Donderdag 28
Februari 1907.
No 7318.
56e Jaargang.
Stadsnieuws.
Feuilleton.
Het Kroontje.
FIRMA A. H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f
franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale
ofiicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reolameb 15 regels f 1.25; elke rege,
meer /'0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Postbus 9 Telephoon 19.
»Ik draag u op, aan Zijne Koninklijke Hoog
heid den Prins-Gemaal en aan de bemanning
van de Hollandsche reddingsboot namens de
Britscho regeering onzen hartelijken dank
over te brengen voor bun moedig, heldhaftig
gedrag bij de redding van de nog levende
schipbreukelingen op het wrak aan den Hoek
van Holland en onze diepe erkentelijkheid
voor de overvloedige, doelmatige hulp hun
in hun ellende verleend.
»Ge zult ons verplichten met de toezending
van de lijst der namen van de equipage van
de reddingsboot, wien we een passende be-
looniug wenschen te geven voor hun man
moedige diensten". (Hoera's).
Bannerman voegde daaraan nog toe, dat
Z. M. de Koning met de vriendelijke waur-
deering, die hij altijd teg< nover daden van
moéd toont, vooral als zij gediend hebban
om de gevolgen van een ramp te verzachten,
gisteren aan den Prins-Gemaal deed bekend
maken, dat hij hem het grootkruis van de
Bath-orde wenschte te verleenen en dat de
Prins deze onderscheiding aanvaardde.
(Hoera's).
Ik ben overtuigd, dat het Huis verheugd
zal zijn te vei nemen, dat met zulk een be
kwamen spoed de onwedersprekelijke moed
is gewaardeerd, betoond bij de pogingen,
deze betreurenswaardige ramp in haar ge
volgen te beperkeu. (Hoera's).
L)e nationalist Joyce riep: sVergeet Spar
ling niet!''
Het Huis ging daarna over tot de orde
van den dag.
De Bath-orde, in 1399 gesticht door Hen
drik IV, wordt slechts bij hooge uitzondering
en dan als buitengewone onderscheiding
toegekend aan niet-F.ngelschen.
In de Remonstrantsche kerk wordt aan
staanden Zondagochtend om half tien weer
een godsdienstoefening gehouden voor jonge
lieden van 9 tot 14 jaar en om elf uur de
gewone dienst voor de gemeente.
Als opvolger van wijlen pastoor M. Berk
is benoemd tot pastoor der parochie van den
H. Franciscus Xaverius de heer J. L. M.
Hoorneman, sedert >902 in geljjk^ ambt te
VV(jubergen, bij Doetichem.
De heer S. Aptroot, godsdienstleeraar bij
de Ned. Israelietiscbe gemeente hier, is be
noemd tot hoofd-onderwjjzer en adjunct
secretaris van de Ned. Israeliëtische gemeente
te Antwerpen.
Voor de Raadsvergadering van Dinsdag werden 1
ingebracht
een missive van den Minister van Binnen
landsche Zaken houdende goedkeuring van het
Raadsbesluit van 29 Februari waarbij dr. H.
Corver is benoemd tot leernar aan het Gyinua-
Bium voor kennisgeving
van Gedeputeerde Staten vier beslissingen om
trent reclames Inkomstenbelasting ter lezing
voor de leden goedkeuring van het Raadsbesluit
tot verhuring van Gemeentegrond bij de voor
malige gasfabriek voor kennisgeving
van B. en W. bet beredeneerd verslag inge
volge art. 52 Woningwet ter lezing voor de
leden en zal worden opgenomen in het Gemeente
verslag over 1906; een mededeeling, dat van den
Minister van Binnenlandsche Zaken bericht is
ontvangen, dat het Rijks-subsidie voor de Ge-
gemeentelijke Hoogere Burgerschool wederom is
verminderd mot f 1000 en alzoo teruggebracht
op f 11 500 voor kennisgeving;
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
de Rekening en verantwoording over 1906
om renvooy aan B. en W.
van de Gezondheids-commissie het Jaarverslag
over 1906 ter visie voor de leden en zal
worden gevoegd bij het Gemeenteverslag ever
1906.
van de Kiesvereeniging „Amersfoort" een be
tuiging van adhresie met het markt-rapport van
„Handel en Njjverheid" te behandelen bij
dat onderwerp
van dun Amersfoortschen Bestuurders Bond
eenadhiesie-betuiging met bet adreB om herziening
van de bepalingen in bestekken voor Gemeente
werken als voren
van do vereeniging „Kindervoeding'1 een ver
klaring, dat zij zich zal houden aan de bepalingen,
gesteld voor het verleenen van het Gemeente
subsidie ad f450 voor kennisgeving;
van Regenten van het Sint Pieters- en Blok-
'lands gasthuis een verzoek om ten behoeve van
den nieuwen bouw de rooilijn aan den West-
singel to wijzigen om prte-advies aan B. en
Van „Patrimonium1' en den „R. K. Volksbond
betuigingen van adhtesie met het verzoek om de
rechtspositie van de Gemeente-werklieden te
regelen in handen van de eventueel te be
noemen commissie ad hoe en zal worden afge
daan bij het onderwerp;
een verzoek van den onderwijzer C. Boer om
iu aanmerking ie worden gebrucht voor verhoo
ging wegens 5-jarigen dienst.
De Voorzitter zegt, dat adressant, evenals
indertijd de heer Van 't Wel, zijn verzoek steunt
op tijdelijken dienst, doch dat de Minister van
Binnenlandsche Zaken tijdelyken dienst niet
meetelt.
De heer Gerritsen zegt, dat de heer Van
't Wel reeds in October zijn adres inzond
en vraagt welken invloed de meening van den
Minister van Binnenlandsche Zaken zal hebben
op de beslissing. Reeds is deze zaak bjj twee
processen rechtenB uitgemaakt. Spr. wil hot
schandelijk* onbillijke daarlaten. Als een onder
wijzer eerst twee, drie, vier jaar tijdelijk werk
zaam is en dan blijkt hij opeens geschikt, dan
is toch weigeren niet meer mogelijk. Spr. hoopt
dat, al zegt de Minister dat hjj geen tijdelijken
dienst meetelt, B. en W. dan nog de verhooging
zullen voorstellen. Adressanten wachten nu reeds
een jaur.
De heer Celosse, Wethouder van Onder
was, antwoordt, dat het inderdaad oppervlakkig
zoo schijnt, dut B. en W. talmen, doch dat dit
in werkelijkheid geenszins het geval is. Zelfs
hebben zij bereids het advies van den Minister
gevraagd en daarna diens motieven.
De heer Gerritsen zegt, zeer goed het.ver
loop der zaak te begrijpen doch ook te weten,
dat aan B. en W. bekend moet zyn do rechter
lijke beslissing in twee instanties. Indien deze
Minister eons anders denkt dan zijn ambtsvoor
ganger zal dan de Gemeente een proces aangaan?
Spr. meent, dat dit moet worden voorkomen en
Ïolooft, ^dut op billijkheids- en rechtsgronden
ezo quafetie, die over een bedrag van f 76 loopt,
moet wórden beëindigd.
Wethouder Celosse zegt, dat er zelfs
meer dan twee vonnissen zijn, doch dat nog
niet is uitgelokt een arrest van den Hoogon
Raad. Overigens is het nader antwoord van den
Minister thans wel spoedig tn verwachten.
Mr. Heyligers moent gelezen te hebben,
dat ook de Rechtbank te Rotterdam den reques-
trant in hooger beroep in het gelük stolde en
de Gemeente Schiedam ook in de koston word
veroordeeld.
Wethouder Celosse merkt op, dat dit
nog niet is een advies van den Hoogen Raad.
De Secretaris doet voorlezing van den
brief des Ministers, waaruit blijkt, dat do Regee
ring steeds huldigt de meening, dat tydelijke
dienst niet kan meetellen voor het aantal dienst
jaren.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. den
19 Februari verzochten de motieven des Minis
ters te mogen kennen, doch hierop nog geen
antwoord ontvingeD.
Mr. Heyligers meent, dat men hier
slechts te rekenen heeft met de Gemeente
verordening.
De Voorzitter stelt voor, het adres te
renvoyeeren aan B. en W. om prre-odvies.
De heer Gerritsen zal gocn tegenvoorstel
doen, doch wil in overweging geven, den meeaten
spoed te betrachten.
De Voorzitter zegt zulks toe, wel ver
trouwend, dut het uutwoord van den Minister
spoedig inkomt.
Ingekomen was nog eea verzoek om hei door
B. en W. verleende ziekte-verlof van oen onder
wijzeres te vorlengen wordt urgent verklaard
en z. d. of h. st. met een maand verlengd.
Bij punt (commissie rechtspositie) werd de
motie-Van lCsveld aangenomen met S togen
5 stemmen (tegen de hoeren Hamers, Plomp,
Oosterveen en de beide Wethouders).
De Voorzitter vroeg wie de leden dezer
KENNISGEVINGEN.
BURGEMEESTER eu WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
gelei op art. 37 der Drankwet,
brengen ter operbare kennis:
le dal bij beu iu ingediend een verzoekschrift om
verlof tot verkoop van alcobolhoudenden drank,
anderen dan sterkendrAnk, voor gebruik ter plaatse
van verkoop, door A. MACHIELSE iu de zykamer
van het perceel St. Janskerkhof no. 39 alhier
'2e dat binnen twee weken na c'.eze bekendmaking
ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijke
bezwaren b\j Burgemeester eu Wethouders kan in
brengen.
Amersfoort, 27 Februari 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De BUROEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT,
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving van
deu Commissaris «Ier Koningin iu de provincie
Utrecht, dd. 23 Februari 1907, 4e Aldecling, no.
860/572 tor kennis van belanghebbenden, dat in de
Gemoenlo Utrecht een geval van KWADEN DROES
is voorgekomen.
Amersfoort, 27 Februari 1907.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Ouzo Prins.
Dr. Lstirillard plaatste in het «Nieuws van
den Dag" het volgende
De deugd vraagt niet om loon
doch die haar op zien treden
In nederige majesteit,
En dan haar werkzaam zien
in 't helpen, troosten, zeeg'nen,
Bewonderen haar heerlijkheid,
Maar woiden krachtig ook
door geestdrift aangedreven
Om dank en liefde haar te biên,
Prinshoor met lietde en dank
alom uw' lol verheven
't Volk heeft Uw hart gezien
Reuter seinde Dinsdagavond uit Londen
De liberaal Mac Karness vroeg aan minister
Bannerman of de Britsche regeering ook van
plan was, stappen te doen teneinde in het
openbaar uitdrukking te geven aan tie warme
gevoelens van dankbaarheid, dio het Britsche
volk koestert tegenover den Prins-Gemaal
van Holland an de bemanning van de Neder-
landsche reddingsbooten, voor hun heldhaf
tige pogingen om de overlevenden van de
«Berlin" te redden. (Hoera-geroep).
Bannerman antwoordde op deze rede door
het volgende telegram voor te lezon, dat het
Departement van Buitenlandsche Zaken aan
den Engelschen gezant in Den Haag zond
27.)
Zij waren spoelig aan het statiou. „Ik zal eon
kaartje nemen Ut Bridgeport Junction." zei lord
Harsmore, „dan kau ik met een lateren train terug
komen. Misschien kunnen we wel een leeg comparti
ment krijgen."
H(j nam volgens gewoonte een kaartje eersteklas
en zyn metgezel deed na een oogenblik aarzelen*
het zelfde.
„Gewoonlijk is 't goedkooper," merkte Berlings
op, „derde klas te nemen en T verschil bij te beialeu,
wanneer zo or je naar vragen."
Z\j vonden een leeg compartiment; zoodra do
trein zich iu beweging had gezet vroeg Berlings of
h\j de juweelen eens mocht zien.
„Even tnaar", smeekte hij. „Dat mag wel, na al
do moeite, die wij er voor gedaan hebben."
Lord llarlsmoro bleef echter onverbiddelijk. „Alles
op zyn tijd", antwoordde hij. „Eén ding maakt me
nog ongerust. Het meisje zou wel eetts onderzoek
ku men doen, of het kroontje wel aan mijn mordor
teruggegeven is. Als zo merkt, dat dit niet 't geval
is, zat zo baar waarschijnlijk gaan opzoeken en
wat dan
„Dat zal ze nooit te weten komen, zei Berlings.
„IIoo zou ze?" Ziju vingers jeukten om do diaman
ten iu hun greep hebben.
„Miju moeder zou bijvoorbeeld een belooning kun
nen uitloven, en het meisje de advertentie onder do
oogen krijgen. De couranten kunnen vandaag of
morgen mededeeleu, dat het kroontje nog steeds
weg is. Je ziet, er zijn honderd mogelijkheden."
„Eu als zij nu eens naar uw moeder ging, wat
dan uog?" vroeg Berlings.
„Dat is 't juist, wat ik wil weten," antwoordde de
jonge lord. „Wat dan?"
„Wel, dan hoot u alles liegen. Wie zou men 't
eerst gelooveu? U, of sou buffetjuffrouw uit een
lunchroom T"
„Ja, maar".
„Mijn waarde heer," zei Hor lings, „or heeft nog
nimmer eeD belangrijke diefstal plaats gohad, of de
eoue of andere zenuwachtige vrouw hooft aan do po
litie geschreven, dat zij or alios van wist. Nietuaud
neemt daar eenige notitie van, behalve de dokter,
dio broomkali voorschrijft. Maak u daar maar niet
ongerust over. Dat behoeft u slechts le hoeten lie
gen."
„Alles goed en wel, maar.
„Als 't heelemaal spaak loopt, hebt u uw moeder
slechts de waarheid te zeggen. U kunt 't evengoed
dan doen als nu. Doet u 't nu, dan hebt u geen
cent; doet u 't later, er ziju houderd kansen legen
een dat 't nooit zoover komen zal, dan hebt u de
duiten beet."
„Dat is waar," zei lord Harlsmore. „Je hebt een
gezonden kyk op de situatie. De volgende vraag dus
hoeveel duiten kan ik er voor krijgen?"
„Hoe kan ik u dat zoggen, zoolang ik het kroon
tje uog uiet gezien heb Kotn or eens mee voor
den dag."
Lord Harlsmore haalde 't pakje uit zijn zak on
gaf het aan zijn makker, die hot mot de meeste
zorgvuldigheid uitpakte. Toon het bruine omslag
papier verwjjdero was, kwam er oen heel gewoon
juweelondoosje te vooraebjjn. Berlings drukte op een
knopjo en opende bei doosje. Het begon hem voor
do oogen te duizelen. Hoi doosje buvatte slechts
een looden presse-papier en een stukje papier.
„Hë, wat betuekent dat?" riop hij vorschrikt uit.
„Wat, weik t"
Berlings las wat er op 't papierstrookje stond:
„De oorspronkelijke inhoud vau dit doosje zal al
leen ann de eigenares overhandigd worden door miss
Turner, Highstreoi, 107, Woollacombc."
„Jou driedubbele ezelbarstte bjj los, van woede
op zijn tanden knarsend.
„Wat is er? L*rt mij eens zien," riep lord Harte -
tnore, zich van do andere bank voorover buigend.
„Hier heb je heel den rommel I" riep Berlings
uit, terwijl zijn gelaat paars werd van drilt. Dit zeg
gende wierp h|j doos, touw, papier en prosso-papier
in de richting van zijn tuakkor, De looden presse-
papier trof zijn lordschap Juist op don mond on
sloeg zijn lip aan 't bloeden,
„Vervloekte kerel I" riep de verwonde uit, terwijl
hij er in 't wilde op lossloeg. Z|jn vuist kwam mol
volle kri.cht op Berliugs neus terecht. Vloekend bo-
antwnorddo bji dezen aanval inoteen slag, die den lou-
geu lord achterover in do kussens deed tuimelen
echter slecnU voor won oogenblik, want dadelijk
daarna vloog lord Harlsmore als een wilde kat zyn
tegenstander uaar de koel en in een ommezien
waren do twee maunen in de nauwe ruimte tusschen
de banken handgemeen.
Berliugs was do stovigste, doch lord Harlsmore
was beter getraind en scboou aanvankelijk in 't voor
deel te zyn. Hii hield zyn tegonslAndcr mot de
rechterhand bij do kool en liet onderwijl zijn linker
vuistslageu rogonen op zijn hoofd. Om bioraan te
ontkomou groop Berlings hem om 't middel en
trachtte hy bom achteruit te werpen. Eenige oogen-
blikken slingordon z(j heen en weer, en daarop roidei.
zij tezamen op den grond. Lord Harlsmore lag onder
en ziju hoofd sloeg mot een smak togen don vloor.
Hij hiold op zieb te verweren, zyn armen violen slap
lang.! bet lichaam on zyn oogen sloten zich.
Berlings stond op, snakkend naar adem. Hij keek
naar het bowegii.gloozo lichaam van den jongen
lord eu sidderde.
„Zou ik hem gedood hebben?" raompeldo bij. tljj
overwoog bjj zichzelf of hij het lichaam uit den
trein zou werpen en trachten le ontvluohten. In zjjn
angst vorbaaude het hum. dat de trsiu met de zelfde
snelheid voortstormde alsof er niets gobeuril was.
Het was zolfvordedigiogHij sloeg hot eerst. Daar
doe ik eeu eed opmompelde Berlings dio zich in
gedachten al voor een jury zag staan.
liet duurde niet lang of lord Harlsmore begon
toekenon van leven to geven. Hy bewoog zich even
en r.(jn oogleden trilden. Toen hij zag, da' de jonge
lord uiot dood was, word Boilings kaltnor.
„Hot is zoo erg niet, ouwe jongoa niet waar?"zei
hy. „Ko>u, laten we je eens van den grond optillen."
Hjj hukto zich eu trok met eenige moeite don
ander omhoog.
Lord Harlsmore opende de oogou. „Wat is er ge
beurd
„U en ik, we zyn beidon 't hoofd kwjjt geraakt,
auiwoordde Borlings. Die meid hoeft ons voor 'I
lapje geboudon. Dat maakte my woedend. Maar u,
hebt den eersten klap gegeven, herinnert u u wel?"
„Ja. ik herinuor t me." Lord Harlsmore streek
mei de hand over zjjn gelaat. Zjjn lip bloeddemet
zijn zakdoek trachtte hy 't blood te stelpen. Berlings
probeerde woor eenigon vorm aan zjjn boord to ge
ven eu strikto opnieuw zjjn das.
„Wij waren beiden vervloekte dwazen," zoi ajJ
beleefd. „We tullen maar uiet vraguu wie de meeste
schuil! had. Do gcheele zaak is in staat eeu engel
aan 't vloekon te brengen en ik goloof uiet, dat een
van ons dat is."
„Wat moeten we u-i doen?" vroeg lord Harlsmore
vrjj nuchter, terwijl hjj naar de vertrapte overblijfs*-
lou van liet doosje koek.
„Doen?" riep de ander uit. „Ik woel wat ik ga
doen. Ik ga terug uaar Woollacombn on ik zal 'i
mot dat nsoisjo kloarspulou, zoowaar ik Berlings heef."
(Wordt vorvolgd.)