kon by geen
woorden viuden, maar stond bleok en sprakeloos
voor zyn zoon.
Dick van zyn kant scheen minBtens even verlegon
Hy giegelde en wilde zijn vader eeu band geven;
deze weigerde evenwel verontwaardigd.
Toen Paul goed keek, zag by duidolyk dat zijn
oude lichaam, of althans bet namaaksel daarvan, in
vele opzichten was verouderd na dien onfortu'm lij ken
avond, waarop hy het voor 't laatst bad gezieu.
Toen was het Log een nabootsing, juist en accuraat
tot in de kleinste kleinigheden. Nu was het een
1 karikatuur.
maar een voorrecht is, wanneer men naar
hartelust op een anders eigendom zwerven,
genieten mag van het natuurschoon, dat een
bosch biedt 1
Bedenkt men dan niet, hoeveel zieken on
herstellenden daar, op dio stille plekjes, hun
gezondheid, hun levenslust terugwonnen,
waar ze dag in dag uit, week na week kort
om, zoolang als ze zelf verkozen, rustig en
ongestoord, ver van de bedompte stad, van
het geroezemoes dor boilry vigo wereld, uren
lang de zuivere, frissche lucht konden in
ademen
En voor dat alles, een ioder, die maar wil
kosteloos geschonken, waarvoor je niet eens
'n woord van dank behoeft te uiten, wordt
niets van ie gevergd dan dat je te gedragen
zult, zooals eigenlijk een ieder, zoowel arm
als rijk, geleerd diende te worden n.l. om
niet willens en wetens, iets wat je zelf niet
toebehoort, te schenden
Van dat besef schynen verreweg de
meeste wandelaars niet doordrongen, noch
de «dagjesmenschen" noch zy, die dagen
lang gebruik maken van anderer hospitaliteit,
al vertoont zich de gastvrouw of gastheer
nooil, al zyn dikwyls hun namen hen niet
eens bekend.
Ze hinden hun hangmutten maar vast aan
den eersten den heston boom, die hen aan
staat elke tak, welke maar even hindert,
afsnijdend of aftrekkend zo op den grond
werpend, ^wat komt bet er op aan 'tis
immers toch groen zo eten kalm hun
kersen, de steeltjos en pitten doodleuk' naar
rechts en links schiotend ze verooeren
hun boterhammotjes, als moderne Klein-
Duimpjesdeinwikkelpapieron als sporen van
hun tocht achterlatend --m'n hemel, wie zal
er zoo dwaas zyn om die vette papiertjes
mee te sjouwen daar is immers hot bosch
voor ze verschalken zorgeloos hun sinaas
appeltje en hun peertje, met «Schwung" de
schillen een buiteling door do lucht latende
maken
En dat alles dikwyls nog mopptrend, als
zy uitglijden over de zeilde soort van afval,
waarvan hun voorgangers even ongegoneeni
als zij, zich ontlast^», en hun verontwaar
diging er over uitend dat er goen tuinman is
geweest, die de paden effende
En dut durft dan veeltijds nog spreken van
«slecht onderhouden", van «weinig hart voor
zoo'n mooie bezitting hebben" van: «zezijn
zoo'u mooi bosch niet waard", terwyl men,
die orakeltaal ton beste gevend, maar kalm
doorgaat met hot gras te vertreden, zyn
schendende hand overal naar uit te steken!
Eerst, als men verneemt, dat de eigenaar
'n gemeente kan dat, al uiterst moeilyk
doen al die ontreddering eindelijk moe,
het plan heeft opgevat, om zyn bezitting
niet meer voor het publiek open te stellen,
dan is Leiden in lost.
Dan regent het ingezonden stukken in de
bladen, dan worden deputaties naar hem af
gevaardlgd om te trachten hem van zyn voor
nemen af to brengen, din wordt men eens
klaps «helderziende
Vve kunnen dat nu weer eens voor den
zooveelsten keer te Zeiat opmerken.
Het overluidt daar namolyk, dat het uit
gestrekte, prachtige bosch, toebohoorend aan
movrouw Pauw van VVioldrocht, waarin
duizenden en duizondon juarlijks zooveol
gonicten, niet meer toegankelijk zul worden
gesteld wegens hot onhobbolyk optreden van
het publiek in boven aangoduidon zin.
Nu eerst komt men ook dtiar tot inzicht
van het groote voorrecht, zooveel jaren
gedachteloos genoten van do attractie,
die dat woud voor stadgenoot en vreemde
ling bezit, van het voordeel, zooveel Zeiste-
naren opleverend, want menig pension is er
zoo in trek, «wegens het bosch en het kan
een grooteren tuin ontberen omdat mon
maar «een pas of wat" behoeft te loopon
om er do zuivere, reine lucht en de zalige
rust te vinden, die menigeen voor zyn genot
of zyn gezondheid er zoekt.
En als die eigenares in dit byzondere
geval, of 'n bezitter in 't algemeen, by het
eens genomen besluit volhardt, wie kan daff
dan euvel duiden
En 't publiek heeft dan moedwillig «zyn
eigen glazen ingegooid" en 't kun met Uilen
spiegel zeggen
„Dat heb ik aan mezelf te danken."
Suze Frederiks—
VAN Cl.EEFF.
Amersfoort, 18 Augustus 1UQ5.
Ds. J. Beyarman, predikant te Meppol zal
morgen in de Remonstrantse he kerk de gods
dienstoefening om half elf leiden.
Ds. W. J. Meiners, predikant by do Ned.
Hervormde gemeente alhier, zal morgen by
de godsdienstoefening ten paleize voorgaan.
Hoeft 'n begrafenis gewoonlyk iets indruk
wekkends, nog moer is dit het goval by die
van een militair, wanneer zo niet militaire
honneurs geschiedt, zooals gisteren het ge
val was, toen het stoffelijk overschot van
den jeugdigen onderofficier Albert Roost,
van het 5e rog. infanterie hier, aau den
schoot der aarde werd toevertrouwd.
Het gedicht whs Hebberig eu vel bing los. De oogen
keken suf eu wareu beloopen. Maar de grootste
verandering was misschien wel in de kleeding op
to merken. Dick droeg eeu oude colbert en een
wijde blauwe pantalon, terwyl inplauis van do deftiga
zwarte das, die zyn veder een kwarteeuw bad ge
dragon, b(j eeu kleurig plastrou voor had. De
vemionneeie hooge hoed bad plaats gemaakt
een vieze flambard.
Het was boelegaar geen costuum voor oen Engelsch
koopman, zelfs al gaat b(j naar bulteu.
Paul was de eorste die de pyulijke stilte vor- I
brak,
„Kwajongen! riep by met onderdrukte woede.
Wat donder, waarom sta jo daar zoo te lachen er
is hier niets om te lachen."
„Ik moet wel lachen, zei Dick, u ziet er zoo ver
makelijk uit."
„Laat ik je zoggen, dat ik mijn geheele loven niet
zoo'n ellendige week gehad heo als dezel"
„Ik wist wel, dat u het niet zoo beel erg plezierig
zou vinden. En toch schoen u nogal pleizier te
hebben, te oordeelen naar den brief dien u schreef."
„En waarom ben je bier gekomen Z vroeg Paul.
Kan je uiet in stilte van je ovorwinning genieten.
Moet jo me bier voor den gek komen hou
den T"
„Nu, dat is het niet, zei Dick. Ik had IubI om
eens to zien hoe u het maakte en of u goed met de
lui kon opschieten."
Maar aat waren de beweegredenen niet. Dick
moest Dulcie weer eeDS zienhy kon niet langer
buiten haar.
„Nou, zei do heer Bultitude. sarcastisch, laat ik
je dan vertellen, dat ik buitengewoon goed met je
vrienden kun opschieten, Zn slaan mo iederen
avond tot ze niet meer kunnon on overdag schop-
den ze me of ik een voetbal bent. En gisteravond
zou ik vnn school gestuurd wordon, maar van och
tend hebben zo mo vergeven un voroordoeld om
nfgoransold te worden. Hut vonnis stond op liet
punt uitgevoerd te worden, toen ja kwam. En ik
heb alle redon om te vreezon, dat do zaak alleen
maar uitgosteld is."
„Nou, zei Dick, dan heeft u het toch bout ge
maakt. Ik ben nooit weggejaagd. Is Chawner weer
aan 't klikken is geweest Wal heeft u uitge
voerd
„Niets, daar kan ik een eod op doenDingen die
jij gedaan hebt, komen aan hot licht en ze slaan er
my voor."
„Nou, zei Dick troostend, voor do vacantie komt,
zult u wel voor al myn misdaden gostraft zijn. Ik
veronderstel, dal hy gemerkt hooft, dat ik mijn
naam in zijn schrijftafel bob gesneden
O, u zou bet weten, als hy het gemerkt had,
wees daar maar zokor vanMuur wat kan u eigen
lijk eon pak slaag scholen 7 Ik hob or nooit wal om
gegeven.
„Maar ik wel. Het kan mij hoel voel scholon.
Ik kan en wil hot niet vordragon. Maar ik weet
wol waarom je gokomon bont, vervolgde Paul vlei
end, Je hebt genoeg van deze dwaasheid, is het zoo
niet. Jo wilt alles weer in ordo maken."
„Volstrekt niet, zei Dick. Dan zou i'; wel gek zjjn
Geen school, niks doen dan waar ik pleizier in heb.
Eten en drinken „at ik wil on voel gold. Neen, het
bevalt mo bost."
(Wordt vervolg.)