Dinsdag 5 Februari 1907. No. 7308. 56e Jaargang. Feuilleton. Het Kroontje. Stadsnieuws. AMERSFOQETSCEE COURANT. firma a. h van clel/f te AMERSFOORT.. Verschijilt Dinsda j Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden 1. franeb per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale officieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; elke rege, meer 0.25. Groote lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebraeht. BUREAU KORTEGRACHT Telephooo 19. KENNISGEVINGEN. De GEZONDHEIDS-COMMISSIE voor ile Ge meente AMERSFOORT. brengt ter kennis van belanghebbenden, dat zy bare Openbare Vergadering, bedoeld by art. 27 der Gezondheidswet, zal houden op Vrijdag 8 Februari 1907, 'les avonds te 8*/» uur. in het Raadhuis. Amersfoort, 5 Februari 1907. De Gezondheids-Commissie voornoemd, De Voorzitter, H. W. SCH REUDER. Do Secretaris, DES TOMBE. llank van Leening. De Amersfoortecbe Bank vao Leening verstrekt voorschotten hoofdzakelijk op juweelen, gouden- en tilveren werkeD, horloges en aanverwante artikelen, voorts op in goeden staal verkeereude naaimachiues, lijnwaad en bovonkleeding. Beneden 1 of boven 300 gulden wordt geen pand aangenomen. Ter voldoening aan het bepaalde by art. 3 der Verordening op de Banken van Leeuiug wordt ter kennis gebracht: 1. De Bank is gevestigd Krommeatraat 18, ingang Zuidzijde van b t perceel. 2. De verschuldigde kosten worden per week be rekend en bedragen van 1 tot en met 100 gulden voor de eerste week 1 cent per gulden, elke week daarna 1 halven cent per gulden boven 100 tot en met 300 gulden voor de eerste week 1 halven cent per gulden, daarna 1 kwart cent per gulden. 3. Da beleeniugen geschieden voor ten hoogste drie maanden. 4. Na den vervaldag kunnen de panden alsnog tot uiterlijk drie dagen vóór den publieken verkoop ingelost worden. Drie maanden na den verkoop van een pand blijft de opbrengst, na aftrek van de hoofdsom, renten en kosten op den verkoop vallende, op de daarvoor aau- gewezen dagen en uren ter beschikking van den beleener. 5. De panden zyn ten bate van de inbrengers tegen braudscbade en diefstal door inbraak verzekerd. 6. Een volledig afschrift van het Regloinent, be vattende alle andore voorwaardeu van beleening en inlossing, zoomede de uitgewerkte tarieveu zyn op duidelijk zichtbare wijze in de lokalen der Bank opgehangen; bovendien zyu op de achterzijde der beleeubriefjea de hoofdbepalingen vervat. De Directeur, J. VAN WESSUM. Amersfoort, Januari 1907. ALS EEN SPIEGEL. De beroemde Eogelsche physioloog Huxlcy heelt eens gezegd: «Wanneer een groote macht mij zóo zou willen veranderen, dat ik altijd het ware dacht en het goede deed, op voorwaarde, dat ik een soort uurwerk worden zou, dat eiken ochtend moest worden ik zou terstond bet aanbod aannemen Die begeerte om een goed mensch te worden, leeft in een iegelijk en heeft zich reeds sedert de oudste tijden geopenbaard als een kenmerk der menschelijke natuur Vandaar dan ook, dat er schier geen mensch is, die geen methode volgt om dat doel te bereiken. De een oefent zich in wilskracht, in het standvastig nastreven van wat tot bet goede leidt; een anJerbestrijdt het kwaad, zonde voor zonde, om het op die wijze met wortel en tak uit te roeien een derde wil een voor en de deug en na volgen. Zoo zijn er nok, die verkondigen, dat men aan den avond van eiken dag buiten zich zeiven rnoet gaan staan en zij:t innerlijk wezen bekijken. Op die wijze kan inen, meenen zij, 't best nagaan 61' en in hoeverre men van de leetregels, die men zic'nzelven gesteld heeft, is afgeweken. Uit dit verschijnsel vloeit voort, dat er ook in alle eeuwen mannen geweest zijn, die, hoog boven hnn tijdgenooten uitstekend, optraden als predikers van het goede. Zij toonden aan wat kwaad was en noodzake lijkerwijs het levensgeluk van individuen en volkeren in den weg stond, en bepleitten met kracht en klem, den weg te volgen, door hen aangewezen. In de handboeken van het Christendom wordt een eenvoudige formule, aangegeven, waardoor wij ons karakter kunnen ontwik kelen, niet op een grillige wijze, maar volgens een vaste wat, zooals ook het koren groeit. Paulus zegt, dat de beste weg om tot een beter leven in te gaan, is, als een spiegel het karakter van den Zoon des Menschen te weerkaatsen om op die wijze tot het zelfde beeld van gedaante veranderd te worden. Wij kunnen volgens dezen apostel niet onszelvcn veranderen, maar wij worden van gedaante veranderd, mits wij maar zorgen, voor die verandering vatbaar te zijn door het karakter van Christus te weerkaatsen. Alle menschen zijn spiegels. Wy hebben iemand maar even te ontmoeten om al dade lijk, uit den toon waarop hij spreekt, te merken, dat hij een Noord-Brabanter, een Zeeuw of een Fries is. Zonder dat iemand zelf dit weet, weerkaatst hij vaak al dade lijk zijn geboorteplaaat, enz. enz. Bij een gesprek kunt ge voorts al heel spoedig merken tot welke politieke richting hij behoort, en bij tneer ïutiemen omgang zal hy weerspie gelen de geheele wereld van zijn ervariugen de boeken, die hij heeft gelezen, de menschen, die hij heeft ontmoet, de invloeden, die op hem gewerkt hebben ett hem gemaakt hebben tot den man, die hij is. Ai deze dingen zijn in hem gegrift door een pen, die niets ver en welker schrift niet kan worden uit- gewischt. Omgekeerd leest de ander ook iu u en eer de dag voorbij is, zou de een het leven van den auder voor een groot gedeelte kunnen beschrijven. Wij leven als in glazen huizen. Het ge moed, het geheugen, de ziel is maar een groote kamer, in welker paneelen spiegel ruiten zijn gezet. Vandaar, dat het ons mogelijk is om een groot karakter te weer kaatsen. Doch wij menschen zyn niet alleen spiegels, die de voorbij zweveBde dingen weergeven de beelden worden naai ons eigen binnenste overgebracht en daar weerkaatst. Alle dingen, die wij ooit hebben gezien, gekend, gevoeld, geloofd van de ons omringende wereld, zijn een deel van ons geworden. De ziel is, zooals die beelden die ziel hebben gevuld, gevormd of gelateD. De dingen, de boeken, de gebeurte nissen, de invloeden hebben ons gevormd. In hun handen is leven en dood, schoonheid en het tegendeel daarvan. Meer nog dan door de gebeurtenissen ver anderen wij door den omgang met anderen. Wij wisselen in vertrouwelijk verkeer geen woorden, maar zielen. En naarmate meer intiem die omgang wordt, begint de ziel van den een op duidelijke wijze uit den ander te spreken. Vandaar het verschijnsel, dat twee oudjes, die lang bij eikaar waren en veel van elkaar hielden, zoo op elkaar ge lijken kunnen, 't Komt, doordat zij niet twee zielen hebben, maar eigenlyk éen saam- gestelde ziel. Zij hebben zóo langen tijd eikaars karakter weerkaatst, dat ieder hunner op dezelfde vraag een zelfde antwoord ge ven zal. Wij worden gelijk aan hen, die wy be wonderen. Dit is de voornaamste wet in de gansche litteratuur, in de gansche geschie denis, in hel gansche leven. Elk karakter is een mozaïk uit andere karakters samen gesteld. Zielsverhuizing bestaat werkelijk. Mannen en vrouwen worden door mannen open en in onze zielen ruisebt een muziek, die er vroeger nooit was. Hoe langer die omgang duurt, des te beter voor ons. De omgang met Socrates moet iemand wijs gemaakt hebbendie met Arisüdes recht vaardig; Frans van Assisi moet iemand zacht gestemdSavonarola iemand kraccbtig ge maakt hebben. Hoe groot moet niet ae in vloed van Christus geweest zijn op degenen, die dagelyks met hem omgang hadden. Gleed eerst over de ziel zijner discipelen een nauw merkbaar schaduwbeeld van zijn karakter, langzamerhand kregen zij inzicht in de be- toovcrende diepte van Zyn leven. Hun munieren werden zachter, hun woorden vrien delijker, hun gedrag onzelfzuchtiger. Straks zijn ze als hun Meester, rondgaande om goed te doen. 't Was hun met bevolen, zoo te bandelenzichzelf badden zy het evenmin tot taak gesteldhet was zoo vanzelf gekomen. Zy waren veranderd. Het volk dier dagen, dat die verandering bespeurde, sprak; zij zijn met Jezus geweest en vandaar 't verschijnsel, dat deze arme visscbers andere menschen aan Jezus deden denken. Vraagt men nu, of men iemand anders tot voorbeeld zich kan stellen, dan moet het antwoord luidenwel zeker. Ieder groot mensch kaD men trachten na te volgen, leder heeft voor zichzelf de vraag te beantwoorden of er eenig wezen ter wereld is, of geweest is, aan wien hij meer idealen, meer voorbeelden, meer krachten ontleenen kan, dan aan Hem, die Zijn leven gaf om'de menschbeid op te voeren tot de sferen van het hoogste geluk. Als wij dus iemand volgen, is dit dao slechts gewone vriendschap? Wat spreekt gij van gewone vriendschap? Niets in de wereld is daaraan gelijk. Een en vrouwen gevormd. Het huisgezin, de verhevener woord is er in ai de lexicons van bakermat van de menscbheid, heeft de zelfde al de talen der wereld niet vinden, beteekenis. De maatschappij is een punt, I Het hooge en mooie openbaart zich niet waar deze almachtige krachten zich ver- j aan ons in een mystische zielsverrukking, eenigen om haar werk te doen. Op de leer maar in ons eenvoudig, kalm mensch zijn. 18). Lilia erechi.»., »u. „U vergist u," zeide zy. „U wilt geen lafaard xyn n daarom stelt ge u aan als een krankzinnige. Uw arme moeder I" „Loop naar de maan met m'n moederviel hy uit. „Ik zal u toonen, dat ik een man ben" „Door te bewyzen, dat u geen beer is." Dit trof doel; zijn opgewondenheid verdween even s>, oedig als zy gekomen was. „Ik heb' 't reebt niet, tot een alleenstaande jonge vrouw te spreken, xooals ik zooeven deed'" mompelde hy beschaamd. „Zoo geheel alleen ben ik niet," antwoordde Lilian. „Daar zyn do jongens en bier heb ik een club in myn bandmaar 't ia waar, u bebt niet mooi ge handeld." „Wilt u liever naar huis gaan vroeg hy teneer- geslagen. „Zooals u wilt," antwoordde zy, op een toon waar uit men kon booren, dat zy daarop niet zoo bijzonder gesteld was. Zy amuseerde zich met zyn verlegen- beid en was in 't minst niet van plan, het spel te staken. „Ik zou liever onze match ten einde willen brengen, want 't zal een heilzame les voor u zijn, indien ti verslagen wordt door de vrouw, die u be- leedigd hebt." „Kom dan op," riep bij verheugd uit „en tracht my te verslaan, indien u kunt." „Op éen voorwaarde," zei Lilian, „Indien ik de match win, eisch ik van u de belofte, dat u nim- er meer een woord tot mjj zult spreken." Het bloed steeg hem opnieuw naar 't hoofd. „Ik maak van myu kant de zelfde voorwaarde. Ik geef u de verzekering, dat ons gesprek geen bron van vreugde voor mij is-" „Ik geloof, dat wy beiden naar het eeuwige zwij gend solliciteeren," zöide zei. „Misschien zou 't wel goed voor my zyn, want ik weei, dat ik vaak te veel praat." „Ook ik," zei George, „zeg wel eens meer, dau ik bedoel." „Laat ons de voorwaarde in zooverre wijzigen," giDg Lilian voort, „dat het verbod opgeheven wordt, zoodra de ander verlof daartoe verleert." „Ja, natuurlijk," antwoordde George. „Indien ik de matcb win, en ik herinner u er aan, dat ik vier vóór ben, dau ontsla ik u nooit van uw belofte. „Ik even „Dacht u, dat ik 't u ooit zou vragen?" voegde Lilian hem grimmig toe. „Dat zou u zelfs niet kunnen, want dan hadt u de belofte al verbroken." „Ik ken 't doofstommen-alphabet, of ik zou u kuunen telografeeren. Maar dat is onzin, want ik kan niet gelooven, dat ik ooit lust zou gevoelen, met u te praten. Bovendien heb ik ia 't minst geen plan om te verliezen." Zy gingen door mot 't spel, doch Lilian was met gelukkig. „Dat komt door uw gepraat merkte zy booBop. „Was de voorwaarde al maar reeds van kraobl" „Ik heb geen woord gezegd," antwoordde George erontwaardigd. „U was zelf aan 't praten en de van den invloed is gebouwd de geheele, ont zaglijke piramide der menscbheid. Wat wij zijn dat zijD we door de indrukken van ben, die ons omringen, waaruil volgt, dat zij, die zichzelven met het hoogste in aanraking brengen, ook in het hoogste ver and en l worden. Wij hebben allen wel eens mannen en vrouwen ontmoet, in wier gezelschap wij ons altijd beter gevoelden. In hun tegen woordigheid komen geen lage gedachten in ons op en zullen wij geen onedele woorden spreken. Hun tegenwoordigheid alleen is al voldoende om ons te verheffen, te reinigen, te heiligen. Als wij met hen omgang hebben, gaan alle goede registers| in ons karakter Wij menschen hebben slechts onze ziel in zulk een positie te houden, dat ze, ondanks alle beletselen, hel beeld blijft weerkaatsen, van wien we beter weten en dien we willen nastreven, opdat het zich van dag tot dag kunne ontwikkelen. Er schijnt veel kans te bestaan, dut nog dit jaar de metsel-eursus aan de Ambachts school wordt geopend. Althans bij advertentie wordt een onder wijzer in metselen gevraagd, die vermoede- lijk op 1 April in functie zal treden. boBte speler kan niet te gelijk praten en spelen." Hy was veel beter op dreef dan in 't begin en toen dan ook Lilian's bal in een boop onkruid te rechtkwam, merkte zij spijtig op: „Ziet nu eens aan, daar ligt myn bal midden tusscben de brandnetels. Dit hole geef ik gewonnen", voegde zij er aan toe, na eenige vrucbtelooze pogingen om haar bal te bevrijden. „Nog diie vóór," merkte George bedaard op. „Ik heb overal mijn handen gebraud", zei Lilian geërgerd, „maar natuurlijk, daar trekt u zich niets van aan." „Ik vrees, dat de ridderlijkheid de wereld uitging toen de matches voor dames en beeren in de mode kwamen," antwoordde George. „Maar 't spijt mij wel degelijk, dat u zich pijn gedaau bebt. Willen wy dit hole onbeslist beschouwen „Neen zeker niet," voegde zy hem bits toe. „Ik sta er op, de geheele match ten einde te spelen, tenzij u toegeeft, dat u verslagen is." „Dat eischt zelfs de ridderlijkheid niet." „Ik vraag 't dan ook niet als een soort genadebe wijs," antwoordde Lilian anel. Zy gingen voort en Lilian won. „Weer vier voor," juichte zij. „Wy moeten er nog tien spelen," merkte hy uydig op eu met op elkaar geklomde tanden speelde hy door. Ook nu wou Lilian zser gemakkelijk. „Vijf voor," voegde zy hem met een medelijdend glimlachje toe. „Waarom neemt u toen niet een paar lessen Géorge knarste van woede op zyn tanden, want bij wist, dat hy een zeer goed speler was. Hy dwong ziob tot een ijzige kalmte en met beleid speelde hy verder. Het gevolg was, dat bij driemaal achter elkaar won en den vierden keer de partij onbe slist bleef. „De rest moet u allemaal winnen, indien u de match wilt winnen," merkte Lilian op, die een bee tje angstig begon toworden. „Zouden we niet liever doorspelen in plaats van te stasii praten?" vroeg George. „O, heel goed," antwoordde Lilian beleedigd. Zij spraken geen woord meer beiden deden bun uiterste best. Tweemaal won George. De laatste party moest dus de matcb beslimen. Lilian was aanvankelijk in 't voordeel en glim lachend voegde xy haar tegenstander toe„Deloodea mantel der stilxwygendbeid wordt u reeds om de schouders geworper.. Indien u nog wat te seggen hebt, doe 't dan spoedig, want u hebt niet veel t\jd meer." Hij antwoordde niet, dooh speelde met de selfde ijsige kalmte door, xoodat hy ook nu overwinnaar bleef. Hy keek Lilian aan en xy keek hem aan. „Wat een onmogelijk geluk hebt ut" „Ik heb 't gewonnenjnbelbe by. „Toob gewon nen, ondanks al uw gepooh en geemaal Zy opende baar mond, maar sloot hem weer, zonder een woord uit te brengen. Haar vernedering was volkomen. Hooghartig keurde rij sicb om en liep in de richting van bet clubbuis. Hjj volgde langzaam. „O," zoo rsasde het in baar, .dat ik nu niet in staat ben, hem te zeggen hoe .k over hem denkt Dat ik nu toch verslagen ben en genoodaaakt myn mond te houdenHoe heb ik 't in myn hoofd ge kregen, mezelf in zulk een positie te brengen." In het schuurtje trof xy mevrouw Amherst aan. (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1