Dinsdag 9 Januari 1906. No. 7143. 55e Jaargang Feuilleton. „MESELLE" Stadsnieuws. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. iranco per post f 4.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en ontoigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/" 4.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 40 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9. Telepltoon 19. KENNISGEVING. Schaapspokken. Dg BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gelet op de mededeeling van den Commissaris der Koningin in de Provincie Utrecht dd. 3 Januari 1906, no. 1 A. Z. (Provinciaal blad no. 8, van 1906) betredende bet beeraohen van schaapspokken in Duitschland. brengt ter algemeeoo kennis, dat door den Com missaris der Koningin in Utrecht in afwachtiug van nader bericht geen dispensatiêu worden verleend betreffende don uitvoor uit Duitschland van artikelen afkomstig van schapen en geiten, als: onbewerkte wol, versche, gedroogde of gezouten vellen, darmen en ongesmolten vet. Amersfoort, 6 Januari 1906. De burgemeester van Amersfoort, WUIJTIER8. Staatstoezicht op Naamlooze Vennootschappen. Nu er langzamerhand iets bekend wordt over de malversatiën bij twee aanzienlijke maat schappijen hier te lande (de Ned. Maatschappij van Zekerheidsstelling voor Ambtenaren en Beambten, en de Hollandsche Hypotheekbink) leidt het er toe, meer aandacht te vestigen op het beheer van hypotheekbanken, en in het algemeen op al die instellingen, waaraan men, oordeelende naar de rente, die op de obligation betaald wordt, een soliditeitsgehalte moet toekennen. Aldus schrijft de heer K. M. de Jong, accountant te 's-Gravenhage, en met belang stelling zal zeker door velen worden vernomen hetgeen verder daaromtrent door hem wordt opgemerkt. Staatstoezicht op Naamlooze Vennootschap pen, zegt hij, in een eisch van het oogenhlik. Politici vragen maar steeds sociale wetten en zien meer naar de gvldloozen dan nnar de geldbezitters. Voor deeersten is in de laatste jaren heel veel goeds tot stand gekomen, doch daarvan mogen de laatsten niet de dupe worden; anders zouden zij spoedig tot .de eerstbedoelde categorie gaan behooren, want het aantal slachtoffers, dat het gevolg is van het ontbreken van elke verplichte con trole is enorm groot, liet moest niet kunnen voorkomen, dat met beleggingsgelden, in het bijzonder met de spaarpenningen van instellin gen en van weduwen en weezenop zóo licht vaardige wijze kan worden gehandeld, De verantwoordelijkheid van hen, die zoo genaamd toezicht hebben uitgeoefend en werkelijk toezicht dienden uit te oefeneo, is groot. Daarom is het vooral bij instellingen, die groote bedragen aan obligatiën in omloop hebben, noodzakelijk, dat op ongeregelde tijd stippen controle plaats vindt door deskundige 4.) „Hoe prachtig speelt ui" riep Evelyu toen zij samen de kamer uitgingen, „u hebt zeker les gehad van zeer uileenloopende meesters?" „Jamaar do laatste was de beste" „Werkelijk? Hij gaf zeker heel goed les5" „Ja, heel goed; hij wus streng, wreed zelfs." „Dau vrees ik, dat ik niet van hem zou houden." „Heel wel mogelijk. Hg is niet erg gezocht. Toch is zijn methode ongeëvenaard. Wat hij leert, kan men zelden vergeten." Het licht van de kaars, die Evelyn juist aan mademoiselle had gegeven, gaf, flikkerend op haar donker gelaat, daaraan een vreemde uitdrukking, terwijl zij die woorden sprak, waarover Evelyn bleef liggen nadenken tot zij in slaap viel. Zy bad nooit zoo ongeduldig verlangd naar het derde deel van een roman als zij nu deed, na haar eerste ontmoeting met de nieuwe gouvernante, naarAden volgenden dag. Daar zij eerst na twaalven leB had, vreesde zg haar ongeduld zoo lang to moeten beteugelen, maar mademoiselle en haar kleine leer- liugen kwamen zóo vroeg van hun ochtendwande ling terug, dat Evelyn gelegenheid had een toertje vóór den hinc(i voor te stellen. Mademoiselle nam bet goreedelijk aan en Evelyn leidde haar rond op baa geliefkoosd oobtend-wundolingetje. Zij liepen een laan vóór en opzjj van bet buis ten einde en kwamen toen door een dicht bosobje in den moes personen. In xeer vele gevallen missen com missarissen den tijd en de kennis, om die controle uit te oefenen. Ook is dikwijls vriend schap of verwantschap oorzaak, dat de con trole eigenlijk geheel achterwege blijft. Er mag niet ontkend worden, dat bij menige jeugdige financieele instelling veel beter toe zicht wordt uitgeoefend dan bij vele oudere, diete hoog staan om zich een doelma tige controle te laten welgevalleu. Mij zijn althans oficieele ondernemingen bekend, die goed staan aangeschreven (voorzoover ik als outsider kan oordeelenniet ten onrechte) en zich laten controleeren door ja, feitelijk alleen door zichzelf. Bij hypotheekbanken dienen pandbrief houders een of meer leden van den Raad van toezicht te benoemen, zoomede een des kundige. Er dient nauwkeurig toezicht te worden uitgeoefend op de taxatie van deskun digen die nimmer gezamelijk doch ieder voor zich, een taxatie-rapport moeten uitbrengen. De Statuten dienen het maximum-bedrag te noemen, dat aan een debiteur, en het bedrag, dat op éen onderpand mag svorden verstrekt. De Statuten dienen bepalingen te bevatten over het maximum-aandeelen, dat éen aan deelhouder raag bezitten; ook moet een be paalde verhouding bestaan tusschen het geplaatste aandeelenkapitaal en de in omloop gebrachte pandbrieveneveneens tusschen deze laatste en de op hypotheek uitgezette gelden. Voorts is het noodzakelijk, dat onderpan den, die langer dan een bepaalden tijd, bijv. vijf jaren, aan de Bank verpand zijn, na afloop van dien tijd opnieuw getaxeerd worden en wel door andere schatters dan die, welke vet vorig taxatie-verslag hebben uitgebracht. De daarop vallende kosten kun nen desnoods uit de reserve voldaan worden. Een maximum-kassaldo moet worden voor geschreven en ingekochte pandbrieven mogen niet meer in omloop worden gebracht. In het Jaarverslag moeten de nummers van de ingekochte pandbrieven worden vermeld. De uitgelote en ingewisselde pandbrieven moeten in de eerstvolgende vergadering van den Raad van toezicht worden afgestempeld, zoo dat zij waardeloos worden. Elke maand moet in een vergadering van den Raad van toe zicht een opgave van de ingekochte, en gecreëerde pandbrieven werden overgelegd, en daarvan moet in de notulen aanteekeuing worden gehouden. De gecreëerde pandbrieven (met uitzonde ring van een vast te stellen aantal, dat voor don geregelden gang der zaken noodig is) moeten bewaard worden in een van twee verschillend werkende sloten voorziene brand kast. Eén sleutel moet in het bezit zijn van een der leden van den Raad van toezicht, de andere in het bezit van de Directie. Om te zorgen, dat aan alle bepalingen der Statuten de hand wordt gehouden, is het noodig, dat een onafhankelijk accountant, daartoe door de Algemeene vergadering van aandeelhouders benoemd, wordt aangesteld diens taak is óok, de boekhouding en de be scheiden te controleeren. Welke belangen bijvoorbeeld bij de Nederl. Maatschappij van Zekerheidstelling voor Amb tenaren en Beambten betrokken zijn, blijkt uit het feit, dat op 31 December 1904 ge plaatst was f3 900 000 aandeelen, waarop nog te storten is voor een bedrag van f3360000, waarvan f27 000 onverplicht voldaan is. Dit bedrag van f3333000 strekt dus in de eerste plaats, met de reserve van bijna 1100000, om eventueele tekorten te dekken. Voor obligatiehouders hangt het er nu van af wel ke waarde men aan de activa mag toekennen en wat daarvan is verdwenen. Op 31 December 1904 waren in omloop 4 pCt. obligatiën 117 735 000 3ty2 pCt. obligatiën 1 493 000 Totaal f 19 228 000 Hierbij dient gevoegd betgeen in 1905 is geplaatst, onder aftrek van de ingetrokken obligatiën. Het bedrag aan geplaatste obliga tiën in 1905 is mij nog onbekend. Neemt men aan, dat in 1905 evenveel obligatiën in omloop zijn gebracht als in 1904, dan zou bij bovenstaande millioenen nog moeten wor den gevoegd een bedrag van f1349000, of totaal f20 577 000, waarvan weer moet wor den afgetrokken bet bedrag der ingetrokken, ingekochte of uitgelote obligatiën. De Hollandsche Hypotheekbank had op 31 December 1904 in omloop voor een bedrag van f37 481000 aan pandbrieven, en neemt men aan, dat in 1905 evenveel in omloop is gebracht als in 1904, dan moet, onder aftrek van de ingetrokken, ingekochte of uit gelote pandbrieven, dit bedrag vermeerderd worden met f 1 733 500 „Het is hier niet bepaald mooi, maar het is droog en warm", zei Evelyn, eeu pad volgend, dat door eeu hoogen muur tegen bet Noorden was beschut, waar boveu een rij olmeu vau bet park uitatakeu, Zg wan delden op en ueor, de zoete geur van den tuin in ademend en luisterend naar de drukke kraaieü, die schor krasten boven hun hoofd. Je hebt eeu bekoorlijk te-huis," zei mademoiselle peinzend, Frausob sprekende, zooals zjj altijd met haar leerlingen deed. „Jawel", antwoordde Evelyn, niet overtuigd„het is heel saai," „Saai?" herhaalde mademoiselle Ixe. „Is saai het zelfde als „ennuyeux" „Ncoumij duukt niet. Iemand verveelt zich om dat bij of zij niet gemakkelijk te amusoereu is". „Nu, ik kau wel genieten van de dingen, als er maar iets te genieten valt." „Wat? Als er iets te genieten valt? Jjj, die jeugd bezit, gezondheid, schoonheid I" „Maar wat heeft men aan dat alles, zonder als men in een woestijn leeft?" „OhoJe verlangt dus een kringetje bewonderaars?" „Neen maar ik zou gaarne, eeuigq maanden ten minste, op een vroolijker plaats zijn dan hier." „Te Londen misschien, in den „season" „Ja. Hot is beel natuurlijk; vindt u niet?" „Zeer zeker. Later zal je dat doen." „Neen, papa zegt, dat hij het niet kan bekostigen, nu 'ny maar uo helft zijner renten krijgt." „Ja, zoo gaat het altijd iu het leven. Onverbidde lijk outbreekt er altijd iels. Hot eeuige waarmoo ik jo troosten kan, lief kind, is, dat cc werkelijke Lon den-season heel veel verschilt van het lachende beeld, dat jo er je vau vormt. In werkelijkheidszin jo, is er, hoe pleizirig het wezen moge, iets onaangenaamB( totaal f39254 500 De beide instellingen hebben dus gezamen lijk aan schuldbrieven uitstaan bijna zestig millioen gulden, bij een geplaatst maatschap pelijk kapitaal van f6900 000, waarop is ge stort f 1 067 000. Opgemerkt moet worden, dat bij de Hollandsche Hypotheekbank het gezamenlijk bedrag der uitstaande pandbrie ven hoogstens gelijk mag zijn aan dat der hypothecaire vorderingen en zonder de mach tiging van Commissarissen het tienvoud van het maatschappelijk kapitaal niet mag te bo ven gaan. De Hollandsche Hypotheekbank heeft een aandeelenkapilaal van f 3000000. De uitstaande pandbrieven beloopen een veel grooter bedrag dan dit tienvoud, en wel ruim 39 millioen gulden. Het is duidelijk, dat voor pandbriefhouders meer zekerheid en minder kans op verlies bestaat bij kleine, dan hij groote hypotheek banken. De pandbrieven van de aanzienlijke hypotheekbanken, die groote plaatsingskracbt voor hun pandbrieven bezitten, kunnen dik wijls minder soliede zijn, dan die van de klei nere of jongere Banken lo. omdat het geplaatst en nog te vorderen aandeelenkapitaal dikwijls geen gewenschte verhouding heelt met het bedrag der in o.i- loop gebrachte pandbrieven 2o. omdat zij, door de gemakkelijke plaat sing barer pandbrieven en'de voortdurende aflossingen op uitgezette geldeD, vaak over veel geld beschikken en dan gemakkelijk er toe overgaan, die gelden onder hypothecair verband te plaatsen. Zelfs Staatsinstellingen geven blijk, dat zij in deze een onjuiste opvatting huldigen, want wanneer ik mij niet vergis, nemen de Rijks- Verzekerings Bank en de Rijks Postspaarbank voor hun beleggingen alleen pannbrieven van die Banken, die mintens resp. 40 en 5 millioen gulden nominaal aan pandbrieven in omloop hebben. Alsof dit het eenige criterium voor soliditeit ware! Misstanden, als naar bovenstaande gegevens bij de beide genoemde instellingen blijken te bestaan, behooren niet te kunnen voor komen. En daartoe is een ingrijpen van den Staat allernoodzakelijkst. Zoolang dit hoog- noodige Staatstoezicht nog ontbreekt, zou medewerken van het publiek zelf eeu heilzame uitwerking kunnen hebben en wel indien het alleen pandbt ieven en obligatiën van die onder nemingen zou nemen, welke openbaarheid en controle niet schuwen. Doch laat ons de hoop uitspreken, dat de catastrophe, die thans onze financieele wereld helaas weder .in beroering heeft gebracht, voor de Regeering een aansporing zij, een regeling van het Staatstoezicht op Naamlooze Vennootschappen onder de wetsontwerpen op te nemen, wier spoedige indiening «en drin gende eisch des tijds is. In het contingent van 845 man, door de provincie Utrecht te leveren in de lichting 1906 der Nationale militie (594 tot volledige en 251 tot korte oefening) zal door de ver schillende Gemeenten, in alphabetische volg. iets prozaïsch in dat uien in luchtkasteelen nooit vindt. En laat ik je dit nog zeggen, ie zoudt meni ge u season kunnen doormaken, zonder een zoo op rechten, zoo waardigen bewonderaar te ontmoeten, als je nu reeds bezit." „Wie dan?" „Mr. Lethbridge." „Parry? Ib dat al?" „Waarom spreek je zoo over hem? Ik kan niet éen diDg bedenken dat tegen hem pleit. Je beele familie zal big zijn als je hem aanneemt. Ik geef toe, dat dit niet romantisch is, maar men kan niet alles hebben en er ia hier veel dat je moet aantrek ken. Hij is zoo eerlgk, zoo affectueus, zoo flink, zoo knap." „Knap van uiterlijk? Dat is nooit bij mij opge komen. Maar 't is waar. Hij is een beste ouwe jon gen maar zoo dotn." „Ach wal? Je vergist je, kindlief. Zijn geest mag niet vlug werken, maar vergeef mg op sommige punten juister dan de jouwe. Zijn kracht ligt in doen, niet in denken. Vraag hem om een gedachte en ik wil aannemen, dat hjj niets zal te zeggen hebben maar geldt het een daad, spontaan, fliuk, prac- tisch dat is een tweede." „Hot is waar", zei Evelyn levendig, „bet was be paald Parry's koelbloedigheid en tegenwoordigheid vau geest, die ons redden toen de paarden bg het afrgdon vau Tidbury-Hill op bol gingen eu Maar hoe", vroeg »ij eensklaps al brekend en made moiselle aanziende, „hoe weet je dat alles van hem „Ik heb karakters leeren lezen zooals men schrift leurt outcijforeu. Het zijne is heel gemakkelijk on is zoo doorzichtig ais helder water. Het verbergt niets, omdat bet niets hoeft te verbergen. Ik wenson je geluk met je vereerder, Evelyn." „Parry is goed, maar erg saai, en zeo is het met alles hier. Mijn leven is gelukkig, maar het is o I zoo saai-Ik denk somstjjds, dat ik graag w«t minder gelukkig zou willen zijn als dat mijn leven minder saai maakte." „Je weet niet wat je zegt," zei mademoiselle Ixe ernstig. Pratend waren zij den moestuin doorgegaan en tra den nu uit het kreupelhout en zagen voor zich de fraaie laan, de met zorg gesnoeide uitheemsche heerstere in den bloemtuin en het park met zijn besneeuwde grasvelden en bladerlooze boomen, langs den heuvelrug afdalend tot naar de rieten da ken en roode schooreteenen, die met den slanken toren de kronkeleude dorpsstraat aangaven. Er was geen wolk aan den blauwen hemel; de rook uit de hutton steeg recht omhoog in de windvrije luchleD in de groote stilte kwamen geluiden uit het dal eu van den naasten heuvel duidelgk tot haarhet ge blaat van schapeu, het blaffen van een kettinghond, het gekras van wagenwielen en de schrille stemmen van kinderen op den weg, alles door den afstand samengesmolten tot een zacht, melancholiek ge gons. „Welk een landschapzei mademoiselle Ixe, „Wat een rust! Wat een vrede! Alles slaapt!" Zij liet haar stem dalen bij de laatste woorden, als vreesde zij iets wakker te maken. „Vindt u het zóo mooi?" „Ik weet het niet. Ik dacht niet zoozeer aan het mooie. Ik kan niet zeggen, dat ik heel veel om schoonheid geef. Dat ergert je, is 't niet Hot is ketterij. Ach, toon ik zoo joug en zoo gelukkig waa als jij, was ik niet ongevoelig voor hot Bchoone, maar nu is dat anders. Ik ben te moe." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1