Dinsdag 21
November
1905.
muzikale rnimim.
No. 7123.
55e Jaargang
Feuilleton.
UITGAVE:
FIRMA A- H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden
iranco per post f 4.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 40 cent. Legale»,
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 4—5 regels 4.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening^gebracht.
KORTEGRlACHT 9-
Telephoon 19.
Heden verzenden wij aan de daarop ge-
abonneerden aflevering 4 van den Vierden
jaargang van onze premie «De Muzikale
D I o e m I e z i n g".
uP6^0 a^eve,,'nU bevat, behalve de gewone
«Wenken van een ouden muziekmeester",
kunstenaars-biographieën en berichten, bene
vens zeer lezenswaardige mededeelingen op
muzikaal gebied, de volgende muziekstukken
4. Üonau-Lieder, voor piano, door Joh.
Strauss2. Traume am Bosporus, voor piano,
door Theod. Espen3. Die Auserwahlte,
voor piano en zang, door F. Abt.
De «Muzikale Bloemlezing" kost voor de
abonné's op ons blad slechts 60 cent per
kwartaal, voor welk luttel bedrag men in de
drie maanden 6 afleveringen met 20 a 25
muziekstukken ontvangt.
Erasmus' „Lof dor Zotheid".
Vier eeuwen geleden verscheen het kleine
Latijnsche geschriftje, waaraan in ruimsten
kring Erasmus' naam verbonden is, dat tot
den huidigen dag toe zijn talrijke lezers gevon
den heeft en een Eunpeesche vermaardheid
heeft behouden: „de Lof der Zotheid", „Laus
Stultitiae".
Altijd en alom zijn er voor dit „konstelijk en-
de kostelijk" boekje, waarvan de idee geconci
pieerd en gerijpt is op den tocht in den zadel,
door den 40-jarigen Doctor Theologiae van uit
Italië tot een bezoek aan zijn vrienden in
Engeland ondernomen, een bewondering en
ingenomenheid aan den dag gelegd, zóo algeheel
en zóo sterk, dat zij voor ons een vingerwijzing
zijn naar de gedachte. Het duurzame van deze
beteekenis moet gezocht worden in zijn van-al-
het-tijdelijk-en-plaatselijk -bijzondere onafhanke
lijke voortreffelijkheid; het vertegenwoordigt
een dier uitingen van het denken, waartoe onze
geest zicli steeds gedrongen gevoelt.
Deze blijvende waarde nu is gelegen in de
onnavolgbare aanwending van het ironische
element en het met hand en tand doorvoeren
ervande „Laus Stultitiae" zal onder de speci
mina van ironische stelwijze, steeds als een der
beste blijven aangemerkt; en zoolang de geestes
gesteldheden de ironie in aanzien zal wezen,
zal ook de naam van Erasmus vooraan worden
genoemd.
Ironie treedt dan op, wanneer een schrijver
zich geplaatst denkt op een levens-9tandpunt
lager dan het zijne; van uit dit bepaalde
gezichtspunt, deze willekeurig gekozen levens
opvatting, prijst of laakt hij; de achterliggende
bedoeling, de ware appreciatie, zooals zij gefor
meerd wordt op het hoogere levensniveau, blijft
verborgen; in soherpsten en duidelijksten vorm
verschijnt ons de ironie, wanneer het loven
geschiedt van af een laag gelegen, een geheel
overwonnen standpunt, waarvan de auteur zich
SPECULEEREN.
Mary was echter niet overtuigd. Ze wilde nog
iets tegenwerpen, doch John viel haar alweer in de
Neem bijvoorbeeld de „Blue Jays". Ik heb die
toevallig nagegaan. Een week geleden stonden zij
tien en een kwart.
Wat beteekent dat, John
Dat beteekenttien schilling en drie stuivers,
verklaarde John met het air van een schoolmeester,
die al zijn geduld uoodig heeft voor een traag be-
grijppend kind. Daarna vervolgde hijIk zei by
me zelf: die gaan omhoog - en drie dagen later
stonden ze op 12 en nu op 12'/,. Als ik er een week
geleden honderd van had gekooht, dan had ik van
daag een profijtje van (laat eens kijken) ik heb
't op myn manchet geschreven 11 pond on 5
schilling. Verbeeld je, Mary, iu écn week En
zo gaan nog meer omhoogze loopen wel tot 20.
Nu, hoe vindt je dat?
John keek zegevierend naar zyn vrouw. Zij zag
hem aan met gloeiende wangen en groote oogen.
Haar twijfel en vrees wareD snel verdwenen onder
baars eebtgenoots meesterlijke uitlegging vau de
kunst van speculeeren, en voor baar geest rezen,
in een ver verschiet, streelende vizioenen van zyden
blouses, mooie piano's en villa's aan zee.
verre verwijderd weet. Wat zóo als hoogsten
lof moet gelden, is in zijn wezen diepste smaad
en grievendste hoon.
Erasmus koos als zijn tegenstellinghet
standpuut van den dwaas en dat van den wijze;
hij gaf de tegenstelling leven door een vondst,
zóo gelukkig, zóo prachtig, dat zij alleen reeds
volstaat om onze opgetogenheid te motiveeren;
een vondst, waarvan men geneigd is te denken,
dat Erasmus door het volgen van een gedacb-
tengang volgens het „Philosophy of Composition"
systeem tot haar gekomen is.
Stel, dat inderdaad het standpunt van den
dwaas dient veroordeeld, dat van deD wijze
begeerlijk is; zou het dan mogelijk wezen, in
heviger mate de dwazen op de kaak te stellen,
de dwaasheid auf dem Leibe zu rücken, dan
door haar te laten prijzen bij monde van een
persoon, die de personificatie der zotheid moet
verbeelden, die zich ten overmate niet ontziet de
bekentenis af te leggen, dat zij, door zelve haar
lof to bazuinen, eerst recht naar den trant der
dwazen meent te handelen?
Hiermede is de intrigue gegeven: de zotheid
verschijnt op het spreekgestoelte, getooid met
narren-pak en zotskap; de domheid staat op
haar gelaat te lezenonder het gevolg, dat zich
rond haar schaart, worden de Vergeetachtigheid,
het Onverstand, de Goudzucht met andere On
deugden opgemerktde vorm harer rede doet
denken aanzotteklap; zij laat zich kennen
als snoevend, bedilziek, eigendunkelijk maar
achter dit naar voren tredeude blijft de ware
aard der spreekster verborgenzij gaat in haar
argumentatie, onder den schijn van het tegen
deel, maar al te zeer met oordeel en kennis des
onderscheids te werk; zij blijkt zich den aard,
den zin der dwaasheid tot bewustzijn gebracht
te hebben en daarmede ook het bewustzijn
van het tegendeel te bezittenzij splitst zich in
een dubbele persoonlijkheidinnerlijk anders dan
uitwendigzij is als die Atheensche beelden
waarmede Alcibiades aan het symposion zyn
geliefden leermeester Socrates vergelijkt.
In de wisselwerking tuB3cben deze twee polen,
de verstandige en de negatief-verstandige, ligt
de groote aantrekelijkheid van het boekje zij
noopt den lezer zooals ook eens de schrijver
zelf zich heeft moeten in acht nemen tot een
voortdurend op zijn hoede zijnwij genieten
het schouwspel van een kunstig ekwilibreeren,
een voortgaan langs afgronden, een plotseling
overslaan en zich herstellen, als slechts mogelyk
is bij de aanwending van een zwaarwichtige ba
lanceerstok; niet aan een iegelijk staat het, al
ware het schema hem gegeven, dit waagstuk te
volvoerende ironische denkvorm eischt zwaren,
degelijken inhoud; vorm en inhoud staan
dank zij Erasmus' respectable belezenheid in
klassieke en heilige schrifturen in juiste ver
houding tot elkaarde duurzame beteekenis van
het boek is allermeest in deze evenredigheid
De rede, die de Zotheid hondt, laat zich in
twee gedeelten splitsenin den aanvang beroemt
zij er zich op, het geluk te schenken aan de
stervelingen die haar aanhangen en vereeren
later gaat zij er toe over, op de ver-reikendheia
harer macht te wijzen.
O John, stamelde zjj in blyde ontroering,
dat is prachtig. En weet je zeker, dat er geen
risico is?
- Feitelijk niemendal, lieve. Geef mij een maand
tijd en je zult wat zien
Na zijn kas te hebben geraadpleegd, besloot Jobn
200 „Blue Jays" te koopen, in plaats van 100; de
verlokking van dubbele winst was onweerstaanbaar.
Nog voor hy naar bed ging, schreef by zijn order
nan de hceren Hardy en Steele, een welbekend
kantoor, en dun volgenden ochtend naar zijn zaak
gaande, postte hy den brief.
Den geheelen dag droomde by gouden droomen,
vol trots, dat bij en Mary nu mooi op weg waren,
rijk te worden. Hij was nu beelemaal niet meer boos
op Snookshij dacht met zeker hooghartig mede
lijden aan hem, want bij was overtuigd, dat ze elkaar
weldra zouden ontmoeteu in een financieele wor
steling, waarbij roekeloos zelfvertrouwen - Snooks
onvermijdelijk zou moeten buigen voor puur
intelect Bowers.
's Avonds thuiskomend, vond by een brief van het
effectenkantoor, dat de order was ontvangen en hij
laebte by het vooruitzioht, dat de morgenpost waar
schijnlijk t welkome nieuws zou brengen, dat by
eigenaar was van een aardig stapeltje „Blue Jays'.
Zoo kwam bet ook uit. Juist toen hy aan de
ontbijttafel wilde gaan zitten, bracht zyn vrouw den
brief binnen. John's hart bonsde van pret; bevend
opende hij 't couvert en las den brief.
Ik heb ze, Mary, ik heb zeTweehonderd
Tweehonderd aandeeltjes voor... voor... Zijn stem
daalde van jubelende geestdrift tot eon dof, beeach
gemompel, en zyn oogen werden onheilspellend.
Het eerste gedeelte voornamelijk, waarin het
levensgeluk van een dwaas wordt aangetoond,
heelt zijn eigenaardige waarde; Erasmus steit
niet wat hij voor de ware levensleer, de levens
inrichting van den wijze houdthij geeft alleen
aanduidingen hij lovert uitsluitend een moti
veering voor de handelwijze van den dwaas, een
argumentatie ten behoeve eener paradoxe, maar
deze ook zoo goed gestaafd, dat bij een debat
menige serieuze „wijze" door de Erasmiaansche
bewijsvoering aanvankelijk tot vertwijfeling zou
worden gebracht. Door iemand met de kwaliteiten
van Erasmus zelf bijvoorbeeld te berde gebracht
zou zij een geduchte macht kunnen laten gelden
want zoodanige had zijn voorsprong; hij ver
mocht de gansche situatie te overzien en hield
het „pro et contra" volkomen onder de knie.
Wie zich de Erasmiaansche scherpzinnigheid
duidelijk wil maken, voere bij zich zelf dit twist
en tweegesprek desnoods door in een rustig
avonduur Erasmus als tegenover zich gezeten te
denken en trachte de waarde der strijdende
beginselen te schatten; hy zal daarbij herinnerd
worden aan allen strijd, die binnen deze sfeer
gestreden is, van het „Entes Sicut Deus Scicentes
bonum et malum" tot het „Von Nutzen und
Nachtheil der Historie für das Leben" en zich
tevens het inzicht in Erasmus diepte gewonnen
hebben.
Ik meen hiermede het gezichtspunt te hebben
aangegeven, van waaruit de waardeering der
„Laus Stultitiae" zoo volstrekt mogelijk kan
geschieden.
Er is natuurlijk nog velerlei over het boekje
te zeggen, zooals er reeds velerlei over gezegd
isvan christelijk, van theologisch, van letter
kundig en cultuurhistorisch standpunt; er kan
op bijzonderheden worden ingegaan, en de argu
mentatie, die somtijds op het randje af is ik
denk hier bijv. aan de te pas brenging van
Menceclaos' woorden(IliasXVII, 32) kan punt
voor punt worden gecontroleerd,maar het hoofd
beginsel blijft daarmede onaangetast.
Wellicht meer dan ergens anders leeren wij'
hier Erasmus kennen als een „vrijen geest", hij
bewijst onmiskenbaar zijn verwantschap met die
twee andere libre penseurs der zestiende eeuw
Rabelais en Montaigne, van welke de bonhommic
van den een ende sans souci van den ander
voor zijn didactische satyre moeten onderdoen;
hij geeft ons scherpe mannenkost te proevenen
gunt ons de genieting eener zuivere lucht, eener
reine atmosfeer, passend voor klare hoofden en
koele zinnenen wij gaan begrijpen, dat aan de
„Laus" te allen tijde een bijval is ten deel ge
vallen, zóo buitengemeen, dat zij Jan ten Brink
heeft kunnen verleiden tot de uitspraak, aan de
Nederlandschevei'tolkingen ervan een„gadeloozen"
invloed te moeten toeschrijven.
R. B
De Gemeente-begrooting voor 1906.
VII.
Voor renten en aflossingen van aangegane
geldleeningen zal noodig zijn f113 715, en
zulks op een budget van bijna f565 000.
Wat beduidt dat? Tweeduizend-vijfhonderd,
Mary greep zijn arm en keek over zijn schouder
in de nota. Toen ook zij de noodlottige cy fors zag
werd ze bleek.
O, Johnkermde zij, ik wist het wel 1 We zijn
geruïneerd
Ze barstte in tranen uit.
Houdt toch je mond, vrouw, en laat mij even
nadenken! bromde John, woest op de nota starend,
't Is een grap! Wat zou't anders zijn? Tweehonderd
aaudeelen van 12 shilling en 6 stuivers is 125 pond,
niet? Hoe komen ze er dan bij, mij twintigmaal
zooveel .e rekenen? Eeu rare grap, lachte by met
hollen lach. 't Zou nog mooier geweest zijo, ais ze
millioeuen gerekend hadden. Ik ga bun dat eens
eventjes vertellen.
Deuk je heuscb, dat 't maar een grap is? vroeg
het vrouwtje onnoozel.
Of een domme vergissingwat zou 't anders
kunnen zijn Geef myn jas eens aan.
Maar je hebt nog niet ontbeten.
O, ik heb geen zin. Ik moet er toch 't mijne
van hebben, 't Is toch raar. Ik deuk, dat ik hun de
klandisie opzeg. Toe, myn jas I Dankje. Nu, dag
lieve.
Hij bad zulk een haast om zyn grappen ma kende
kassiers te bereiken, dat bij een cab nam, geheel
vergetend, dat hy nog wel een uur tjjd had, eer 't
kantoor geopend werd, zoodat hy nog een poos
moest wachten.
Zoodra 't kantoor geopend was, trad hy binnen
en klampte Steele aan, een flink en schrander uit
ziend jongmensch. Hy stelde zich vlug voor en
toonde de nota met eeu lachend gezicht.
Wat beteekent dat aardigheidje eigenlijk
De post voor lijfrenten, pensioenen en
tontines is, evenals voor 1905, uitgetrokken
op f2500, tegen f 1485.46 betaald in 1904;
het bedrag van f2500 is uitgetrokken omdat
ook de bijdragen voor het Gemeentelijk
pensioen f2500 bedragen; strikt genomen
is aan pensioenen en gratificatiën noodig
f1837. Uit de Memorie van toelichting blijkt,
dat zoo spoedig mogelijk een voorstel zal
worden gedaan naar aanleiding van de voor
de leeraren bij het Hooger- en Middelbaar
onderwijs geopende mogelijkheid om Rijks
pensioen te verkrijgen.
Het laatste Hoofdstuk, «andere uitgaven",
is begroot op f6571.87.
Daaronder komen voorKosten dienst
doende Schutterij f1413, gratificatiën onder
officieren en korporaals f30, tractement,
provoost-geweldige en kosten provoost-arrest
f 40, samen f 1483. Uitkeering aan het Burger
Weeshuis ter zake van het convent van
Mariennof, ingevolge Raadsbesluit 28 Novem
ber 1746, f800. Kosten Rijks-vervoermiddelen,
even hoog begroot als de ontvangsten daar
voor, f50. Inkwartieringen, als voor 1905
uitgetrokken op f 100, tegen f 1750 uitbetaald
over 1904. Vlaggen f90, kennisgevingen f 150,
Raadsverslagen f600. Verzekering van werk
lieden tegen ongelukken f650. Subsidie
«Amersfoortsche Muziekvereeniging" f200
(op de drie subsidie- aanvragen van muziek
gezelschappen zal later worden beslist)
idem «Vreemdelingen Verkeer" f 100.Garantie
uitbreiding waterleiding 1208.87 (Leusderweg
f29.12, verlengde Wilhelminastraat f29.75,
bouwvereeniging «Eigen Haard" f 150)aan
bestedingen, voorzoover deze niet vatbaar
zijn voor splitsing f200; Subsidie «Amers
foortsche Tramweg Maatschappij" f800;
idem «Nederlandsch Landhuishoudkundig
congres" f500. Teruggaaf betaald vergunnings
recht f '100. Aanschaffen en onderhoud twee
rijwielen voor de Gemeente-opzichters tl80.
Subsidie «Groene Kruis" f300.
Voor «onvoorziene uitga/en" is, na de
wijzigingen enz., uitgetrokken f7166.35®.
Eon universeel tegengif.
Wanneer een Japanner vergiftigd meent
te zijn, neemt hij haastig een stukje houts
kool in den mond en kauwt er flink op.
Deze wijze van doen komt dagelijks voorin
het Japansche leger bij het minste ver
moeden van vergiftiging en naar het schijnt
met bewonderenswaardigen uitslag.
Het gebruik van kool, hetzij van dieren-
beenderen, hetzi) van planten, bij wijze van
algemeen tegengif, is een uitvinding van
een Fransch geneesheer, maar die, zooals
het meer gaat met goede denkbeelden, daar
vergeten of veracht schijnt naar hetspreek-
Steele zag de nota iu en keek toen met verbaas
den blik naar zijn cliënt.
Wat er aan acbeelt? Voorzoover ik zien kan,
is de nota in orde.
Och koml schertste JohD, die 't warm begon te
krijgen, kijk eens goed I U hebt toch wel rokeneu
geleerd, hoop ik? Kocht u ze niet voor 12'/,? Ja of
neen?
Do verbazing van Steele week voor een vroolykbeid,
die hij echter snel onderdrukte.
is toch zeker genoeg op de hoogte van markt
prijzen, meneer Bowers, om te weten, dat 12'/, niet
beduidt shilling en stuivers? Ponden, man lachte bij.
De voorgevoelens van John worden zekerheid en
die zekerheid maakte hem duizelig.
Ponden Ponden herhaalde hy.
Ja, ponden, zei Steele koel.
Dan ben ik een verloren manIk kan dat niet
betalen. O, Mary, wat ben ik dom geweest I
Waarom verkoopt u ze niet weer
John voelde zicb verlicht door deze oplossing van
bet probleem.
O, daar dacht ik niet aanZeker, wil ik ze
verkoopenl Wilt u het als 't u belieft doen
dadelijk
Ik zal u er uit redden, sprak Steele ernstig
maar u moogt u wel voorbereiden op een klein
verlies.
Verlies? John's gezicht betrok opnieuw.
Ja, de „Bleu Jay's" zijn gisteren teruggoloopen
in de nabeurs en ze zullen vandaag wel flauwer zijn.
M ar wacht, ik zal even telefoneeren, dan weten
we het dadelyk.
Hy deed het en wendde zich spoedig we3r tot John.
Wordt vervolgd.