Dinsdag 23 April 1907. No. 7340 56e Jaargang. Feuilleton. Het Kroontje. p.u; UITGAVE FIRMA A. H- VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. franco per post /'1.15. Advertentiën 1—3 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Logalo, ofllcieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent.Reclames 1—5 regels/11.25;elke regel meer /"0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT 9- ostbus 9 Telephoon 19. KENNISGEVING. Beschrijving voor de belasting op bodryfs- en andere inkomsten. Do BURGEMEESTER der Gemeente AMERS FOORT, Gezien het besluit van don hepr Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht van den 15 April 19n7, 3e afdeeling no. 1601/1147, (P.ovincinalblad no. 41) houdende bepaling van den tjjd en de wijze der beschrijving voor de belasting op bedrijfs- en anderen iukomsten voor het dienstjaar 1907/1908 Brengt bij deze ter kennis van de ingezetenon, dat de uitreiking der bescbrijvingsbiljetteu een aan vang zal nemen op Woensdag den 1 Mei eerstkomende en de weder-inzameliug na twintig dagen, gerekend van den dag der uitreiking Wordende de belastingplichtigen opmerkzaam go- niaakt op de bepalingen van art. 12, J 2, 2de lid, lo., tl, en j art. 14, «1, 2, 8 en 4, art. 15, j 1, en 2, art. 16, art. 34, 1ste lid, art. 45, en art. 47, li 5, 6 en 7 der Wet van 2 October 1893 (Staatsblad uo. 149) luidende Art. 12 l 2, 2de lid lo. d. Biljet B. wordt uitge reikt: Aan alle in het Rjjk woueuden aan wie biljet A worat uitgereikt, voor zooverre zij den Ontvanger (Ier directe belastingen uiterlijk op 15 Mei hunnen wensch om een biljet B te ontvangen, schriftelijk hebben keubaar gemaakt. 3 3. leder, aan wien oen bescbrijvingsbiljet is uitgereikt, hetzij voor hem persoonlijk of als be lastingplichtig voor anderen, is gehouden, de daarin gestelde vragen duidelijk, stellig en zonder voorbe houd naar waarheid te beantwoorden en het met zjjno naamteekeuing te bekrachtigen. Hy, aan wien een biljet is gezouden, en die over het loopend belastingjaar in eeno andere Gemeente van het Rjjk is aangeslagen of dilar reeds aaugifle hoeft gedano, vermeldt dit op het biljet, met opgaaf van den naam dier Gemeente, onverminderd zijne verpliohting tot aangifte iu het geval, bedoeld bij art. 14, l 4. De aaugifte voor hier te lando gevestigde naam- looze vennootschappon, commanditaire vennoot schappen op aandeolon, coöperatieve of andere ver- eenigingeu, onderlinge verzokeriugmaatschappijen, sociëteiten en stichtingen geschiedt door de bier te lande gevestigde bestuurders of beheerende vennooten; die van spoorwegondernemingen, bedoeld bij art li, door haren vertegenwoordiger by de Nederlandache Regeering. Art. 14. I 1. Alleu die op 1 Mei uit eigen hoofde of als gemachtigde, vertegenwoordiger of lusache i- persoon belastingplichtig zjjn,zjjn gehouden uitcrljjk binnen twee maanden na den dag, door don Com missaris der Koningin in de Provincie voor het begin van de uitreiking dei besobryvingsbiljetten bepaald, hunne aaugifte in den voorgeschreven vorm op biljet A in te dienen, bijaldien zjj dit biljet A niet hebban ontvangen of het niet is teruggehaald. Dit voorschrift is niet van toepassing op hen die een Nederlandsch Staatsambt uitoeteuen buiten het Rijk, op de spoorwegondernemingen bedoeld bij art. 1 f, op dezulken die alleen belastingplichtig zyn naar uitkeeringen en uitdeelingon, noch op hen voor wie ingevolge art. 7 33 3, 4 en 5 de belasting ver schuldigd is in den persoon van een ander. De indiening geschiedt ten kantore van den Ont vanger def directe belastiügen, ter plaatse waar zij ingevolge art. 17 moeten worden aangeslagenof indien aldaar geen zoodanig Ontvanger gevestigd is, by het Bestuur der Gemeeute. Hel Gemeentebestuur zendt do aangiften onver- 48). „Daar is je winkel," zei lord Harlsmore. „Je zult ze spoedig genoeg weer verdiend hebben en dan heb je nog het kroontje, waar je best een paar dui zend pond van maken kunt. Drommels, je moest my dankbaar zyu voor mijn matigen eiaoh." Berliuga stond op en ging naar een braudkast, die hy opende. Uit een laadjo nam hy een bundeltje bankbiljetten en een zakje goudgeld. Hy beefde toen by zyn schat op tafel zette en het zweet parelde hem op 't voorhoofd. „Het is een verschrikkelijk waagstuk voor my," zei hy. „Ik geef u de vruchten van mjjn lioele levon. Denk eens, wanneer er iota gebeurde 1 Stel je voor, dat ze my pakken v6or ik 't ding verkooht heb I Of dat men het my ontsteelt 1" „Hot is een mooie kans," zei lord Harlsmore on verschillig. „Je kunt met geraak er tienmaal zooveel voor krijgen als je er voor betaald hebt. Je zogt jaren noodig gehad te hebbon om tweehonderd pond bij Berlings was werkelijk diep ontroerd. „Dat is zoo," zei hy, „ja, dat ia zoo, maar indien indien er iets gebeurd, o, het zou mjj 't hart-breken." „Zeur nou niet langer I" sei lord Harlsmore „Jou 't hart breken 1 Je praat ala een oud wijf." wjjld aan den Ontvanger der direotn belastingen tot wienB kantoor de Gpmcente behoort. 3 2. Do hiervoren bedoelde termijn kan door don hoofdambtenaar der directe belastingen, bedoeld bjj art, 19, worden verlengd. 3 3. Belastingplichtigen, wier winstaangifte af hangt van de nog vast te stellen balans der ondor- nuining, kunnen voorloopig volstaan met de beant woording van hot bescbrijvingsbiljet A, en biljet B, indien hun dit is uitgereikt, voor memorie invullen. In dit geval zal echter die aangifte moeten volgen binnen acht dagen na don termijn voor die vast stelling bepaald, waartoe hun dosverlangd de vereischte formulieren kosteloos worden verstrekt. 3 4. By aanvang van belasiingplichtigheid in den loop van het belastingjaar doet hij, die uit eigen hoofde of voor anderen belastingplichtig is, binnen vier weken, daarvan, onder vermelding van zyn uilres on den grond zijner belastingplichtigheid, soiiriftelyk aangifte ten kantore van den Ontvanger der directe belastingen in de Gemeente, waar bij ingevolge art. 17 zal worden aangoslagon of, indien alduur geen zoodanig Ontvanger govsstigd is, bij het Bestuur der Gemeente. Het Bestuur der Gemeente zendt in het laatste Seval die aangifte onverwjjld aan den Ontvanger der irecto belastingen, tot wiens kantoor de Gemeente behoort. Daarop worden hem aangeteekend per post het biljet of de biljetten toegezonden, die hij ingevolge artikel 12 3 2 zou ontvangen hobben, byaldien zyn belasiingplicht reeds op 1 Mei had bestaan. Betioort hij tot de belastingplichtigen bedoeld by artikel la of tot de gemachtigden van belastingplichtigen be- doold bij art. lh, aan wie het biljet B niet wordt uitgereikt, doch wenscht hy dit biljet niettemin to ontvangen, zoo maakt hy dezen wensch schriftelijk kenbaar aan den Ontvanger of het Gemeentebestuur, vermeld in het eerste lia dezer paragraaf, te geljjk met zyne daarbedoeldo aangifte. Hij bezorgt het biljet of do biljetten, desgevorderd tegen outvangbewijs, binnen drie weken na den dag der toozeuding ter plaatse waar hij de aangUto ver meld in het eerste lid hoeft gedaan. Het Gemeentebestuur, dat het biljet of de biljetten ontving, zend' deze onverwijld aan den Ontvanger. Voorts is artikel 12 3 eorste en 3 4 laatste lid hier van toepassing. De in deze paragraaf genoemde termijnen kunnen door den hoofdambtenaar der directe belastingen, bedoeld 'oij art. 19, verlongd worden. Art. 15 3 1. Bij verandering van de bijzonderheden in biljet A vermeld, binnon twee maanden nadat het biljet is ingeleverd, wordt daarvan binnen veertien dagen door den aangever schriftelijk kennisgegeven aan don Outvanger der directe oelastingeu in do Gemeente waar do aanslag zal geschieden, of zoo daar geen zoodauig Ontvanger govestigd is, by het Bestuur der Gemeoote. Het Gemeentebestunr zendt deze kenuisgeviDg on verwijld aan den Ontvanger der directe belastiügen tot wious kantoor do Gomeeute behoort. 3 2. Ieder ilie optreedt als bestuurder of beheerend vennoot van eene hier te lande gevestigde vennoot- schat), onderlinge vorzekeriugmantschappij, coöpera tieve vereenigiug of stichting die een bedryl' ot boroop uitoefent, of als boekhouder eener hier te luud# go- vestigde reeder jj, is gehouden daarvan schriftelyk binnen éen maand kennis te geveu bij het Bestuur der Gemeente waar hy woont. Het Gemeentebestuur handelt met deze kennis geving op de wijze voorgeschreven in do laatste zin snede dor vorige paragraaf. Art. 16. Hier te lande wonende beheerende ven nooten van Nederlandache vennootschappen eu maatschappijen, als bedoelde in art. 6 3 2 en van do Zuchtend begon Berlings de goudstukken te tellen. Er waren er vijftig. Ook de baukbiljeteu, iu hoofdzaak van vijf pond, werden zorgvuldig nage teld. „Laat mij eens eveu nakijken", zet lord Harls more. Berlings schoof de papiertjes naar hem toe, waarop hy ze stuk voor stuk uauwkourig bekeek. „Ik kan een echt biljet heol goed van een vaisch on- scheiden," antwoordde de jonge lord, terwjjl bjj met ziju Onderzoek voortging. Dat scheen naar zjju ge noegen uit te vallet), waut ton slotte stak hy 't haele bundeltje in zyn binnenzak. Ook een of twee goudstukken nam hy uit den zak om don klank te onderzoeken. „O let u maar niet op my," voegde Berlings hem sarcastisch toe. Eerst nadat hy hel goud bij de baukbiljetteu had weggeborgen, liet lord Harlsmore het krooutje los en smeet hg dit over de tafel naar zijn metgezel. „Pas toch iu hemelsnaam op," kreunde Berlings. Voorziobtig nam hy het kleiuood op on streelde het, alsof 'teen kind was. Zyn oogen sohilterdon van geluk. „Kus 'tvoor myu part," zei leed Harlsmore. „Nu, bonjour, eu geve de hemel, dat ik jo leuljjk gezicht nooit terugzie." B rlings waa verzonken ii do beschouwing dor diamanten en nam verder geen notitie vau het jong- meusch, dat zoo spoedig mogvlyk het kamertje en den winkel uitliep. „Vrouw 1" riep Berlings. „Vrouw I" Zyn vrouw kwam toegoloopeu. Dadelijk kroeg zij het scbiiterondo krooutjo iu 'toog, dat by iu zyn hand hield, en haar eerate beweging was, de deur te aluiten. „Wat bob je daar?" vroeg z(j. in art. lb bedoeldo commanditaire vennootschappen op aandeelen, bestuurders van hier to lande geves tigde naamloozo vennootschappen, coöperatiovo on andere vercenigingon eu onderlinge verzekering- maatsobuppyen, als ook boekhouders van hier te lando gevestigde reederynn, mogen niet tot hoi doen vau uitdeelingen of uitkeeringen, waarover volgona art. 5, II 1 en 2 on art. 6, l 2 belasting verschuldigd is, ove'gaan, alvorens daarvan aaogilto godaau en de over vroegere uitdeelingen of uitkeeringen ver schuldigde belasting betaald to hobben. Bjj liquidatie mogen de hier bedoelde uitdoelingon of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarover verschuldigde belasting is voldaau. Art. 84. Handelsreizigers, kramers en allo verdere personen, die hun bedrjjf of beroop roudtrokkoude uitoefenen, voor zoover zy bobooren tot do bedoelden bij art. la, h en k, zijn gohouden, onverminderd hunne verplichtingen omschreven bjj artt. 12en 14, zich ter plaatse binnon het Rjjk, waar xü zicli na hut begiu van het belastingjaar het eerst bevinden, bjj het Gemeentebestuur schriftelyk aan te molden, met opgaaf van hun naam, hunne woonplaats en hun bedrijf of beroep. Ten bljjke dat zjj hieraan voldaan hebben, ontvangen zy kosteloos oen door of van wego hot hoofd van dat bestuur onderteekend bowjjs, dat zij gehouden zjjn mede te ondertoekonon en op aanvraag aan ambtenaren der directe belastin gen te vertoonen. Art, 45. Bestuurders van de bjj art. lb en o. bo- doelde naamloote vennootschappen, coöperatieve vereenigingeu, audoro vereenigingen en stichtingen, die een bedrjjf of beroop uitoefenen, onderlinge verzokering-maatschappjjon on sociëteiten, ala ook beheerende venuooten van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschappen op aandeelen en boekhouders van hier te laudegevestigde roedorjjen, zjjn gehouden binnen veertioD dagen na de vast stelling van baluus of rekening een zoodanig uit treksel als noodig is tot toelichting der wiustuit- keeringon of uitdeelingen te doen toekomen aan den voorzittor dor commissie van aanslag, bedo ld bjj art, 19 s lb of 2, die den aauslag moet regolen. Art. 47 3 6. Hjj, die daartoe gohouden, nalaat da verplichtingen tia te komen, bedoeld bjj art. 15 1 eerste lid, eo art. 15 3 2 eerste lid, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste f26.—. Qeljjke straf wordt opgelegd in geval van overtreding van art. 45, 6. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met eone geldboete van ton hoogsto f400.—. 3 7. Personen, die van eon bewjja voorzien moeton zjjn als bedoeld ui art. 34 on die in gebreke bljjven dit bewjjs op aanvrage aan bevoegde ambtonaron te vertoonen, wordon gestratt met eone geldboete van ten hoogste f25.—. Geven zjj, ter bekoraing van dat bewjjs, aau het bevoegd gezag eou valschen naam, woonplaats, bodrjjf of beroep op, of maken zjj gebruik van het aan een ander afgegeven bewjjs, dan worden zjj gestraft met een geldboete van ton hoogste f150.—. Amersfoort, 20 April 1907. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Uit do Pers. Met onverholen smart constateertde «Rot terdammer", zooals z(j Zaterdag aan't hoofd van haar hoofdartikel schrijft, aat »dr. Kuy- per gepasseerd" is. Zjj schrijft: «Naar aanleiding van eene, ook door ons opgenomen, mededeeling van de «Stand Berlings stond op; de tranen rolden hem langs do wangen. „Ons fortuin is gemaakt, vrouw," zei hji. „In 't vervolg ben je oeu dame". Hjj zette haar het kroontje op 't haar en kuste haar verweerd gelaat. „Mjjn koningin I" zei hjj. Zij liep naar den spiegel. „Wat ben ik nu mooi!" „Ik vertrek vanavond nog naar Parjjs," ging hjj voort. „En donk erom, mondje dicht." Zjj gaf hem het kroontje torug. „Het is zeker wel een paar honderd pond waard," merkte zy op. „Duizenden, vrouw, duizenden!" Sprakeloos koek zjj hem aan. „Wat bon jo tooli eou kerel," mompelde zij ten slotte op een toon van bewondoring, torwjjlzjj hom barteljjk kuste. Lilian zat in don salon van baar vaders huis op bet Soamore-plein. Zjj was jj vorig in de weer, con stofdoek te zoomen. Wel-ia-waar vond zjj naaiwerk verschrik kei jjk, doch naarstig hanteerde zjj de naald en alleen hield zjj nu en dan evon op om haar werk te bewonderen. Plo tseling sprong zjj op en drukte zjj op hot knepjo van een eleotrische schel, danrbjj met annd«oht luisterend of dozo overging, Toen de knecht binnon- trad, keek zjj hom vragend aan. „Hebt u gebeld, miss?" „O, ja, dat deed ik, doob alleen om te zien of do bol mot stuk is. Robert, je moet oogenblikkeljjk allo bellen iu huis probeereu en die vau de buiten deur öok. Ik wil woton, of zo allo goed in orde zjjn." Do man keok haar verbaasd aan. „Heel good, miss," zei hjj ten slotte. „Er kan aile inogeljjke last uit ontstaan, indien een bel kapot is, vooral als er iemand komt, dien aard", bohclzeude, dat door baron Schim- melponninck van der Oye gedurende al do weken van de crisis geen enkel woord, noch eenig epistel, werd gewisseld met dr. Kuyper, schreef eergisteren bet sociaul-domocratische hoofdorgaan «Het Volk" met kenneljjk ge noegen «Er is toch wol iets veranderd sinds 1903; een heele Kabinetscrisis gaat nu buiten Abraham den Geweldige om". «Ook in liberale kringen coustateert men het feit, dat dr. Kuyper gepasseerd is, blijk baar met welgevallen. De «Nieuwe Couruut" verklaart, dat dr. Kuyper «gedurende heel dezn crisis is thuis gelaten", en het slot van haar schrijven toont het leedvermaak, dat in deze woorden doorstraalt. Het «Handelsblad" schrijft over hel «Sten- daard"-bericht, roede in verband mot andere uitspraken, en zet dan boven zijn stukje «Sic transit gloriahetwelk beteekent «zoo vergaat de room"van dr. Kuyper. «Nu is hot nogal duidelijk, dat vooral die anti-revolutionnaireo, die, zooals wij, in de erisisdagon het optreden van een rechtsch Kabinet onverstandig zouden hebben gevon den, dan ook niot gedacht hebben aun een nieuw ministerie-Kuyper. «Maar heei iels anders is het, of het in den baak mag worden geacht, dat door den Voorzitter der Eerste Kamer, toen hjj als man van rechts eens polsen moest of de rechterzijde bereid zou zjjn eventueel een Kabinetsformateur uit haar midden te doen voortkomen, niemand minder dan dr. Kuyper werd gepasseerd, ook al heeft men hiervoor de verklaring uitgevondeo, dat baron Schim- molpenninck geconsulteerd heeft met de leiders uit het Parloment. Ook dan nog had niemand in onze krin gen moeten toelaten, dat dit alles geschiedde. «Men zou hier kunnen uitroepenhoe is zulks mogeljjk ten aanzien van den man, aan wien tal van uchtbare politci hun positie en hun betoekenis ontleenen en te danken heb ben," enz. Naast baron Schiramelpenninck hebben zich vooral de beuren Heemskerk en Talma dit zeker alloszins verdiend verwjjt aan te trekkon. Iets verder schrijft „de Rotterdammer": „Ons anti-revolutionnaire volk mag wen- schen, dat deze dingen veranderen, anders vreet de politieke verwording nog verdor voort dan wjj kunnen bemerken. «Inzonderheid op de anti-revolutionnaire partij, die de Cbmteljjk-historische volks- traditiën in eere zoekt te houden, rust in de tegenwoordige tjjden de hooge roeping, de Ijjn aan te geven, waai langs zich dó vader- landsche politiek in aniirevolutionnairon of tewel goed Ghrlsteljjk-historischen zin moet je liever niet in je huis ziot" ging Lilian voort op dou toon van iomaud, dia er ovor meo went te pra ten. „Het beste zou zjjn, indien je ze iedoren dag oeu koer probeerde." „Het zat gebeuren, miss." „Ga nu maar been, Robert, en probeer eerst die vau do buitendeur. Ik beb zoo'n gevoel, dat die ■tuk is." Juiil ging er een bel over. „Dat ia de bel van de buitendour, miss." zei Robert. „Hoe toevallig I Ik heb ma dus vergist. Win zou dat kuuuea zjju? Niemand want, dat ik thuis bon." „Moet ik zeggen, dat u thuis is, miss?" vroeg Robert. „Zeker. Aan iedereen, dienaar me vraagt, al was 't oen roitigor ia eucyolopaodioön. In 't vervolg, bon ik altjju tbula als ik tnuia beu. Ik vind, dat man altjjd de waarheid moot zoggen." Robert vordwoon. Lilian diepte uit baar wnk- mandjo oen paar klosjes garen op en zotte die in 't oog vallond op de tarul naast zich. Daarna aproidde zjj don stofdoek over baar knieën uit on «lak oen twoodon vingerhoed aan baar vingers. ,Ik hoop maar, dat 't iemand voor mjj is," mom- Ie zjj hardop. &jj bod 't gomdener waa werkelijk iemand voor baar. De dour ging open. „Lady Harlamoro," diende Robert aan. Lilian stond snol op, haar stofdoek in den «teek latend, en stak haar hand uit. „Dal is lief van u!" riop zjj uit. „Ik hoopte juUt, dat u 't «ou zjjn." Lady HarUruoro, die nog met bohulp van een stokje liep. kuato hjj haar op beido wangen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1