Zaterdag 10 November 1906. dTRrent. No. 7273. 56e Jaargang. Feuilleton. De misdaad zijos broeders. Stadsnieuws. UITGAVE FIRM A A. H. VAN CI-EEFF te AMERSFOORT. Verschijnt DinsdagDonderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f 1. franco per post f 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel metr 10 cent. Legale ofiicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent.Reclames 1—5 regels/" 1.25;elke regef meer f 0.25, Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9. Postbus 9 Telephoon 19. Heden verzenden wij aan de daarop ge- abonneerden allevering 2 van den Vijfdon jaargang van onze premie »De Muzikale B 1 o e m l e z i n g". Deze aflevering bevat, behalve de gewone «Wenken van een ouden muziekmeester", kunstenaars-biographieën en berichten, bene vens zeer lezenswaardige rnededeelingen op muzikaal gebied, de volgende muziekstukken 1. Zigeunerdans uit „De Hugenoten", voor piano, van G. Meijerbeer 2. Paraphrase over »Auch ich war ein Jüngling mit lockigem Haar" van Lortzing, voor piano, van M. Schultze; 3. Haidevöglein, voor piano en zanr, van Fr. Abt. De «Muzikale Bloemlezing" kost voor de abonné's op ons blad slechts 00 cent per kwartaal; franco per post f0.85. K K NNIStiEVI N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, gelet op art. 37 der Drankwet, brengen ter openbare kennis: le dat bij hen ia ingediend een verzoekschrift om varlof tot verkoop van alcoholhoudenden drank, anderen dan sterkendrunk, voor gebruik ter plaatse van verkoop, door W. N. JANSEN in den salon achter den winkel van het perceel (Statioustraat No. 9 alhier; 2e dat binnen twee weken na deze bekendmaking ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijke bezwaren bij Burgemeester en Wethouders kan in brengen. Amersfoort, 8 November 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. 3TENFERT KROESE. Dr. Pijnappel, te Zwolle, schreef dezer dagen een propagauda-artikel voor de krent. Weet men wel wat er in een krent zit., vraagt hij, in de simpele krent, die tot dusver volkomen miskend wordt, hoewel er menschen zijn, die er zich met kracht vuor inspannen om ze tot haar recht te brengen en er van te maken een zeer uitstekend element voor de volks voeding. Men vindt, dat wij nog veel meer krenten moeten eten, dan wij thans doen, en daarom is men nu bezig er propaganda voor te maken. In den grond gaat het hier natuurlijk om een handelsbelang. Men kweekt in Grieken land zóo onbeschrijflijk veel kreuten, dat men er niet goed weg mee weet, en men zou er nog veel meer kunnen kweeken, als men ze maar behoorlijk kon verkoopen. In 1825 was de jaarlijksche productie niet meer dan 1000 ton; twintig jaar later was zij reeds 27000. Daarna kwarn een terugslag, door de ziekte van de vrucht; maar toen die overwonnen was, ging het vooruit met reuzenschreden. In 1888 kwam men tot 139000 ton en later nog tot 160 000maar daarmee was de grens bereikt. De wereld had krenten genoeg en was van meer niet gediend. Feitelijk is'er al te veel. Als men de vraag weer wat kon doen stijgen, zou men best tot 200 000 ton kunnen komen. En daar is het nu om te doen. Het land is er, en de menschen zijn er óok, en 41.) „Mallepraat, onzin" beet mevrouw Muurse haar mau toe, terwijl zij ongeduldig haar boek n:er- wierp. „Neen, geen onzin" vervolgde de be r Herbert Muurse „het was dc duivel. Hg bracht mij jou schoone gestalte voor oogen on fluisterde mg de middelen in, waardoor ik je liefde zou kunnen veroveren; hg deed de gedachte in mijn hart post vattenbij spoorde mg aan tot de afschuwelijke daad. die mg rgk zou maken, al was het ten koate van het leven men zou niets liever willen, dan de krenten- productie, die van groote beteekenis voorde nationale welvaart is geworden, nog te doen stijgen. Wie wil de Grieken een handje helpen? Zij geven zich zeiven moeite genoeg, dat dient gezegd, maar zij hebben het ooK kwaad gehad. In 1893 kwam het tot een volslagen crisis. Er werd te veel geproduceerd, 165000 ton, en de consumptie was minder dan anders, omdat er in Frankrijk zooveel minder vraag naar het artikel was. Toen daalde de prijs tot de productie waarde en werd er op de kapitaalswaardo van de gezamelijke krenten- plantages, niet minder dan 210 milhoen, geen cent verdiend. Maar men kwam de moeilijk heden te boven en de kwestie is nu maar, dat een nieuwe crisis voorkomen wordt. De krent is, zooals men weet, een gedroogde vrucht, en als zoodanig bevat ze de voedende bestauddeelen in een zeer geconcentreerden vorm en geeft ze in haar gewicht maar weinig wat waardeloos is. Versche vruchten bestaan voor het grootste deel uit water eD maar voor een klein deel uit vaste stof, die waarde oeel't voor de voeding. Dat is het duidelijkst bij komkommers, die 95 percent water bevatten maar andere vruchten, die wat steviger zijn, houden toch ook nog van 80 tot 90 percent, en alleen bij noten en amandelen, als voedingsmiddel dan ook terecht vooral bij de vegetariërs in hoogere eere, is de verhouding omgekeerd; ged roogde vruchten zijn kunstmatig in een zelfden toestand ge bracht. Het water is er voor het grootste deel ingelaten, tot 20 of 25 percent, opdat de geur en de smaak niet te veel schade lijden. Het suikergehalte stijgt dan, in omgekeerde richting, en wel sterker naarmate de versche vrucht meer bevat, dus het meest bij druiven. De krent krijgt daardoor een gehalte aan suiker, dat hooger is dan bij eenige andere gedroogde vrucht,zelfs hooger dan bij rozijnen, door droging van de gewone druif verkregen. Ten minste, zegt dr. Pijnappel, volgens de mij verschafte analyses, die tot 70 en 75 aangeven; bij anderen vind ik tien percent minder, maar in ieder geval toch ook een zeer hoog cijfer. En wat de zaak van bijzonder belang maakl, is, dat de kwaliteit van de krenten, die den prijs bepaalt, ten opzichte van dat j gehalte in het geheel geen verschil maakt. De duurste en de goedkoopste krenten zijo, ten opzichte van hun voedingswaarde, vol komen gelijk. Bij de eerste betaalt men wat meer voor uitwendige voordeelen, voor een fraaier uitzien, maar meer voedingswaarde krijgt men voor zijn geld niet. Maar die klein* vruchtjes hebben nog een andere merkwaardigheid, die ze gunstig onderscheidt van andere. Zij zijn genoegzaam geheel vrij van onverteerbare bestanddeel en. De inhoud, ouder het vliesje, is, tot op een kleinigheid na, geheel in water oplosbaar, maar ook dat vliesje wordt in de ingewanden vrijwel ge heel verteerd. Vezels en al zulke onverteer bare bestand ieelen vindt men in de krenten niet. En ten slotte is er een gehalte aan wijnsteenzuur in, dat maakt, dat de overdadige zoetheid niemand hindert, zooals bij andere stollen (honig bijv., die ongeveer evenveel suiker bevat) wèl het geval is, als meu er wat veel van gebruikt Men ziet, dit alles is bij uitstek fraai, en het is wel te begrijpen, «lat de Grieken hun mijns broeders. Ik beging de misdaad, die aan mijn oom, mgn moeder en mgn broeder het leven kostte en sinds dien tijd heeft da gedachte er aan mij altijd vervolgd, uur na uur, dag op dag, nacht aan nacht Gedurende vgt en twintig lange jaren, waarheen ik ook mijn oogen wendde, wakende of droomende, verrezen voor mij de bleeke aangezichten mijner slachtoffers en beschuldigden mjj van de begane misdaad, de laagste, de meest onmeuscheljjke mis daad, die door een sterveling begaan kan worden. Ja, ik deed bet alles voor jou", ging hg voort; „en welke belooning ontving ik Werden liefden en achting mijn deel? Neen. To-.» ik, zooals ik raeeude, je onnatuurlijk verlangen naar geld had bevredigd, verlangde je naar meer, telkens naar meer en je verachtte mg, omdat ik het je niet kon geven." „Zeer waar, Herbert; zeer waar. Ik veracht je nog, omdat je wel een misdaad begaan kunt, maar te lafhartig beat om de herinnering er aan te kun- best doen om al die voortreflijke eigenschap pen goed bekend te maken en te zorgen, dat de krent de plaats gaat innemen die haar werkelijk toekomt. Maar daar komt nu juist de moeilijkheid. Welke plaats moet dat zijn? Dat de men schen zich o it werkelijk zullen gaan voeden met krenten, lijkt dr. Pijnappel nogal on waarschijnlijk, en ook niet iets waartoe hij zou willen aanmoedigen. De Engelsche han delaren, die groot belang hebben bij de zaak, maken er in het bijzonder werk van en toen de Koning van Griekenland hun land bezocht, hebben zij Z. M. een adres aangeboden om hem te verzekeren, dat zij van de groote waarde der krenten overtuigd waren en hoopten, dat het nauurlijke monopolio van hun productie aan «Griekenland grooten en blijvende» voorspoed zou brengen". Maar zij hebben de zaak ook wetenschap pelijk laten onderzoeken en een brief ge kregen van dr Francis Laking, lijfarts van den Koning, waarin deze met grooten lof over de krenten spreekt. Wij Nederlanders worden, met Duitschland, geprezen wegens ons krentenbrood, een van de vormen waarin het artikel met nut en voordeel in de buis houding kan worden aangewend, met de op merking dat dit als eenig voedsel gebruikt zou kunnen worden door arbeiders en mijn werkers en bij het leger. En daar geloof ik nu eigenlijk niets van, zegt onze dokter, vooral niet als bet gaat, zooals men dan verder wil, dat het brood onbesmeerd blijft. Zulk een voedsel zou iedereen in korten tijd erbarmelijk vervelen en hem buitendien ook niet geven wat hij voor zijn voeding noodig heeft. Maar zulk een heerschappij is ook niet noodig om de krenten tot grooter eer te brengen. Het is er mee als met de suiker zelf, die nu óok allerwege wordt aanbevolen en om haar hooge waarde voor de voeding geroemd, al denkt niemand er aan, te ver- kundigen, dat de mensch voortaan maar van een boterham met suiker moet gaan leven. Die zaken kunnen nooit anders blijven dan genotmiddelen behalve dan voor de ge legenheden, waarin suiker als middel tot opwekkiug en tegen vermoeienis dienst kan doen rnaar het kunnen ware, goede ge notmiddelen zijn, die voor meer dienen dan voor het genot alleen en die, om hun be teekenis voor de voeding, verdienen zooveel mogelijk onder ieders bereik te worden ge bracht. Er zijn tal van manieren waarop men ze bij den dagelijkschen maaltijd gebruiken kan, beide met winst voor de voedzaamheid van het maal en zonder dat het veel geld kost. Het is al heel wat als men dat van eeö voedingsmiddel zeggen kan. Maar op éen ding zal men toch altijd goed moeten letten dat men ze terdege waseht. Onder de voor deelen van de krenten wordt vermeld, dat ze zoo zindelijk zijn. Ze worden mechanisch gereinigd en er zit bij de verzending bijDa geen vuil aan. Dat willen we gaarne ge- looven; maar als wij ze in huis krijgen, is dat vuil er dan toch wel, naar het schijnt. Huisvrouwen klagen wel eens, dat men ze zóo lang niet wasschen kan of er komt altijd nog wat af'. Dat kan ook haast niet anders, want in de winkels liggen ze niet altijd stof vrij en er zal ook dikwijls genoeg met min of meer vieze handen in rondgegrabbeld worden. Rauwe krenten zal men echter wel niet veel eten en misschien hindert het dus niet zooveelmaar den lof van bijzon dere zindelijkheid verdienen ze toch niet. En eindelijk kan men van de krenten nog wijn maken. Dat gebeurt nu al op groote schaal in Frankrijk. Zou men ook in ods land de vervaardiging daarvan niet met vrucht kunnen ondernemen? In Frankrijk maken de huismoeders zulk een drank zelf en krijgen zij uit een pond kreuten twee Liter zuiveren witten wijn Dat is óuk nog een manier om er gebruik van te maken en e« n nuttig ge bruik ook want door hem een goedkoopen en licht alcoholhoudenden wijn te verschaffen zou men menigeen van den jenever afhouden. H. M. de Koningin passeerde gisterochtend op Haar reis van Het Loo naar Amsterdam deze Gemeente met den trein die om 9.28 aankwam en om 9.32 vertrok. Hedenavond zal II. M. te 7.26 weer hier aankomen en te 7.36 vertrekken naar Apel doorn. nen verdrageD. Je hebt een uiterst verachtelijk en lafhartig karakter, want je hebt je niet alleen aan de grootste wreedheid schuldig gemaakt, maar nu, nu je geweteu spreekt, verwijt je mij, dat ik de oor- zaak hen van je slechte daden. Wat heb je te vree zen? Heeft de rechtbank niet uitgemaakt, dat niet jij, maar een ander de schuldige was, zoodat je van menschen niets le vreezen hebt? Daarmee ia im mers alles uit." „Heb medelijden, Emilino, heb medelijden. Lijd ik uiet reeds genoeg; moet je nu nog meer in mijn geheugen wakker roepen, zoodat ik nog meer lijd Ik kun deze wroeging uiet langer verdragen. Ik zal nog krankzinnig worden". „Kom, stel je toch niet zoo belachelijk aen. Ver geet het, man; vergeet net. Ik kan zeer goed in je hart lezeu. Je zoudt geen wroegitg gevoelen, als je niet bang was voor de ontdekking van jf mis daden. De gedachte, dat alles nog eens zal uitkomen, maakt je ioo angstig. Vóór je dien Peareon hadt Voor het plaatselijk telefoonnet zijn vtff nieuwe aansluitingen gevraagd en wel doof de heeren De Beaufort, Grau, Pon, Rutgers en Tabernal. Zijn die tot stand gebracht, dan zqn hier 178 abonné's. In den ouderdom van 48 jaar overleed hier gister de heer Hendrikus van 't Hoff, stads-aanplakker. De «Wereldkroniek' van deze week bevat onder meer het portret van den heer J. van Vulpen, opzichter bij de wagenwerkplaats der H. IJ. S. M., die 1 November zijo zil veren dienstfeest bij die Maatschappij mocht herdenken. We lezen in «De Kampioen", het orgaan van den A. N. W. B., dat onze stadgenoot de heer J. J. Wesselman, reeds bekend als uitvinder door zijn rijtuig-controleur, horo- kiloinétrique (taxameter), een vinding heeft gedaan, waardoor de gummibanden aan mo torrijtuigen en rijwielen kunnen vervallen. Met verklaarbare terughouding «ie zaak be sprekende, deelde Z.Ed. enkel mede, dat zijn systeem niet berust op een gecompliceerd veereuslel. Blijkt deze inventie aan de verwachting te beantwoorden, dan zal aldus schrijft het blad er voor de motorrijtuigen en rijwielen een nieuw tijdperk aanbreken. Mej. A. D. E. G. van Ede behaalde de acte vrije- en ordeoefeningen Gymnastiek. De heer J. D. H. de Beaufort legde aan de Rijks-universiteit te Utrecht met gunstig gevolg af het doctoraal examen Rechtsweten schap. Donderdag is aan het Departement van Oorlog geïnstalleerd een door Minister Staal uit ambtenaren der verschillende Ministeriën saamgestelde commissie voor een regeling van het geven van burgerlijke betrekkingen aan gewezen militairen (capitulanten-stelsel). Voorzitter der commissie is de Raad-advi- ontmoet, heb ik nooit iets van „vreeaelijke wroe ging" vernomen." „Heb medelijden heb mededelgden" kermde Herbert, „ik heb een gevoel, als of ik het teeken van Kaïn op mijn voorhoofd draag en alsof reeds iedereen het mij aanziet, dat ik een moordenaar ben. Ik weet zeker, dat het gevaar ons op de hielen zit en dat die Pearson er de oorzaak van is". „Ik kan je lafhartigheid niet uitstaan. Als er werkelijk gevaar is, zie net dan onder de oogen als een man. Wat kan die Pearson eigenlgk weten En wat voor kwaad kan hg doen na verloop van al die jaren? Immers niets. Het is dwaas van je, toe te geven aan dien onnoodigen angst, en als je je nog eens zoo belachelijk aanstelt, ga ik been en laat ik jou eu je denkbeeldige gevaren alleen." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1