verhuizing- No. 7193. 55e Jaargang MUZIKALE BLOEMLËZÏIT Feuilleton. Leemen voeten, Marktprijzen. Advertentiën. E. J. RUITENBERG, VERHUISD; FIRMA A. H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt DinsdagDonderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. iranco per post f 1.45. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale- oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent.Reclames 15 regels/14.25;eikeregel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9* Postbus 9. Telephoon 19. Bij dit nummer behoort een BIJVOEGSEL. BELEEFD VERZOEK ons kennis te willen geven van opdat de courant zonder stoornis kunne wor den bezorgd en niet in het oude buis in de bus blgve liggen. De uitgevers. Heden verzenden wij aan de daarop ge- abonneerden aflevering 15 van den Vierden jaargang van onze premie »De Muzikale B1 o e m 1 e z i n g". Deze aflevering bevat, behalve de gewone »Wenken van een ouden muziekmeester" kunstenaars-biographieën en berichten, bene vens zeer lezenswaardige mededeelingen op muzikaal gebied, de volgende muziekstukken: 1. Maienliebe, voor piano, door Theod. Oesten2. Marsch aus »Josua'", door G. F. Handel3. Elslein, steh' auf, voor piano en zang, door O. Dorn. De sMuzikaie Bloemlezing" kost voor de abonné's op ons blad slechts 60 cent per kwartaal, voor welk luttel bedrag men in de drie maanden 6 afleveringen met 20 a 25 muziekstukken ontvangt. KENNISGEVINGEN. Onderzoek van Verlofgangers. BUBGEMEESTEP. en WETHOUDERS der Ge meente AMERSFOORT, Gelet op de artt. 125—131 der Militiewet 1901 (Staatsblad No. 212 van 1901, No. 293 van 1903), en op art. 99 van het Koninklijk besluit vau 2 December 1901 (Staatsblad No. 230), zooals dat artikel isasngevuld bij het Koninklijk besluit van 17 October 1904 (Staatsblad No. 234), o.a. bepalende dat het onderzoek van de verlofgangers der Militie te land, vermeld in art. 125 der Wet, eenmaal 'sjaars in de maand Juni geschiedt dat aan dat onderzoek in bet jaar, waarin het zou moeten plaats hebben, niet wordt deelgenomen door verlofgangers, die in dat jaar vóór bet voor het onder zoek bepaalde tiditip uit anderen hoofde dan krachtens art. 124 of art. 131 der Wet onder de wapenen zijn geweest, of die bestemd zyn om iu dat jaar krachtens art. 109 of art. 111 der Wet ooder de wapenen of 26.) Bij het middagmaal kwam Ester nog eens terug op al die bijzonderheden. vDe trots van deze lieden op en bun verknocht heid aan een zoo oud geslacht is toch wel te be grijpen en ik kAu me ook heel goed voorstellen boe ver de afstammelingen vau die geslachten zelf ver wijderd stoau van de meeste vragen van den dag, niettegenstaande alle gelijkstelling. Denk maar eens na, Harry, hoe jij je zoudt gevoelen, wanneer je van kind af in die groote hal had gespeeld en al het land, dat je uit den toreu zieu kon, vroeger u an jou had behoord." „Dat is nooit zoo geweest, Ester. Zèo groot waren deze Staatjes niet. Je hebt bet geboord, zes mijlen verder begon al weer een ander Kijkje". „Uw denkbeelden verrassen mij, movrouw", wierp ru Wilke cr tusschen. „Ik dacht, dat u eeu mede- arbeidster van uw man was. Diens inzichten zijn echter over 't algemeen niet zoo conservatief als de „Mijn vrouw komt van het land. Daardoor heeft zy zoo nu en dan, niettegenstaande haar liefdevoor het volk, nog conservatieve neigingen te overwinnen.' „l'eterswalde i* eerst sedert drie geslachten in onze familiemaar ik erken, dat het my zwaar zou vallen, net in andere handen te zien overgaan, alhoewel het ons bijna niets meer opbrengt, Maar juist om dat ik van het land kom, houd ik van het volk. De stedeling kont alleen de fabrieksarbeiders; van die weet ijc niets af. Ik denk altijd, dat zij zeer on gelukkig moeten zijn; maar de landbouwers zijn zeer gelukkig." „U verbaast mij werkelijk, mevrouw. Uw huwelijk is een bovenaardeohe harmonieu leeft Blechts voor elkaar, in een plaatsje, dat u zelf een uithoek van de wereld noemt en waar de witte sluier van een dichterlijk slotsprookje over inderdaad onmogelijke in werkelijken dienst te worden geroepen; dat aan het onderzoek evenmin wordt deelgenomen door verlofgangers, die in het jaar, waarin het onder zoek zou moeten plaats hebben, bestemd zijn tol het ingevolge art. 3 der Wet van 24 Juni 1901 (Staatsblad No 153) by de landweer volbrengen van een verlengden militiediensttijd, ot om iogevolge art. 134 der Militiewet 1901 naar de landweer over te gaan dat voorts ingelijfden by dfc militie, die krachtens art. 113 der wet van den werkelijken dienst zijn ontheven, of aan wie krachtens art. 114 der wet uitstel van eerste oefening of van verblijf onder do wapenen is verleend, gedurende den tijd, det zij in het genot zijn van de ontheffing of van het uitstel niet aan het onderzoek onderworpen zijn Gezien de aanschrijving van den heer Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht van den 20 April 1906, No. 706, N. M. eu 8. (Provinciaalblad No. 73) Brengen bij deze ter kennis der belanghebbenden, dat bet onderzoek van de verlofgangers der Militie te land voor zoover zjj in verband met het boven staande daartoe verplicht zijn en met uitzondering van hen, aan wie vergunning is verleend, het onder zoek in de maand November of December a. s. te ondergaan en voorts van heu, die by de hun ver leende toestemming tot verblijf in het buitenland van deelneming aau het onderzoek zijn vrijgesteld door den heer Militie-Commissaris zal gehouden worden op bet terrein der Infanterie-kazernes alhier op Maandag 18 Juni a.s, des voormiddags te 9'/» uren, de lichtingen 1899 en 1900 en vroegere lich tingen; op Dinsdag 19 Juni a.s., des voormiddags te 93/» ureu> de lichtingen 1901 en 1902; op Woensdag 20 Juni aanstaande, des voormiddags 91/» uur, de lichtingen 1903, 1904 en 1905 dat de verlofganger by dat onderzoek verplicht is te verschijnen in uniform gekleed en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zyn zakboekje en van zyn verlofpas dat een arrest van twee tot zes dagen, te onder gaan in de naaslby gelegen provoost, of het naastbij zynde huis van bewaring, door den Militie-Commissaris kan worden opgelegd aan den verlofganger 1. die zonder geldige redenen niet bij het onder zoek verschijnt 2. die, daarbij verschenen zyndo, zonder geldige redenen niet voorzien is van de hierboven vermelde voorwerpen 3. wiens klceding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden; 4. die kleediog- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont; en voorts dat gedurende den tijd, dien het in art. 125 der wet bedoelde onderzoek duurt en in bet algemeen, wanneer zij in uniform zyn gekleed, de manschappen der Militie te land worden geaebt onder do wapenen te zijn en mitsdien op hen van toepassing zijn het Crimineel Wetboek en het Regle ment van Krijgstucht voor het krijgsvolk te lande. Wordende overigens den verlofgangers uitdrukke lijk bekeud gemaakt, dat zij zich in geen geval kunnen beroepen op het niet-ontvangen eener bij zondere oproeping, maar dat deze kennisgeving, welke uitsluitend dient als rechtsgeldig bewijs, dat toestanden van den tegenwoordigen tijd wuait en uw inzichten, de innigste band tusscben u, zooals ik dacbt, moeten uw geestelijke vereeniging in twee deelen splitsen, die vyandig tegenover elkaar staan." BreJen bad het verbazend diuk met zijn asperges. Ester keek den gast vragend aan en ze'de eindelij k „Mijn man wil toch heel zijn leven wyden aan bet geluk zijner medemenscben hoe zouuen onze ideën dan zöo kunnen uiteenloopen Of begrijpt u hem verkeerd en schrijftu hem soms sociaal-democratische neigiugen toe? Het kan zijn, dat zjjo droomen te mooi zijn om nu reeds tot vervulhog te komen; maar in ieder geval zyn zij edel en groot." „Dus u helpt hem bij zyn brochure over de eischen van den boereuarbeider?" Ester werd gloeiend rood. In waarheid had Breden nooit met haar over de bijzonderheden van zyn werk gesproken, doch altijd er om heen gepraat wanneer zij wat dieper op zyn levensplannen wilde iDgaan. Tot nog toe had de liefde altijd het laatste woord gesproken. Als een schaduw ging haar dit door de ziel. Hoe zou het zyn. indien hjj slechts met groote woorden speelde, geen vaste plannen had, geen vasten wil en zich aan utopieën overgaf? Wat Wilke daar zei, dat bij schreef over de eischen der boerenarbei ders, was totaal oumogelyk. Zij wist immers, dat hy van de toostandeu op het land geen begrip had. Te Peterswalde bad alles hem de bewoudering va den vreemdeling afgedwongen. Hij was stadsbewoner in merg en beeo, een wereld burger, die misschien beter kon oordeelon over het leven der zwavelarbeiders op Sicilië, dan over de werklui in Saksen, want met die arme drommels had hy uit menschelyke belangstelling wellicht meer dan eens gesproken en hun een paar lire-gegeven. Ester was echter zoo eerlijk om iederen arbeid waar aan de uoodige voorafgaande studie, de eenvoudigste bekeudheid met de toestanden ontbrak, slechts prul werk te noemen. Hoe ook, zij was te fijngevoelig om op dit onder werp met dezen vreemde vorder door te gaan en zy bracht het gesprek ;op iets anders. Het bezoek verliep over liet algemeen niet zeer aangenaam zelfs scbeou later in Breden's studeerkamer tusschen de heeron oneenigheid te ontstaan. Toen Wilke zich by het afscheid nemen over Eater's hand boog, zeide hy niets van terug te zullen komen en niemand noodigde de oproeping behoorlijk is geschied, hen bij niet verschijning in verzuim stelt. Amersfoort, 2 Mei 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, E. L. VISSER. Weth., L. B. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. BURGEMEESTER eu WETHOUDERS der Ge meente AMERSFOORT, brengen ter algemeene kennis, dat bij bun besluit van heden, ingevolge art. 8 der HINDERWET, aau D. JUFFER, wonende alhier, vergunning is verleend tot de oprichting van oen bakkerij in het perceel Arnhemscheweg, kadastraal bekend Gemeente Amers foort, Sectie B. No. 3137. Amersfoort, 3 Mei 1906. Burgemeester en Weihouders voornoemd, De Burgemeester, E. L. VISSER. Weth., Loco-Burg. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS FOORT, brengt, ter voldoening aan de aanschrijving opge nomen in net Provinciaal Blad vdn Utrecht, no. 77 dezes jaars, ter kennis van belanghebbenden, dat in de Gemeente Zegveld een geval van MILTVUUR is voorgekomen. Amersfoort, 4 Mei 1906. De Burgemeester voornoemd. WUIJTIERS. Amersfoort, Vrijdag 4 Mei 1906. Appelen f0.a f0.Peren f0.a f0.— Zandat-i'dappelen f2.20 k f2.60 Hoen- dereiereD f 3.30 a f3.60 per 100 stuks. Boter f 1.10 a fl.20 p. k. Margarine f0.— afO. Kippen f 1.10 a fl.50 Kuike.is f0.—afO.— Piepkuikens f0.00 a f 1.20 Ganzen f0.a f0.— Eenden fl.a 11.30 Hazen f0.a f0. Wilde konijnen f0.a f0.Tamme konij nen f0.80 a f 1.20 p. st. Duiven f0.60 a f0.70p. paar. Vette varkens f0.a f0.— Magere varkens f0.a f0.Zeugen f50 a f70. Biggen f 10 a f 15. Aangevoerd waren ongeveerheet. Appelen, heet. Peren, heel. Klei- aardappelen, 30 Heet. Zandaardappelen. 120000 st. Hoendereieren, 1200 Kilo Boter Vette varkens, 10 Magere varkens, Var kens voor exportslagerijen, 400 Biggen en 15 Zeugen. er hem toe uit. „Dat was geen aangenaam menscb, Harry. Waarom heb je hem juist uitgezocht?" „Uitgezocht? Als of ik wat uit te kiezen had! Ik kom daar in een vreemde stad, zonder naam, zonder relaties, slechts met een vol hart, in een kring waar ieder meent den sieeu der wijzen in zijn zak te hebben. Men wordt met een ironisch zwijgen aangehoord, zoodra men een meening uit, die ver schilt van hun opvattingen. En men wil zoo gaarne eens zijn meening zeggen, want natuurlijk neeft zich langzamerhand alles in ons bart opgehoopt. Nu, dan ueemt men den eersten den besten voor lief. Ja, met den eersten den besten! Dat was juist deze Wilke." Hy was erg opgewonden. Zy dacht een oogenblik na; toen zei zij schuchter: „Hadtje niet met rhy over heel wat zaken kunnen spresen? Al was het maar om je zelf eens duidelijk uit te spreken. Daarvoor is het eeu goéd middel. Ik wist in 't geheel niet, datje nadacht over land bouwzaken. Ik zou je daarover werkelijk heel wat kunnen vertellen. Ik ben immers op het land op gegroeid en grootma is uit een oude landbouwersfami lie en zij bestuurt nu al dertig jaar lang heel alleen de bezitting." „Heoft doctor Wilke den lust in je opgewekt, in mijn werk te gaan knoeien?" Zy was gekwetst door zjju toon, maar zy hield zich in. „Mag ik morgen by je komen, als je aan het werk bent?" Hy deed zich geweld aan, niet onvriendelijk te zyn. „Je weet toch, dat ik eerst moet ziften en myn aunteekeningen bij elkaar zoeken? Als ik laterop iets stoot, waarover jij kunt oordeelen, dan zal ik je roepen. Maar jullie landedellui bekijkt alles door je eigen bril, wanneer er sprake is over de nooden van het volk." Zij hield niet van zulke holle woorden, waarachter de onkunde en de onzekerheid zich zoo gaarne ver bergen. Zy werd bedroefd. Neeu, het deed geen goed aan bun jong huwelijk, als er zich vreemden in mengden. Eenige dagen later, het kleine voorval nas al weeT PREDIKBEURTEN op Zondag 6 Mei Evang. Lutb. Ketk. Voorm. 10 uur, ds. De Meijere Reraonstrantsche kerk. Voorm. 91/s uur godsdienstoefening voor jongelieden van 9 tot 14 jaar. 11 uur godsdienstoefening voor de gemeente. Doopsgezinde Kring. Voorm. I0y. uur, ds. T. Kielstra. Geretorm. kerk (Langegracht) Voorm. 10 uur, ds. Douner. 's Avonds 51/2 uur, ds. Donner. Gereform. kerk (ZuidsingeL Voorm. 10 uur, ds. Teerink. 's Avonds 5l/2 uur, ds. Teerink. Vrije Gereform. Gemeente. Voorm. 9V2 uur, de heer Barth, vau 's-Gra- vendeel. 's Avonds 5 uur, de heer Barth. V Hiermede betuigen wij onzen DANK voor de vele bewijzen van belangstelling, bij de geboorte van onzen Zoon ondervonden. A. J. van ZALINGEN H. van ZALINGEN— Wolbers. Amersfoort, 5 Mei 1906. Makelaar, WEVERSSINGEL 11. Huren en verhuren van huizen. E. P. J. SMITH, architect van LANGESTRAAT 65 naar Soesterdwarsstraat 1. vergelen, liepou ze door 1 j bosschen te dwalen en verzamelde Ester de eerste aardbeien in een klein mandje. De rijpste Btonden in eeu droge sloot langs den weg, waar de zon het warmst had geschenen. Terwijl ze met hun beidjes daar zoo ijverig aan het zoeken waren, reden hun plotseling een paar rij tuigen voorbij. In het eerste, dat door prachtige paarden werd getrokken, zat een voornaam uitziend paar op leef tijd in het tweede, eenvoudiger rijtuig zat een man met het gladgeschoren, onbeweeglijk gelaat van den kamerdienaar, terwijl de dame naast hem, waar schijnlijk de kamenier, er veel mooier aangekleed uitzag dan haar meesteres. Een rijtuig met koflera volgde. De paarden draafden er iu9tig op Iob, zoodat de rijtuigen in stofwolken gehuld waren. „Dat was de vorstelijke familie. Die hebben ons 6ok in een mooi eostuuin gezien Ester bukte zich alweer naar de aardbeien. „Wat hindert dat? Maar kijk eens, Harry, wat een stof ze in ons mandje brengen Er werd nog heel wat meer stof op den straatweg opgejaagd, waarop anders de breedgehoornde ossen zoo vreedzaam de lange boerenwagens voorttrokken □aar de weiden waar bet hooi lag, of de vrachtkar ren, waarmedu een soort goederenhandel gedreven werd met de dorpen in den omtrek. De Prinses en haar kleine familie kwam uit Cannes met een bonne, een min en een kamenier, tegen wier Parysche chio de kamenier van de oude gravin niet op kon, zooals jutlrouw Amanda van achter haar fuchia's met ge noegen opmerkte. Ook gravin Mechtild kwam uit het nabij gelegen stadje, waar zij verblyf hield ter wijl haar echtgenoot dienstreizen deed eu nu en dan kletterde tel Is een cavaleriesabel over het plaveisel vau het plaatsje, alhoewel de jonge Graven en hun vrienden meest in civiel kwamen. Zy bleveD steeds slechts een paar dagen en het was niets ongewoons meer, wagengeratel te hooren en een stofwolk op den straatweg te zien. Het gras en de madeliefjes om de oude kanonnen waren afgemaaid en de kin deren van prinses Hildegard speelden daar en spra ken Fransch en herinnerden er elkaar aan, niet te vergeten, dat de oude grootmama steeds een Duit- schen morgengroet van nen verlangde. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1