Feuilleton.
Leemen voeten.
rechtigd, oen zóo groote Bom voor 2 of 3 jongens
te voteeron.
Mr. H ey 1J g e r s komt hot voor, dat in een
Gemeente als Amersfoort wel een openbare school
voor M. U. L. O. moet zyn. Het beeft spr. ver
wonderd, hier voorstanders van openbaar onder
wijs de afsohaffing dezer klassen te hc-bben hoorcn
bepleiten uit zuinigheidsoogpunt. Spr. is hot niet
eens met hen, die zegge», dat het aantal leerlingen
niei kan stijgen, doch wil concluderen, dat de
kenze der leervakken wellicht niet do juiste is.
Overleg met het nieuw to benoemen Hoofd kan
hierin echter verbetering brengen.
De heer Veis H eij n meent, dat éononder
wijzer voor tien leerlingen toch niet zoo kostbaar
ia voor de Gemeente. Nochtans wil spr. zich
eenigszins aansluiten bij het door rar. Heyligcrs
gesprokene. Thans is er wellicht een atrooming
naar Hoogero Burgerschool en Gymnasium, doch
dat kan weer wy ziften. Spr. ziet er geen Gemeente
belang in, deze klassen op te doeken.
De heer Van Kalken herinnert,dat inder
tijd deze klassen zijn ingevoerd om jongens uit
den burgerstand M. U. I- O. te doen genieten.
Spr. gelooft, dat zij meer waren een voorbereiding
voor Hoogere Burgerschool en Gymnasium- Er
zullen echter ook jongens zij», uit de kern der
burgerij, die meer nut hebben van deze klassen
dan van twee of drie klussen van een Hoogero
Burgerschool of een Gymnasium Spr. acht het
dun ook zeer gewenscht, die klassen to behouden
en acht het hoogst gevaarlijk om, bij de steeds
toenemende bevolking, die klassen af te schaffen
en acht het verstandig, niet af te breken.
Wethouder Ce losse herinnert, dat de
heer Rolandus Hagedoorn vroeger heeft voorge
steld, dat de vervolgklassen moesten afgeschaft
bij de komst van bet nieuwe schoolhoofd. Spr
is daartegenover met anderen van ^bordeel, dat
niot moet worden afgebroken,«toch behouden.
De hoer Hngedoorn noemde het advios van len
Di»triot8- schoolopziener onjuist; spr. moet daar
tegen opkomen en herinneren, dat voor de 8
klussen er 7 onderwijzers van bijstand zyn. Het
schoolgeld bedraagt 150 en dus wordt voor deze
10 leerlingen ontvangen f500- Om de enkele
honderden gulaens welke de leerkracht kost,
mogen deze klassen toch niet worden afgeschaft.
Kr is gesproken over de Hoogere Burgerschool,
doch dan moet spr. opmerken, dat do eiscben
voor admissie tot die school niet steeds gelijk
zijn geweest. Bovendien hoe velen bezwyken
tusschentijds en bereiken nooit de hoogste klasse?
Spr. kan niet in de toeko.nst lezen, doch ver
trouwt dat, als het leerplan herzien is, de klassen
beter bevolkt zullen worden.
Do heer Gerritsen heeft mededeeling gedaan
uit do notulen eener schoolvergadering. Spr.
meent, dut hij daartoe mot liet recht heelt.
De heer Gerritsen: Als lid der Commissie
van Toezicht.
Wethouder Celosse: De schoolverga
dering neemt geen beslissing; wel brengt
advies uit.
Ook wil spr. verklaren, dut geen kunst en
vliegwerk is te baat genomen voor de/e klassen.
Spr. waardeert hcigeen do heeren Veis Heijn
en rar. Heyligcrs aanvoerden, doch moot den
heer Van Kuiken doen opmerken dat deze klassen
niet kunnen beschouwd als opleidingskassen
voor de Hoogero Burgerschool; de adspiranten
zouden dan te oud zijn-
De heer Hagedoorn verklaart, dnt als er
een is, die hart btift voor goed ondtrwys, hij
dut wel is. Spr. weneeht dan ook heel veel geld
uit ie geven voor goed onderwijs, doch zou het
bejammeren als gold werd uitgegeven dut niet
ten volle beantwoordt aan zyn doel.
Spr. noemt het een buitengewoon zwuk motief
van den Wethouder van Onderwijs wuar deze
do eischen voor d« toelating tot Hoogere Hurger-
8chool en Gymnasium zoo variant noemde- Voor
de Hoogere Burgerschool zijn die beslist niet
variant; wel kunnen er leeraren wezen, die iets
meer exigent zyn, doch er was nimmer een
voorbedachte wil om het examen te veranderen.
Aun de Commissie van Toezicht, waarvan spr.
Voorzitter is, is van wijziging in de eischen
niets bekend.
Spr. wil de 7e en de 8e klasse niot per se
afschaffen, doch wil ze slechts behouden als er
boter gebruik van wordt gemaakt. Wordt er een
andore regeling ingevoerd, zooals do W. v. O.
belooft, dan zal spr. gaarne meewerken om ze
te behouden.
De heer Gerritsen verzoekt voor de derde
maal het woord en zegt, dat mr. Heyligers zich
er over verbaasde dut spr. tegen deze vervolg
klassen sprak. Spr. is stellig voorstander van
goed onderwijs en heeft acte genomen van het
Vcrichrikt koek K-ler in don hoogen spiegel. Alles
was wel smaakvol eu octjrx, maar bet haalde toch
niot by de luxn, die mi io do uitstalling dor mode-
magazijnen wus tentoongespreid. Er kwam iets in
baar op, iota als trots, Wunrom namou zulks zaken
toch zoo'n grootu plaats in zyn lovon in 1
.Waarom lot je daar toch ovoral op, Hariy? £n
boe weet jc dat alios?"
.Dat is toch oók de dienst dor schoonheid."
Zij zwueg. Zij begreep dat niet, maar het was baar
{elukkig nog uiei iluHelijk, dat zijn en huargevoc-
in niet ie vergelykeu waren, Omdat liet zUne slechts
lette op het uiterlijk. Zwijgend bond zij zich den
wjjdon IrineeriuaiiU-l om en trok do schildpadden
Daalden uil den haarwrong.
.Psyche", fluisterde by tcednr.
Zy zag ziju mooi, gevoelvol gelaat boven zicb in
den spiegel. Een zin uit zy» brit-veu viel baar in:
„Eu als ik tot bedelaar werd, wat deert mij dat?
Het zilver vau je haren is de schat, die voor my,
voor mij alleen uil den heiuel viel. En als ik ten
ouder moest gaan, en ik kon mein het laat-te oogen-
bhk verbeelden au jou oogen te verzieken, dan was
«erven, wc.hut."
Maar van dozen dag hield iy zicb meer bezig met
de inrichting van do kleine villa, die zij in bel stadje
geen de W. v. O. toezegde. Mocht dit in vervulling
gaan, dan zal spr. daartoe gaarne meewerken.
Wethouder Celosse heeft den heer
Hagedoorn hooren zeggen „met voorbedachten
rade".' Spr. begrijpt dit niet juist.
De heer Hagedoorn: Niet in dien zin.
Wethouder Celosse neemt niets kwaads
in bescherming. Spr. heeft het Gymnasium
niot genoemd; daar is alles even flink*ingericht.
De heer Hagedoorn zal even goed weten als
spr., dat de eischen voor toolating tot do Hoogere
Burgerschool wel nfwissolend zijn. Spr. verwijst
Item overigons hiervoor nattr hot Hoofd dor
Jongensschool.
Dé lieer Hagedoorn antwoordt, dat.
„voorbedachten rade" niets steeds duidt op iets
kwaads; men kan wel dogelijk iets goeds doen
met vooibedachten rade. Indien er iets aan de
eischen is veranderd, dan is dat niet gebeurd
mot voorbedachten rade, doch bij toeval, door
een meer exigent lcoraar, doch nimmer meteen
vooruit opgezet plan.
De Voorzitter herinnert, dat het stand
punt dat B. en W. innemen omtrent de 7c en
de Se klasse is uitcongezet in hun rapport.
Spr. is overtuigd, dat als die klassen nü/
worden afgeschaft, er alras verzoeken zuilen
komen van dc middelstandors om ze weer in te
stellen.
Het. doet spr. leed te moeten opkomen tegen
de uitlating van den vertroicken onderwijzer
door den hoor Gerritsen, zij 't zonder kwade
bedoeling, overgebracht. Spr. moet daar tegen
protesteeren èn ter geruststelling van de ouders
en tegenover den heer Van der Nagel, wien
volen ook spr. zoo heel veel verplicht
zyn.
De heer Gerritsen: Ik zeide het niet
niet het doel om iets onaangenaams te zeggen,}
doch om de klassen te qunlifieeeren- Het tegen
deel is ook nu niet aangetoond en bet beste
bewijs voor spr. beweren is wel, dat ofschoon
het Hoofd zooveel jaren bozig is geweest, deze
klassen op te heften, zij toch niet voldoen.
De Voorzitter antwoordt, er spijt van
te hebben den heer Gerritsen niet eerder te
hebben geïnterrumpeerd over de uitdrukking,
die niet te pas kwam. Spr. sluit de disoussiën
over dit gedeelte en opent die over het ambu-
lantisme.
De heer Gerritsen zegt, in het advies geen
bevredigend antwoord to bobben op zijn vraag
van 30 Januari. Spr. had althans oen statistiek
verwacht van het aantal uren les, dat alle Hoof
den gevennu geven sommigen wel, anderen
geen les.
Ilier blijkt de Arrondissements-schoolopziener
niet op de hoogte- Waar deze op het adres der
onderwijzers adviseert: „Intusschen ben ik
meening, dat het bedoelde adres een wijdere
strekking hooft, en dat het voor 'toogenblik
een eerste schrede wensoht te doen op den weg,
die leiden moot naar de hoofdelooze ofrepubli-
keinsobe school, die, zooals bekend is, het eind
doel is van het streven dor vereeniging, wnarvan
adressant een nfdceling is" meent, spr. daarin
sle-hts te moeten zien vuurwerk, dat beter ware
weggelaten
Spr. vraagt of B, en W. bereid zijn, een nader
onderzoek in te stellen en /telt voor, dat B,en
W. deze materie reglementeeren, zoodat Alle
Hoofden verplicht zijn,les te geven.
Wethouder Celosse kan kort zijn in
zijn antwoord. Het zal niet mogelijk zijn, een
statistiek over te leggen. De Arrondissements-
sehoolopziener heeft net zoo juist gezegd, waar
hij in zijn advies schreef„ik meen, dat men
iets [ton minste elke maand <5<-n uur in
iedere klasse les te geven] aan het Hoofd moot
overlaten". Bovendien zullen de Hoofden geen
annteekoning honden van hotgeen zo doen. Spr.
kan zich begrijpen, dat de Districts-schoolopziener
die zijn sporen op onderwijsgebied heeft ver
diend, niet is teruggeschrikt voor den „Bond van
Ned. onderwijzors". Wie het nooit zoo vor heeft
kunnen brengen, dat hij aan het Hoofd eener
suijuol stond, zal moeilijk kunnen oordeelen
over de taak van een Hoofd.
De haer Hagedoorn begrijpt niet waarom
het Hoofd eener Lagere school niet, en het
Hoofd der Hoogere Burgerschool wel les moet
geven, v oor den laatsten gereglementeerd 14 uren,
Welke bezwaren zijn er om, zij hot dan niet in
een volledige klasse, het Hoofd der school aan
te wijzen oin geregeld onderwijs te geven.
De heer Gerritsen antwoordt den Wet
houder van Onderwas, dat op enkele scholen
de HooiVlen een groot aantel uren geven, terwijl
op andere zij óf invallen óf geen lesgeven. Als
er niet gereglementeerd wordt, '-rijgen we geen
gehuurd hadden. Zy ging er 2elf beun, zone de
werklui nun, richtte alles in en ordende alles, en
acht dagen daarna kon zy stralend zeggen, dat alles
in orde was.
jlk kan zoo begrijpen, dat je naar jo schrijftafel
verlangt, Harry."
Zy tiud, toen zij terugkwam, beschreven blaadjes
op do tafel in hei hotoi gevonden en .'mar geweten,
dat eon beoije ouruetig was geweest, toon ze hem
alleen liet, stelde zich gerust.
„Jamuier, dal je weggaat," zei Ella 's avonds van
don zelfden dag. Men was gemeenscnappelyk naar
eon bergplateau geweest eu zat nu in den Kurgarten,
„Met je man ben ik iu je atwezigheid op heel goeden
voet Rekomou. Weet je al,dat hij oen gedichtgemaakt
heeft op ruyn kleine voeijes?"
Z\j strekte haar voetje naar voren, dat in een zeer
elegant, violette schoentje stak, dat oy haar toilet
paste. Broden, die met een bekende voor dc tafel
op on neer liep, glimlachte haar toe.
„Op zekeren middag was hy by mo, Hot was zoo
vervelend, dat ik een boetje voor heiligen Petrus
speelde. Ik uioet je zoggen, naar 2yn kus te oordoeleo,
is hij een vroom geloovige."
Esior zweeg. Dat waren dus do papioron geweest I
„Je bent toch niet juloersch?"
Ester keek huur nicht eerlyk in de oogen.
„Ilt Zeker niet, Ella."
„Ik benijd je eigenlijk om den tyd, waarin Broden
naar je hand drong. Hemel, wat 2al die oen aanloop
genomen hebben I"
De jonge vrouw glimlachte stil om zich h jen. Du
tijd, dat hij om haar geworven had I Nu ja, men
kon hot zoo ook opvatten. Indero andere vrouw zou
het zoo opgevat nehbuu. Zy zoiile nog steeds met
don trol» der gelukkige liefde lot sich zelf: maar
republikeinsche, doch houden eenanarchistische
school. Spr. verzoekt dan ook toezegging van
regletueuteering, opdat uitgemaakt worde, dat
alle Hoofden al dan niet les 8ev®"'
Met wat overleg u dat zoo gemakkrtnk to
regelen. Spr. stelt zich voor dat 2 of 3 tijdelijke
krachten voldoende zullen Hm om het Hoofd
te vervangen in tyden van drukke administratie.
Thans laat men hot over aan hot Hoofdjier
school of hy al dan mot wil werken. Öpr. hoopt
de royale verklaring tc ontvangen, dat enkele
Hoofden geen les geven.
De heer Veis Heyn moet don heer Ger
ritsen opmerken welk motief de C. v. I. aan
voerde tegen de afschaffing van het ambulan tisme.
De heer Gerritsen sprak van ^andere scholen.
Spr. moet opmerken, dut hot Hoofd der Katho-
Hike echoof vrij is. Blijft das de Christelijke
school waarvan spr. Bestuurthd ib; welnu, bet
Bestuur dezer school is werkzaam, dit Hoofd
óok vrij te krijgen.
Do heer Gerritsen bedoelde niet de bij
zondere scholen, doch de openbare aan twee
waarvan de Hooiden veel les geven, Spr. bedoelt
ook geen vaste klasse, doch zeer zeker een groot
aantal lesuren aan de Hoofden op te dragen
anders slappen deze beste onderwijskrachten af.
De lieer Vols Heyn vraagt waar dan het
geldelijk voordeel blijft en wat dan de vervangers
moeten doen.
Dc hoer Gerritsen zegt, dat de vervangers
optreden als liet Hoofd veel administratief werk
heeft. Het daarvoor besteede geld zal den kinderen
ten voordeel komen.
De beer Vele Heyn zegt .r de bijzondere
school niet te hebben willen bijhalen, die te
berde te hebben gebracht naar aanleiding van
het „andere scholen" van den heer Gerritsen.
Spr. meent overigens, dat een Hoofd veel tijd
moet hebben, wil hy werkelijk zijn de leidsman
der jonge leerkrachten.
De heer Van Kalken meent, dat men een
Hoofd eener Bchool werkelijk moet laten het
Hoofd en men hem niet aan handen moet leggen,
doch vertrouwen. Spr. acht het zeer verkeerd en
zeer ongewenscht, voor te schrijvengij moet
zoo en zooveol uren les geven.
Wethouder Celosse zegt, dat het er zoo
veel van afhangt van wie men zijn inlichtingen
krijgt Spr. kan zich zoo begrijpen, dat een
onderwijzer van bijstand die bet niet zoover heeft
kunnen brengen als hij wel wilde, onbillijk en
en scherp wordt in zijn oordeel over meerderen.
Spr. volgt een anderen weg en vraagt op den
man als hij meent, dat hij een grief heeft.
Spr. acht het niet gewenscht, de Hoofden te
binden en meent, dat men hen moet vrij laten
om les te geven waar zij meenen, dnt dit nuttig
en noodig is.
De heer Hagedoorn heeft gespvoken van den
Directeur der Hoogere Burgerschool, die 14 uren
les moet geven. Wel, aan het hoofd eener
H. B. S. kan iemand staan met een vrij beperkte
bevoegdheidhet kan ook wezen, dat hij heeft
een Secretaris, of een helper. De bevoegdheid van
een Hoofd der school is een gansch andere en
diens werkkring is oók heel anders.
De heer Hagedoorn, voor de vierde maal
het woord erlangend,wenscht er den W.v.O. attent
op te make, dat nooit een Hoofd toezicht gaat
houden om to zien of het onderwijs juist is; de
onderwijzer heeft een brevet van een Byks-com-
missie. Tiet Hoofd en de Directeur eener H. B. S.
gaun zich slechts overtuigen of de wijze van
ondorwijsgeven goed is. Zulk een Directeur heeft
ook wel jonge leerkrachten, die weieens een wenk
noodig hebben. Spr. ziet niet zooveel verschil
tussc.hen beide Hoofden.
De heer Gerritsen, voor de vierde maal
hot woord erluugend, stelt voor de volgende
Motie van ordo: De Raad, van oordeel dat het
in het belang is van de kinderen, van de Hoof
den zelve en van de Gemeente-finaticiën dat aan
de Hoofden wordt opgedragen les te geven, ver
zoekt B. en W. een dergelijk voorstel aan den
Raad te doen".
Dc heer Van Eek meent, dat de stemming
over liet voorstel van B. en W. in zich sluit het
govoclen over de motie.
Mr. H e y 1 i g e r 8 vraagt splitsing der stem
ming.
Do Voorzitter brengt in stemming het
voorstel van B. en W. om de 7e en de 8e klasse
niet af te schaffen.
Wordt aangenomen met algemeene stemmen.
Dc Voorzitter brengt brengt in stemming
het voorstel om afwijzend te beschikken op het
adres der plaatselijke ufdeeling van den „Bond
van Ned. onderwijzers" om te breken met het
stelsel van ambulante Hoofden van scholen en,
stl
„Hedda beeft mij natuurlijk daarvan verteld. Op
baar sohynt Breden maar weiDig indruk gemaakt te
hebben, maar Hedda is tegenwoordig niet ten volle
toerekenbaar. Belacnelijk, die ophemeling van haar
man. Die goedige rhinoceros van oen Teichert komt
zichzelf klaarblijkelijk komisch voor. Hy is de spot
van de heele familie. Hedda was toch nog niet zoo
oud, dat ze, alleen door do zaligheid van nu aan
den man gebracht te zijn, zicb zoo moet aanstellen."
Met de magere Hedda, die zoo spoedig een rooden
neus kreeg en die zoo'n zorg ove- haar teint had,
had er als vrouw een groote verandering plaatsgehad.
Van het oogeublik dat Teichert haar man werd, was
bij ook haar afgod. Zij zag zyn grove gestalte niet
meer, noch de wrat, die zij vroeger zoo verschrik
kelijk bud gevonden, en zyn manier van spreken,
die licht plat werd als bij in vuur geraakte. Zy had
alle critiek verloren. Hij was haar man en io haar
oogen droeg hy een stralenkrans der volmaaktheid.
Het was niet uit louter dankbaarheid, omdat lyj
haar gehuwd on een zorgeloos bestaan verzekerd had,
zij was van zijn voortrofl ijk heden zóo doordrougen,
dal zij in het oog van anderen zich door haar
voordureude geestdrift licht bespottelijk maakte.
„Mijn mau zegt", „myn man meeüt", was de steeds
weer herhaalde inleiding voor een gesprok. Van
zichzelf meende en zei ze niets meer.
Ester had haar met Bredeu te Frankfort een be-
zouk gebracht. Daar Teichert in dezen tyd het druk
had, kwam zy niet naar Wiesbaden, zelfs niet voor
Ion iiainiddagju.
„Zonder myn man? Maar dan heb ik tóch geen
ploizier. Komen jullie liever eens; jo moot toch
Kennis met Oom maken. Koui Zondag eten."
Do Bredens kwamen, maar Harry verklaarde, toen
te beginnen met aan het te benoemen Hoofd der
Jongensschool, aan de Hoofden het géheele on
derwijs in een vaste klasse op te dragen.
Aangenomen met 13 tegen 2 stemmen, die van
de beeren Gerritsen en Rolandus Hagedoorn
Aun het eind dor openbare vergadering vraagt
de beer Gerritsen onder den indruk van het
noodlottig toeval, dat den dood van een korporaal
der artillerie ver orzaakte, of B. en W. reeds
muatregelen hebben genomen om herhaling van
een dergelijk geval te voorkomen.
Spr. komt onwillekeurig terug op den Soester-
straatweg, waarover ieder zich doodschaamt, en
zou gaarne toezegging van B. en W. hebben,
dat zij niet zullen waohten tot de Gemeente-
begrooting voor 1907 en, eer het kuif verdronken
is, daar een politie-posthuis zullen vestigen waar
van ieder de noodzakelijkheid erkent Zelfs H.
M, de Koningin-Moeder is daar gecallangeerd
door omwonenden. Een van spr. vrienden is er
met rotte eieren geworpen. Het is een vrijge
vochten geschiedenis. Spr. verzoek deze zaak
in de eerstvolgende vergadering van B. en W.
aanhangig te maken en niet nog weer een jaar te
wachten, doch desnoods een auppletoire Begroo
ting te maken.
De Voorzitter dankt den heer Gerritsen)
dal deze zijn interpellatie aankondigde, ten ge
volge waarvan spr. ook aanstonds k^n ant
woorden. w
Met de H. IJ. S. M. zijn reeds onderhande
lingen geopend om de afsluithekken te ver-
hoogen.
Onwaar zijn de berichten in de couranten,
dat het ongeval zou zijn veroorzaakt door
schreeuwende kinderen. Na afloop van de ver
gadering zal spr., in gesloten vergadering, het
omstandig rapport der politie meedeelen.
De heer Gerritsen klaagde over den
Soesterstraatweg, doch legde te gelijk een smet
op de burgors, die daar wonen. Spr. heeft zelf
meermalen op den Soesterweg gewandeld en
nooit den minsten overlast ondervonden. Wel
koert men zich tot automobielen en motorrij
wielen die, niets en niemand ontziend, met de
vaart van cüd sneltrein voorbij rennen. Eerst
daags zal dan ook een Verordening worden in
gediend in verband met de Motorwet.
Wethouder Celosse meende het won-
schelijk, dat de jeugd in de scholen er op werd
gewezen, dat zij zich geen meester mag maken
van do straat. Anderen mogen niet zijn eigen
rechter.
De Voorzitter vertrouwde, dat de Wet
houder van onderwijs wel een auusohrij ving zou
richten tot de Hoofden der scholen en deed toe
zegging dut, zoodra de Burgemeester zal zijn
teruggekeerd van verlof, met dezen zal worden
geconfereerd over uitbreiding van politietoezicht.
De heer Vols II e ij n achtte ditmaal de voor
stelling door den heer Gerritsen gegeven volstrekt
niet overdreven. Spr. is altijd blij als hij met zijn
tilbury den Soesterstraatweg is gepasseerd. Nu
reeds twee zijner paarden zijn daar zenuwachtig.
Men gooit er niet alleen met stokken, maar
ook met blik. Op de Langestraat ziet men agenten
met de vleet, doch op den Soesterstraatweg ziet
men er nouiteen. Spr. geeft vooral in overweging
's Woensdagmiddag eens te gaan kijken.
De heer Gerritsen dankt den Voorzitter
voor diens inlichtingen doch moet zeggen, dat
deze de toestanden op den Soesterweg veel te
rooskleurig voorstelde. Niet op burgers heeft
spr. een smet geworpen, doch op kermisreizigers,
scharenslijpers, enz. Spr. herinnert aan bet geval
van de dume, die onlangs daar bijna blind werd
gegooid. Op dezen grooten weg moet het verkeer
niet onveilig zijn, anders komt Amersfoort in
een kwaden reuk-
De Raad ergaderde hierna een goed half uur
in comité-generaal.
Aanstaanden Dinsdag weer vergadering.
KENNISGEVING.
Schietoefeningen tot vorhoogiug van
'8 Lands weerkracht.
Ter voldoening aan do aanschrijving van het De
partement vun Oorlog, zal gedurende de maanden
Mei, Juni, Juli en Augustus, eliceo zaterdag van 12
tot oDgoveer 7 uur namiddag op de Leusderheide
by Amersfoort gelegenheid zijn om zich te oefenen
i:i hei Bchieten met geweer model '95, onder leiding
van een officier van bet 5e Regiment infanterie te
Amersfoort.
Hieraan kunnen deelnomen
le. Kndorreuorvisteu mot verlof2e. Miliciens inet
verlof; 3e. Alle mannelykeingezetenen uit Amersfoort
en omliggende Gemeenten van 16 tot30jarigen leeftijd,
zy nauwelijks bet buis verlaten hadden„nooit meer."
Zijn zenuwen waren tegen die teederbeid niet be
stand, hoe goed de wyn ook geweest was.
„En dan eisch ik van een vrouw, dat ze weet hoe
zich le gedragen, zelfs in een kleinen familiekring.
Heel de stryd om beschaving en vrijheid isimmew
een stryd om den keizer zyn baard, wanneer jullie
telkens weer bewijzen, dat iedere ezel een Titania
gelukkig kan maken, zelle onder tooverdrank."
Ester verdedigde Hedda, maar niot met geheel haar
hart. Zij dacht aan dokter Helmers, aan den nacht
vóór Ella's bruiloft en san het snikken dat zoo hart
verscheurend uit bet smalle bed nanst het hare had
geklonken. En de mooier geworden, bloeiende vrouw
stond baar voor den geest, die zich over haar mon
beenboog om hem te kussen. Maar hoe verschillend
waren toch de wegen van het hartl
Ook nu weer tegenover Ella nam zy de party van
de aangeklaagde op. Hedda verwachtte een baby en
een overmatige liefde voor baar man was daarvan
do vaak natuurlijke terugslag.
Ella trok het aardige neusje op. Plotseling schaamde
zij zich voor Ester. Als meisjes hadden zy heel veel
van elkaar gehouden. Zy wilde zich rechtvaardigen
en daarom zeide ze op een heel onderen toon
„Niet waar, Ester, jo houdt me voor erg lichtzinnig?"
„Ja", zei Ester eerlijk. „Ik geloof, dal jou het
huwelijk nog slechter ia bekomen dan de beBpotte
Hedda."
„En tocb was 't bjj ons beiden hetzelfde geval,
alleen, dat bet by uiy niet zoo goed gelukt ia."
(Wordt vervolgd)