Zaterdag 16
1906.
No. 7210.
55e Jaargang
Feuilleton.
Leemen voeten.
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post f 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-
oflicieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht, en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT9
Postbus 9. Telephoon 19.
Wie met ingang van 1
Juli zich op deze cou
rant wenscht te abon-
neereu, ontvangt de
nog in JUNI verschij
nende nummers kosteloos.
KENNISGEVINGEN.
Aangifte van verhuizing binnen
de Gemeente
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT,
Overwegende, dat de bepalingen der door den
Gemeenteraad den 20 Mei 18G2 vastgestelde Ver
ordening regelenden de verplichting tot liet doen
van aangifte van verhuizingen binnen de Gemeente,
niet behoorlijk worden nageleefd
Herinneren den ingezetenen de op hen rustende
verplichting tot bet doen van aangifte van verhulziging
binnen dt Gemeente en brengen daartoe bij deze te
huDner kennis de bepaliugen van gezegde Veror
dening, welke luiden ale volgt
1. De hoofden van huisgezinnen, of afzonderlijk
levende personen, binnen de Gemeente van woning
veranderende, zijn verplicht daarvan binnen éen
maand ten Raad huize aan den Ambtenaar, belaBt
met het byhoudea van het Bevolkings-regieter
aangifte te doen.
2. Zij die bet voornemen hebben te kenuen ge
geven om de Gemeente te verlateu, en dientenge
volge een getuigschrift vau veranderiug vau werke
lijke woouplaats hebben ontvangen, zijn verplicht,
indien zij van dit voornemen afzien, daarvan ter
plaatse en aan den Ambtenaar, in art. 1 vermeld,
binnen éen maand na de dagteekening van het
afgegeven getuigschrift, kennis te geven.
3. De overtreding van elke der bepalingen van
deze verordening wordt gestraft met een geldboete
van ten hoogst reven gulden.
Gedaau te Amersfoort den 14 Juni 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIER8.
De Secretaris,
J. G. STEN FE KT KROESE.
Aaugifte van Vertrek uit en van Vestiging
in de Gemeente.
I)e BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT.
Gelet op het Koninklijk besluit van den 2/sten
Juli 1887 (Saatablad No. 141) regelende de verplich
ting der ingezetenen tot het doen van aangift# voor
de Bsvolktngsregisters.
Herinneren den ingezeten de op hen rustende
verplichting tot het doen van aangifte van vertrek
uit en van vestiging in de Gemeente, en brengen
daartoe bij deze te hunner kennis de bepalingen van
Ester zat naast het wiegje, waarin haar klein meisje
sliep. Het stond dicbtbjj de kachel, ofschoon hetin
da kamer heel warm was. Er was nog een dichte
sluier over gespreid en 't kindje zelf was in watten
gewikkeld. Het was een armzalig wurmpje, zóo
leelijk, dat bet hart der moeder telkens ineenkromp,
als zg bet uit de watten haalde om bet te baden.
De voeding vereiaotne ontzaglijke moeite en de nach-
ton waren slapelooh.
Zjj zat daar, iueengedoken, de schaduw vsn wat
ze vroeger was. Haar oogen waren onafgewend op
den dichten sluier gericht, die verborg, wat haar
eigenlijk tot vertwijfeling had moeten breueen maar
toen het dienstmeisje binnenkwam en zjj 't hoofd
omwendde, stond er in dieoogen uiets te lezen. Zjj
waren ledig. Het lioht erin was uitgeblusoht. Met
dien doodsohen blik was ook de laatste schoonheid
van Ester verdwenen.
Het meisje had haar een briefgebraoht en was toen
weer de kamer uitgegaan. Ester wendde zelfs het
hoofd niet naar de witte enveloppe.
Alles, wat van buiten kwam, was haar onverschil
lig. De klagende stem van het kind wekte haar uit
haar overpeinzing. Toen zij het weder gesust en met
veel moeite het dunne voedsel ingegeven bad, dat
het zwakke maagje alleen kon verdragen, gipg zjj
naar het venster om de scherpe Januarizon buiten
te sluiten. Daarbij viel haar de brief weer in 't oog;
zjj nam hem op en las hem.
Hij was van Ella, een paar dicht beschreven vel
letjes, het eerste uitvoerige berioht na de geboorte
van haar kind.
Jou naam hebben wij haar tooh gegeven,
gezegd Koninklijk besluit welke luiden als volgt
1. Zij die op den dag der volkstelling in den
vreemde of in een der koloniën of overzeeache be
zittingen van bet Rijk hebben vertoefd, geven
binnen éen maand na bun terugkomst biervan
keunis aan liet Gemeentebestuur
Zij die bij die telling zijn overgeslagen, geven
binnen éen maand na den dag voor elke telling
bepaald, van dit verzuim kennis aan het Bestuur
hunner werkelyze woonplaats. Voor de leden van
huisgezinnen rust de verplichting tot kennisgeving
op het hoofd vau elk huisgezin.
2. Zij die uit een Nederlandsen kolonie, een
overzeeache bezitting'of uil deu vreemde hun woon-
K'aats overbrengen io een Gemeente binnen bet
ijk, doen hiervan een verklaring aan het Gemeen
tebestuur, vergezeld van het gebruikelijke getuig
schrift voor hen die uit de koloniën of bezittingen,
van een paspoort of reis- en verbljjfpas of andere
do r de politie deugdelijk erkende bewijsstukken
voor hen die uit den vreemde komen.
Deze verklaring geschiedt binnen éen maand na
hun aankomst in de GemeeDte.
3. De kennisgeving in de twee vorige punten
vermeld, gaat vergezeld van de noodige opgaven om
in de Bevolkingsregisters te worden ingeschreven.
4. Zjj die bun werkelijke woonplaats binnen het
Rjjk verlaten om die over te brengen naar een Ne-
derlandsche kolonie, een overzeescht bezitting of naar
den vreemde, doen hiervan een verklaring aan het
Bestuur der Gemeente, welke zjj verlaten.
5. Zy die hun werkelijke woonplaats uit een Ge
meente van het Rijk naar een andere Gemeente
overbrengen, doen biervan een verklaring aan het
Bestuur der Gemeente die zij verlaten en waar zjj in
het Bevolkingsregister zjjn ingesohreven met opgaaf
der Gemeente, waar zij wenachen zioh to vestigen.
Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift van ver
andering van werkelijke woonplaats.
6. Ter plaatse waar zjj hun werkelijke woonplaats
overbrengen, doen zij uiterlijk binnen éen maand
na hun aankomst een verklariug aan het Gemeente
bestuur, met overlegging van het getuigschrift, in
het vorig artikel vermeld.
7. Elk hoofd van een huisgezin geeft uiterljjk
binnen éen maand kennis aan het Gemeentebestuur
van ieder lid dal in bet huisgezin wordt opgenomen
of daaruit gaat, inwonende dienBt- en werkboden
daaronder begrepen. Omtrent die kennisgeving geldt
het bij sub 3 bepaalde.
I De zelfde kennisgeving geschiedt door afzonderlijk
levende personen, wanneer zij andere personen in
hun huisgezin opnemen.
Bestuurders van Instellingen, gestichten en inrich-
1 tingen, niet staande onder het bestuur of toezicht
van het openbaar gezag, waar personen ondereenig
Bestuur samenwouen, geven maandelijks aan het
J Gemeentebestuur kennis van alle personen, die in
I de samenwoning zijn opgenomen ot daarvan zijn uit
getreden.
I De verplichting vervalt, wanneer langs een anderen
weg de vereisebte kennisgeving voor het Bevolkings-
regieter gedaan is.
6. Onverminderd de bovenstaande voorschriften
ia een ieder, door het Gemeentebestuur daartoe op
geroepen, verplicht tot het doen der opgaven, die
vereischt worden om de Bevolkingsregisters in te
vullen.
Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met
hechtenis van ten boogste veertien dagen oi geld.
boete van ten hoogste honderd gulden.
Gedaan te Amersfoort, den 14 Juni 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Bus neester,
WUIJllERS.
De 8ecretaris
J. G. STENFERT KROESE.
Frederik en ik, óok al kon je niet bij den doop
komen. Ik hoop van ganseher harte, dal wij 'tdaar
mede ook een stuk van jezelf gegeven hebben. Fre
derik, die je niet zoo precies kent, wil wel-is-waar,
dat zjj in alles mijn evenbeeld zal wordeh, met de
veelbtjteekende beperking: zooals ik nu beu. Begrijp
je, liefste? Laat ik je mededeelen, dat bet laatste
modeblad drie dagen onopeugesneden op mjjn schrijf
tafel heeft gelegen. Ja, ik droeg zelfs op een bal,
verledeu week, een toilet van bet vorige seizoen. Als
ik niettegenstaande dat toch de mooiste was, zooals
mjjn jjdeie echtvriend beweerde, moest ik eigenlij k
nog veel trotacher zjjn dan vroeger.
„Ik ben gelukkig, Ester. Ik scbrjjf het trotscbe
woord ueer, wat men ook van den afgunst der goden
mag zeggen. Ja, ik ben zelfs zeker van mjjn getluk,
want er liggen droeve tijden achter odb. Ik heb oen
veel moeten kwijtschelden en kon het je nauwelykB
vergeven, dat je me daartoe bebt overgehaald. Jij,
die in hetzelfde geval onverbiddelijk geweest zoudt zjjn
en die nu op mij het leeljjke gezegde scheen toe te
passen: „Ja, boertje, dat is heel wat anders!" En
tooh beu ik nu geheel van jou meening en onder
schrijf volkomen jou stelregelnooit zou ik nu Frits
weer kunnen vergeven, want nu bemin ik hem
eu weet, dat hij mij ook liefheeft. Dat beslist
alles. Hoe dom, zich met zoo'n paar hofm-kers te
vreden te stellen Dan heeft men eigenlijk geen troost
noodig. Nu zou niets mjj kunnen troosten, zelfs het
kind niet. Ik wensohu», dat je die rozige lieveling
eens kon zien. Maar waarom ook Ook dat heb je
nu allemaal zelf ondervonden.
„Klinkt deze brief niet een beetje naar de lof
zangen van Hedda? Mjjn man, mjjn kindl Ook
tante Ritter, die nu met Li bier is, stemt met mjj
in. Maar neeD, by de jjdeie Ella blijft steeds een
groot brok eigenliefde hangen. Zjj verdwijnt nooit
achlor deze twee grootheden, maar zjj bljjfc, om het
maar eens afgezaagd uit te drukken, de p&arl iu
het goud. En wat dat betreft, ik zal ook nooit meer
met Hedda spotten. Wy zjjn groote vriendinnen en
hoeveel opvoedingsvoorschriften ik in het komende
jaar wel niet van haar kiaderkamerwjjaheid zal op-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
brengen ter kennis, van de ingezetenen, dat een
aanvang is gemaakt met de controle dor Bevolking
dezer Gemeente en noodigen een ieder uit, van alle
veranderingen, in het gezin voorgevallen, onverwijld
kennis te goven aan het Bureau Bevolkiug, ten Raad-
huize, alsmede aan den ambtenaar belast mei de
controle, ter voorkoming van de bjj de wet bepaalde
straffen.
Amersfoort, 13 Juni 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUUTIER8.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROES».
Het geluk van het kind.
(INGEZONDEN.)
Gezondheid, opgewektheid en levenslust!
Ziedaar de onmisbare factoren voor het geluk
yan het kind.
Weinig is er noodig om het gezonde kind
levenlust en opgewektheid te verschaffen.
Moeilijk, maar uiterst dankbaar is de taak
q de kwijnende, zwakke jeugd in deze voor
rechten te aoen deelen.
Ginds klautert, joelend en zingend een vroo-
lijke kinderschaar op een duintop. Straks, onder
gezelligen kont, graven de kleinen kuilen en
gangen op het strand, die in hun'jeudige ver
beeldingskracht zioh vormen tot meren en kanalen
of werpen zij dammen op tegen de branding
golfjes, verdedigend elk plekje gronds met de
taaie volharding van bet Hollandsche volk.
De zon, op 't hoogst gestegen, teokent het mid
daguur. Het vooruitzicht van het heerlijk maal
maakt het scheiden van de gewrochte schatten
gemakkelijk.
Even later zien we hen terug in het Koloniehuisj;
aan elke tafel een hongerig troepje met een ge
leidster aan 't hoofd drie kleine gezinnen in
éen groot vertrek,
Na het eten gaan allen ter rust- Daarna beginnen
spel en zang opnieuw, om eerst te eindigen als
de avond allen naar bed wenkt. Het avondmaal
besluit oen heerlijken dag, die wordt gevolgd door
ongeetoorden, zegenrijken slaap.
Voor elk, die iets gevoelt voor het kind, die
bewogen is met het lot van het zwakke kind,
is het een genot de Gezondheidskolonie van nabij
te beschouwen. Wie sleohts eens met die kolo
nies mag kennis maken, gevoelt dadelijk de on
schatbare waarde dezer hoogst sympathieke in
stellingen.
doen, is nog iet uitgemaakt. Haar jongen groeit
prachtig Grappig, Teichert als teeder vader te zien.
De kleine legt dikwijls ouderzoekend zijn wijsvin
gertje op den wang naast den vaderlijken neus.
Dat heeft wonderen verrichthet schoon heidsge-
brek is door de operatie verdwenen. Maar Hedda
meent, dat zij bet zelfs niet eens gemerkt heeft.
Liefde maakt blind.
„En jjj, Ester? Ik stel me je voor, hoe je dezen
brief leest, natuurlijk in de kamer, waarvan wij
vrouwen de lucht verkiezen boven die van de
Rivierra. Jjj hebt gelijk gehad; jij alleen van ons
drieën. Herinner jy je nog den avond vóór mjjn
bruiloft? Hedda en ik hebben eerst moeten leeren,
wat jjj reeds van 't begin wist: alleen de liefde
maakt gelukkig!"
Ester legde den brief weg. Hjj was nog niet ten
einde, maar de letters dansten haar voor de oogen.
By slot van rekening was het haar ook totaal on
verschillig, hoe Ella en Hedda hun leven leefden.
•.Toen men Breden het kind had laten zien, was
hy geschrokken. Leefde dat en zou dat blijven le
ven? Sedert had hij de kinderkamer nauwelijks
betredenEster werd altijd onrustig, als hij kwam.
Een verklaring was bjj haar geheel uitgesloten. Zjj
soheen dio ook niet te verlangen. Olla's brief, dien
bjj op zjjn schrijftafel gevonden had, deed hem
vermoeden, dat zij hem had nagegaan. De twintig
gulden had hij zelfs niet gemist. Het was tèoh ge
leend geld en daar is men dubbel lichtzinnig mede.
Als zjj echter achterdocht gehad had en, inplaats
van bet hem openlijk te vragen, langs geheime
wegen was gegaan, des te erger voor haar. Die ge-
daohte gaf hem in de weken van haar ziek zyn
een stille voldoening. Alle schuld was toch niet bjj
hem.
Intusschen was de toestand oen paar dagen lang
toch zóo ernstig geweest, dat hjj niet van huis weg
had geaund. Het zou ook onmogelijk zjjn geweest,
want urenlang had Weller tegenover hem gezeten,
stom, als een grimmige bewaker, zonder een vraag
te doen, maar lettend op ieder van zjjn bewegingen.
Die man moest niets, totaal niets te doen hebben.
Moede en mat, schuw eD verlegen komen de
kleintjes in hun tijdelijk tehuis, slechts denkend
aan dat éeneterug naar moeder
Een paar dagen later, en zij vormen de vroo-
lijke groepjes, hierboven geschetst.
Straks, na eenige weken, is het alleen de ge
dachte naar huis, naar ouders, broertjes en zuBjes,
die hen het scheiden gemakkelijk maakt van
de liefderijke geleidsters en van ae kameraadjes
in het koloniehuis.
Gebruind door de zon, gesterkt door goede
voeding en versche lucht, gaan ze heen, met een
flinken voorraad weerstandsvermogen, waardoor
ze later schadelijke invloeden kunnen weerstaan.
De verslapte veer heeft zich ontspannen, eer
deze voor immer verlamt.
Gezondheid, opgewektheid en levenslust hebben
ze ontvangen. Gezondheid, opgewektheid en
levenslust nemen ze als vergaarde schatten met
zich mede.
In de zedelijke en hygiënsch reine omgeving
is het lichaam gesterkt en het karakter gevormd.
Vele blijde gewoonten hebben zij zich aangewend
veel goeds hebben zij geleerd.
De geleidsters, tijdelijk gekomen uit gerieflijke
huizen en villa's, zich opofferend dag en naoht
ter wille van het kind, hebben een hoogst moei
lijke, maar even dankbare taak.
Hun eenige belooning bestaat uit de voldoe
ning van te hebben medegewerkt tot een waar
achtig groot, maatschappelijk werk.
Enkele jaren geleden waren het in Nederland
slechts een zevental bevoorrechte plaatsen welke
kinderen konden uitzenden naar Gezondheids
kolonies. Zeer langzaam is dit aantal gestegen.
Practische bezwaren maakten de organisatie
dezer instellingen, inzonderheid voor kleinere
plaatoen, hoogst moeilijk, zoo niet onmogelijk.
Om de verpleging van de zwakke jeugd in de
Gezondheidskolonies voor geheel Nederland
mogelijk te maken, werd voor eenige jaren op
gericht een vereeniging, aan welke mannen en
vrouwen van naam en invloed, uit alle partijen
en gezindten, hun medewerking hebben verleend.
Die vereeniging heet: „Het Centraal-genoot-
schap voor Kinderherstellings- en Vacantie-kolo-
nies (Seer- mr. L. N. Roodenburg," Banstraat 9,
Den Haag).
Verleden jaar zonden voor het eerst 4 afdee
lingen nauwelijks 30 kinderen naar het Kolonie
huis van het Centraal-genootschap.
Dit jaar zijn het 23 afdeelingen, welke met
300 kinderen de 3 tehuizen steeds vullen.
Het volgend jaar? Het aantal is niet te be
naderen. Waar de resultaten van 30 kinderen
een zóo groote uitbreiding ten gevolge heeft,
dat nog week aan week nieuwe afdeelingen
worden gesticht, is met recht te verwachten een
aansluiting in de naaste toekomst van alle plaatsen
in ons land.
Wat nu nog een utopie lijkt, is gemakkelijk
Hij kon vsd hetgeen was vooraf gegaan geen kennis
hebben, want meu had hem eerst bericht gezonden,
toen het kleine meisje er al was. en bet alleen nog
om Ester's leven ging. Ester zelf had Weller eerst
veel later gezien, toen die verandering reeds met
haar had plaats gehad, en ze ook hem als een
vreemde behandelde. Zy had zich zóo onversrhillig
van hem afgewend, dat het hem door 'thart sneed.
Toen Breden eenigen tijd daarna weer naar Oll»
ging, was zy niet thuis. Zij was naar het Kerstfeest
te Weeuen. Een adres had ze niet achtergelaten,
tenminste niet voor hem. Breden meende, dat men
door zoo'n Kerstfeest als hy beleefde, doodzonden
kon boeten, niet slechts een eerste ontrouw, waartoe
hij bovendien door de omstandigheden gedreven was.
Hij geraakte werkelijk ia woede, toen op ieder nieuw
bezoek het zelfde bescheid volgde. En daarna werd
de zaak nog erger. Olla was teruggekeerd, doch wilde
hem uiet ontvangen. Zijn brieten kwamen ongeopend
terug en als hij urenlang voor haar deur had staan
wachten, verliet ze her huis eindelijk ouder geleide
van een ander. Meestal was het een bankier, dien
hij oppervlakkig kende. Als ze hem toevallig zag,
moest by groeten als een vreemde, wilde hy geen
schandaal uitlokken.
Breden was de mau niet om zoo'n behandeling
lang uit te houden. Een gebroken vrouw, een kina
nog niet geschapen voor het leven en een toornende
minnares, tegen dat drietal was hy niet bef tnd.
Ester was een kleingeestige dwaas er. als ze bet dan
met alle geweld wilde, wel waarom liet ze zich dan
niet van hem scheiden Of wel ze vergaf hem óf
ze gingen van elkaar. Dit schaduwleven was hem
onmogelijk en maakte hem woedend. Maar den
moed om met zijn eisch bij Ester te komen, bezat
hij niet. Een enkelen keer zag hy haar wel, maar
zy sprak geen woord tot hem. Zij gaf hem zelfs
geen antwoord. Haar verschrompeld# gestalte leek
op die van een slaapwandelares. Breden had een
afschuw van alles wat ziekelijk was.
(Wordt vervolgd.)