Dinsdag 27
Februari
1906.
No. 7164.
55e Jaargang
Feuilleton.
Een Smokkelpartij.
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden
«ranco per post f 4.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale»,
olïicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke rogel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9.
'ostbus 9. Telephoon 19.
K ENNISGEVINUEN.
Drankwet.
De BURGEMEESTER eu WETHOUDERS van
AMERSFOORT
Gelet op art. 37 der Drankwet,
lirengeu' ter openbare kenuis,
lo. dut bij hen i.t ingediend een verzoekschrift
oin verlof tot verkoop vao nlcoliolhoudenden drank,
anderen dan sterkendrauk, voor gebruik ter plaatse
van verkoop, door DIRK van JAARSVELD in du
achterkamer in bet perceel Kroontjesmolen, no. 11,
alhier;
2o. dat binnen twee weken nu deze bekeadma-
king ieder legen bet verloenen van het verlof schrif
telijke bezwaren bij Burgemeester eu Wethoudors
kan inbreugeu.
Amersfoort, 26 Februari 1905.
De Burgemeester,
WUIJTIERS'
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge-
raeente AMERSFOORT
brengen, onder verwijzing naar hunne bekendma
king d.d. 15 Januari jl., in herinnering aan belang
hebbenden en meer in het bijzonder van hen, die
in 1905 eene afwijzende beschikking hebben ontvangen
op hun verzoek om verlof, omdat de lokaliteit niet
voldeed aan de volgens art. 36, 2e lid der Drankwet
Sesteldo oischen dat volgens het gewijzigde art, 65
ier wet deze eischen niet gelden voor eene lokaliteit,
waaromtrent een verzoek om verlof wordt ingediend
vóór 1 Maart 1906, mits de verzoeker op 15 April
1905 het bedrijf (verkoop van alcohol houdenden
drank, anders dan sterkendrank, voor gebruik ter
plaatse) in die lokaliteit uitoefende.
Amersfoort, 26 Februari 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFEliT KROESE.
HET NUT.
Veel vroeger dan in andere jaren houdt
de «Maatschappij tot Nut van 't Algemeen"
heden en morgen haar Algemeene ledenver
gadering hedenmiddag te Monnikendam,
hedenavond en morgen te Amsterdam.
Dat ongewoon vroeg vergaderen, anders
geschiedt het na Pinksteren, houdt verband
met den lOOsi.on gedenkdag van het over
lijden van den stichter der Maatschappij,
Jan Nieuwenhuijzen, op 27 Februari 1806.
Hij werd 1 September 1724 geboren te
Haailem, waar zjjn vader leeraar was bij de
Doopsgezinden, en bestemd voor den boek
handel, doch zyn vroomheid, helderheid van
geest en groote bekwaamheid brachten zijn
geloot'sgonooten in zijn geboortestad er toe,
hem in hun midden als leeraar te doeu
optreden. Zoo werd hij in 1758 predikant
en stond hij bijna 25 jaren achtereenvolgens te
Middelharnis, te Aardenburg en sedert 1771 te
Monnikendam, waar hij in 1806 overleed en
hem een grafteeken in de Groote kerk werd
gewijd. Nauwgezet voor zichzelven, ryk in
levenswijsheid en bezield met volhardenden
ijver, bevoorrecht met een innige liefde tot
God en zijn medemenschen, kwam hij er
toe, middelen te beramen om de lagere
standeu op te hellen uit hun onwetendheid
en verstandelijke onbeschaafdheid en zoo
werd op 20 November 1784 te Monnikendam
de grondslag gelegd voor het »Nut", waarin
Nieuwenhuyzen zich een onvergankelijke
eerezuil stichtte.
«Zonder eene goede opvoeding", schreef
hy, «kunnen de kinderen geene braave men-
schen, geene vvaare Vaderlanders, geene
deugdzame Christenen worden. Om dit voor
ons Vaderland zoo heilzaam doel te bereiken,
dacht mij niets uuttigers te weezen, dan een
Maatschappij op te richten, van zulke braave
en waare menseheuvrienden, die door hunnen
arbeid, en eene jaarlyksche toelaage van een
kleine somme, bijv. van slechts óeneDucaat,
mijne poogingerr hielpen schraagen. Ik
stelde mijn plan aan eenige myner goede
vrienden voor. Het wierd goedgekeurd. Men
sloeg de handen aan het werk Onze
Maatschappij werd opgericht." Bij zijn dood
telde zij reeds 75 Departementen met by de
7000 leden.
Zijn sterfdag werd dus heden herdachten
het Hoofdbestuui heeft verder den Departe
menten voorgesteld, morgen, op den dag der
Algemeene vergadering de nagedaebteuis
van den stichter der Maatschappij te oeren
door, geheel in zyn geest, een Fonds te
stichten, dat, naar men hopen mag, ons
land nog jarer. en iaren ten zegen zal
strekken. Het Hoofdbestuur vraagt den
afgevaardigden, van het kapitaal der Maat
schappij ter beschikking te stollen een
bedrag van f 10 000 om daarmede den grond
slag te leggen van een»Nieuwenhuijzen-fonds",
dat, naai' men hoopt, daarna door jaarlljksche
bijdragen van de Muatschappy en andere
vereenigingen en door donatiën en giften van
belangstellenden in den lande, krachtig zul
kuoneu bijdragen tot verwezonlyking van het
doel, dat bet Hoofdbestuur er mede beoogt.
Het Hoofdbestuur heeft dat doel in ae
toelichting van hot voorstel duidelyk uiteen
gezet voor de leden der Maatschappijmaar
het is goed, dat ook zy, die buiten het sNut"
staan, liet belang er van kennen en beseffen,
oplat zij, is straks het Fonds gesticht, niet
zullen behoeven te vragen: »Wat wil men;
ligt het op rnyn weg, daaraan naar myn
krachten by te dragen?"
De reden, die het Hoofdbestuur tot hot
voorstel leidde, is te zoeken in de wHzigingeo,
welke verleden juar zyn aangebracht in onze
onderwijswetten.
Door die wijzigingen men weet liet
is het bijzonder onuerwys in ons land in veel
beter toestand gekomen. De voorwaarden,
waaronder het byzonder Lager onderwijs
than» „ubsidie uit 's Rijks schatkist kan krijgen,
zyn thans van dien aard, dat het niet meer
moeilijk valt, byzonderu en dus ook secte-
scbolen op te richten daar, waar men die
vroeger met geen mogelijkheid zou hebben
kunnen doen verryzen. De aanhangers van
het sectariscb onderwijs zullen op den langen
duur truchten, voed op het plutteland, naast
de openbare scholun, hun scholen in hot leven
te roepen en in vele Gemeenten des lands
sullen Gemeenteraden gevonden wordeD,
die de openbare scholen slechts in stand
hielden, omdat hot nu eenmaal krachtens do
v/et moet, doch niets liever zullen doen dan
door allerlei maatregelen binnen de perken
der wet zóo ver te gaan, dat de openbare
De chef van de Ndw-Yorksche politie was vreesolyk
boos.
Denk er aan, Curtis, dat dit absoluut je laatste
kans ia.
Ja, mijnheer.
Je verdient geen andere meer. Je suit je her
inneren, dat ik je gezegd heb, je te «uilen ontslaan,
als je Purvis op zijn laatste reisje met de diamanten
niet ving. Hy smokkelde de diamanten binnen
zonder eenige rechten te betelen. Dat weten we,
maar hoe hy dat deed, weten we niet. Thans moet
ik je naar Parys zenden. Je zult daar gelegenheid
genoeg hebben om hem te bespieden en wanneer je
er niet in slaagt hem te vangen, zal 't je eigen schuld
zijn.
Ja, mijnheer.
Inspecteur Curtis had Diet veel puf in bet karweitje.
Veel ondervinding van mislukkingen had hom Purvis
in hooge eer doen houden, maar uu voelde hy, dat
hij ailes moest iuBpannen om zijn slimmen vyand
te vangen.
Hy nam een reisbiljet op het telfae schip. Hy was
trotsch op zijn vermomming die van een goedigen,
grijzen oudeu heor, die zijn eerste uitstapje naar
Europa maakt. Purvis was niet vermomd eu het
dnurae lang eer hij met den inspoclour kennis ging
maken.
Mijn naam ie Silas Harper. Ik heb ma uit zaken
teruggetrokken eu wil vóór ik sterf, eens een kijkje
?ian nemen \u de Oude wereld, zei de inspecteur,
urvis heel vriendelijk aansprekend.
Werkelijk?
Ja, mynheer. En wat is u wel 'l Ik veronderstel,
dat u een Amerikaan is.
Jk ben diamaut-haudelnar on eeD Cosnopoliet.
Ik weel niet precies waar dat land ligt, mijn
heer, maar u spreekt zeker Amorikaausch
Purvis oogen fonkelden van pleizier.
j Ik zou 't wel willen, maar ik kan die taal niet
spreken. U wel?
Zei ik u niet, dat ik Cosmopoliet ben
I Ik wist niet, dat ze in dat land Fransch spraken.
Nogmaals lachte Purvis hartelijk.
Ik wou, dat u me meenam, wanneer ik uniel
te veel verzoek, opperde Harper bedeesd,
Voor een paar oogenblikken scheen Purvis diep
na te denken.
Maar ik keer binnen een maand terug, zei hjj
twijfelachtig.
Nu, laat me dan óok terugkeeren. Ik begin
ine nu wel een beetje eenzaam te gevoelen. Wanneer
u echter steeds bij me zoudt zijn, zou dat 'n verschil
maken.
U vraagt heel wat van me.
Ja, i!t weet 't, maar
In orde. Maar u deedt beter, me een duizond
dollar te geven, dan zal ik ook overal voor u be
talen.
De oude man haalde zijn portefeuille voor den dag
eu telde de >ankbiljetten uit, die Purvis onmiddel
lijk in den rak stek.
Zu hadden een prottig reisje naar Parys. Gedurende
do eorsie week ua hun aan kom «t leidde Purvis zjjn
„vervolger" rond eu toonde allo gewone dingen.
Nu, beste man, vandaag moot ik wat zaken
doen. Je moet je vandaag maar alloon amuseoren,
zei hij toen de maand byna urn was.
De oude man amuseerde zich ook werkolyk, want
Ik moet even naar de post, zei Pu vis.
Dau ga ik even meo, autwoordde Curtis.
Ze gingen naar hel nabjj gelegen postkantoor en
Purvis overhandigdo het pakje aan den klerk.
Aangeteekend. New-York, alsjoblieft, zei hy
kortaf.
Hjj betaalde de postzegels en kroeg een rcyuo.
Tevergeefs trachtte Curtis het adres te ontdokken.
Zyn hoop was verdwonon toon hy 't postkantoor
verliet en hij stond op 't punt naar den prefect van
politie te gaan en hem d« zaak uit te leggen, toon
hy, Purvis' kamer binnentrndood, het reyuo op de
tafel zag liggen.
Vlug noteerde hy het adros „Miss Irwin, 42ste
straat no. 27, New-York.
Nu had hij hot spel gewonnen.
's Ochtends, toon hij ontwaakte, vond hy een briefje.
Hot was van Purvis.
„Ik wilde u niet sloren, maar moet Parys voor een
paar dugon verlaten."
Curtis ging naar het kantoor en vernam dal eon
Frausohe stoomboot dien avond Cherbourg verliot.
Hij huurde uon hut onder den naam van Hirmau
Evaus, pakte zyn roistesch in en vortrok.
Toen Hirman Evaus, alias Inspecteur Curtis, zyr
school overbodig word;. Dan zullen de ouders»
die prijs stollen op deugdolyk openbaar
onderwijs voor hun kinderen, gedwongen
worden, die kinderen te zenden naar de
openbare school buiten hun woonplaats en
als zy wat zeker meestal het geval zal
wezen zulks niet kunnen doen, die kin
deren moeten zonden naar de bijzondere
school, welke hun ook niet krachtens de
nieuwe wet den noodigen waarborg van
deugdelijk onderwijs zal bieden en waar hot
onderwijs is doortrokken van oen geest, die
de hunne niet is.
Daarom heeft het Hoofdbestuur der Maat
schappij, die van den eersten dag van haar
bestaan in haar vaandel hut woord «volks
ontwikkeling" schreef, begrepen, dat het
op zyn wog lag, voor het openbaar onderwys
in die bedreigde Gemeenten krachtig op te
komen en het heeft don gedenkdag van
Nieuweuhuyzeu's afsterven bestemd voor
den dag, waarop daartoe een fonds zal worden
gesticht.
Uit dat fonds zal men, waar zulks blijkt
noodig te zyn, oprichten Nuts-scholen, die
als de openbare scholen voor allen toeganke
lijk zullen zyn, waarop het onderwys zal
worden)! gegeven zoo deugdelyk mogelijk,
mot allo noodigc waarborgen daarvoor. En
waar het opeubaar onderwys nog wel van
Gemeentewege wordt gegeven, doch langza
merhand in de verdrukking droigt te raken,
zal het fonds steunen zooveel het kan.
Ten eindo liet onderwys zoo vruchtdragend
mogelyk te doen zijn, wil het Hoofdbestuur
ook, dut de Maatschappij alles doe wal mo
gelijk zij om de opleiding van ouderwijzers
en onderwyzeresseu steeds te verbeteren.
Op do Regeering wil men daarom krachtijzen
invloed truchten te oefenen om die opleiding
te verbetoren, doch daarnevens, kan 't zyn,
zelf do band aan den ploeg slaan door te
stichten een eigen Kweekschool voor de
opleiding van onderwijzers en onderwijze
ressen, óok voor de hoofdacteen zoolang
daarvoor de noodige middelen ontbreken,
door in den lande althans eenige centrale
Ton laatste gevangen riep do chef uit torwjjl
hy het pak betastio. We bobben lang op je gewacht.
Purvis antwoordde niot.
Ik geloof, dat 't oudje heel wat beetgenomen
«al geweest zijn, wanneer hi
j weer naar huis terug
keert, mompelde hy.
De oude Harper viel hem echter wol in den geest
en ze ..rdon de beBte vrienden.
Purvis vertelde hem, dat hy naar Porjjs ging.
Waarom gaat u óok niet? vroeg hy onverwacht.
jren in de deur, die van zyn slaapkamer
van Purvis leidde, en waardoor by alles in do andere
kamer kon beloeren.
Hij hoorde Purvis thuiskomen on zyu hart sloeg
geweldig, toon by hem zes grooto diamanten op do
tafel zag lserieggen.
Toen bemerkte hy, dat by een boek had genomen
oeu gewone novelle. Toen het geopend was, zag
hij dat er binnen ib een holte was. Do diamanten
werden in watten gewikkeld on in do bolle ver
borgen. Het boek, dal alleen kou worden geopend
door op een geheime veer te drukken, word toon
gesloten.
Inspecteur Curtis geroeide, dat hy 'tspel gewon
nen bad. Alles wat hem nog restte, was te zien,
waar bet boek verborgen werd.
Hy trad op Purvis' deur toe en klopte, by Da on-
middollyk daarna binnentredende.
Purvis had bet boek op een stuk bruin papier
gelogd en pakto het in. Daarna nam hy pen en inkt
en sobreof ceu adres.
Curtis we sulloo don aangonomeu naam Harpor
maar laten varen liep op do tafel toe, doob kon
hat adrea niet ontcijferen.
haren en bakkebaardon verdwonon. In plaats daar
van zag men een f'yn, donker snorretje. Zyn voor
komen was thans vulkon-sn dat van een jongen
•nutter.
Ik heb 'm I riop hy vroolyk uit, toen een der
eorstc inonscheu, die hy op het dek zag, Purvis wa*.
liet was co* kalme reis. Volgonagowoonto maakte
Purvis met iedereen kennis, óok met Evans.
New-York kwam in 't zicht en toen zy bij het
kantoor der in- on uitvoerrechten aankwamen, gaf
Cnrtis zijn bagage over om onderzocht te worden.
Hjj zag Purvis met reislssch eu koffer passeereu
en die op con cab plaatsen.
Waldorf Astoria, zei hy tot den kootsior.
In een oogwenk had Curtis hem govolgd.
Centraal Politie-buroau, zij by kortaf tof den
koetsier. Ik hen inspecteur Curtis, rydt er aanstonds
hoon. Ds zwarte snor en pruik waren verdwenen.
Toon hy opzag, zag hy oen revolver op tioh ge
richt.
Laat maar, Purvis, 't Spol is toch verloren, zei
hy kalm. Smokkelon botookont nog niet hangen,
wel?
Met oen laob stak Purvie zyn wapen weg.
Waarvan word ik beschuldigd?
Wacht maar tot je op 't bureau bont.
Purvis werd dien Dacht opgesloten en don volgenden
ochtend voor kapitein Byrne, den chef vau politie
i gebracht.
Curtis keek et naar mot oeu triomfeerenden lach.
-Grinnik nu maar niot te gauw, iiarper, boste kerel,
«ei Purvis, ernstig.
Een krachtigs ruk on hol boek was geopend.
Zo zijn prachtig, merkte de chef op, de diamanten
bewonderend.
Ja, prachtig nagemaakt on van geen waarde,
antwoordde Purvis kalm. Je woet, dat ik «on kenner
vau diamanten beu.
Zyn manier overtuigd%don chof. Een ju wolier werd
haastig goroepou on garde zolfde meening te kennen
uitmuntend nagemaakt.
Alweer verschalkt! riep de chef uit, Curtieeon
woedenden blik tocworpond.
Wo hobbon hier la zyn bagage, zei Curtia.
De geheele bagage werd «onder succes aan eau
nauwkeurig onderzoek onderworpen. Zyn revolver,
zyu schoenen worden zorgvuldig onderzocht, doch
zonder eonig resultaat,
Nu kan ik zoker wol gaan, morkto Purvis
vroolyk op. Er is geen beschuldiging tegen me.
Laat hem gaan, zei do chef kortaf.
Dien avond veïloldo Purvis, met ouu glaa uit
muntenden champagne vóór zich en een geurigo
Havana in den mond, zyu avonturen aan Moslem,
dou diamanthandelaar.
Den tweedon dag herkende ik Curtis aan boord.
Dat donkbeeld van me om hom to verschalken, wee,
dunkt me, toch prachtig.
Maai waar zyn de diamanten?
Tc Parys gaf ik hem de golegenhoid alles te
ontdekkon.
Maar waar zyn de diamanten? vroeg de ander
nogiuaala.
Je hadt zyn gezicht eens moeten zien, toen wo
In een cab naar do politiebureau reden. Zolfs deze
revolver lerwyi hy sprak, haalde hij '1 wapen uil
zijn binnonzak beangstigde hem niet.
Waar zijn do diamanten schreeuwde Moeteio.
Ze onderzochten don revolver, ging Purvis kalm
verder, maar
Onder 't spreken haalde by or de acht patronoa
uit. Ds-rna peuterde hy uit cón met zijn mes den
kogol, en oen schitterende diamant rolde uit do huls.
Aoht praehtetukjei f riep hy uit, nadat hy da
acht patronen aldus bewerkt had.
Kerel, Je beul oon genie, zei Mostein enthusiast.