Zaterdag 17 Maart 1906. No. 7172. 55e Jaargang ~T~ Feuilleton. Leemen voeten. FIRMA A. H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. n-anco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Keclames 15 regels/" 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT9 'ostbus 9. Telephoon 19. Bij dit nnmmer behoort een BIJ VOEGSEL. Zij, die zich met ingang van 1 APRIL op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers KOSTELOOS. Heden verzenden wij aan de daarop ge- abonneerden aflevering 12 van den Vierden jaargang van onze premie «De Muzikale B 1 o e m l e z i n g". Deze aflevering bevat, behalve de gewone «Wenken van een ouden muziekmeester" kunstenaars-biographieën en berichten, beue vens zeer lezenswaardige mededeelingen op muzikaal gebied, de volgende muziekstukken 1. Marie, nocturne voor piano, door Briu- ley B. Richards; 2. Hof-Ball-Tiinze, voor piano, door Joh. Strauss 3. Praludium, voor piano, door Fr. Chopin4. Lied der Liebe, voor zang en piauo, door A. André. De «Muzikale Bloemlezing" kost voor de abonné's op ons blad slechts 60 cent per kwartaal, voor welk luttel bedrag men in de drie maanden 6 afleveringen met 20 a 25 muziekstukken ontvangt. Handel en Nijverheid. De maandvergadering van „Handel enNijver- lijid", Dinsdagavond onder voorzitting van den lieer S. J. van Duinen gehouden, was druk bezocht. De notulen der vergadering van 13 Februari werden gelezen en ongewijzigd vastgesteld. Aan de orde was uo bespreking van het voorstel- L. Houbaer omtrent tijdelijke uitverkoopen. Naar aanleiding van besprekingen in de vergade ring van 11 Januari wenschte voorsteller te onderzoeken of geen mogelijkheid bestaat om deze zoogenaamde uitverkoopen van Gemeente wege zwaar te doen belasten, omdat gebleken is, dat zij de hier gevestigde winkeliers, die op hooge lasten zitten, zeer benadeelen en zelf niets bijdragen. De heer L. Houbaer licht zijn voorstel toe door te zeggen dat, zal «Ie Gemeente kunnen ingrijpen, er wel eerst een Rijkswet zal moeten komen. De poging is echter te wagen en zoo al geen direct succes wordt bereikt, dan kan de zaak toch warm gehouden en zoodoende op den duur eenig succes verkregen worden. O. a. op het Middelstands-congreB te Maastricht is deze quaestie reeds besproken. De Voorzitter herinnert, dat het een bekend feit is, dat op alle Middenstands-congres sen de déloyale concurrentie is besproken, zelfs in meer dan éen afdeeling. Te Utrecht werden prae-adviezen uitgebracht, door mr. Aalberse en en prof. mr. Josephus Jilta, die elkaar aanvulden, doch beide zuiver juridiek waren. Ook handelaren wezen op verschillende leemten en ook de Bond zat niet stil. Als aparte rubriek vond spr. in de adviezen niet de tijdelijke uitverkoopen, do zoogenaamde vliegende winkels, zelfs niet in het advies-Aalberse, dat tien gevallen noemde. De vorige Regeering stelde in uitzicht een Wet op de oneerlijke concurrentie, welk ontwerp echter werd ingetrokken. Spr. leest nu het artikel over Oneerlijke concurrentie uit den „Middenstands bond" van 26 Januari, en herinnert aan de behoefte om artt. 326 en 326bis W. v. S. te wijzigen. in het W. v. S. zijn reeds enkele bepalingen tegen déloyale concurrentie, doch die zijn zeer moeilijk toe te passen omdat wel de dader ge vangenisstraf ondergaat, maar de benadeelde niet schadeloos gesteld wordt Spr. acht het beter, zich te wenden tot den Bond dan tot den Raad, óok: omdat de te nemeri maatregelen moeten zijn voor allen en niet voor een bepaalde categorie. Spr. deelt niet de meening dat zwaar belasten, zal helpen. Hoe zon de Ge meente dat kunnen? Wanneer zou die belasting moeten beginnen? Bij 6 weken? Wel, dan blijven ze 5 weken en 6 dagen. Een vergelijking met de kermisreizigers gaat niet opdie betalen pacht wegens gebruik van Gemeentegrond, evenals de eigenaar van het huis waarin de tijdelijke verkoop plaats heeft, duarvan huur ontvangt. Zulk een Gemeente-belasting zou bovendien waarschijnlijk niet worden goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. Ook is 't een aantasten van anderer eigendomsrecht. Iets anders is't als de verkooper ten onrechte den nuam van een ander gebruikt. Spr. vreest ook, dat men eigenlijk reclame zou maken voor zulk een uitverkoop. En wie maakt er gebruik van? Veelal zijn 't goederen van inferieure kwaliteit. Spr. meent te moeten herinneren aan het woord van dr. Kuyper, dat men niet aanstonds moet roepen om wettelijke maatregelen, doch zelf, desnoods met vak-collega's, de hand aan den ploeg moet slaan. Men zou bijv. collectief een tegen-uitverkoop kunnen houden. Spr. wil gaarne den Bond iu kennis stellen met deze quaestie. De Bond schijnt echter tot dusver onmachtig en de regeling schijnt ook in derdaad hoogst moeilijk, want de prse-adviseur waarschuwde al aanstonds tegen de mazen der wet. Een lid meent, dat de uitverkoopers reeds hooge huishuur er voor over hebben en dan ook niet zullen zien op een beetje belasting. Spr. veroordeelt echter ten zeerste dergelijke uitver koopen. De heer Houbaer merkt op, dat hij vooral bedoelt de veiliugen van meubelen, spiegels, tapijten, enz. in Amicitia, de Keizerskroon, enz. Daar wordt slechts weinig hunr betaald. Zou daar geen Gemeente-belasting kunnen geheven worden, voor eiken dag De Voorzitter merkt op, dat men dan ook in de gewone verkooplokalen belasting zou moeten heften, ook van ae reeds belaste stadge- nooten; spr. acht dit niet mogelijk. In de Bestuursvergadering is reeds overwogen het groot aantal filialen. De filiaalhouders heb ben een tractementje, doch de winsten gaan naar buiten. Hoe daaraan een mouw is te passen, weet spr. nog niet. De filiaalhouder van heden, kan morgen eigenaar zijn. De Gemeente moet zich ook plaatsen op het standpunt van regeling voor het algemeen en niet voor enkele catego rieën. Spr. stelt voor, de zaak aan te houden en de meening te vragen van het Hoofdbestuur van den Bond. Een lid meent, dat juist de filialen-quaestie wel eens door den Bond mag overwogen. Spr. noemt als voorbeeld een filiaal van een buiten- landsche wijn-firmg. Dit zou moeten worden een Rijks-zaak met progressieve belasting. Iets anders zijn de depots, van welke de Gemeente een deel van het percentage van den depothouder geniet. Spr. zou 't goed achten, ook dit eens bij den Bond aanhangig te maken. Den heer Houbaer herinnert er aan, dat het verslag van deze vergadering in het Bonds orgaan wordt opgenomen. Daardoor zal wellicht een gezamenlijke actie ontstaan. Besloten wordt, bij het Bondsbestuur aan te kloppen. Tot leden der commissie tot nazien van de Rekening en verantwoording over 1905 worden benoemd de heeren J. van der Wal Kzn., J. A. Maarschalkerweerd en W. van Goor. Aan de orde zijn de Mededeelingen. De Voorzitter doet voorlezing van het antwoord van „H. N." op het schrijven van het Dagelijksch Bestuur der Gemeente van 30 December, waaruit blijkt, dat na onderzoek is gebleken, dat de vraag of nachtdienst voor het paatselijk telefoonnet in het belang der nijver heid is te achten, in bevestigenden zin moet beantwoord en waarin ook wordt meegedeeld, dat in de vergadering van 11 Januari ook de wenschelijkheid is uitgesproken, die openstelling 6ok te achten in het belang van den handel. Aan de orde zijn de Ingekomen stukken: een exemplaar van het „Orgaan van den Alge- meenen Ned. Bond van Industrieelen en Han delslieden" ter kennismaking iu het Bureau der vereenigiug, Van Asch van Wijck-straat een verzoek van „Handelsbelangen" te Hilver sum om inlichtingen omtrent de tot stand koming der 9 uurs-sluiting alle bescheiden zijn reeds gezonden; een schrijven van den Bondsvoorzitter, houden de verzoek om een ledenlijst om eenige proef nummers van het gereorganiseerd Orgaan te kunnen toezenden aan de leden, dat zeer aan te bevelen is; en een vraag hoe 't gaat met de 9 6). Weller, die in het gras lag niet de hand onder het hoofd, dacht bij zichzelf, dat men in den tjjd van Koning Alfred gemeend zou hebben, dat zy een toovouares was, en dat ook hem eigenlijk niets ver hinderde, haar voor een belichaming der jonge na tuur te houden. „Heb je nü de brieven van je ouders al gelezen, Ester 1" Zij kleurde. De oogen, die naar hem hadden geke ken, zagen nu op de bloemen in haar schoot. „Ik wilde het je toen al vragen, vóór je naar Engeland ging. Toen verga: ik het echter." „Toen had ik zo ook nog niet gelezen", zoide zy sneL „Je was immers in Februari bij ons, en op den datum van myn bevestigiog waren de twee jaren eerst om, juist toen juffrouw Friinkel weer terug gereisd was en ik me nog zoo vreemd gevoelde eu beimwee had. Nu over 14 dagen zal dat een jaar zijn". Hy glimlachte, dat zy zich iu baar eerlijkheid zóo streng aan den «lag gehouden had, maar bet glimlachen verging hom, .'oen hy de smart hoorde, die door haar slem sidderde„O Henk ik weet niet of ik dat wel had mogen lezen of wel iemand het recht heeft, een ander zóo in 't hart te lezen, Ik ben blij, dat grootma ze nooit ingekeken heeft. Ik denk, dat ze het niet bad verdragen, te weten, dat papa iemand andèrs zoo voel meer beeft liefgehad dan haar. Ik Zy brak at. Een snikkeu kwam haar van de lippen. Maar Weller stond op. Haar gelaat was verhelderd, zöo verlicht door een inwendig vuur, dat hy, in verband met de droomery van zooeven tot oen ge volgtrekking kwam. „Je hebt zelf lief, Ester. Zeg het mij. Ik ben immers een vader voor je." Evenals van te voreD onder het rijden,-richtte zy haar oogen zöo vertrouwelijk op Weller, dat dit hem het hart roerde. „Neen, voogd Henk. Hoe kom je daarop Maar ik zal je een geheim toevertrouwen, iets dat grootma niet mag weten. Ik beu verliefd geworden op de brieven. Jb, geloof het maar, het is zoo. Ik ken er verscheidene beelemaal uil 't hoofd en ik zeg ze in stilte op, 's nachts als ik niet kan slapen. De brieven hebben mij een geheim geleerd, want de liefde is immers een geheim, niet waar? En alsmijuouders zöo konden lielbebbeu, dan kan ik het ook. Ik voel het duidelijk". Zij logde een van haar slanke handen op haar borst. Hier zit het al, Henk ik weet alleen nog niet, wat ik er mee móet doet. Maar ik zal wachten." Zij keek strak in de zachte, jonge blaadjes van de appelbloesems. Een knellende angst greep hem aan. „Maar kindWeet je wel, wat je doet? Weet je wel, dat niets zoo gevaarlijk is, als zich gouden droom beelden voor den geest te halen Heb je nooit gehoord dat ze leemen voeten hebben?" „Maar de liefde is geen droombeeld, Henk. Ik weet bet uit de brieven. Zij is werkelijkheid. Zij komt. Men mag haar alleen niet zelf vernietigen. Je hebt mo zooeven naar Bob Birch gevraagd eo naar de studenten van Eton. Je moet niet denkeD, dat ik met hen speel, zooals Lucy met een van hen doet zeker niet. Ik geloof niet, dat men het evengoed kaD laten en vandaag zus ziju en morgen zoo, of dat men een ander kan kussen als de een er niet by is. Nietwaardat geloof je niet van mij." Ze keek smeekend naar hem op. „Neen, lieveling. Maar wanneor je je zóo aan een vreemde maobl wilt overgeven, je zoo uitleveren aaa hot onbekende, vanwaar kryg je dan de zekorheid, dat die het ook verdient? Niet alle mannen zijn zooals je vader." „Mijn hart zal zich niet vergissen, Henk. Hoe zou men zich kunnen vergissen, wanneer het om liet geheele leven te doen is? En hoe zal men ervaring krijgen, daar men er niet in kan schacher6n ten- miuste als men niet op zulke kronkelwegen gaat als Lucy?" „Je bent nog erg jong, Ester", zij hy ernstig. „Ik zal ook nog wachteu. Ik zal den geheimziuuige niet óeu pas tegemoet gaan. Ik weet, dat hy mij zal vinden. Heb ik ooit van Peterswalde de wereld in gewild? Ik voel, dat de liefde my zal vinden, al blyf ik ook steeds bij grootma. Zij is het erfdeel van mijn ouders." Ze zwegen beiden. Weller vond het gevaarlijk als zij nög meer haar ziel blootlegde. Ze had een vuur in haar hart doen ontbranden, maar de vlam mocht haar niet verteren. „Beloof me slechts, Eater, dat je het my zegt, wanneer je den man vindt, wien je dozen schat wilt geven. Beloof dit den vriend, niet don voogd." Zij gaf hem de hand, want zij waren beiden opge staan. Het werd tijd om naar huis te gaan. „Ik beloof het je. Maar tracht het mij dan niet te ontraden. Denk dan aan dit uur." uurs-sluiting. Zou de ondervinding bewijzen, dat een wettelijke regeling niet noodig en het par ticulier initiatief dus voldoende is? vraagt de heer Meuwsen, die bouwstoffen verzamelt voor een Btudie over dit onderwerp zal worden beantwoord een maandlijst van wanbetalers te Haarlem ter lezing voor de leden. V oor het lidmaatschap hebben zich aangemeld 16 candidaten; worden zij allen aangenomen, wat begin April kan geschieden, dan telt de vereeniging 202 leden. In 1905 verloor zij alléén leden door vertrek. Aan de orde is de bespraking van de wedstrijden door „H. en N." met „Vreemdelingenverkeer" georganiseerd tijdens de landbouwfeestcn, te houden van 12 tot 15 Jnni en waaraan kunnen deelnemen alle hier gevestigde winkeliers en magazijnhouders, al dan niet lid van genoemde vereenigingen. De eenige beperking is, dat bij den étalage-wedstrijd het artikel waarin men handel drijft overheerschend moet zijn. De wedstrijden zijo een étalage-wedstrijd, een in winkelpui- of gevelversiering, en een in balcon-versiering. Bekroningen kunnen worden uitgereikt in de volgende rubrieken 1. modes, handwerken en dameskleeding. 2. manufacturen en heerenkleeding. 3. hoeden en petten. 4. witte goederen en lingerieën. 5. comestibles en kruidenierswaren. 6. brood-, koek- en banketbakkerijen. 7. sigaren en tabak, wijnen en gedistelleerd. 8. boek- en plaathandel, photo's en spiegels. 9. meubelen, tapijten en gordijnen. 10. galanterieën, luxe- en lederwaren. 11. huishoudelijke artikelen en ijzerwaren. 12. schoenwinkels en schoenmakers-fourni- teeren. 13. goud- en zilversmeden en instrument handelaren. 14. slachterijen. 15. rijwiel en naai-machines. 16. andere vakken. In elk dezer rubrieken wordt éen verguld zilveren medaille toegekendin rubriek 5 twee. Bovendien zijn 3 mednilles beschikbaar voor de meest typische de meest effect-makende de fraaiste en smaakvolste versiering. Deze 3 medailles kunnen niet aan éen persoon worden toegekend. Voor de versieringen van winkelpui, balcon of gevel wordt op elke 10 deelnemers éen medaille beschikbaar gesteld (bij 11 of 19 dus 2). Het Bestuur zou de bekroningen willen doen uitwijzen door een Jury van 5 personen, zoo mogelijk niet-neringdoenden. Een lid meent, dat een niet-vakman niet voldoende kan oordeelen over de technische bezwaren en bijv. de medaille zal worden toege- kwam, maar met bioote schouders en armen. Hy had haar eigenlijk nng altijd voor een kind gehou den. Nu had ze hom getoond, dat ook haar geest gerijpt was. Terwijl hy zich huiverend in zijn plaid hulde, vroeg hij zich af of zij woord zou houden en by hem zou komen, wanneer ze den man barer keuze gevonden had en of baar oogen dan nog de zelfde zouden zyn, nis toen, toen zo in den hollen, ouden beuk zat schuw eu vertrouwelijk tegelijk. En plotseling kreeg hij lust de vuist te balleu en ze dien onbekende voor te l ouden, in den taaien, vochtigen nevel, die als eer. kleverige sluier om hel schip hing. Toen Ester weer bij haar betrekkingen in het va derland terugkeerde, vond ze grootma erg verouderd, maar de ijzeren wil van deze vrouw was de zelfde gebleveu. Ester was nu twintig jaar en mevrouw Donates voud, dat de afgesloten eenzaamheid van Peterswalde niet goed meer was voor haar klein dochter. Bovendien was zij. een manlijke natuur, sterker in 't brengen van óen groot offer, dau in 't verdragen van dagelijks terugkoorende kleine ver zoeken. Deu omgang met haar buren weer aan te knoopen, was haar na haar eenzaamheid onmogelijk, Toen Weller terugreed eu gedurende een stille, mistige overvaart naar Rotterdam tyd had tot ziften, bleef toch, ondanks alle afgedane zaken, de namiddag onder de Burnbam-beukon voor hem de belangrijkste. Hij was by het diner nog ïd den familiekriug ge weest: voor deze gelegenheid had hy den zwarten rok naar Windsor medegenomen, een offer dat Ester's aandacht niet trok, omdat zij zijn afkeer vau den dwang, dien het verkeer in een gezelschap meebracht, niet kende maar die little touch of humour, die iedereen by den luch zoo was bevallen, verschoen uiet meer op zijn gelaat. Nu nog, in den nevel, die den lagen oever van Harwich aan zyn oog ontirok, meende hy Ester te zien in bet eenvoudige kleed, waarin ze aan tafel Ester had moeite, ten minste den z to behouden eu de eenzaamheid van de Marksche heide en hciwoudmeer voor zich te redden. In Engeland was ze, naar haar meeniDg. genoeg met menschen iu aanraking geweest om niet dadelijk weer naar andere te verlangen. Haar schetsboek was haar tijdverdrijf. Zy luisterde er zoo graag naar, wanneer de oude olmen in den tuin zachijesruisohten. Haar vader had onder hen gespeeld eu de machtige hoornen werden meer dan eens genoemd in de brieven, die zy zulk een grooten invloed op haar levèn liet uitoefenen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1