Feuilleton. Leemen voeten. rechtigd, oen zóo groote Bom voor 2 of 3 jongens te voteeron. Mr. H ey 1J g e r s komt hot voor, dat in een Gemeente als Amersfoort wel een openbare school voor M. U. L. O. moet zyn. Het beeft spr. ver wonderd, hier voorstanders van openbaar onder wijs de afsohaffing dezer klassen te hc-bben hoorcn bepleiten uit zuinigheidsoogpunt. Spr. is hot niet eens met hen, die zegge», dat het aantal leerlingen niei kan stijgen, doch wil concluderen, dat de kenze der leervakken wellicht niet do juiste is. Overleg met het nieuw to benoemen Hoofd kan hierin echter verbetering brengen. De heer Veis H eij n meent, dat éononder wijzer voor tien leerlingen toch niet zoo kostbaar ia voor de Gemeente. Nochtans wil spr. zich eenigszins aansluiten bij het door rar. Heyligcrs gesprokene. Thans is er wellicht een atrooming naar Hoogero Burgerschool en Gymnasium, doch dat kan weer wy ziften. Spr. ziet er geen Gemeente belang in, deze klassen op te doeken. De heer Van Kalken herinnert,dat inder tijd deze klassen zijn ingevoerd om jongens uit den burgerstand M. U. I- O. te doen genieten. Spr. gelooft, dat zij meer waren een voorbereiding voor Hoogere Burgerschool en Gymnasium- Er zullen echter ook jongens zij», uit de kern der burgerij, die meer nut hebben van deze klassen dan van twee of drie klussen van een Hoogero Burgerschool of een Gymnasium Spr. acht het dun ook zeer gewenscht, die klassen to behouden en acht het hoogst gevaarlijk om, bij de steeds toenemende bevolking, die klassen af te schaffen en acht het verstandig, niet af te breken. Wethouder Ce losse herinnert, dat de heer Rolandus Hagedoorn vroeger heeft voorge steld, dat de vervolgklassen moesten afgeschaft bij de komst van bet nieuwe schoolhoofd. Spr is daartegenover met anderen van ^bordeel, dat niot moet worden afgebroken,«toch behouden. De hoer Hngedoorn noemde het advios van len Di»triot8- schoolopziener onjuist; spr. moet daar tegen opkomen en herinneren, dat voor de 8 klussen er 7 onderwijzers van bijstand zyn. Het schoolgeld bedraagt 150 en dus wordt voor deze 10 leerlingen ontvangen f500- Om de enkele honderden gulaens welke de leerkracht kost, mogen deze klassen toch niet worden afgeschaft. Kr is gesproken over de Hoogere Burgerschool, doch dan moet spr. opmerken, dat do eiscben voor admissie tot die school niet steeds gelijk zijn geweest. Bovendien hoe velen bezwyken tusschentijds en bereiken nooit de hoogste klasse? Spr. kan niet in de toeko.nst lezen, doch ver trouwt dat, als het leerplan herzien is, de klassen beter bevolkt zullen worden. Do heer Gerritsen heeft mededeeling gedaan uit do notulen eener schoolvergadering. Spr. meent, dut hij daartoe mot liet recht heelt. De heer Gerritsen: Als lid der Commissie van Toezicht. Wethouder Celosse: De schoolverga dering neemt geen beslissing; wel brengt advies uit. Ook wil spr. verklaren, dut geen kunst en vliegwerk is te baat genomen voor de/e klassen. Spr. waardeert hcigeen do heeren Veis Heijn en rar. Heyligcrs aanvoerden, doch moot den heer Van Kuiken doen opmerken dat deze klassen niet kunnen beschouwd als opleidingskassen voor de Hoogero Burgerschool; de adspiranten zouden dan te oud zijn- De heer Hagedoorn verklaart, dnt als er een is, die hart btift voor goed ondtrwys, hij dut wel is. Spr. weneeht dan ook heel veel geld uit ie geven voor goed onderwijs, doch zou het bejammeren als gold werd uitgegeven dut niet ten volle beantwoordt aan zyn doel. Spr. noemt het een buitengewoon zwuk motief van den Wethouder van Onderwijs wuar deze do eischen voor d« toelating tot Hoogere Hurger- 8chool en Gymnasium zoo variant noemde- Voor de Hoogere Burgerschool zijn die beslist niet variant; wel kunnen er leeraren wezen, die iets meer exigent zyn, doch er was nimmer een voorbedachte wil om het examen te veranderen. Aun de Commissie van Toezicht, waarvan spr. Voorzitter is, is van wijziging in de eischen niets bekend. Spr. wil de 7e en de 8e klasse niot per se afschaffen, doch wil ze slechts behouden als er boter gebruik van wordt gemaakt. Wordt er een andore regeling ingevoerd, zooals do W. v. O. belooft, dan zal spr. gaarne meewerken om ze te behouden. De heer Gerritsen verzoekt voor de derde maal het woord en zegt, dat mr. Heyligers zich er over verbaasde dut spr. tegen deze vervolg klassen sprak. Spr. is stellig voorstander van goed onderwijs en heeft acte genomen van het Vcrichrikt koek K-ler in don hoogen spiegel. Alles was wel smaakvol eu octjrx, maar bet haalde toch niot by de luxn, die mi io do uitstalling dor mode- magazijnen wus tentoongespreid. Er kwam iets in baar op, iota als trots, Wunrom namou zulks zaken toch zoo'n grootu plaats in zyn lovon in 1 .Waarom lot je daar toch ovoral op, Hariy? £n boe weet jc dat alios?" .Dat is toch oók de dienst dor schoonheid." Zij zwueg. Zij begreep dat niet, maar het was baar {elukkig nog uiei iluHelijk, dat zijn en huargevoc- in niet ie vergelykeu waren, Omdat liet zUne slechts lette op het uiterlijk. Zwijgend bond zij zich den wjjdon IrineeriuaiiU-l om en trok do schildpadden Daalden uil den haarwrong. .Psyche", fluisterde by tcednr. Zy zag ziju mooi, gevoelvol gelaat boven zicb in den spiegel. Een zin uit zy» brit-veu viel baar in: „Eu als ik tot bedelaar werd, wat deert mij dat? Het zilver vau je haren is de schat, die voor my, voor mij alleen uil den heiuel viel. En als ik ten ouder moest gaan, en ik kon mein het laat-te oogen- bhk verbeelden au jou oogen te verzieken, dan was «erven, wc.hut." Maar van dozen dag hield iy zicb meer bezig met de inrichting van do kleine villa, die zij in bel stadje geen de W. v. O. toezegde. Mocht dit in vervulling gaan, dan zal spr. daartoe gaarne meewerken. Wethouder Celosse heeft den heer Hagedoorn hooren zeggen „met voorbedachten rade".' Spr. begrijpt dit niet juist. De heer Hagedoorn: Niet in dien zin. Wethouder Celosse neemt niets kwaads in bescherming. Spr. heeft het Gymnasium niot genoemd; daar is alles even flink*ingericht. De heer Hagedoorn zal even goed weten als spr., dat de eischen voor toolating tot do Hoogere Burgerschool wel nfwissolend zijn. Spr. verwijst Item overigons hiervoor nattr hot Hoofd dor Jongensschool. Dé lieer Hagedoorn antwoordt, dat. „voorbedachten rade" niets steeds duidt op iets kwaads; men kan wel dogelijk iets goeds doen met vooibedachten rade. Indien er iets aan de eischen is veranderd, dan is dat niet gebeurd mot voorbedachten rade, doch bij toeval, door een meer exigent lcoraar, doch nimmer meteen vooruit opgezet plan. De Voorzitter herinnert, dat het stand punt dat B. en W. innemen omtrent de 7c en de Se klasse is uitcongezet in hun rapport. Spr. is overtuigd, dat als die klassen nü/ worden afgeschaft, er alras verzoeken zuilen komen van dc middelstandors om ze weer in te stellen. Het. doet spr. leed te moeten opkomen tegen de uitlating van den vertroicken onderwijzer door den hoor Gerritsen, zij 't zonder kwade bedoeling, overgebracht. Spr. moet daar tegen protesteeren èn ter geruststelling van de ouders en tegenover den heer Van der Nagel, wien volen ook spr. zoo heel veel verplicht zyn. De heer Gerritsen: Ik zeide het niet niet het doel om iets onaangenaams te zeggen,} doch om de klassen te qunlifieeeren- Het tegen deel is ook nu niet aangetoond en bet beste bewijs voor spr. beweren is wel, dat ofschoon het Hoofd zooveel jaren bozig is geweest, deze klassen op te heften, zij toch niet voldoen. De Voorzitter antwoordt, er spijt van te hebben den heer Gerritsen niet eerder te hebben geïnterrumpeerd over de uitdrukking, die niet te pas kwam. Spr. sluit de disoussiën over dit gedeelte en opent die over het ambu- lantisme. De heer Gerritsen zegt, in het advies geen bevredigend antwoord to bobben op zijn vraag van 30 Januari. Spr. had althans oen statistiek verwacht van het aantal uren les, dat alle Hoof den gevennu geven sommigen wel, anderen geen les. Ilier blijkt de Arrondissements-schoolopziener niet op de hoogte- Waar deze op het adres der onderwijzers adviseert: „Intusschen ben ik meening, dat het bedoelde adres een wijdere strekking hooft, en dat het voor 'toogenblik een eerste schrede wensoht te doen op den weg, die leiden moot naar de hoofdelooze ofrepubli- keinsobe school, die, zooals bekend is, het eind doel is van het streven dor vereeniging, wnarvan adressant een nfdceling is" meent, spr. daarin sle-hts te moeten zien vuurwerk, dat beter ware weggelaten Spr. vraagt of B, en W. bereid zijn, een nader onderzoek in te stellen en /telt voor, dat B,en W. deze materie reglementeeren, zoodat Alle Hoofden verplicht zijn,les te geven. Wethouder Celosse kan kort zijn in zijn antwoord. Het zal niet mogelijk zijn, een statistiek over te leggen. De Arrondissements- sehoolopziener heeft net zoo juist gezegd, waar hij in zijn advies schreef„ik meen, dat men iets [ton minste elke maand <5<-n uur in iedere klasse les te geven] aan het Hoofd moot overlaten". Bovendien zullen de Hoofden geen annteekoning honden van hotgeen zo doen. Spr. kan zich begrijpen, dat de Districts-schoolopziener die zijn sporen op onderwijsgebied heeft ver diend, niet is teruggeschrikt voor den „Bond van Ned. onderwijzors". Wie het nooit zoo vor heeft kunnen brengen, dat hij aan het Hoofd eener suijuol stond, zal moeilijk kunnen oordeelen over de taak van een Hoofd. De haer Hagedoorn begrijpt niet waarom het Hoofd eener Lagere school niet, en het Hoofd der Hoogere Burgerschool wel les moet geven, v oor den laatsten gereglementeerd 14 uren, Welke bezwaren zijn er om, zij hot dan niet in een volledige klasse, het Hoofd der school aan te wijzen oin geregeld onderwijs te geven. De heer Gerritsen antwoordt den Wet houder van Onderwas, dat op enkele scholen de HooiVlen een groot aantel uren geven, terwijl op andere zij óf invallen óf geen lesgeven. Als er niet gereglementeerd wordt, '-rijgen we geen gehuurd hadden. Zy ging er 2elf beun, zone de werklui nun, richtte alles in en ordende alles, en acht dagen daarna kon zy stralend zeggen, dat alles in orde was. jlk kan zoo begrijpen, dat je naar jo schrijftafel verlangt, Harry." Zy tiud, toen zij terugkwam, beschreven blaadjes op do tafel in hei hotoi gevonden en .'mar geweten, dat eon beoije ouruetig was geweest, toon ze hem alleen liet, stelde zich gerust. „Jamuier, dal je weggaat," zei Ella 's avonds van don zelfden dag. Men was gemeenscnappelyk naar eon bergplateau geweest eu zat nu in den Kurgarten, „Met je man ben ik iu je atwezigheid op heel goeden voet Rekomou. Weet je al,dat hij oen gedichtgemaakt heeft op ruyn kleine voeijes?" Z\j strekte haar voetje naar voren, dat in een zeer elegant, violette schoentje stak, dat oy haar toilet paste. Broden, die met een bekende voor dc tafel op on neer liep, glimlachte haar toe. „Op zekeren middag was hy by mo, Hot was zoo vervelend, dat ik een boetje voor heiligen Petrus speelde. Ik uioet je zoggen, naar 2yn kus te oordoeleo, is hij een vroom geloovige." Esior zweeg. Dat waren dus do papioron geweest I „Je bent toch niet juloersch?" Ester keek huur nicht eerlyk in de oogen. „Ilt Zeker niet, Ella." „Ik benijd je eigenlijk om den tyd, waarin Broden naar je hand drong. Hemel, wat 2al die oen aanloop genomen hebben I" De jonge vrouw glimlachte stil om zich h jen. Du tijd, dat hij om haar geworven had I Nu ja, men kon hot zoo ook opvatten. Indero andere vrouw zou het zoo opgevat nehbuu. Zy zoiile nog steeds met don trol» der gelukkige liefde lot sich zelf: maar republikeinsche, doch houden eenanarchistische school. Spr. verzoekt dan ook toezegging van regletueuteering, opdat uitgemaakt worde, dat alle Hoofden al dan niet les 8ev®"' Met wat overleg u dat zoo gemakkrtnk to regelen. Spr. stelt zich voor dat 2 of 3 tijdelijke krachten voldoende zullen Hm om het Hoofd te vervangen in tyden van drukke administratie. Thans laat men hot over aan hot Hoofdjier school of hy al dan mot wil werken. Öpr. hoopt de royale verklaring tc ontvangen, dat enkele Hoofden geen les geven. De heer Veis Heyn moet don heer Ger ritsen opmerken welk motief de C. v. I. aan voerde tegen de afschaffing van het ambulan tisme. De heer Gerritsen sprak van ^andere scholen. Spr. moet opmerken, dut hot Hoofd der Katho- Hike echoof vrij is. Blijft das de Christelijke school waarvan spr. Bestuurthd ib; welnu, bet Bestuur dezer school is werkzaam, dit Hoofd óok vrij te krijgen. Do heer Gerritsen bedoelde niet de bij zondere scholen, doch de openbare aan twee waarvan de Hooiden veel les geven, Spr. bedoelt ook geen vaste klasse, doch zeer zeker een groot aantal lesuren aan de Hoofden op te dragen anders slappen deze beste onderwijskrachten af. De lieer Vols Heyn vraagt waar dan het geldelijk voordeel blijft en wat dan de vervangers moeten doen. Dc hoer Gerritsen zegt, dat de vervangers optreden als liet Hoofd veel administratief werk heeft. Het daarvoor besteede geld zal den kinderen ten voordeel komen. De beer Vele Heyn zegt .r de bijzondere school niet te hebben willen bijhalen, die te berde te hebben gebracht naar aanleiding van het „andere scholen" van den heer Gerritsen. Spr. meent overigens, dat een Hoofd veel tijd moet hebben, wil hy werkelijk zijn de leidsman der jonge leerkrachten. De heer Van Kalken meent, dat men een Hoofd eener Bchool werkelijk moet laten het Hoofd en men hem niet aan handen moet leggen, doch vertrouwen. Spr. acht het zeer verkeerd en zeer ongewenscht, voor te schrijvengij moet zoo en zooveol uren les geven. Wethouder Celosse zegt, dat het er zoo veel van afhangt van wie men zijn inlichtingen krijgt Spr. kan zich zoo begrijpen, dat een onderwijzer van bijstand die bet niet zoover heeft kunnen brengen als hij wel wilde, onbillijk en en scherp wordt in zijn oordeel over meerderen. Spr. volgt een anderen weg en vraagt op den man als hij meent, dat hij een grief heeft. Spr. acht het niet gewenscht, de Hoofden te binden en meent, dat men hen moet vrij laten om les te geven waar zij meenen, dnt dit nuttig en noodig is. De heer Hagedoorn heeft gespvoken van den Directeur der Hoogere Burgerschool, die 14 uren les moet geven. Wel, aan het hoofd eener H. B. S. kan iemand staan met een vrij beperkte bevoegdheidhet kan ook wezen, dat hij heeft een Secretaris, of een helper. De bevoegdheid van een Hoofd der school is een gansch andere en diens werkkring is oók heel anders. De heer Hagedoorn, voor de vierde maal het woord erlangend,wenscht er den W.v.O. attent op te make, dat nooit een Hoofd toezicht gaat houden om to zien of het onderwijs juist is; de onderwijzer heeft een brevet van een Byks-com- missie. Tiet Hoofd en de Directeur eener H. B. S. gaun zich slechts overtuigen of de wijze van ondorwijsgeven goed is. Zulk een Directeur heeft ook wel jonge leerkrachten, die weieens een wenk noodig hebben. Spr. ziet niet zooveel verschil tussc.hen beide Hoofden. De heer Gerritsen, voor de vierde maal hot woord erluugend, stelt voor de volgende Motie van ordo: De Raad, van oordeel dat het in het belang is van de kinderen, van de Hoof den zelve en van de Gemeente-finaticiën dat aan de Hoofden wordt opgedragen les te geven, ver zoekt B. en W. een dergelijk voorstel aan den Raad te doen". Dc heer Van Eek meent, dat de stemming over liet voorstel van B. en W. in zich sluit het govoclen over de motie. Mr. H e y 1 i g e r 8 vraagt splitsing der stem ming. Do Voorzitter brengt in stemming het voorstel van B. en W. om de 7e en de 8e klasse niet af te schaffen. Wordt aangenomen met algemeene stemmen. Dc Voorzitter brengt brengt in stemming het voorstel om afwijzend te beschikken op het adres der plaatselijke ufdeeling van den „Bond van Ned. onderwijzers" om te breken met het stelsel van ambulante Hoofden van scholen en, stl „Hedda beeft mij natuurlijk daarvan verteld. Op baar sohynt Breden maar weiDig indruk gemaakt te hebben, maar Hedda is tegenwoordig niet ten volle toerekenbaar. Belacnelijk, die ophemeling van haar man. Die goedige rhinoceros van oen Teichert komt zichzelf klaarblijkelijk komisch voor. Hy is de spot van de heele familie. Hedda was toch nog niet zoo oud, dat ze, alleen door do zaligheid van nu aan den man gebracht te zijn, zicb zoo moet aanstellen." Met de magere Hedda, die zoo spoedig een rooden neus kreeg en die zoo'n zorg ove- haar teint had, had er als vrouw een groote verandering plaatsgehad. Van het oogeublik dat Teichert haar man werd, was bij ook haar afgod. Zij zag zyn grove gestalte niet meer, noch de wrat, die zij vroeger zoo verschrik kelijk bud gevonden, en zyn manier van spreken, die licht plat werd als bij in vuur geraakte. Zy had alle critiek verloren. Hij was haar man en io haar oogen droeg hy een stralenkrans der volmaaktheid. Het was niet uit louter dankbaarheid, omdat lyj haar gehuwd on een zorgeloos bestaan verzekerd had, zij was van zijn voortrofl ijk heden zóo doordrougen, dal zij in het oog van anderen zich door haar voordureude geestdrift licht bespottelijk maakte. „Mijn mau zegt", „myn man meeüt", was de steeds weer herhaalde inleiding voor een gesprok. Van zichzelf meende en zei ze niets meer. Ester had haar met Bredeu te Frankfort een be- zouk gebracht. Daar Teichert in dezen tyd het druk had, kwam zy niet naar Wiesbaden, zelfs niet voor Ion iiainiddagju. „Zonder myn man? Maar dan heb ik tóch geen ploizier. Komen jullie liever eens; jo moot toch Kennis met Oom maken. Koui Zondag eten." Do Bredens kwamen, maar Harry verklaarde, toen te beginnen met aan het te benoemen Hoofd der Jongensschool, aan de Hoofden het géheele on derwijs in een vaste klasse op te dragen. Aangenomen met 13 tegen 2 stemmen, die van de beeren Gerritsen en Rolandus Hagedoorn Aun het eind dor openbare vergadering vraagt de beer Gerritsen onder den indruk van het noodlottig toeval, dat den dood van een korporaal der artillerie ver orzaakte, of B. en W. reeds muatregelen hebben genomen om herhaling van een dergelijk geval te voorkomen. Spr. komt onwillekeurig terug op den Soester- straatweg, waarover ieder zich doodschaamt, en zou gaarne toezegging van B. en W. hebben, dat zij niet zullen waohten tot de Gemeente- begrooting voor 1907 en, eer het kuif verdronken is, daar een politie-posthuis zullen vestigen waar van ieder de noodzakelijkheid erkent Zelfs H. M, de Koningin-Moeder is daar gecallangeerd door omwonenden. Een van spr. vrienden is er met rotte eieren geworpen. Het is een vrijge vochten geschiedenis. Spr. verzoek deze zaak in de eerstvolgende vergadering van B. en W. aanhangig te maken en niet nog weer een jaar te wachten, doch desnoods een auppletoire Begroo ting te maken. De Voorzitter dankt den heer Gerritsen) dal deze zijn interpellatie aankondigde, ten ge volge waarvan spr. ook aanstonds k^n ant woorden. w Met de H. IJ. S. M. zijn reeds onderhande lingen geopend om de afsluithekken te ver- hoogen. Onwaar zijn de berichten in de couranten, dat het ongeval zou zijn veroorzaakt door schreeuwende kinderen. Na afloop van de ver gadering zal spr., in gesloten vergadering, het omstandig rapport der politie meedeelen. De heer Gerritsen klaagde over den Soesterstraatweg, doch legde te gelijk een smet op de burgors, die daar wonen. Spr. heeft zelf meermalen op den Soesterweg gewandeld en nooit den minsten overlast ondervonden. Wel koert men zich tot automobielen en motorrij wielen die, niets en niemand ontziend, met de vaart van cüd sneltrein voorbij rennen. Eerst daags zal dan ook een Verordening worden in gediend in verband met de Motorwet. Wethouder Celosse meende het won- schelijk, dat de jeugd in de scholen er op werd gewezen, dat zij zich geen meester mag maken van do straat. Anderen mogen niet zijn eigen rechter. De Voorzitter vertrouwde, dat de Wet houder van onderwijs wel een auusohrij ving zou richten tot de Hoofden der scholen en deed toe zegging dut, zoodra de Burgemeester zal zijn teruggekeerd van verlof, met dezen zal worden geconfereerd over uitbreiding van politietoezicht. De heer Vols II e ij n achtte ditmaal de voor stelling door den heer Gerritsen gegeven volstrekt niet overdreven. Spr. is altijd blij als hij met zijn tilbury den Soesterstraatweg is gepasseerd. Nu reeds twee zijner paarden zijn daar zenuwachtig. Men gooit er niet alleen met stokken, maar ook met blik. Op de Langestraat ziet men agenten met de vleet, doch op den Soesterstraatweg ziet men er nouiteen. Spr. geeft vooral in overweging 's Woensdagmiddag eens te gaan kijken. De heer Gerritsen dankt den Voorzitter voor diens inlichtingen doch moet zeggen, dat deze de toestanden op den Soesterweg veel te rooskleurig voorstelde. Niet op burgers heeft spr. een smet geworpen, doch op kermisreizigers, scharenslijpers, enz. Spr. herinnert aan bet geval van de dume, die onlangs daar bijna blind werd gegooid. Op dezen grooten weg moet het verkeer niet onveilig zijn, anders komt Amersfoort in een kwaden reuk- De Raad ergaderde hierna een goed half uur in comité-generaal. Aanstaanden Dinsdag weer vergadering. KENNISGEVING. Schietoefeningen tot vorhoogiug van '8 Lands weerkracht. Ter voldoening aan do aanschrijving van het De partement vun Oorlog, zal gedurende de maanden Mei, Juni, Juli en Augustus, eliceo zaterdag van 12 tot oDgoveer 7 uur namiddag op de Leusderheide by Amersfoort gelegenheid zijn om zich te oefenen i:i hei Bchieten met geweer model '95, onder leiding van een officier van bet 5e Regiment infanterie te Amersfoort. Hieraan kunnen deelnomen le. Kndorreuorvisteu mot verlof2e. Miliciens inet verlof; 3e. Alle mannelykeingezetenen uit Amersfoort en omliggende Gemeenten van 16 tot30jarigen leeftijd, zy nauwelijks bet buis verlaten hadden„nooit meer." Zijn zenuwen waren tegen die teederbeid niet be stand, hoe goed de wyn ook geweest was. „En dan eisch ik van een vrouw, dat ze weet hoe zich le gedragen, zelfs in een kleinen familiekring. Heel de stryd om beschaving en vrijheid isimmew een stryd om den keizer zyn baard, wanneer jullie telkens weer bewijzen, dat iedere ezel een Titania gelukkig kan maken, zelle onder tooverdrank." Ester verdedigde Hedda, maar niot met geheel haar hart. Zij dacht aan dokter Helmers, aan den nacht vóór Ella's bruiloft en san het snikken dat zoo hart verscheurend uit bet smalle bed nanst het hare had geklonken. En de mooier geworden, bloeiende vrouw stond baar voor den geest, die zich over haar mon beenboog om hem te kussen. Maar hoe verschillend waren toch de wegen van het hartl Ook nu weer tegenover Ella nam zy de party van de aangeklaagde op. Hedda verwachtte een baby en een overmatige liefde voor baar man was daarvan do vaak natuurlijke terugslag. Ella trok het aardige neusje op. Plotseling schaamde zij zich voor Ester. Als meisjes hadden zy heel veel van elkaar gehouden. Zy wilde zich rechtvaardigen en daarom zeide ze op een heel onderen toon „Niet waar, Ester, jo houdt me voor erg lichtzinnig?" „Ja", zei Ester eerlijk. „Ik geloof, dal jou het huwelijk nog slechter ia bekomen dan de beBpotte Hedda." „En tocb was 't bjj ons beiden hetzelfde geval, alleen, dat bet by uiy niet zoo goed gelukt ia." (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 2