Zaterdag 17 Februari 1906. No. 7160. 55e Jaargang Feuilleton. „MESELLE". Stadsnieuws. UITGAVE: FIRMA A. H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 8 maanden ƒ1. jranco per post ƒ1.45. Advertentiën 46 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale», oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 45 regels 4.25; elke regel meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 40 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 'ostbus 9. Telophoon 19. 1) E DAG. Diepten der hemelen, diepten der leettn En Oil mijne riel o, *«g mij, Wat. is tiet licht Ziet, als het daagt iu het Oosten Maar hoe weinigen zien den glorievollen dageraad, als bij luisterrijk ter kimme rijst? Daar zijn er zelfs, die, wanneer 's winters de zen tegen acht uur haar eersten schemer door den neveldoezel heensohicht, slechts zelden haar waarnemen. Zij toeven des avonds zóo lang bij kunstlicht, dat de zonneglans al zeer fel moet zijn om hen des ochtends te wekken. Dat is niet altijd zoo geweest. Anna Boleyn schreef in 1527, korten tijd nadat zij als Hof dame haar intrek in het paleis van Hendrik VIII deed, aan haar ouders, die buiten woon den „De levenswijs is hier geheel anders dan by U's nachts om 10 uur gaan wij eerst naar onze vertrekken en 's ochtends om 6 uur pas staan wij op". Langzaam, met de verbetering van 't kunst licht gelijken tred houdend, is het uur van ter ruste gaan verschoven, bij sommigen zelfs in die mate, dat zij eerst ter ruste gaan als anderen zich gereed maken voor een nieuwen dagtaak. Van overheidswege is dan ook, gelukkig voor de bedienden en dienstboden, voor koffiehuizen en dergelijke inrichtingen, een sluitingsuur vast gesteld. Teekenend is het, dat bijna ieder in dezen tijd spreekt van „elf uur des avonds", ofschoon liet een uur vóór middernacht is, en men elkaar midden op den dag, en vaak Inter nog, nog „goeden morgen" wenscht. De oorzaak van dit zich immer meer „verlaten", is vaak daarin gelegen, dat de mensch, na ingespannen arbeid van lichaam of geest, ontspanuing zocht; de dag met zijn licht vestigt de aandacht aan de aarde met wat zij bevat, de avond trekt den blik naar boven, waar de sterrenhemel een indruk dei- oneindigheid schijnt te willen geven; het geroe zemoes van den dag heeft niet langer de over hand over de inwendige stemmenplannen en illusies worden dan gaarne overdacht en besproken. Maar het verlangen naar ontspanning en genot, zoo verschillend naar gelang van persoonlijke geaardheid en levensopvatting, doet ons eenmaal genietend, het rustuur verschuiven. Helaas zijn er ook voor wie een gansche dag van genieten, andoren voor wie een gansche dag van hard werken to kort is. Ook zij knoopen, zij 'tuit zeer verschillende oorzaak, een deel van den nacht aan den dag, meestal de belangen van den volgenden daardoor schadend. Een Engclsche spreekwijze luidt Vroeg op en vroeg naar bed is een oisch Die u gezond maakt, vroolijk en wijs. En terecht. Onze vijanden, de gevaarlijke bac teriën, worden, zooals de hedendaagsche gezond heidsleer predikt, na een kortere of langere be straling van zonlicht gedood een feit, datFinsen gediend heeft ula grondslag voor zijn welgeslaagde genezing van lupus. Genoemd feit zal mede een der redenen zijn waarom tering en scrophulose juiBt in donkere kelderwoningen zoo veelvuldig slachtoffers maakt. De gunstige resultaten, in sommige gevallen, met licht- en zonnebaden verkregen, pleiten daar eveneens voor, hetzij doordat het licht als directe prikkel op de stof wisseling werkt, hetzij indirict tengevolge van den meer opgewekten zielstoestand. Voor lijders aan slapeloosheid is er geen beter middel dan in den vroegen ochtend buiten beweging te nemen. Een Italiaansch spreekwoord zegt terecht „Waar de zon binnen komt, slaat de ziekte op de vlucht" en waar wij, in plaats van in de buitenlucht of met open geschoven ramen, thuis, volop van den ons kosteloos geboden lichtbron te genieten, des avonds en 's nachts urenlang bij duurbetaald kunstlicht vertoeven, daar handelen wij als dwazen. Wij betalen het kunstlicht niet alleen met geld, doch wij betalen het overvloedig gebruik daarvan ook met een deel van onze levenskracht en levenslust. Het zonlicht mag op éen lijn gesteld worden met lucht en voedsel, woning en kleeding. En wie vreest, dat volop zonneschijn in huis gor dijnen en tapijten doet verbleeken, overwege wüt van meer belang is: dat wij en onze kinderen een gezonde kleur behouden, of wel dat tapijten en meubels goed blijven. Zonder voldoend toe tredend zonlicht kan zich bij een plant geen bladgroen vormen, kunnen bij den mensch ge»n rozen op de wangen bloeien. Men zie de vale kleur der gevangenen, der mijnwerkers, der bewoners van kelders en sloppenIn de Pool streken zijn reizigers, die daar overwinteren, gezond en opgewekt, zoolang het zonlicht hen daags beschijntdoch als de Poolnacht intreedt, maakt een gevoel van matheid en lusteloosheid zich van hen moester; zij krijgen een groenachtige huidverkleuring, de typische kamerkleur in den overtreffenden trap. Geen wonder, dat bij het aanschouwen van de eerste wederkeerende lichtbundels de verruk king zich van hen meester maakt, welke den dichter van boven aangehaalde regelen bezielde en die wij allen moeten gevoelen wanneer wij bedenken welk een geluk het is, iederen nieuwen ochtend de dagvorstinne.of althans haar schijnsel, te mogen begroeten, Schoone dag, laat uw licht in de duistere hoeken van onze woning en van ons verstand doordringen, opdat meer kunstlicht ons en ons leven niet nog gekunstelder maakt! 21.) „Vergeef my, monsieur, zeide mademoiselle, ik hob uw bescherming benut om injju doel te bereiken, Het was om den graaf te dooden, dat ik hier ben gekomen. Ik heb hom maanden gezocht, ik eu anderen. Ik volgdo hem naar Engeland, ik werd gouvernante uwer kinderen om hem te kunnen ontmoeten, Wjj wisten, dat hjj stellig mevrouw Fox zou bezoeken eer bjj Engeland verliet. Het was niet mijn voornemen, uw huis te bezoedelen met xgn bloed, Ik zou hem gisteren op Lingford Castle gedood hebben, maar bij ontsnapte mij. In dit opzicht ben ik ongelukkig geweest," „Maar, voor den duivel, waarom wilde u hem dooden Wat had bij u gedaan V „Mjj? Niets", riep mademoiselle toornig. „Wat beieekeude dat, als bjj nijj iets had gedaan Hjj is niet mijn vjjand hy is de vijand van mijn volk en van de meusohheid evenxoo. O, als u wist, wat hij onschuldige mensuhen, zelfs vrouwen, heeft doen lijden, u zoudt er van walgen, met hem aan éen tafel Ie hebben gezeleu. Hij is gevounist en veroor deeld door zijn meilemcnsobeuik was aangewezen om hem te dooden en ik heb tiem gedood, want de kogel was vergiftigd." „Dat is alles goed en wel", zei de heer Merringtou, „maar in Engeland, mademoiselle, noemen wjj zoo iets moord en hangen we ue meusohon voorop.' Wij herinneren, dat zij die wegens aanslag in de directe belastingen kiezer kunnen worden nog gedurende de maand Februari en uiterlijk op 1 Maart hun aanslagen ten volle moeten voldoen, willen zij niet van de Kiezerslijst worden uitgesloten. De bedoelde belastingen zijn, wat, het ltijk betreft, de Grondbelasting en de Per- soneele belasting over 1905 en de Vermogens- en de Bedrijfsbelasting over het dienstjaar 1901 1905, en wat de Gemeente aangaat de aanslag inde plaatselijke directe belasting over 1904.1905. Op de Donderdag vastgestelde Kiezerslijsten voor de Kamer van Arbeid voor de bouwbedry ven te Amersfoort komen voor de namen van 57 patroons en 274 werklieden. De „Staats-courant" van Donderdag bevat de Statuten der „Amersfoortsebe Sohoolvereening", als rechtspersoon erkend hy Kon. besluit van 22 Januari 1906, no. 27. Blijkens die Statuten zal het beheer en hot toezicht op de door de vereeniging gestichte school voor meeruitgebreid Lager onderwijs worden uit geoefend door het Bestuur, bijgestaan door een commissie van drie leden, te kiezen door de ouders of voogden van de op de school gaande kinderen. Gelijk men weet, liggen de schoollokalen aan de Paulus Buys-laan 3 en 5 en is Directeur de de heer P. van der Sluys. Ritmeester K. W. Rauh, van de cavalnrie O. I. L., wordt 1 November eervol ontheven van zjjn detacheering bij de Hoogere Krijgsschool te 's-Gravenhage. De indeeling der miliciens voor volledige oefening zal plaats hebben in het Militair loge ment aan de Lange Nieuwstraat te Utrecht voor de lichting 1905 op Vrijdag 1G Maart, voor de lich ting 1906 op Dinsdag 20 Maart a.s. voor de Ge meente Utrecht; op Woensdag 21 Maart voor de Gemeenten Amersfoort, Maartensdijk, Baurn, Benschop, Polsbroek c.a., Abcoude-Proostdij en Abcoude-Baambrugge, De Bilt, Breukelen c.a., Loosdrecbt, Vreeswijk, Vinkeveenen Va verwen, Bunschoten, IJselstein, Mijdrecht, Wiluis, Wijk bij-Duurstede, Kamerik, Veenendaal, Jaarsveld c.a., Lopikop Vrijdag 23 Maart voor de ove rige Gemeenten in de Provincie Utrecht. Bij aanschrijving van den Commissaris der Koningin wordt ter kennis gebracht van de verlofgangers der Landweer, die in dit jaar voor de oefeningen bedoeld bij artikel 11 der Land- weerwet onder de wapenen moeten komen, dat indiening van verzoeken om vergoeding wegens, of om ontheffing van den te vervullen Landweer- dienst geen doel kan treffen, zoolang het aan hangige wetsontwerp tot aanvulling van de Land- weerwet niet tot wet is verheven en dat na die eventueele wetsaanvulling de regeling nopens de wenschelijke wijze van indiening der verzoeken om vergoeding ter algemeene kennis zal worden gebracht. Bedoelde verlofgangers worden ic verband hiermede uitgenooai^d, vooralsnog geen verzoek schriften om ontheffing van of vergoeding voor Landweerdienst in te zenden. Bij het jaarlijks onderzoek der landweerplich- tigen werd door velen hunner verzocht wegens tijdverzuim een geldelijke vergoeding te ontvan gen. Dit verzoek is door den Minister van Oorlog afgewezen, omdat ook den verlofgangers der militie geen vergoeding wordt toegekend. Districts-commandanten der Landweer hebben den Minister van Oorlog machtiging verzocht, landweerplichtigen. van wie vermoedt wordt, dat zij wellicht lichamelijk ongeschikt ztju voor de vervulling van hun dienst, voor een genees kundige commissie te brengen. De Minister heeft echter te kennen gegeven, dat hij die machtiging niet wenscht te verleenen, doch heeft bepaald, dat bij het verslag wegens h t jaarlijkse» on derzoek een lijst hunner namen kan worden gevoegd, zullende dan door hem worden over wogen in hoever er aanleiding bestuit, den In specteur van den geneeskundigen dienst der landmacht uit te noodigen, hen aan een genees kundig onderzoek te onderwerpen. 'tMoet toch een zeer groote voldoening zijn voor het Amersfoortsch symphonic-orkeet „Jubal"', dat zoowel Woensdag- als Donderdag avond de groote zaal van „De Arend", waar he onder de kundige leiding van den heer G. Bikken zijn tweede concert in dit seizoen gaf, z6o vo. was, dat heel velen zich moesten tevreden stel len met een Btaanplaatsje en slechts in de paut s even de knieën konden buigen. Men zegt, datr telkens wel 350 menschen waren een aanduel tig luisterend en zeer dankbaar gehoor. Er is slechts éon „maartje" en dat is, dat c e afsluiting van het in den tuin uitgebouwc e tooneel zoo heel dun is, hetgeen zeer van invlcd is op de snaren. Doch de kas gedoogt geen hoo ;e zaalhuur en 't is niet zoo geheel onmogelijk, d *t het podium wordt verbeterd. Dat „Jubal" veol studeert, getuigt het r«ds in een vorig nummer meegedeeld programiui; en dat het ernstig studeert, bewees cle uitvoeri >g der voor een zóo jeugdig orkest veelal zeer zw. re nummers. En alles met eigen krachten. Een zeer goed denkbeeld was 't, op den Vol ts- avond de muzieknummers te doen afwis»* en door heel goed gezegde en gespeelde voordracht »n, van welke „De bruiloft van neef Janus" w-tl 't allermeest in don smaak viel. Stellig verdient ook do wijze waaroj de „Elégie" van Ernst door een jong solist v erd vertolkt een woord van bijzondere hulde. Voor de plaatselijke afdeding van „Ous Bo- ang" zal volgende week sproken de oud-luitei ant kolonel van het O. I. leger jhr. Graatland t ver „Opleiding en aanvoering". 't Schijnt toch roet den coöperatieven aankop hier niet best te vlotten. Nu weer wordt in hot l illetin der „V. P. bericht, dat de coöperatieve aankoop van toe- derartikelen voor do afdeeling Amersfoort eu omstreken wegens onvoldoende deelneming t iet kan doorgaan. In het bijgevoegde nummer van „De Plu in graaf' wijdt luitenant J. Kooiman eenige gevoelvolle woorden, treffend door hun soberhi id, aan do nagedachtenis van den zoo jong gestor ven arts H. M. J. F. Niks, bekend nis Wyin- dotte-fokker. De leden der plaatselijke Floral ia- veroenig: ng zijn opgeroepen ter vergadering tegen volgei de week. Een novum. Evelyn kreunde even en zonk neer op de trap. „In Engeland hebt u gelijk", zei mademoiselle bedaard. „In Engeland bezit u een wet, die u be schermt en wreekt. In ons land is dat niet zoo. Odzo wet is de willekeur onzer tirannen. Wij moeten onszelf beschermen eu wreken „Mij is de wraake", viel dominé Golding haar iu de rede, zijn hand opstekende. „Mij is de wraake, spreekt de Heer." „Juist, monsieur, en somtijds is Zija werktuig een vrouw." „Wat geeft het, met haar te praten 1" zei de heer Merringtou. „Do vraag is, wat nu met haar te doen Een bespreking volgde, waarvan Evolyn zich alleen het besluit herinuert dat de hèer Merringtou van zyn bevoegdheid als magistraat zou gebruiic maken om mademoiselle voorloopig bjj zich te houden en zoodra mogelijk den inspecteur der politie te (Jar- oheater zou doen ontbieden. Haar kamer werd een even veilige plaats geoor deeld als eenige andere en zjj was terstond bereid, daarheen te gaan. Iets als een zucht van verlichting ging op onder de toeschouwers beneden, toon zij, door de drie heeren begeleid, laugzaam do trap op ging en achter de tochtdeur verdween. Zij had slechts even stilgestaan, omziende naar Evelyn, die met haar hoofd op haar knieën nu bitter schreide. „Dat arme kindl" zei mademoiselle met inuig medelijden, „men moest haar naar bed brengen." De beer Merringtou sloeg een radeloozen blik op zyn doohter. „Parry", zei hij over zijn schouder, „wees zoo goed, Susan te lateu roepen." „Noen, neen", zei Evelyn, haar hand uitstekend om Parry tegen te houden toeu hjj wilde gaan. „Susan nietl G, help mij I Ik moet met mademoiselle meegaan ik meen met papa." De koortsachtige opwinding van siraks was ge volgd door een groote lusteloosheid. Zelfs met Parry's hulp kon zij niet half zoo vlug zioh bewegeu als zij zou willen. Zij kwaaien echter juist tijdig boven om den heer Merrington de deur vau mademoiselle's kamer te zien sluiten. „Ik zou den sleutel er in laten", bedacht de heer Harold, „liet zal het moeilyker voor haar maken, als zij aan bet slot komen wil." „Eu geen mensch zou den moed hebben, haar er uit te lateu", zei <lo heer Merringtou. „Wieu zulleu we nu uaar Cavohester zesden Eeu man is al weg met het wagentje om den dokter te halen." „Laat mij gaan", stelde Parry voor. „Mijn kleine merrie heeft vaud&ag bijna niets gedauu met die liohie dogcart achter baar zal zjj iu minder dan geen tijd te Carohester zjju.* De heer Merringtou nam grif het aanbod maar werd in zyu dankbetuiging gestoord door een dringende boodschap vau den heer Fox, „Ik hoop, dat de arme kerel niet erger is" zei de heer Merringtou. „Eva, nijjn kind, wil ik je Susan sturen? Niet? Nu dan, ga dan maar gauw slapen, als eeu goed kind. Er is geen reden om zoo te staan beven. Zjj kan niet niet uit haar kamer en ten overvloede kan jjj je deur van binnen afsluiten." Hjj kuste haar eu duwde haar zacht haar kamer in, deed de deur dicht en giug met de andoren naar de hall terug. Hier heorschtedu grootste verwarring. Mevrouw Merrington was uaar baur kamer gebracht: mevrouw Oostno Fox had aan baar man do zorg voor deu graaf overgelaten en was met haar gezel schap vertokken. De overige gusien, verlangend haar voorbeeld te volgen, vroegen om net hardst om hun rjjtuig, terwjjl de bedienden, veel meer vervuld van het tragisohe voorval den vau hun werk, meer drukte dan spoed maakten. Parry ging, om geen tjjd to verliezen, zelf naar den stal, waar het een scorikce lijke herrie was uu er zooveel paarden te gel |k moesten worden ingospannen. Hjj vond zjju elg groom en hielp hem de merrie voorspannen, to m een knecht in draf kwam aanzetten met een br af voor de beer Lethbridgc. Bjj het licht van een s al lantaarn las Parry ecu bijna onleesbaar gekrmbh tl, dat hjj niet dadeljjk herkende. „Ik moet je spreken eer je weggaat, dadelijk, in de leerkamer. Ik wil zien. hoeveel jevun my houc.t, wat jo yoor uijj Over hebt, Evelyn." „Stap met dc morrio de linden-allee rond en wao it daar tot ik kom", zoi Parry, uaar huis snellend. Het vurige dier atoud van ongeduld te snuivi a toen zijn meester terugkwam. „Ik heb je niet noodig, Jint", zoi hjj, toon bjj'-ip hel wagentje spronghier zal je van meur nut kuuni u zjju." Kust en vrede, in huis overal elders verbaune beerschton in do kinderafdceling. Zyzelven, de ki i- doren, gelukkig onbewust van al betgesu er w ia voorgevallen, sinds zjj hun oogjes sloten, nliopi n gerust. Susau, de eenige der dienstboden die p deze verdieping sliep, was uaar beneden gegaan oio in de keuken van de luidruohtlge, brcedvoerigo b>- spreking van het drama hel hare te hebben. Er was uietuand, die Evelyn kon zien of hoon a toen zjj de deur van mademoiselle slaapkamer ont sloot en binnenging. Mademoiselle's zat to sohtjjv* aan de tafel tegenover de deur en keek. toen d o openging, op mot oen uitdrukking van verwondering die weldra in boxorgdheid veranderde. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1