Zaterdag 23 September 1905. Zii No. 7098. 54e Jaargang. BERICHT. Feuilleton. DICK BULTITUDE. Het verdienstelijke duiveltje UITGAVE FIRMA A. H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag' Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement por 3 maanden f\. irancu per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent.Reclames 1—6 regels/" 1.525; eikeregel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewysnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTE6RACHT9 Telephoon 19. die zieli met 1 OC TOBER op dit blad tl' wenschen te abon- neeren, ontvangen de nog in deze maand verschijnende nummers GRATIS-' i?1 Heden verzenden wij aan de daarop ge- abonneerden aflevering 24 van den Derden jaargang van onze premie «De Muzikale I o e m I e z i n g". Deze afleveringen bevatten, behalve tie ge wone i>Wenken van een ouden muziek meester", kunstenaars-biographieën en berich ten, benevens zeer lezenswaardige mede- deelingeu op muzikaal gebied, de volgende muziekstukken: 1. Herzensiriede, Romanze für piano, door H. Lichner2. In stiller Nacht, voor piano, door Th. Espen ."1 Nocturne no. 15, voor piano, door J. Field 4. Heimwarts, voor piano en zang, door Franz Abt. De «Muzikale Bloemlezing" kost voor de abonné's op ons blad slechts 60 cent per kwartaal, voor welk luttel bedrag inen inde drie maanden 6 afleveringen met 30 a 35 muziekstukken ontvangt. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezieu artikel 41 der Gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dinsdag, den 26 September aanstaande, des namiddags tol'/, ure. Amersfoort, don 22 September 1005. De Burgemeester voornoemd, WUIJTJERS. SCHOUW. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 22 van bet Reglement op bet onderbond en gebruik dor wogen in de provincie Utrecht d.d. 8 November 1853 (Prnviuciaa'blad No. 102), alsmede art 1 der Verordening op de wegen en waterleidingen Doen te weien, dat de bij vermeld ariikel bedoelde Najaarsschouw over wegen, slooten en waterleidingen, aan bun toezicht of beheer onderworpen, zal ge houden worden op Woousdag den 11 Octobor aan staande en volgende dagen. Wordende bij deze tie bepalingen van bovengemelde riep Mart uit, j\j bent mij lang verloren neef en ik lang verloren oom, (je hoeft niet in myc armen te vallon, want van omhelzingen heb ik nooit ge houden). Maar, wat ik zeggen wil, deugniet, jij bent niet by deze feestelijkheden gevraagd. Jy behoorde mijlen ver weg te zijn in slaap op school. Wat drommel doe je bier?" „Ik ik heb de school verlaten," zei faul. „Dat merk ik, boos omdat ze je buiten alles gehouden hebben, nietwaar? Nou ik bewonder je moed,maar ik vrees dat ze je nogal hardhandig zullen behau- delen." „Dat doet er niet toe, zei Paul gejaagd. Er ia iets, dat ik je moet vertellen. Ik ben een desperaat- „Ha, ba. lachte Paradine, ben je dat? Een despe raat man Die is goed, De meester op je hielen met den stok? Het is bepaald iuieressant; maar heusch, ik vrees, dat je er van langs krijgt." „Als, begon de heer Bultitude in groote verlegen heid, als ik je nu eens zei, dat ik me zelf niet ben maar iemand anders geheel iomand anders dan ik Bcbyn te wezen, dan zou je me zeker uit lachen „Pardon, zei zijn zwBger beleefd, ik geloof niet, dat ik je bedoelingen vat." „Als ik je nu plechtig zweer, dat ik niet de on gelukkige jongen ben wiens lichaam je voor je ziet, reglementen nan de belanghebbenden in herinueriug gebracht. Amersfoort, den 22 Sept. 1905. Burgemeester en wedboudera voornoemd, De Burgeiueesler, WVIJTIER8. De Secretaris, J. G. 8TENFERT KROESE. Zon.ler ontbeten te hebben, wus een arme boer op zijn veld aan bet ploegen gegaan, met niets dan een homp brood als mond voorraad. Op het veld aangekomen, trolc hij zijn kaftan uit, legde hem lusschen do struiken, en het brood daar onder. Na eenigen tijd werd het paard moe en kreeg de boer honger. Hij spande het dier uiten liet het grazen, terwijl hij zelf den homp brood ging halenmaar toen hij den kal'lan oplichtte, was het brood verdwenen, lly zocht en zocht, keerd. n de kaftan om, schudde hem uit alles vergeefshet brood was er niet meer. Groote verwondering van het boerije Hoe was zóo iets nu toch mogelijk Geen sterveling had hij gezien en toch moest iemand het brood gestoten hebben. Inderdaad, zoo was het ook. Maar wie was dan de dief? Het was een duiveltje, dat, terwijl de boer daar ploegde, het brood bad gekaapt en zich nu in het kreupelhout verscholen had orn te hooren hoe de boer razen n vloeken en hem, duivel, daarbij aanroepen zou. Maar in deze verwachting werd hij teleur gesteld. Wel vond ile boer hei onaangenaam, dat hg aldus bestolen was, maar razen en vloeken deed liy niet, en hij wist zich op zijn manier te troosten. »Nu", zeide hij by zichzelf, »van honger zal ik niet sterven. Die het brood heeft weggenomen, zal het nog wel méér noodig hebben gehad dan ik. Goed moge het hem smaken en wèl moge het hem bekomen En de boer ging naar den put, dronk zich de maag vol water, rustte nog wat uit, spande toen het paard weder in en begon weer te ploegen. De duivel wns verbaasd, omdat hy den boer niet tot zonde bud kunnen verleiden. Hy keerde terug naar de onderwereld, ver scheen voor zijn superieur, den opperste der duivelen, en vertelde hem hoe hij den boei den homp brood had afgenomen en hoe deze, in plaats van te r.iz -n t-n te vloeken, heel leuk gezegd had: »Wèl moge liet hem be komen I" De opperste der duivelen was hierover zeer vertoornd. zou je dat dan ongelooflijk vinden?" „Heelemaal niet geenszios. Ik geloof je graag. Maar alleen (het is maar een onbelangrijke zaak, natuurlijk) zou ik toch wel willen weten, als je jezelf niet bent, wie je dan eigenlijk wel bent. Je zult me myu nieuwsgierigheid ten goede houden." „Ik bon heelemaal geen jongen. Ik bon je eigen ongelukkige zwager Paul. O, je gelooft ine niet, zio ik wel." „O, excuster, het is heel duidelijk, je bent niet eigen zood, inaar je eigen vader een monsch omt er eerst een beetje door in 4e war, maar dat went wel. Toch ben ik bly, dat je het me gezegd hebt." „Ga je gang maar, zei Paul bitter, maak er maar een grapje van. Je zult eens merken, dat ik de waarheid spreek." „Niet zonder hulp van buiteo, vrees ik, zei Para dine bedaard. Ik heb nooit zoo'n leugenaar gezien voor iemand van jou leeftijdvind-je zelf niet, dat je leuk liegen kan?" „Schei uit, zei Paul, luister alleen maar naar rede en gezond verstand. „Hoe kan ik dat in dit geval?" „Ik zegje nog eens, zei Paul ernstig, het is de pijn lijke waarheid ik bon geen jongenhet is jaren geleden sedert ik een jongen wa». Ik ben iemand van middelbaren leeftijd, die in dit lichaam is gewor pen." „Zeg dat niet, antwoordde de ander, het past precies, dat verzeker ik je." „Wil je me kranzinnig maken met je flauwe aar digheden? Kyk naar my. Spreek ik dan, gedraag ik me dau als iedere andere schooljongou „Dat hoop ik niet, roet het oog op het aankomend geslacht", zei oom Marmaduke, die zelf moest lachen om zjjn grappige antwoorden. „Je bent in goeden doen je ziet er uit alsof de zaken voorspoedig gaan, zei Paal langzaam. Ik her. »Als die boer", zoo schreeuwde hy woedend, «je de baas gebleven is, dan is het jou schuld doordat je .Ie zaak te dom hebt aangelegd. Dat zou wat fraais worden, als do boeren en ook hun vrouwen, zulke gewoonten aan namen Daar zouden wy slechte zaken by maken Dat gaat zoo niet, zeg ik je I Dat kun ik er zoo niet by laten. Keer onmiddel lijk terug en zorg dat je den homp brood van dien boer eerlijk verdient. Als je hem binnen drie jaar niet behoorlijk onder den duim gekregen hebt, dan zul ik met je af rekenen". Dit hielp, want voor niets was de kleine duivel zoo bang, als voor deze bedreiging. Hy liep dus zoo gauw als hy kon weer naar de aarde en overl gde bij zich zelf hue hij zich van zijn verplichting wel kwyten zou. Hij peinsde en zon, en daar had bij er iets op gevonden. Hy verkleedde zich namelijk als een goed mensnh en verhuurde zich, voor louter den kost, by den armen boer als knecht. En nu leerde bij den boer allerlei dingen. Hij leerde hem, in een drogen zomer te zaaien in bet moeras. By de buren was alles door do zon verdordmaar by den armeri boer schoot hut koren op, hoog en dicht, tot volle aren. De beer at het gansche jaar zoo veel hij maar wilde en hield nog heel wat graan over. Den volgenden zomer leerde do knecht den boer, op den berg te zaaien. Het regende aanhoudend. Bij de anderen lag bot koren neergesmnkt en verrotte op den bodemmaar bij den beer gedijde het prachtig op den burg en er bleef hem zelfs zóuveol graan over, dat hij niet wist wat hy er mee beginnen moest. Toen sloeg bet duiveltje zyn slag. Want zie do knecht leerde den boer, uit het graan jenever te stokenen de boer, die al heel spoedig smaak kroeg in dit vocht, dronk zelf en liet ook anderen drinken. De kleine duivel ging nu naar den groeten duivel en stofte, dat hy den hoinp brood verdieud bad. Met eigen oogen wilde de opperste dei- duivelen zich van dit meesterstuk overtuigen. Hy ging dus naar den boer eu zag boo deze zijn buren by zich gonoodigd had on hen onthaalde op jenever. De bo irin liep rond en bediende de gasten. Terwijl zij zoo naar stig de schotels rondrcikto, stiet zij togen de tafel wierp een glas om. Daar stool de boer op en schold op zyn vrouw. «Ezelsveulen!" brulde hy «jij met je hoepelb enen Denk je dat hi-t geutwuter is, om het zoo maar over den vloer to sinylen rinner mij don lijd loon mij zekere wissel werd gopro- senteerd, door jou getrokken en die door mij geaccep teerd scheen (lang vóór ik hem gezien had). Ik stem de toe te betaleu, torwille van myn Mary en om dat, als ik myn hnudteekoning voor valsch had verklaard, ik je voor je leven had goruïneord. Her inner jy je nog, boe je in in(jn kamer op je knieen viel en zwoer, dat je je loven zou boturou en je fa milie tot eer strekken? Toen hadt je niet zoo'n drukte of ik moet me ernstig vergissen." Deze woorden hadden een eigenaardige uitwerking op oom Marmaduke. Hy werd ascbklourig en zijn oogen zochten rusteloos rond, terwijl hy half uit zyu stoel opstond eu zyn sigaar in het vuur wierp. „Ploert, zei hy hijgend. Hoe kom je nun dat lougenachtig verhaal Dat moet je vader je verteld hebben. Waurom rakel je die oude goscbiodenis weer op Wie beeft je gezegd, dat je uit je oom moest aandoen, die misschien in zyn jeugd wat wild ge leefd, doch nooit zoo iota gedaan hooft." „Hoe ik aan dat verha.il kom? zei Paul, die wel zag welken indruk by gemaukt had. Geloof jo heusch, dat als ik werkelijk een iongen van dertien jaar was, ik dit alles zou woteu? wil jo nog meer weten? Durf er eens om vragonl Zal ik je vertellen, waarom jo vau kostschool bent weggenomen? Wil je bot verhaal hebben van je gedrag op het kantoor vau myn ouden vriend Parkiusou, of de werkelijke reden van je tocht naar New-York, of waarom je vader jo geen cent nagelaten beeft by speciale testamentaire beichikking ik kan jo er alles van vertellen als je het hooren wilt". „Neen, sohreeuwde Paradine, ik wil niets hooren. Als je ouder wordt, moet jo uau je vader vragen om je een courant te koopeu voor de upper ten. Je bent geknipt voor redacteur van zoo'n schendblad. Het is mij niet bolaugryk genoeg om verder naar je te luisteren." „Geloof jo myn verhaal of niet?" vroeg Paul. „Ik weet 't waarlijk niet; hoe kan ik het gelooven. Du kleine duivel stiet zyn suparleus met dun elleboog aan. Hoort u wel?" fluisterde: «Nu zegt hg nietwél moge het je bekomen Du boer schold on raasde al door, en hy bediende nu zelf. Daar kwam van het veld een dood arme stakker voorby, die niet gonoodigd was. Hy wonschle goeden avond, zotte zich op eon bankjo on keek toe hoe de gasten het eene glas na het andore zich door de keel goten. Hij kroeg óok wel trek om tegen de moeheid oen slokje te drinken. Hy smakte eu veegde zich du lippen af; maar de boer, in plaats vari don stumpor uen glaasje te geven, snauwde hein toe«Wat zit je daar? Maak dat je weg komt! Dunk je, datj ik het hoele dorp op drank kan traktouren?" Ook dit was zoor naar den zin van don opperste der duivelen. Naar de kleine duivel pochte «Wacht een beetje. Hat word nog mooier". De gasten dronken en de gastheer dronk •wee. En zij vleiden en prezen elkaar, maak ten allerlei aardigheden. Toen de opperste der duivelen dit hoorde, bromde hy den kleine toe: «Wat is dat nu? Dat lykt wel vriende lijkheid en hartelykhoid. Dat bevalt my in 't geheel niet. Zóo kt-yg ik ze niet in myn zak I" «Wacht maar, wacht maarfluisterde de kleine. «Wacht tot zij nog méér gedronken hebben. Nu kwispelstaarten zij tegen elkaar, zoo valsch als do vossen, maar straks zult u ze als wolven zien worden." De boeren dronken voort en hun praal werd ul luidruchtiger en ruwer. De aardig heden en vleieryen maakten nu al plaats voor grofheden. Woldra vielen er Scheld woorden. Op de scheldwoorden volgden klappen, Het kwam tot een algemeene vecht partij. Zy sloegen elkaar <ie koppen aan bloed. En de gastheer, die zich mede er in mengde, word duchtig afgerost. De opporste der duivelen vorkneutorde zich by dit schouwspul. „Mooi zoo!" mompelde hy. «Bravo! Zoo mag ik 't zien «Wacht nog even, wacht nog even siste du kleine duivel, «liet wordt uog mooier. Laat zo nog eerst maar een glas tor ver zoening drinken. Nu zyn ze als wolven dan worden ze nis de zwynon". En de boeren dronken uen glas tor ver zoening. Zy werden heelemaal slap en week. Zij lolden, waggelden en bazolden, zonder te merken, dat de oen niet meer luisterde naar den ander. En eindelijk gingen zij heen, de Hoe verklaar ju alles? „Herinner je jo nog, flat jo eons aan Mary oen sandelhouten doosje hobl, gegeven met oen steou or in vroeg Paul. „Ik heb oen llauwe herinnering van iats vau dioa aard, een soort curiositeit; was bet dal niet?" „Ik wou, dat ik het ding uooit gezien had. Dia vorvloekto stoon, Paradiuo, hoeft me dat alles gedaan. Hoeft nicmaud je gezegd, dat er eon magische kracht in schuilde? „Nou ik er over donk, beoft Bindabun Dos mo wel zoo iets trachten wy* te maken ik golooldalblj zei, dat een het talisman was. Ik dacht dat hot maar oen praatje was om roe geld af to zotten." „Je hebt aan Mary verteld, dut het oen talisman was. Bindabun, hoe noei-io ook weer, had golyk. Hot is eeu talisman van de doodnl(jksLe soort. Ik zal je spoedig overtuigen, als ju ine uau wilt hoorou." Eu daarop begon hy met woede en verontwaar diging bet verhaal te schetsen dat wy hier hebben verteld. II(j logde voornamelijk nadruk op Dick's wreedheid en zelfzucht on Marmaduke, die nog «en oogenblik had getracht oon sceptischen glimlach te toonen, luisterde tot hot oinde mot grooten ernst. Paul's optreden liet hem geen ruimte voor twjjfel. Zyn verhaal, hoo buitensporig en onwaarschijnlijk ook, was to ruIc aan details eu hing te goed samen om hot voor brutale bedriegerij te kunnen verslijten. Toen zijn zwagor zijn verhaal had geëindigd, zweeg Paradine cenigoti (jjd. Het was oenigHains«en opluch ting voor hem om to weten, dat dc Somberste go- heimou van zyn leven niet wareu ontdekt dom oon buitengewoon suhorpzlnnig neefje, maar toch waren er nadoelen verbonden ain de verandering in den Hand van zaken. Reeds zag bij zyn rogeering in het huis in Wostbourne Terrace ten einde spoeden, tonzy hy zyn troeven met overleg uitspeelde. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1905 | | pagina 1